DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 55 Honderd en dertiende Jaargang. 1911 MAANDAG 6 M AA RT. FEUILLETON. Het Gouden Bed. BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,— Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. kul Telefoonnummer 3. ALKMAARSCHE COURANT UAVtj ALKMAAR, G Maart, Ofschoon niet van politieke beteekeni's de weten schap is niet aan natuurlijke of kunstmatige land grenzen verbonden, maar internationaal, universeel was zeker het treffendste feit van deze week het over lijden van den grooten Nederlander Jacobus Henricus van t IToff, een wetenschappelijk mensch van zeldza me begaafdheid, te vroeg heengegaan maar lang ge noeg geleefd hebbend, om zich voor alle tijden een we reldnaam te veroveren. Geen wonder dus, dat talloo- ze onderscheidingen hem ten deel vielen, dat alle ge leerde genootschappen der wereld het zich tot een eer rekenden hem tot lid of eerelid te benoemen, dat hem (in 1901) den eersten Nobelprijs voor de chemie werd .toegekend, dat hem zooveel eerbewijzen zijn ten deel gevallen, als aan een geleerde maar kunnen worden toegekend. Jongeling nog, legde hij den grondslag voor een geheel nieuwe wetenschap de stereochemie, de scheikunde der ruimte, op lateren leeftijd kwam hij met de theorie van den osmotischen druk voor den dag, waradoor hij, hoewel nog maar 34 jaar oud, een der grootste mannen der chemische wereld, de grond legger der moderne chemie is geworden. Van t Hoff was niet alleen een geleerde maar ook een beminnelijk persoon. Zijn leerling, de Utrecht sche Lrnst Cohen zeide in een herdenkingsartikel van hem: „Vriendelijk, minzaam en voorkomend jegens ieder, hulpvaardig voor hem, die zijn bijstand behoef de, zoo is hij door het leven gegaan." Gisteren had te Hamburg de plechtige bijzetting van het lijk van professor Van 't Hoff in het Ham burger crematorium plaats. Aan de Tel. wordt daarover het volgende geseind: De kist was met tal- looze bloemen, palmtakken en kransen bedekt, waaron der kransen van de Koninklijke Academie van Weten schappen, het Koninklijk Instituut van Ingenieurs, de Deutsche Bunsengesellschaft, de Deutsche Chemische Gesellschaft, de Nederlandsche Chemische Vereeni- ging-, de V erein Deutseher Chemiker. Tegenwoordig" waren afgevaardigden van de universiteiten te Ber lijn, Utrecht en Delft en van verschillende chemische en wetenschappelijke vereenigingen. Door professor Du Bois uit Berlijn werd namens de Koninklijke Academie van Wetenschappen, het Ko ninklijk Instituut van Ingenieurs en de Ilollandsehe Kolonie te Berlijn een grafrede gehouden, waarin Z. II. G. o. a. zeide: De overledene, die een leerling was van de Technische Hoogeschool te Delft, welke trotsch mag wezen op zulk een leerling, heeft de ver, wachtingen, die zijn vaderland van hem koesterde, ver vuld. Hij behoorde met Christiaan Huygens tot de geleerden, die de mathematische en technische weten schappen als kranige wapens ter verovering van hoo- gei begrip gehanteerd hebben en die, hoewel zij in buitenlandsche beschavingscentra gewerkt hebben, toch nooit hun Hollandsehen aard verloren. De over ledene nam een eerste plaats in onder de wereldbe roemde Ilollandsehe geleerden; zijn wetenschappelijke arbeid opende nieuwe banen. Do geheele geleerde we reld rouwt om hem. Professor Cohen uit Utrecht voerde vervolgens het woord namens de Nederlandsche Chemische Vere'eni- ging. De chemische wetenschap zoo sprak hij o. a. lijdt een onberekenbaar verlies. Wij mochten nog Naar het Duitsch van OLGA WOHLBRüCK, bewerkt door J. P. WESSELINK-VAN ROSSUM 57) Het was den schrijver onverschillig wat nu zou volgen. Bij het lezen had hij vergeten, waarom en voor wie hij las. Het was een der gelukkigste uren zijns le vens geweest. Hij had het meest artistieke gegeven, wat hij in twintig jaren hadi voortgebracht. Dit be wustzijn vervulde hem en verhief hem boven het