DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Honderd en dertiende Jaargang. 1911 ZATERDAG 4 MAART. Drankwet. BINNENLAND. No. 54 Uit den Raad. Dit nummer bestaat uit 3 bladen. ALRMAARSCHE COURANT BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene bennis, dat bij hun college zijn ingekomen verzoekschriften van G. HO NIG te Zuid- en Noord-Schermer en S. KLINKHA MER te Alkmaar om verlof tot den verkoop van al coholhoudenden anderen dan sterken drank respectie velijk in de perceelen Voordam O 2 en) Omval F 5. Binnen twee weken na deze bekendmaking kunnen tegen het verleenen van het verlof schriftelijk bezwa ren worden ingediend. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 3 Maart 1911. Er wordt tegenwoordig ijverig in ons stadlftiis ver gaderd, maar niet In het openbaar. En is dit wèl het geval, mag men een raadsvergadering wel bijwo nen, dan geschiedt er den laatsten tijdl zoo weinig, dat men bijna voor dat men het weet, zich alweer op de kleine steentjes van de Langestraat bevindt en het stadhuis van buiten kan aanschouwen. Zoo was het ook Woensdag. Laat begonnen, vroeg geëindigd, wei nig besloten en weinig gezegd ziedaar de voor naamste kenmerken van de laatste raadsvergadering. Wat het laat beginnen en vroeg eindigen betreft, het was bijna half drie toen dei heeren in optocht via de polderkamer, alsof ze pas gezamenlijk een ontdek kingsreis in het stadhuis hadden ondernomen, in de raadszaal kwamen en liet was nauwelijks drie uur toen na de openbare de geheime zitting een aanvang nam. In dien korten tijd werden er een reeks ingekomen stukken voor kennisgeving aangenomen hoewel eens in den Raad werd betoogd, dat dit' iets ongeoor loofds isof naar B. en W. verzonden om bericht en raad, en ter afdoening, gelijk de deftige termen luiden, werden er eenige besluiten genomen en had' er een benoeming plaats. Het voornaamste punt, de wal- bekleeding langs de Kanaalkade en bijbehoorende wer ken, werd van de agenda afgevoerd waarom, werd tot onze bevreemding niet medegedeeld. Waar de zaak nu reeds zoo lang in voorbereiding is, waar over dit plan tusschen B. en W. en de Kamer van Koophandel, die er haar instemming mee betuig de een bijeenkomst heeft plaats gehad, waar de com missie van bijstand voor de publieke werken er zich mee heeft vereenigd, daar mocht verwacht worden, dat het in den raad nu wel zou zijn aangenomen. Maar neen, andermaal werd deze zaak uitgesteld1, handel en schipperij moeten dus nog een tijdje schade en onge rief van den bestaanden toestand ondervinden. Het tweed© punt, waarvan de behandeling werd' ver daagd, betreffende het verleenen van subsidie aan de vereeniging tot ontwikkeling van den landbouw in Holland's Noorderkwartier, ten behoeve van het on derwijs aan boerendochters, gaf aanleiding tot een eigenaardige opmerking van den heer Dorbeck. Na eerst de argumentatie te hebben bestreden, welke het bestuur der vereeniging bezigde waarbij ons echter niet duidelijk werd, waarom de cursus feitelijk met het belang der huishoud- en industrieschool in strijd zou zijn verklaarde mr. Dorbeck, naar hij zelf toegaf apodictisch, dat hetgeen het bestuur in zijn stukken verklaarde, niet klopte met de overeenkomst, die met de huishoud en industrieschool was gesloten. Als waar is wat deze spreker ten aanzien van deze overeenkomst zeide en wij hebben geen reden om daaraan te twij felen, vooral niet alsi we bedenken, dat de heer Dor beck allicht beter op de hoogte kan zijn dan de andere raadsleden, wier echtgenooten geen zitting hebben in het bestuur van genoemde instelling dan mag het bestuur van Hollands Noorderkwartier zich wel haas ten deze kwestie nader toe te lichten. Nu het .in de stukken, welke den Raad bereikten wordt voorgesteld alsof het de bedoeling is, elk jaar of om de twee jaar leerlingen op te nemen, en d© heer Dorbeck