si
Onze collectie Slof Jen voor
J. KOEMAN, - Bergerpoort.
Ruime keuzG Bsl- en EsiegenheldsscOoenen.
Trans Inrichting voor Maat en reparatlewerk.
Noordhollandsch
Landbouwcrediet.
Bouwterrein
Hedenavond OPEMACt
ïan den Aardappel-, Groenten- en Fruithandel,
Uitgebreide Yoorjaarsdienst.
De Lange de Moraaz,
Verkrijgbaar bij alle eerste klas winkeliers
EES
voor het a.s. Voorjaarsseizoen is compleet
INCASSO'S.
Den Maag,
Leeuwarden
Hoorn
Veenestraat 15,
NIeuwestad L 117,
Groote Noord»
Staïen worden gaarne franco toegezonden, terwgl onze
coupeurs door het geheele rijk te ontbieden zijn.
Nikkelen, Emaiifesren en Schoonmaken
Amerikaansche Modellen voor
1911 zgn reeds voorradig.
FEUILLETON.
Hef Opladen Bed.
KOOPMANS
StoomiiuelfaljriekJnso"
O verheusT
Achterstraat 56.
aan den West er weg,
Nassaulaan en Bgmonderstraat,
SN AARMANSLAAN, hoek STUARTSTRAAT 73,
voorh. KL. BESSE. A»ni,ev0i™,i, CJ. Appel.
Ie Kajuit f 0.70 Drie dagen geldig. 2e Kajuit f 0.45
"Herstemming SCHERMËËR
Woensdag 1 Maart.
«3T,
NIEUWENDIJK 184, tegenover de Beurspassagej
Boekweitenmeel,
reparatie-inrichting',
Aanvangende I Haart 1911.
Firma H. W. H0L8MULLER, Alkmaar.
jT -'f
ÜBD
TELEFOON 243.
UURWERKMAKER
Accurate regeling. Degelijke garantie.
Solied en vertrouwd adres
Te bevragen bij
A. O. DEN BQESTERD.Toussaintstr. 0.
Van ALKMAAR 6 8 10 2 30 0 uur.
Van AMSTERDAM 6.30 9 30 2.15 4 6 uur.
Goedkoope retours AlkmaarAmsterdam.
Administration, Wissels, Coupons,
schrijven kapitalen Grootboek in en af.
ALLEENVERKOOP voor Alkmaar eniOaurtreken
P. VAN DEN BRUL,
UtDER/^AKERU
AMBlSKLtEO
COSTUME
0
Kleeding naar Maat
De wndergeteekemle beveelt zich
beleefd aau voor liet
van
Herstelplan<s voor Rijw'elenMotoren en
Antomobielen.
De nieuwste
Deze munten uit door sierlijkheid, degelijkheid en
een zeldzame gemakkelijke pasvorm.
Naar het Duitsch van OLGA WOHLBRüCK,
bewerkt door J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM
51) o
Ottilie knikte langzaam.
„Dat wist ik, Felix. Het past je niet! Daarom
hoopte ik een basis voor je te scheppen, waardoor je
ontheven waart van elke kleinzielige berekening!"
Steeds weer kwam zij daarop terug. Steeds weer
«loop Alma Kurthe in haar gedachten, in baar woor
den en scheidde den broer en de zuster alleen daar
door, dat zij leefde.
Ottilie zag haar broer voor het eerst bleek van inge
houden toorn.
„Il< begrijp niet, Tille, dat ge het niet merkt! Ik
kan niet! Gij hebt toch eigen verwachtingen moeteu
opgeven, waarom kunt ge het thans niet doen, nu ik
er slechts in betrokken ben? Gij jaagt mij het huwe
lijk in, zooals gij mij als kleinen jongen naar bed hebt
gejaagd. „Het is goed voor je ga slapen!" En ik
moest er in of ik moe was of niet, of ik dan urenlang
wakker lag en mijn fantasiën in het donker der kamer
tot dolle voorstellingen werden gedreven of niet. En
nu moet ik Alma Kurthe trouwen „omdat het goed
voor mij is!" Neen, Tille, niet daarom, maar omdat
je rust wilt hebben, evenals gij na de vermoeienis van
den dag' rust wildet hebben van mij, levendigen jon
gen. En daarom bereidt ge met zorg mijn huwelijks
bed, evenals ge mijn kinderbed hebt bereid!"