on- zekere der beslissing'. n8 sckoonste, dat ge geschreven hebt", zei Ada Ad oil langzaam en zeer duidelijk. Enzlehn keek op de klok. „Bijna twee uur en dat bijna zonder een minuut pauze. Voor den drommel! Dat vereischt. doorha lingen! I rank Nehls schoof de bladen van zich, kwam tot de werkelijkheid terug en gevoelde de impertinentie. „Dat wil zeggen, als ik het u geef Enzlehn lachte nauwelijks merkbaar. Het bloed steeg den schrijver ziedend naar de slapen. Enzlehn bond in door een grap: „gij zult toch niet Au, wij zullen er nader over spreken. Vanavond zien wij elkaar toch in de club?" Ada Moll stond zenuwachtig op; met trillende lip pen. 1 „Is dat alles wat ge te zeggen hebt?" Enzlehn nam een handspiegel met zware lederen lijst, die op de tafel voor hem lag en knoopte opnieuw zijn violette das met de groote, zwarte parel. „Wij zijn "J?. artistieke gedachtenwisseling toch te bo ven, mijn waarde, of niet?" -pwt ATaf, SeherP ,en uidagend, zooals hijzich tot J lauK Aehis wendde. Daar do schrijver niet antwoordde, stond hij weer op. onverschillig, koel en ondoorgrondelijk. verwachten, dat Van 't IToff in vele dingen een nieuw licht zou ontsteken.... en nu zijn de onderzoekingen van den geleerde plotseling afgebroken. Prof. Cohen roemde verder Van 't Hoff's eenvoudig, hartelijk en hulpvaardig karakter. Zijn naam zal altijd als een ster aan den hemel der wetenschap schitteren. Namens de Verein Deutseher Chemiker sprak pro fessor Rassow uit Leipzig, die zeide, dat de Duit- sehers den grooten Hollandschen chemicus altijd met trots een der hunnen zullen blijven noemen. Spreker herinnert er aan, hoe Van 't Hoff in onvergetelijke oogenblikken onder algemeenen geestdrift zijn schit terende voordrachten hield. Hij heeft, zoo eindigde spreker, nieuwe banen geopend en zal voor ons on vergetelijk blijven. De zoon van den overledene dankte namens zijn moeder voor de eer, aan het stoffelijk overschot van zijn vader bewezen. Daarop daalde de kist onder groote ontroering der aanwezigen. Een feit van politieke beteekenis was deze week het heeng'aan van het ministerie-Briand in Frankrijk. In het vorige weekoverzicht hebben we de aanleiding- uiteengezet, n.l. de aanval op het kabinet ten aanzien van de politiek tegenover de kerkelijke orden. Toen was het nog twijfelachtig- of de heer Briand, die dan toch altijd nog een kleine meerderheid van 16 stem men in de Kamer had gekregen, zou gaan. Hij vond fiet echter beter zijn ontslag' te nemen, hij gaat nu niet als een overwonnene en heeft daardoor later meer kans terug geroepen te worden, want dat hij zijn politieke rol nog niet uitgespeeld acht bewees de brief, dien hij in naam tot Frankrijks president, inderdaad echter tot het Fransche volk heeft gericht. In hem verlaat een der leidende persoonlijkheden het Fransche staatstooneel. Het eerste kabinet-Briand de samensteller daarvan was sinds 1906 minister van ouderwijs en justitie werd geformeerd in Juli 1909, het tweede kabinet-Briand dateert van 4 November 1910, het was feitelijk een herziening, welke het ge volg- was van de spoorwegstaking. Hij had zich ten doel gesteld een politiek van ontspanning en kalmee ring- tot stand te brengen, hij had een uitgebreid pro gram van politieke, fiscale, sociale en economische hervormingen gemaakt, hij had zich getoond een krachtige figuur, een handig, welsprekend minister president maar is desondanks gevallen, al zijn me- deministers in zijn val medesleepend. Senator Monis werd minister-president doch heel gemakkelijk ging dat niet. Er waren „ministrables" genoeg, radi cale liefhebbers te over. Maar het kwam er op aan, een gematigd persoon te vinden, die met de porte feuille van buitenlandsche zaken in de hand, aan de wereld Frankrijks vredelievende gezindheid zou kun nen verkondigen, die Frankrijks politiek in rustige ba nen zou blijven leiden. Daar zat 'm de kneep. Men on derhandelde