daarte genover verklaarde, dat het in het voornemen ligt slechts een proef van vijf jaar te1 nemen met de leer lingen die er bij den aanvang der cursus zijn, is een nadere opheldering ten zeerste gewenscht. Zoolang het bestuur van Hollands Noorderkwartier zich hierover nog niet heeft uitgesproken, moet men zijn oordeel over deze kwestie, dat weinig gunstig zou luiden in dien er geen bevredigende verklaringen' werden gege ven, natuurlijk opschorten. Een grappig incident ging aan de benoeming van een lid der damescommissie van bijstand voor het toe zicht op de handwerken aan de lagere scholen vooraf. Voor die benoeming waren aanbevolen de dames: 1 mevr. A. M. H. Krak-Bleeker, 2. mej. N. Bakker. De heer Uitenbosch herhaalde -voordat tot de benoeming werd overgegaan, de vraag, welke hij in de stukken achter den naam van no. 2 had gevonden: „Wie is de ze dame?" Het bleek, dat niemand dit precies wist. De vergadering werd geschorst, niet om, gelijk de heer Fortuin „kaufmannisch" wilde de dame in kwestie even in de raadszaal te laten komen, maar om nadere inlichtingen omtrent haar in te winnen. Na herope ning der zitting bleek, dat niet het doopceel der dame was gelicht, maar haar bevolkingskaart, welke haar leeftijd, naam en beroep van haar vader aangaf, ter wijl de voorzitter hier nog aan toevoegde, dat zij bor duurster, oud-leerlinge van de industrieschool en in het bezit van de acten nuttige en fraaie1 handwerken is, en nog al wordit aanbevolen door een der commis sieleden. No. 1 werd benoemd, maar het groot aantal stem men, dat no. 2 kreeg', kan een vingerwijzing zijn voor een volgende vacature of zou het: voorlo-opig met de mutaties in deze commissie eens gedaan zijn Wij moeten nog even stilstaan bij de ingekomen stukken. Daar vond de heer Uitenbosch gelegenheid een bewering te plaatsen, waarover hij, naar te hopen is, achterna spijt gevoeld zal hebben, en welke1 in elk geval misplaatst was. Een drietal eigenaren boden de gemeente strookjes grond in de Bleekerslaan aan. De heer Uitenbosch vioeg of dit een vrijwillige aanbieding was, vond) het aanbod onnatuurlijk, wist van (een), adressant(en) dat ze hun (zijn) grond liever behield(en), zeide dat er pressie op hen was uitgeoefend, zag geen nut in de verbreeding der laan, misschien was. het1 alleen van belang voor den burgemeester met zijn auto. Dat was een insinuatie: de burgemeester heeft er belang bij en daarom zijn de eigenaren door zedelijken dwang in het nauw gebracht, ten einde hen tot aanbieding van den grond te dwingen. Ofschoon de keuze zijner woorden gelukkiger had kunnen zijn, weerlegde de burgemeester dadelijk en afdoend deze platte' bewering. De eerste önderteeke- naar van het adres dien we toevallig ontmoetten, be vestigde ons volkomen de mededeeling van den voor zitter, dat hij het is geweest, die geheel: uit eigen be weging met- den burgemeester over den afstand van den grond heeft gesproken, omdat hij daar thans met zijn melkkar vaak het verkeer stremt en het voor hem daarom aangenaam zou zijn, zoo de straat er breeder was. Wel nam de heer Uitenbosch later het woord „ge dwongen" terug, trachtende althans den schijn te red den door te- zeggen, dat liet verzoek was voorgelegd om te teekenen, maar zijn insinuatie intrekken deed Hij niet. Hoe, vraagt men zich af, kwam de heer Uitenbosch er eigenlijk toe haar uit te spreken? Het is natuurlijk' buitengesloten dat hij slechts een bloot vermoeden uitte. De veronderstelling' ligt voor de hand, dat door een of beide overblijvende belang hebbenden de derde mag, blijkens het hierboven staande uitgeschakeld worden den heer Uitenbosch iets in het oor gefluisterd is, die dit gereede over gebracht heeft. Maar waarom wendde(n) de belang hebbende (n) zich niet onmiddellijk tot den raad zoo hij (ze) spijt had(den) over hun verzoek en dit gaarne weer ongedaan