DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Honderd en dertiende Jaargang.
1911
ZATERDAG 4 MAART.
Drankwet.
BINNENLAND.
No. 54
Uit den Raad.
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
ALRMAARSCHE COURANT
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene bennis, dat bij hun
college zijn ingekomen verzoekschriften van G. HO
NIG te Zuid- en Noord-Schermer en S. KLINKHA
MER te Alkmaar om verlof tot den verkoop van al
coholhoudenden anderen dan sterken drank respectie
velijk in de perceelen Voordam O 2 en) Omval F 5.
Binnen twee weken na deze bekendmaking kunnen
tegen het verleenen van het verlof schriftelijk bezwa
ren worden ingediend.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 3 Maart 1911.
Er wordt tegenwoordig ijverig in ons stadlftiis ver
gaderd, maar niet In het openbaar. En is dit wèl
het geval, mag men een raadsvergadering wel bijwo
nen, dan geschiedt er den laatsten tijdl zoo weinig, dat
men bijna voor dat men het weet, zich alweer op de
kleine steentjes van de Langestraat bevindt en het
stadhuis van buiten kan aanschouwen. Zoo was het
ook Woensdag. Laat begonnen, vroeg geëindigd, wei
nig besloten en weinig gezegd ziedaar de voor
naamste kenmerken van de laatste raadsvergadering.
Wat het laat beginnen en vroeg eindigen betreft, het
was bijna half drie toen dei heeren in optocht via de
polderkamer, alsof ze pas gezamenlijk een ontdek
kingsreis in het stadhuis hadden ondernomen, in de
raadszaal kwamen en liet was nauwelijks drie uur toen
na de openbare de geheime zitting een aanvang nam.
In dien korten tijd werden er een reeks ingekomen
stukken voor kennisgeving aangenomen hoewel
eens in den Raad werd betoogd, dat dit' iets ongeoor
loofds isof naar B. en W. verzonden om bericht
en raad, en ter afdoening, gelijk de deftige termen
luiden, werden er eenige besluiten genomen en had' er
een benoeming plaats. Het voornaamste punt, de wal-
bekleeding langs de Kanaalkade en bijbehoorende wer
ken, werd van de agenda afgevoerd waarom, werd
tot onze bevreemding niet medegedeeld.
Waar de zaak nu reeds zoo lang in voorbereiding is,
waar over dit plan tusschen B. en W. en de Kamer
van Koophandel, die er haar instemming mee betuig
de een bijeenkomst heeft plaats gehad, waar de com
missie van bijstand voor de publieke werken er zich
mee heeft vereenigd, daar mocht verwacht worden,
dat het in den raad nu wel zou zijn aangenomen. Maar
neen, andermaal werd deze zaak uitgesteld1, handel en
schipperij moeten dus nog een tijdje schade en onge
rief van den bestaanden toestand ondervinden.
Het tweed© punt, waarvan de behandeling werd' ver
daagd, betreffende het verleenen van subsidie aan de
vereeniging tot ontwikkeling van den landbouw in
Holland's Noorderkwartier, ten behoeve van het on
derwijs aan boerendochters, gaf aanleiding tot een
eigenaardige opmerking van den heer Dorbeck. Na
eerst de argumentatie te hebben bestreden, welke het
bestuur der vereeniging bezigde waarbij ons echter
niet duidelijk werd, waarom de cursus feitelijk met het
belang der huishoud- en industrieschool in strijd zou
zijn verklaarde mr. Dorbeck, naar hij zelf toegaf
apodictisch, dat hetgeen het bestuur in zijn stukken
verklaarde, niet klopte met de overeenkomst, die met
de huishoud en industrieschool was gesloten. Als waar
is wat deze spreker ten aanzien van deze overeenkomst
zeide en wij hebben geen reden om daaraan te twij
felen, vooral niet alsi we bedenken, dat de heer Dor
beck allicht beter op de hoogte kan zijn dan de andere
raadsleden, wier echtgenooten geen zitting hebben in
het bestuur van genoemde instelling dan mag het
bestuur van Hollands Noorderkwartier zich wel haas
ten deze kwestie nader toe te lichten. Nu het .in de
stukken, welke den Raad bereikten wordt voorgesteld
alsof het de bedoeling is, elk jaar of om de twee jaar
leerlingen op te nemen, en d© heer Dorbeck daarte
genover verklaarde, dat het in het voornemen ligt
slechts een proef van vijf jaar te1 nemen met de leer
lingen die er bij den aanvang der cursus zijn, is een
nadere opheldering ten zeerste gewenscht. Zoolang het
bestuur van Hollands Noorderkwartier zich hierover
nog niet heeft uitgesproken, moet men zijn oordeel
over deze kwestie, dat weinig gunstig zou luiden in
dien er geen bevredigende verklaringen' werden gege
ven, natuurlijk opschorten.