met den heer Ribot, de maker van het verbond met Rusland, met den koelen, nuchteren heer Poincaré, met andere gematigde radicalen, maar, hoe begeerig- die heeren ook waren om naar het paleis aan de quai d'Orsay te verhuizen, ze dankten voor de eer, omdat de heer Delcassé in de nieuwe combinatie was opgenomen, de eerzuchtige Delcassé, die Frankrijk in dertijd in het Marokko-avontuur stortte en aanstuurde op een oorlog met Duitschland. Het is waar, de heer Delcassé zou de portefeuille van marine krijgen als voorzitter der marine-commissie toonde hij zich op dit gebied inderdaad een autoriteit maar de gevraag de heeren waren bang-, dat hij in den ministerraad den boventoon zou voeren, aan het ministerie-Monis zijn buitenlandsche politiek, welke voorloopig schijnt neer te komen op een „revanche voor Potsdam" op te drin gen. Eindelijk werd de lastige portefeuille aangeboden aan den heer Cruppi, die haar aanvaardde, hoewel beweerd wordt, dat hij er niet de rechte man voor i om den heer Delcassé te weerstaan. Een geluk wordt liet daarom geacht, dat de heer Berteaux ook in het kabinet zitting heeft, daar deze het is geweest, die indertijd door zijne verklaring als minister van oor log in den ministerraad den val van den heer Del cassé heeft bewerkstelligd. Voor het overige mag worden geconstateerd dat di ministerie niet bestaat, gelijk het kabinet-Briand, die één lichtende ster, omgeven door sterretjes van den zooveelsten rang, doch verscheiden knappe mannen bevat. Radicaal en anti-clericaal zal het ministerie Monis vermoedelijk optreden. In het Engelsche Lagerhuis werd de vetowet in tweede lezing- aangenomen met 368 tegen 243 stem men. Nieuwe gezichtspunten leverden de debatten niet op, alleen deed de oppositie pogingen, de meer derheid tot een compromis over te halen. Maar zelfs al wilden de liberalen daartoe overgaan, dan nog zou den ze niet kunnen, gebonden als ze: zijn aan de Ieren Het kwam bij de debatten tot een heftig tooneeltje. toen de oppositieleider lord Balfour verklaarde, dat de regeering van plan was het land door bedrog de Iersche zelfregeering op te dringen. Het spreken werd daarop den leider onmogelijk gemaakt, totdat de voor zitter verklaarde, dat het woord bedrog wel gebezigd mocht worden zoo het op een partij doelde Het zal dus Wel niet lang duren of over de finan- cieele kwesties zal uitsluitend kunnen worden beslist door het Lagerhuis, daar de financieele besluiten van de volksvertegenwoordiging over een maand den ko ning- tot bekrachtiging voorgelegd en tot wet verheven zullen worden, het ILoogerhuis moge er zijn toestem ming aan verleend dan wel deze onthouden hebben. Bovendien worden dan de besluiten van het Lagerhuis tot wet, wanneer ze in drie achtereenvolgende parle- mentszittingen door het Lagerhuis zijn aangenomen. De macht van het Hoogerhuis zal geknot worden, dat is wel zeker! In Spanje dreigt een politieke crisis. De regeering, die op het punt staat de wet op de vereenigingen in te dienen, wil de onderhandelingen met het vaticaan weer aanknoopen, welke naar aanleiding van het aan nemen der grondwet zijn afgebroken. Deze onderhan delingen liepen over vermindering van het aantal congregaties en kerkelijke orden en over de interpre „Dus, zooals gezegd, van avond in de club. Tot zoo lang overdenk ik alles nog eens. Maar op doorhalin gen moet ge u voorbereid houden. „Ja ja wij zullen wel zien. Voor September komt het toch niet voor het voetlicht," antwoordde Frank Nehls mat. Oogenblikkelijk was hem alles hetzelfde. Hij was slechts moe, vreeselijk uitgeput. Ada Moil liet Enzlehn uit. Zij vroeg hem niets meer, was bijna vijandig tegen deze starre zakelijk heid. Hij drukte haar licht de hand. Daarna maakte hij met een hoofdknik naar de kamer, welke zij zoo juist hadden verlaten, met de hand de beweging van een omlaag- rollenden steen. „Oppassen! voegde hij er lakoniek aan