wilde(n) maken? Valsche schaamte? Vond' men het, om welke réden dan ook, aangenamer een raadslid, die zich hiervoor wel wilde leenen, dat zaakje maar te laten opknappen? Het deed ons genoegen, dat liet nu ook eens in den Raad werd afgekeurd, dat een raadslid zich beschik baar stelt om te dienen als voertuig van de gedachten van anderen, die evengoed zelf hun wenschen den Raad kunnen doen bereiken. Met eenige verwondering namen we kennis van een ingekomen stuk der Tuinbouwvereeniging „Algemeen Belang" om de groentemarkt te verplaatsen naar den Limmerhoek, immers het was ons, door een mondelin ge mededeeling van een inzender van een ingezonden stuk bekend, dat het bestuur dier vereeniging over die verplaatsing met het college van B. en W. in onder handeling was. Is die onderhandeling vruchteloos ge ëindigd of heeft het bestuur wat al te voorbarig, ge noemd college verder voorbijgaand, zich tot den Raad gewend Tenslotte zij ten aanzien van het adres van den Raad van administratie van de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij, houdende het verzoek hem een stuk grond tusschen den Bergerweg en de Egmonder- vaart, ter oppervlakte van 8260 vierkanten Meter voor den prijs van 1.25 per vierk. meter in koop af te staan, medegedeeld, dat het hier een strook betreft van het onlangs door de gemeente aangekocht stuk land, waarvan een deel aan het bestuur der ambachts school is aangeboden, en dat de spoorwegmaatschap pij deze strook heeft bestemd voor den bouw van een machineloods en voor den aanleg van wissels. Het was reeds vroeg, toen we den gevel van het stadhuis weer van buiten konden bekijken. Nu, dat kan op zich zelf een genoegen zijn en leerrijk boven dien. Een aandachtige beschouwing toch leert1 dat ons stadhuis een mooi gebouw is alleen de verande ringen, die in den loop der tijden zijn aangebracht, zijn lang niet alle verbeteringen gebleken. Er zijn aan merkingen te maken en deze zijn gemaakt ook. Van een alleszins bevoegde zijde verschenen er inder tijd in deze courant. Dat is. echter al verscheiden ja ren geleden 15 reeds velen zullen het vergeten zijn, dat er destijds in de Alkm-aarsche Courant werd geschreven over Alkmaars schoon en Alkmaars leelijk. Waarom zouden we, door een klein deel van die arti kelen te herdrukken hun geheugen niet eens even te hulp komen, waarom voor de jongeren, die er belang in stellen, de critische, deskundige stem niet' nog eens doen hooren? Wie wéét zelfs welk practisch nut het nog zal kunnen opleveren, dat het destijds geschreve ne thans nog eens weer onder de oogen gebracht en onder de oogen gezien wordt! „Het stadhuis was, zoo schreven we dus, alles be halve leelijk; het was opgetrokken in Laat gothischen stijl, terwijl de ramen en de trap reeds den renaissan cestijl vertoonden, gelijk meermalen in een overgangs tijdperk het geval is. Nauwkeurige teekeningen van liet stadhuis zijn niet bewaard gebleven. Het mocht onzen ijverigen oud heidkundige, den heer Bruinvis, aan wien wij voor de geschiedenis dezer stad zooveel te danken hebben, niet gelukken, een oude teekening of plaat uit het stof der archieven op te delven, waaruit men met zekerheid kon nagaan, hoe de gevel in bijzonderheden geweest is. Toch ziet men uit van der Woude's kroniek van 1746 o. a. dat de leuning van de trap vroeger door ba- lusters gedragen werd. Boven den ingang van het politiebureau is niets te zien van den houten gotischen baldakijn, die daar thans prijkt, Thans heeft men onherkenbaar gemaakt tot welken tijd het gebouw behoort. Het gotisch torentje, gaf men het aanzien van een minaret, als ware het stadhuis eene moskee. Op gemelde plaat heeft daarentegen de bovenspits een zuiveren renaissance-vorm, gelijk de accijnstoren. De middenstijlen der kozijnen, die oorspronkelijk van steen waren, zijn vervangen door houten, met zand steen bestrooide