Een grappig incident ging aan de benoeming van
een lid der damescommissie van bijstand voor het toe
zicht op de handwerken aan de lagere scholen vooraf.
Voor die benoeming waren aanbevolen de dames: 1
mevr. A. M. H. Krak-Bleeker, 2. mej. N. Bakker. De
heer Uitenbosch herhaalde -voordat tot de benoeming
werd overgegaan, de vraag, welke hij in de stukken
achter den naam van no. 2 had gevonden: „Wie is de
ze dame?" Het bleek, dat niemand dit precies wist.
De vergadering werd geschorst, niet om, gelijk de heer
Fortuin „kaufmannisch" wilde de dame in kwestie
even in de raadszaal te laten komen, maar om nadere
inlichtingen omtrent haar in te winnen. Na herope
ning der zitting bleek, dat niet het doopceel der dame
was gelicht, maar haar bevolkingskaart, welke haar
leeftijd, naam en beroep van haar vader aangaf, ter
wijl de voorzitter hier nog aan toevoegde, dat zij bor
duurster, oud-leerlinge van de industrieschool en in
het bezit van de acten nuttige en fraaie1 handwerken
is, en nog al wordit aanbevolen door een der commis
sieleden.
No. 1 werd benoemd, maar het groot aantal stem
men, dat no. 2 kreeg', kan een vingerwijzing zijn voor
een volgende vacature of zou het: voorlo-opig met
de mutaties in deze commissie eens gedaan zijn
Wij moeten nog even stilstaan bij de ingekomen
stukken. Daar vond de heer Uitenbosch gelegenheid
een bewering te plaatsen, waarover hij, naar te hopen
is, achterna spijt gevoeld zal hebben, en welke1 in elk
geval misplaatst was.
Een drietal eigenaren boden de gemeente strookjes
grond in de Bleekerslaan aan. De heer Uitenbosch
vioeg of dit een vrijwillige aanbieding was, vond) het
aanbod onnatuurlijk, wist van (een), adressant(en)
dat ze hun (zijn) grond liever behield(en), zeide dat
er pressie op hen was uitgeoefend, zag geen nut in de
verbreeding der laan, misschien was. het1 alleen van
belang voor den burgemeester met zijn auto. Dat
was een insinuatie: de burgemeester heeft er belang
bij en daarom zijn de eigenaren door zedelijken dwang
in het nauw gebracht, ten einde hen tot aanbieding
van den grond te dwingen.
Ofschoon de keuze zijner woorden gelukkiger had
kunnen zijn, weerlegde de burgemeester dadelijk en
afdoend deze platte' bewering. De eerste önderteeke-
naar van het adres dien we toevallig ontmoetten, be
vestigde ons volkomen de mededeeling van den voor
zitter, dat hij het is geweest, die geheel: uit eigen be
weging met- den burgemeester over den afstand van
den grond heeft gesproken, omdat hij daar thans met
zijn melkkar vaak het verkeer stremt en het voor hem
daarom aangenaam zou zijn, zoo de straat er breeder
was.
Wel nam de heer Uitenbosch later het woord „ge
dwongen" terug, trachtende althans den schijn te red
den door te- zeggen, dat liet verzoek was voorgelegd
om te teekenen, maar zijn insinuatie intrekken deed
Hij niet.
Hoe, vraagt men zich af, kwam de heer Uitenbosch
er eigenlijk toe haar uit te spreken?
Het is natuurlijk' buitengesloten dat hij slechts een
bloot vermoeden uitte. De veronderstelling' ligt voor
de hand, dat door een of beide overblijvende belang
hebbenden de derde mag, blijkens het hierboven
staande uitgeschakeld worden den heer Uitenbosch
iets in het oor gefluisterd is, die dit gereede over
gebracht heeft. Maar waarom wendde(n) de belang
hebbende (n) zich niet onmiddellijk tot den raad zoo
hij (ze) spijt had(den) over hun verzoek en dit gaarne
weer ongedaan wilde(n) maken? Valsche schaamte?
Vond' men het, om welke réden dan ook, aangenamer
een raadslid, die zich hiervoor wel wilde leenen, dat
zaakje maar te laten opknappen?