toe. Zij volgde hem, huiverend met even onbeweeglijk ge laat als hij zelf tot de trap: „Wat bedoelt u da ar me de s7 „Ik bedoel, dat de steen, welken hij omhoog wil rol len. met hem omlaag rolt en wat nog erger is, het pu- b-iek op de maak blijft liggen. Voor alles geen hooge literatuur, als men de vijftig' nadert en tot dusverre zonder dat succes heeft gehad. Zelfs al was het nog zoo goed niemand gelooft hem! Dus oppassen laat hem geen domheden meer doen." Zij bukte zich, zeer bleek, met harde trekken rondom den mond, over de leuning. „Wij geven het stuk toch?" „Dat spreekt van zelf. Voorloopig op den naam. Maar effect zal het niet hebben. Adieu!" Langzaam keerde zij naar het portaal terug en sloot zacht de deur. Zij nam een boa van den kapstok en sloeg haar om de schouders. He,t was haar te moede alsof de dokter haar alle hoop op het leven van een dierbaren zieke had ontno men. Het was een leven, hetwelk hij met deze koude woorden had opgegeven. Frank Nehls stond bij de schrijftafel en bladerde weer in het manuscript. De matheid was van hem ge weken. Hij stond daar weder jong, veerkrachtig. Ze ker van de overwinningen zelfbewust. „Jammer van Enzlehn. Er was eens een tijd geweest, waarin hij de jongsten en stormachtigsten voorging. 1 oen was ik oud in verg-elijking van hem, vertrouw de al het uieuwe niet, hetwelk hij ons beloofde, dat een revolutie beteekende in ons kunstleven. Maar hoe dit fijne, kleine kereltje zijn wil doorzette, totdat hij ten slotte allen had omgekregen, totdat allen in hem ge loofden. En daarnahm.... merkwaardig.... daarna is hij blijven staan en ik heb hem overvleugeld, ben jong geworden, terwijl hij den sprong- deed van jongeling tot grijsaard. Merkt g-ij, hoe loom hij loopt, hoe hij hijgt, hoe hij niet medekomt, waar ik kloek voortmar- cheer Hij gieep naar haar beide handen en voelde niet hoe koud ze waren. Hij lachte verlicht' en bemerkte niet, hoe ernstig en zwijgend zij bleef. Frank Nehls^ zag nooit anderen. Hij hoorde slechts zichzelf, hij zag- slechts zichzelf, hij voelde slechts zichzelf. En Ada Moll benijdde hem dit gezond, krachtig egoïsme, hetwelk zijzelf in dit oogenblik verloren had. „En weet ge ook wie mij jong gebraakt heeft? Gij! Ja, gij." Zij glimlachte. Eenig-szins weemoedig, zooals hij lvet van haar niet gewoon was en dat hem steeds weer in haar trof en ontwapende, als hij meer van haar wil de eischen dan verstandige vriendschap en hartelijke dankbaarheid. Dien avond speelde hij in de tooneelclub verstrooid oen partij ecarto met Enzlehn. Zij schiepen, er weinig behagen in, ^zich tvederzijds te meten en elkaar geld af te nemen. Zij kenden elkaar te g-oed, wisten te nauw keurig- de grenzen tot welke zij mochten gaan. Er waren geen verrassingen en daarom geen op windingen het eenige, wat zij in het spel zochten. Het was toch al mat in de club de zoele, Maartsche lucht had de meesten vermoeid en loom gemaakt. „Zullen wij gaan?" vroeg Enzlehn. I rank Nehls knikte, wierp de kaarten op tafel en liet zich in de vestibule ziju jas geven. Nu zal hij over mijn stuk beginnen, dacht hij en het vermaakte hem dat Enzlehn tegen zijn gewoonte, hem tatie-van de artikels 29 en 30 van het concordaat, naar aanleiding van de toekomstige wet op de vereenigin gen. Do Spaansche regeering heeft zich bereid verklaard, de bezwaren van den H. Stoel aan te hooren, nadat het ontwerp aan de volksvertegenwoordiging is voor gelegd. De II. Stoel wilde nieuwe besprekingen aangaan, zoo geen verandering- in de rechtspositie der congrega ties wordt gebracht zonder den II. Stoel daarin te kennen, zoo de onderhandelingen ook zullen plaats hebben over het intedienen ontwerp en zoo de regee ring tijdens de onderhandelingen zich zal onthouden van maatregelen, die daarop zouden kunnen prejudi cieeren en ze nutteloos zouden kunnen maken. Do minister-president Canalejas is echter niet be reid