stijlen. Aan hout het uiterlijk te geven van steen, is een nieuw procédé. Aan zuik boerenbedrog, het1 gebruiken van dergelijk surrogaat in. de bouwkunst, hebben onze renaissance-meesters zich voorzeker nooit schuldig ge maakt. Door een en ander, en ook, gelijk de heer van Nieu- kerken zegt, door het phantaseeren van nieuwe profi leeringen, is het stadhuis zijn karakter volkomen kwijt geraakt." TWEEDE KAMER. Gisteren was in de Kamer aan de orde art. 11 van het wetsontwerp tot bestrijding van zedeloosheid (het strafbaarstellen van het aanbieden van of deelnemen aan speelgelegenheden)Dit artikel verbiedt de to- talisators bij wedrennen niet. Een amendement-Van Vuuren wil daartegen wel een strafbepaling in het artikel opgenomen zien. Een amendement-Limburg, dat van redactioneelen aard was, heeft de minister overgenomen. De heer Van Vuuren (R.-K.) lichtte zijn amendement toe. De mi nister van justitie (de heer Re- gout') zei, dat het zwaartepunt van het artikel ligt in het verbieden van speelgelegenheid in iederen vorm, waar het spel als bedrijf wordt uitgeoefend. Daaron der vallen ook de bookmakers; zelfs als zij door brief wisseling hun bedrijf uitoefenen zal daarvan het be wijs te leveren zijn. Den totalisator verdedigde de minister tegenover den bookmaker. De gemeentebesturen kunnen den totalisator altijd nog verbieden. Na nog eenige discussie werd het amendement Van. Vuuren aangenomen met 36 tegen 34 stemmen en artikel 11 met 58 tegen 12 stemmen. Art. 12 van het ontwerp, waarbij het vervallen van art. 456 W. v. S. wordt voorgesteld, wordt zonder hoofdelijke stemming' aangenomen, evenals art. 13 van het ontwerp (het strafbaar stellen van het ge bruik maken van speelgelegenheid). Eveneens werden de artikelen 14 en 15, strekkende tot wijziging van artikelen in het W. v. S. en het W. v. Sv. worden zonder hoofdelijke stemming aangeno men en art. 16 (uitvoering der bij dit wetsontwerp voorgestelde verbodsbepalingen door opsporingsambte naren) met 49 tegen 23 stemmen. Vervolgens, werd de slotbepaling (tijdstip der inwer kingtreding van de bepalingen dezer wet) aangeno men zonder hoofdelijke stemming. De eindstemming over het wetsontwerp zal later plaats hebben. Vervolgens werden de algemeene beraadslagingen geopend over het wetsontwerp tot nadere regeling van de rechten van successie en van overgang bij overlij den. De heer De Kanter (U. L.) verklaarde tegen het voorgestelde nieuwe tarief der successierechten in het algemeen geen bezwaar te hebben, doch in enkele onderdeelen het voorstel van den minister minder juist te achten. Daarna is er gelegenheid tot het stellen van vra gen. Op een desbetreffende vraag van den heer Van L ij n d e n van. S a n d e n b u r g A.-R.) omtrent de verbreiding van het mond- en klauwzeer, antwoord de de minister van landbouw, nijverheid en handel (de lieer Taima), dat vooral in Zuid-Limburg, doch ook in andere provinciën gevallen van mond- en klauwzeer zijn voorgekomen, vermoedelijk uit de Duitsche grensprovinciën afkomstig. Het aantal nieuwe ziektegevallen is deze week reeds1 geringer dan cie vorige week. De minister deed mededeeling van de maatregelen tegen de ziekte genomen. De verdere beraadslagingen omtrent het wetsont werp werden geschorst en de vergadering verdaagd tot Dinsdag 11 uur. Gemengd nieuws. DOOR EEN AUTO OVERREDEN. Op den Singel bij den Ileiligenweg te Amsterdam is een bejaarde dame, echtgenoote van den tandarts C. aan genoemde gracht, onder een auto van de Deli- brouwerij geraakt. In het Binnengasthuis is zij aan de bekomen verwondingen overleden. VERGIFTIGING. Gister is; gevankelijk uit Sassenheim overgebracht naar Den Haag de 19-jarige A. S., verdacht van po ging tot vergiftiging van zijne stiefmoeder, bij wie hij inwoonde. Op den verdachte is gevonden een zakje met rattenkruit. De toestand van de vrouw is redelijk