Het deed ons genoegen, dat liet nu ook eens in den
Raad werd afgekeurd, dat een raadslid zich beschik
baar stelt om te dienen als voertuig van de gedachten
van anderen, die evengoed zelf hun wenschen den
Raad kunnen doen bereiken.
Met eenige verwondering namen we kennis van een
ingekomen stuk der Tuinbouwvereeniging „Algemeen
Belang" om de groentemarkt te verplaatsen naar den
Limmerhoek, immers het was ons, door een mondelin
ge mededeeling van een inzender van een ingezonden
stuk bekend, dat het bestuur dier vereeniging over die
verplaatsing met het college van B. en W. in onder
handeling was. Is die onderhandeling vruchteloos ge
ëindigd of heeft het bestuur wat al te voorbarig, ge
noemd college verder voorbijgaand, zich tot den Raad
gewend
Tenslotte zij ten aanzien van het adres van den
Raad van administratie van de Hollandsche IJzeren
Spoorwegmaatschappij, houdende het verzoek hem een
stuk grond tusschen den Bergerweg en de Egmonder-
vaart, ter oppervlakte van 8260 vierkanten Meter voor
den prijs van 1.25 per vierk. meter in koop af te
staan, medegedeeld, dat het hier een strook betreft
van het onlangs door de gemeente aangekocht stuk
land, waarvan een deel aan het bestuur der ambachts
school is aangeboden, en dat de spoorwegmaatschap
pij deze strook heeft bestemd voor den bouw van een
machineloods en voor den aanleg van wissels.
Het was reeds vroeg, toen we den gevel van het
stadhuis weer van buiten konden bekijken. Nu, dat
kan op zich zelf een genoegen zijn en leerrijk boven
dien. Een aandachtige beschouwing toch leert1 dat
ons stadhuis een mooi gebouw is alleen de verande
ringen, die in den loop der tijden zijn aangebracht,
zijn lang niet alle verbeteringen gebleken. Er zijn aan
merkingen te maken en deze zijn gemaakt ook.
Van een alleszins bevoegde zijde verschenen er inder
tijd in deze courant. Dat is. echter al verscheiden ja
ren geleden 15 reeds velen zullen het vergeten
zijn, dat er destijds in de Alkm-aarsche Courant werd
geschreven over Alkmaars schoon en Alkmaars leelijk.
Waarom zouden we, door een klein deel van die arti
kelen te herdrukken hun geheugen niet eens even te
hulp komen, waarom voor de jongeren, die er belang
in stellen, de critische, deskundige stem niet' nog eens
doen hooren? Wie wéét zelfs welk practisch nut het
nog zal kunnen opleveren, dat het destijds geschreve
ne thans nog eens weer onder de oogen gebracht en
onder de oogen gezien wordt!
„Het stadhuis was, zoo schreven we dus, alles be
halve leelijk; het was opgetrokken in Laat gothischen
stijl, terwijl de ramen en de trap reeds den renaissan
cestijl vertoonden, gelijk meermalen in een overgangs
tijdperk het geval is.
Nauwkeurige teekeningen van liet stadhuis zijn niet
bewaard gebleven. Het mocht onzen ijverigen oud
heidkundige, den heer Bruinvis, aan wien wij voor de
geschiedenis dezer stad zooveel te danken hebben, niet
gelukken, een oude teekening of plaat uit het stof der
archieven op te delven, waaruit men met zekerheid
kon nagaan, hoe de gevel in bijzonderheden geweest is.
Toch ziet men uit van der Woude's kroniek van
1746 o. a. dat de leuning van de trap vroeger door ba-
lusters gedragen werd.
Boven den ingang van het politiebureau is niets te
zien van den houten gotischen baldakijn, die daar
thans prijkt,
Thans heeft men onherkenbaar gemaakt tot welken
tijd het gebouw behoort.
Het gotisch torentje, gaf men het aanzien van een
minaret, als ware het stadhuis eene moskee.
Op gemelde plaat heeft daarentegen de bovenspits
een zuiveren renaissance-vorm, gelijk de accijnstoren.
De middenstijlen der kozijnen, die oorspronkelijk van
steen waren, zijn vervangen door houten, met zand
steen bestrooide stijlen.
Aan hout het uiterlijk te geven van steen, is een
nieuw procédé. Aan zuik boerenbedrog, het1 gebruiken
van dergelijk surrogaat in. de bouwkunst, hebben onze
renaissance-meesters zich voorzeker nooit schuldig ge
maakt.