De handen in de broekzakken, de jas ver naar ach
teren geslagen liep hij met harde, groote passen de ka
mer op en neer.
En het was Ottilie, alsof zij haar gansche leven zul
ke harde, zware schreden had gehoord, welke alles
hadden vertreden, wat aan schroomvallige wenschen,
aan vurig hopen in haar was ontkiemd.
Zoo had de oudste broer voor haar rondgeloopen,
totdat ziju schreden hem ver van haar hadden wegge
voerd, zoo ging haar vader nu nog - en thans Felix.
En de woorden van haar vader kwamen haar in de
gedachten
„Sluit. Felix met drie steenen muren van mij af en
de stem des bloeds zal zich verheffen en hij zal den
weg gaan, welken hij wil!"
Een sidderende zucht bewoog de ingevallen borst,
de borst van een vermoeid werkdier.
Hoe zacht het geluid was toch hoorde Felix het,
voelde het inwendig bij zich weerklinken in steeds het
zelfde diepe medelijden, hetwelk immer weer zijn oude,
groote teederheid voor zijn zuster opwekte en tegelij
kertijd ergerde hij zich over zijn afhankelijkheid aan
dit medelijden.
De oude Frank kwam met een groote pijp in den
mond, een grijzen met rood geboorden chambrecloak
aan, een rood koord) om het breede middel, knipoogend
uit het duister zijner kamer, waar hij zijn middag
slaapje bad gedaan.
Hij had de woorden zijns zoons gehoord en mengde
zich met vaderlijke, schertsende goedhartigheid' in het
gesprek, omdat hij den gemoedelijken avond niet be
dorven wilde hebben door een steeds scherper worden
de ontstemming.
„Felixje, Felixje kleine jongens hooren in hun
kinder- en de groote in hun huwelijksbed."
Felix was nog te jong om de stemming, evenals een
nieuwe wals, plotseling te wijzigen.
Hij ging met den rug tegen den kachel staan en
schudde met het hoofd evenals een eigenzinnig kind
van den een naar de ander.
„En ik zeg, dat ik het bed uitzoek, waar ik in ga en
dat ik het zelf inricht, zooals het mij past; zooals ik
het wil hebben
Frank knikte goedkeurend en het %vas moeilijk uit
te maken of dit ernst of spot was.
„Maak je maar wat moois. Een gouden koningsbed
misschien, zooals de Beiersche koning zich heeft la
ten maken. Wat? Als gij zoover maar zijt. Het be
hoeft geen echt g-oud te zijn. Een beetje goudlak
doet ook goeden dienst. Paul heeft er veel van kau
»r jou wat van gsven. Ik ben bescheidener, voor
j i.
Ie soort znivere
onder controle van het
station voor Maalderij en
Bakkerij te Wageningen.
«Leeowarden.
tegenover VROOM en DREE8MAN.
EERSTE KLAS
PAYULOP,
ALKMAAR.
TELEFOON 205.
Voor haastwerk belt uien] 205 op en het
werk wordt direet gehaald en uitgevoerd.
1—I—
te ALKMAAR.
OP
IIEEREN KIEZERS.
De middelen door de tegenstanders van „Scher-
meers Delaiig" gebruikt, doen het best de gedachte
kennen die hen beheerscht.
In 't volle bewustzijn dat versterking van derge
lijke gelederen alles behalve aanbeveling verdient, noo-
digen wij alle stemgerechtigde ingelanden van den
polder de Schermeer uit om op WOENSDAG I
MAART hunne stem uit te brengen op den Heer
door wie de algemeene belangen en de persoonlijke
rechten naar recht en billijkheid krachtig zullen wor
den verdedigd.
Het BESTUUR van
„SCIIERMEER's BELANG.'
LIPXON's
mij is cl' een van koper voldoende zeer modern. No
tenhout. is mij te ordinair en dat heb ik ook al reeds.