wel. EEN KLACHT. Te Barneveld is dezer dagen een druk bezochte ver gadering gehouden van lidmaten der Ned. Herv. kerk met het doel propaganda te maken voor het verkrijgen van een kiescollege. In déze vergadering werden sommige grieven tegen den kerkeraad in, zulke krach tige termen geuit, dat twee kerkeraadsleden tegen en kele sprekers een klacht bij de justitie hebben inge diend. ONDER DEN WAGEN. Terwijl gistermorgen een paar werklieden van den heer Bosgra, boomkweeker te Bergum, met een lading toornen op weg waren naar de weekmarkt te Leeuwar den, sloeg bij de Schanserbrug onder Rijperkerk het paard op hoi. De wagen sloeg om, een van de werklie den, M. de Swart, kreeg de geheele lading op zijn li chaam en werd terstond' gedood. Zijn kameraad kwam er met een paar verwondingen in het gezicht af. EEN SPEELOLUB. Sinds Dinsdagavond is in perceel: no. 22 Graven straat, het vroegere: Duval-restaurant te Amsterdam, waar ook al eens een academie dte billard gehuisvest was, een speelelub gevestigd, een combinatie van twee Haiagsche huizen: de Spa.rtingclub uit Scheve- ningen en de Club Royal. Dit speelhuis, mocht zich reeds den eersten avond hetgeen voor een „club" nog al zonderling is, in een druk bezoek verheugen. Men wordt bij den ingang ontvangen door een ouden bekende, den heer Vroom; ex-secretaris van de „Club de Bienefaisance" uit de Vond'elstraat. Men toonde ons de naamkaartjes van eenige personen, die belast zijn klanten aan te werven. Met een dergelijk kaartje verkrijgt men alsdan toegang tot „de club." Gemakke lijker kan het al niet. op courses, zoowel bij de bookmakers als bij den tota lisator, strafbaar gesteld wordt. Het is moeilijk te zeggen, wat de gevolgen zullen zijn van dit besluit. Een beperking van het aantal courses lijkt ons wel voor de hand te liggen, en zelfs een langzame verdwijning' achten we niet uitgesloten. Een opleving en nog meer dan thans in de mode komen der Concours-Hippique zal dan daarmee wel gepaard gaan, schrijft de N. R. Ct. HET WEDDEN OP DE COURSES VERBODEN. De Tweede Kamer heeft aangenomen de nieuwe ar tikelen van het W. v. Strafrecht, waarbij het wedden UIT HEER-HUGOWAARD. Ter voorjaars-vergadering van de af deeling der Hollandsche Maatschappij' van Landbouw waren opge komen een negental leden, die vrijwel genoemd mogen worden de trouwe bezoekers. Voor den eelsten keer fungeert de heer C. den Hartigh als voorzitter en deze acht zich geroepen den dank der afdeeling te brengen aan den heer A. Wonder Az. als afgetreden voorzitter en den heer Jc. de Geus als afgetreden vice-voorzit- ter, voor hetgeen ze ten dienste der afdeeling hebben gedaan. Spr. wijst op de activiteit der afdeeling, wel ke zich afspiegelt in de oprichting van een tweetal nieuwe vereenigingen n.l. „Het musschengilde" en „Plugowaard's belang." Immers de afdeeling nam het initiatief tot de oprichting dezer vereenigingen. Voorts roept spr. de welwillende medewerking in van allen en verklaart met de beste wenschen voor land bouw en veeteelt deze vergadering voor geopend. Hier na lezing der notulen. Aan de orde zijn nu de ingekomen stukken. Na eenige besprekingen worden deze voor kennisgeving aangenomen, terwijl een brochure „Tuberculose onder het rundvee en hare bestrijding," voor zooverre be schikbaar, onder de aanwezigen wordt uitgereikt. Thans krijgt de penningmeester het woord voor de rekening over 1910. De ontvangsten, waarbij het ba tig saldo over 1909 groot 13.27, bedroegen 181.27, de uitgaven 141.99, zoodat deze rekening sluit met een batig saldo van 39.28. De vergadering besloot tot goedkeuring. Door het bestuur wordt nog meegedeeld, dat tenge volge eener openbare uitvoering' het lokaal' van den heer Pijper vermoedelijk niet beschikbaar zal zijn voor de lezing van den heer Kroese, Rijksveearts te Gronin gen. op Donderdag a.s. Besloten wordt die