Door een en ander, en ook, gelijk de heer van Nieu-
kerken zegt, door het phantaseeren van nieuwe profi
leeringen, is het stadhuis zijn karakter volkomen kwijt
geraakt."
TWEEDE KAMER.
Gisteren was in de Kamer aan de orde art. 11 van
het wetsontwerp tot bestrijding van zedeloosheid (het
strafbaarstellen van het aanbieden van of deelnemen
aan speelgelegenheden)Dit artikel verbiedt de to-
talisators bij wedrennen niet.
Een amendement-Van Vuuren wil daartegen wel
een strafbepaling in het artikel opgenomen zien.
Een amendement-Limburg, dat van redactioneelen
aard was, heeft de minister overgenomen.
De heer Van Vuuren (R.-K.) lichtte zijn
amendement toe.
De mi nister van justitie (de heer Re-
gout') zei, dat het zwaartepunt van het artikel ligt in
het verbieden van speelgelegenheid in iederen vorm,
waar het spel als bedrijf wordt uitgeoefend. Daaron
der vallen ook de bookmakers; zelfs als zij door brief
wisseling hun bedrijf uitoefenen zal daarvan het be
wijs te leveren zijn.
Den totalisator verdedigde de minister tegenover
den bookmaker.
De gemeentebesturen kunnen den totalisator altijd
nog verbieden.
Na nog eenige discussie werd het amendement
Van. Vuuren aangenomen met 36 tegen 34 stemmen en
artikel 11 met 58 tegen 12 stemmen.
Art. 12 van het ontwerp, waarbij het vervallen van
art. 456 W. v. S. wordt voorgesteld, wordt zonder
hoofdelijke stemming' aangenomen, evenals art. 13
van het ontwerp (het strafbaar stellen van het ge
bruik maken van speelgelegenheid).
Eveneens werden de artikelen 14 en 15, strekkende
tot wijziging van artikelen in het W. v. S. en het W.
v. Sv. worden zonder hoofdelijke stemming aangeno
men en art. 16 (uitvoering der bij dit wetsontwerp
voorgestelde verbodsbepalingen door opsporingsambte
naren) met 49 tegen 23 stemmen.
Vervolgens, werd de slotbepaling (tijdstip der inwer
kingtreding van de bepalingen dezer wet) aangeno
men zonder hoofdelijke stemming.
De eindstemming over het wetsontwerp zal later
plaats hebben.
Vervolgens werden de algemeene beraadslagingen
geopend over het wetsontwerp tot nadere regeling van
de rechten van successie en van overgang bij overlij
den.
De heer De Kanter (U. L.) verklaarde tegen
het voorgestelde nieuwe tarief der successierechten in
het algemeen geen bezwaar te hebben, doch in enkele
onderdeelen het voorstel van den minister minder
juist te achten.
Daarna is er gelegenheid tot het stellen van vra
gen.
Op een desbetreffende vraag van den heer Van
L ij n d e n van. S a n d e n b u r g A.-R.) omtrent
de verbreiding van het mond- en klauwzeer, antwoord
de de minister van landbouw, nijverheid en handel
(de lieer Taima), dat vooral in Zuid-Limburg, doch
ook in andere provinciën gevallen van mond- en
klauwzeer zijn voorgekomen, vermoedelijk uit de
Duitsche grensprovinciën afkomstig. Het aantal
nieuwe ziektegevallen is deze week reeds1 geringer dan
cie vorige week. De minister deed mededeeling van
de maatregelen tegen de ziekte genomen.
De verdere beraadslagingen omtrent het wetsont
werp werden geschorst en de vergadering verdaagd tot
Dinsdag 11 uur.
Gemengd nieuws.
DOOR EEN AUTO OVERREDEN.
Op den Singel bij den Ileiligenweg te Amsterdam
is een bejaarde dame, echtgenoote van den tandarts
C. aan genoemde gracht, onder een auto van de Deli-
brouwerij geraakt. In het Binnengasthuis is zij aan de
bekomen verwondingen overleden.
VERGIFTIGING.
Gister is; gevankelijk uit Sassenheim overgebracht
naar Den Haag de 19-jarige A. S., verdacht van po
ging tot vergiftiging van zijne stiefmoeder, bij wie hij
inwoonde. Op den verdachte is gevonden een zakje
met rattenkruit. De toestand van de vrouw is redelijk
wel.
EEN KLACHT.