Men wil toch verder komen is het niet, Felixje? Als
jongen sliep ik op een stroozak. Later kreeg' ik een
ijzeren bed nu en toen ik je onvergetelijke moeder
trouwde, moest het volstrekt geelkoper zijn. Tot dus
verre heeft het nog niet zoover willen komen, maar
wij zijn nog- niet aan het eind. Is 't niet, Tille? Als we
eerst de groote woning hebben hier zouden we toch
geen plaats hebben voor koperen bedden. En te klein
mogen ze niet zijn; ik zou er niet graag naast willen
vallen 's nachts. Zie je, Felixje, er naast is het
slecht liggen. Nog- slechter dan op een stroozak.
Hij lachte goedig en trok behagelijk aan zijn pijn.
Een poosje zei niemand een woord; toen bracht Ot-
tillie het eenvoudig avondbrood binnen, waaraan zij
ter eere van Felix nog gebak en vruchten toevoegde.
Men at zonder veel te spreken en het was nauwelijks
negen uur, toen Felix afscheid nam.
Hij drukte zijn zuster hartelijk een kus op de wang
doch gevoelde, dat hij niet zoo spoedig moest terug
komen als zijn verhouding' tot haar niet slechter zou
worden.
Op de trap fluisterde zijn vader hem in 't oor:
„Luister, je zestig mark hebben jongen gekregen."
Felix, die door de koelte van de trap de vrijheid der
straat voelde, had' zijn goede stemming- terug gekre
gen.
„Zoo, dat is best, papa. We zullen zien, wie het
eerst aan zijn bedi komt," en voegde er, zich nogmaals
omwendende, aan toe„Groet Tille
En hij wenkte met de hand naar de derde verdieping
als vermoedde hij, dat achter de oude, neteldoeksche
gordijnen Ottilie's oogen verlangend en smartelijk
den nacht in keken.
Na dezen avond zag zij hem weken lang niet.
Zij schreef. Hij antwoordde meteenige nietszeggen
de regels en verontschuldigde zich met zijn werk.
Hij was naar een nieuw bureau verplaatst. In de
Bank werkte men koortsachtig aan» de balans. Het
was de slimste tijd van het gansche jaar. Einde Maart
zou hij weer „kunnen herademen," tot zoolang moest
zij nog geduld met hem hebben.
Zij had dit geduld niet.
Op een avond ging zij te zes uur naar de Behreu-
strasse en drentelde voor de Bank op en neer. Zij
moest hem zien, moest hem spreken. Zij martelde
haar hersenen af met ziekelijke gedachten, zag hem
ten onder g-aan in het moeras der groote stad, waarvan
do voorstelling een reeks monsterachtige beelden in
haar wekte.
Hij mocht van haar denken, wat hij wilde, zij moest
zich bevrijden van knagende zorg, welke haar dag en
nacht vervolgde.
Vochtig-koude nevel lag over de straten, maakte het
asphalt nat en drukte brandend) en beklemmend op
haar borst. Van de daken plasten enkele groote drop
pels, in de zwarte waterpoelen, welke in het licht der
gaslantaarns glinsterden. Een voor een kwamen hee-
ren uit de breede ingangspoort en brachten groetend
twee vingers aau den hoed, als zij den portier voorbij
gingen, die telkens zijn hand aan zijn pet bracht. Dik
wijls gaf hij de heeren vuur, den een met trage lang
zaamheid, den ander ijverig met gebogen rug. Hij
schakeerde eiken groet, elk „goéden avond," hetwelk
hij den voorbijgaande toevoegde.
Steeds vaker groette de portier. In steeds sneller
volgorde traden de jonge heeren uit het portaal. De
stille straat scheen eensklaps levendig en toch werd
het nog donkerder buiten met het wegsterven van het
licht achter de groote, getraliede vensterruiten.
Een kleine auto schoof geluidloos voor het huis.
De electrische peer verspreidde in den wagen een
goud-gedempt licht door den kleinen, geel zijden kap,
welke het licht omhulde.
De portier snelde naar voren. Een dame in glin-
sterenden, zijnden mantel, een teei'-blauwen kanten
sluier om het hoofd, boog zich naar voren en voegde
den portier enkele woorden toe.
Hetzelfde oogenblik kwam Felix naar buiten, een
cigarette in den mond, den glimmenden, hoogen hoed
diep op het voorhoofd gedrukt, een parapluie met
grooten, zilveren knop over den arm.
-LV-.(Wordt vervolgd).