openbare vergadering in dat geval te houden ten lokale van den heer Hofdijk. Bij de rondvraag kamt nog ter sprake de Landbouw- ongevallen-verzekéring en de vermoedelijk daaraan te verbinden ziekte-verzekering. De laatste wordt onder de tegenwoordige bepalingen betreffende de patroons plichten ten aanzien van ziekte der dienstbaren, nog wel zoo noodig geacht als de ongevallen-verzekering. De wensehelijkheid van propaganda wordt uitge sproken, wat vermoedelijk ten gevolge zal hebben, dat in een openbare vergadering deze zaak uiteengezet en toegelicht zal worden. Hierna sluiting der vergadering onder dankzegging voor opkomst en medewerking. Voor de a.s. polderverkiezing werden tegenover de periodiek aftredenden geen andere candidaten ge- si eld. Voor de vacatures van Hoofd-Ingelanden wer den door „Polderbelangen" candidaat gesteld' de hee ren P. Meereboer en O. Kroon, door de R.-Kath. lcies- vereeniging de heeren K. van Straalen en J. Fluister. *In de Vrijdagmorgen gehouden vergadering, die behoudens een vacature voltallig was, werden na de opening en na de vaststelling der notulen eenige me- dedeelingen gedaan, betreffende benoeming van den Raad van Beroep inzake de Tiendwet, de ter visie legging der schattingsstatien en den uitslag der volks telling. Deze mededeelingen werden voor kennisgeving aangenomen. Gedeputeerde Staten deelden in verband met den uitslag der volkstelling mede, het aantal inwoners is boven 3000 gestegen, dat dit jaar het: getal raads leden dus met vier zal moeten worden uitgebreid; ver der dat de verkiezing' voor een lid der provinciale Staten is bepaald op 16 Maart, de stemming, zoo noo dig op 29 Maart. De Gezondheidscommissie te Hoorn maakte in een schrijven waarbij tevens de wenken ter verbetering werden gemeld, aanmerkingen op den toestand) van eenige slagerijen. De raad besloot na eenige besprekingen de betrok ken personen met den inhoud van dit schrijven in kennis te stellen. Inzake de repareering van de brug aan het kleine Mallegat deelden Dijkgraaf en Heemraden van den Berkmeer mede dat de gemeente voor 1/s gedeelte in de halve te maken kosten zal bijdragen. Het in de vorige vergadering aangehouden verzoek van de verlofhouders' P. Bloothoofd en W. Groenland inzake het verkrijgen eener kermis, wielk verzoek thans gesteund werd door een adres van adihaesie geteekend door 50 ingezetenen, werd andermaal ter tafel ge bracht. Na eenige besprekingen werd tot stemming over gegaan, waarna bleek dat de stemmen staakten, zoo dat het verzoek ingevolge de gemeentewet is -afgewe zen en er dus geen kermis zal worden gehouden. Vervolgens werd met het oog op de geringe deelna me afwijzend beschikt op het verzoek van de afdeeling van den bond van Nederlandsche onderwijzers om ook gedurende de zomermaanden gedurende 2 uren per week onderwijs in de handwerken te geven. Naar aanleiding van de in de vorige vergadering aangehouden beslissing wat betreft de overbevolking van school 2 verklaarde de voorzitter, dat- de Zeer Eerwaarde Heer Pastoor den Raad1 schriftelijk heeft medegedeeld dat nog dit jaar door hem voorbereiden de maatregelen zullen worden genomen tot het oprich ten van een bijzondere school. Met het oog hierop besloot de Raad te onderzoeken of het niet mogelijk zal zijn eenige kinderen over te plaatsen bijv. naar school I. De voorzitter zal hierover een bespreking houden met den schoolopziener en B. en W. zullen alle maat regelen nemen om de subsidie niet te doen verliezen. De regeling der onderwijzerstractementen werd daarna ter tafel gebracht. Na eenige algemeene besprekingen werd het voor stel van den heer van Slooten aangenomen, waarbij werd bepaald dat de traetementen zullen zijn als volgt: Aanvangssalaris 600, na 2 tot 5 jaar dienst 650, van 5 tot 10 jaar 700, van 10 tot 15 jaar 750,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 1