Te Barneveld is dezer dagen een druk bezochte ver
gadering gehouden van lidmaten der Ned. Herv. kerk
met het doel propaganda te maken voor het verkrijgen
van een kiescollege. In déze vergadering werden
sommige grieven tegen den kerkeraad in, zulke krach
tige termen geuit, dat twee kerkeraadsleden tegen en
kele sprekers een klacht bij de justitie hebben inge
diend.
ONDER DEN WAGEN.
Terwijl gistermorgen een paar werklieden van den
heer Bosgra, boomkweeker te Bergum, met een lading
toornen op weg waren naar de weekmarkt te Leeuwar
den, sloeg bij de Schanserbrug onder Rijperkerk het
paard op hoi. De wagen sloeg om, een van de werklie
den, M. de Swart, kreeg de geheele lading op zijn li
chaam en werd terstond' gedood. Zijn kameraad kwam
er met een paar verwondingen in het gezicht af.
EEN SPEELOLUB.
Sinds Dinsdagavond is in perceel: no. 22 Graven
straat, het vroegere: Duval-restaurant te Amsterdam,
waar ook al eens een academie dte billard gehuisvest
was, een speelelub gevestigd, een combinatie van
twee Haiagsche huizen: de Spa.rtingclub uit Scheve-
ningen en de Club Royal. Dit speelhuis, mocht zich
reeds den eersten avond hetgeen voor een „club"
nog al zonderling is, in een druk bezoek verheugen.
Men wordt bij den ingang ontvangen door een ouden
bekende, den heer Vroom; ex-secretaris van de „Club
de Bienefaisance" uit de Vond'elstraat. Men toonde
ons de naamkaartjes van eenige personen, die belast
zijn klanten aan te werven. Met een dergelijk kaartje
verkrijgt men alsdan toegang tot „de club." Gemakke
lijker kan het al niet.
op courses, zoowel bij de bookmakers als bij den tota
lisator, strafbaar gesteld wordt.
Het is moeilijk te zeggen, wat de gevolgen zullen
zijn van dit besluit. Een beperking van het aantal
courses lijkt ons wel voor de hand te liggen, en zelfs
een langzame verdwijning' achten we niet uitgesloten.
Een opleving en nog meer dan thans in de mode
komen der Concours-Hippique zal dan daarmee wel
gepaard gaan, schrijft de N. R. Ct.
HET WEDDEN OP DE COURSES VERBODEN.
De Tweede Kamer heeft aangenomen de nieuwe ar
tikelen van het W. v. Strafrecht, waarbij het wedden
UIT HEER-HUGOWAARD.
Ter voorjaars-vergadering van de af deeling der
Hollandsche Maatschappij' van Landbouw waren opge
komen een negental leden, die vrijwel genoemd mogen
worden de trouwe bezoekers. Voor den eelsten keer
fungeert de heer C. den Hartigh als voorzitter en deze
acht zich geroepen den dank der afdeeling te brengen
aan den heer A. Wonder Az. als afgetreden voorzitter
en den heer Jc. de Geus als afgetreden vice-voorzit-
ter, voor hetgeen ze ten dienste der afdeeling hebben
gedaan. Spr. wijst op de activiteit der afdeeling, wel
ke zich afspiegelt in de oprichting van een tweetal
nieuwe vereenigingen n.l. „Het musschengilde" en
„Plugowaard's belang." Immers de afdeeling nam het
initiatief tot de oprichting dezer vereenigingen.
Voorts roept spr. de welwillende medewerking in van
allen en verklaart met de beste wenschen voor land
bouw en veeteelt deze vergadering voor geopend. Hier
na lezing der notulen.
Aan de orde zijn nu de ingekomen stukken. Na
eenige besprekingen worden deze voor kennisgeving
aangenomen, terwijl een brochure „Tuberculose onder
het rundvee en hare bestrijding," voor zooverre be
schikbaar, onder de aanwezigen wordt uitgereikt.
Thans krijgt de penningmeester het woord voor de
rekening over 1910. De ontvangsten, waarbij het ba
tig saldo over 1909 groot 13.27, bedroegen 181.27,
de uitgaven 141.99, zoodat deze rekening sluit met
een batig saldo van 39.28.
De vergadering besloot tot goedkeuring.
Door het bestuur wordt nog meegedeeld, dat tenge
volge eener openbare uitvoering' het lokaal' van den
heer Pijper vermoedelijk niet beschikbaar zal zijn voor
de lezing van den heer Kroese, Rijksveearts te Gronin
gen. op Donderdag a.s. Besloten wordt die openbare
vergadering in dat geval te houden ten lokale van
den heer Hofdijk.