aan deze voorwaarden te voldoen, en het scheen dat niet alle ministers het met zijn houding- eens zijn, zoodat een gedeeltelijke minister-crisis te wachten was. Aan het einde der week werd echter gemeld, dat de antwoordnota der regeering aan het Vaticaan ver zonden is en dat hierdoor de kans op een crisis voor loopig- is afgewend. In Perzië heeft de regent Nasr-oel-Moelik eindelijk den eed op de grondwet afgelegd. Het heeft lang ge duurd vijf maanden geleden werd hij tot regent ge kozen en de regent heeft dan ook in een lange re devoering zijn aarzeling verklaard. Veel dreigbrieven had hij in Europa en in het vaderland gekregen. Hij heeft geen gemakkelijke loopbaan gehad: de thans onttroonde shah liet hem, toen hij nog minister-presi dent was in December 1907 met het geheele kabinet gevangen nemen. Door den Engelschen gezant be vrijd, trok hij naar Europa, waar hij bleef totdat hij teruggeroepen werd. Hij hoopt nu, dat er rust iu het land zal komen en dat de afgevaardigden het eens zullen worden. Wil het parlement niet in de goede richting' werken, dan is hij besloten het onmiddellijk tc- ontbinden. Hij heeft den vroegeren minister-presi dent den Sipahdar, hetgeen beteekent „leider van het leger," de spoedige vorming van een kabinet opge dragen. Het is moeielijk te voorspellen, of er thans weer meerdere veiligheid en zekerheid in het land zal ko men. Wederzijdseh wantrouwen -is nog steeds de eigenschap, welke de binnenlandsche Perzische poli tiek het meest kenmerkt. Gemengd nieuws. EEN WOESTELING. Zaterdagavond zou de agent van politie A. van A. in de Poortstraat te Rotterdam aanhouden den winke lier J. d. V., in die straat woonachtig en door de po litie gezocht. Toen de agent den gezochte op straat ontmoette en hem aansprak, werd hij door dezen al dadelijk geslagen en gestompt. Er ontstond een wor steling, waarbij beiden op straat rolden, en de punt van de door den agent getrokken sabel den agent in op straat een arm gaf en aarzelender dan anders zei de: „Ik zou u wat willen vragen." „Ga uw gang. Misschien zal het over Ada Moll zijn, ging bliksem snel door het hoofd van Frank Nehls, en opnieuw moest hij glimlachen, toen hij aan de overbodige woor den en vragen dacht, welke Enzlehn tot hem zou rich ten. Maar het liep noch over het stuk, noch over Ada Moll. Het handelde over Pieps. Enzlehn dong in be- knopten vorm naar haar hand. Vertrouwelijk, kame raadschappelijk tusschen twee trekken eener clubciga- rette, welke hij zenuwachtig tusschen de vingers draai de. Frank Nehls bleef staan. Het was hem een wei bomen gelegenheid den arm van Enzlehn te kunnen loslaten. Verbazing en ergernis kampten in hem. „Maak geen grappen," zeide hij kortaf. „Het is jn het geheel geen grap. Ik heb uw doch ter lief. Zij is de eenige, die tot nu toe werkelijk in druk op mij gemaakt heeft. Hoe ik er fiuanciëel voor sta, behoef ik u, beste Nehls, wel niet te zeggen. Over onze omstandigheden spreken de musschen op het dak. Gij weet toch ook, dat prinses Arnulf incognito zich bij mijn onderneming heeft geïntereseerd. Dat heeft mij weer flink op de been geholpen. De eerstvolgende jaren kan ik rustig tegemoet zien. Bovendien heb ik -- zooals ik reeds zeide een nieuwe ontdekking- ge daan. Dat is de komende man! Binnen drie jaren zul len alle theaters slechts van hem leven. Frank Nehls luisterde naar hem, in den aanvang als een koortslijder, met een mengeling van verbazing en schrik; daarna schoot hem het bloed naar het hoofd zoodat hij bijna zijne bezinning verloor en schreeuwde: „Dat gaat den duivel aan, waarvan gij en uw theater leeft! Wat heb ik met uw rommel te maken! Maar wees zoo goed mijn dochter daar niet in te sleepen!" De cigarette viel uit Enzlehn's sierlijk uitgespreide vingers en hij staarde °'s gehypnotiseerd in het van woede verwrongen gelaaf'des schrijvers. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 1