Bij de rondvraag kamt nog ter sprake de Landbouw-
ongevallen-verzekéring en de vermoedelijk daaraan te
verbinden ziekte-verzekering. De laatste wordt onder
de tegenwoordige bepalingen betreffende de patroons
plichten ten aanzien van ziekte der dienstbaren, nog
wel zoo noodig geacht als de ongevallen-verzekering.
De wensehelijkheid van propaganda wordt uitge
sproken, wat vermoedelijk ten gevolge zal hebben, dat
in een openbare vergadering deze zaak uiteengezet en
toegelicht zal worden.
Hierna sluiting der vergadering onder dankzegging
voor opkomst en medewerking.
Voor de a.s. polderverkiezing werden tegenover
de periodiek aftredenden geen andere candidaten ge-
si eld. Voor de vacatures van Hoofd-Ingelanden wer
den door „Polderbelangen" candidaat gesteld' de hee
ren P. Meereboer en O. Kroon, door de R.-Kath. lcies-
vereeniging de heeren K. van Straalen en J. Fluister.
*In de Vrijdagmorgen gehouden vergadering, die
behoudens een vacature voltallig was, werden na de
opening en na de vaststelling der notulen eenige me-
dedeelingen gedaan, betreffende benoeming van den
Raad van Beroep inzake de Tiendwet, de ter visie
legging der schattingsstatien en den uitslag der volks
telling.
Deze mededeelingen werden voor kennisgeving
aangenomen.
Gedeputeerde Staten deelden in verband met den
uitslag der volkstelling mede, het aantal inwoners
is boven 3000 gestegen, dat dit jaar het: getal raads
leden dus met vier zal moeten worden uitgebreid; ver
der dat de verkiezing' voor een lid der provinciale
Staten is bepaald op 16 Maart, de stemming, zoo noo
dig op 29 Maart.
De Gezondheidscommissie te Hoorn maakte in een
schrijven waarbij tevens de wenken ter verbetering
werden gemeld, aanmerkingen op den toestand) van
eenige slagerijen.
De raad besloot na eenige besprekingen de betrok
ken personen met den inhoud van dit schrijven in
kennis te stellen.
Inzake de repareering van de brug aan het kleine
Mallegat deelden Dijkgraaf en Heemraden van den
Berkmeer mede dat de gemeente voor 1/s gedeelte in
de halve te maken kosten zal bijdragen.
Het in de vorige vergadering aangehouden verzoek
van de verlofhouders' P. Bloothoofd en W. Groenland
inzake het verkrijgen eener kermis, wielk verzoek thans
gesteund werd door een adres van adihaesie geteekend
door 50 ingezetenen, werd andermaal ter tafel ge
bracht.
Na eenige besprekingen werd tot stemming over
gegaan, waarna bleek dat de stemmen staakten, zoo
dat het verzoek ingevolge de gemeentewet is -afgewe
zen en er dus geen kermis zal worden gehouden.
Vervolgens werd met het oog op de geringe deelna
me afwijzend beschikt op het verzoek van de afdeeling
van den bond van Nederlandsche onderwijzers om ook
gedurende de zomermaanden gedurende 2 uren per
week onderwijs in de handwerken te geven.
Naar aanleiding van de in de vorige vergadering
aangehouden beslissing wat betreft de overbevolking
van school 2 verklaarde de voorzitter, dat- de Zeer
Eerwaarde Heer Pastoor den Raad1 schriftelijk heeft
medegedeeld dat nog dit jaar door hem voorbereiden
de maatregelen zullen worden genomen tot het oprich
ten van een bijzondere school.
Met het oog hierop besloot de Raad te onderzoeken
of het niet mogelijk zal zijn eenige kinderen over te
plaatsen bijv. naar school I.
De voorzitter zal hierover een bespreking houden
met den schoolopziener en B. en W. zullen alle maat
regelen nemen om de subsidie niet te doen verliezen.
De regeling der onderwijzerstractementen werd
daarna ter tafel gebracht.
Na eenige algemeene besprekingen werd het voor
stel van den heer van Slooten aangenomen, waarbij
werd bepaald dat de traetementen zullen zijn als
volgt: Aanvangssalaris 600, na 2 tot 5 jaar dienst
650, van 5 tot 10 jaar 700, van 10 tot 15 jaar 750,