DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN
BLOOKERS
59
Honderd en dertiende Jaargang.
VRIJDAG
10 MAART.
DAALDERS
CACAO
Te duur gekucht.
FEUILLETON.
Het Gouden Bed.
BINNENLAND.
No.
1911
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Telefoonnummer 3.
HEN MOGE U NAMAAK
OPDRINGEN,
HOUDT VAST AAN
CE WEET DAT DIE
UITSTEKEND IS,"
AARSCH
Het vijftigste nummer van
'to-'UkUiitóii
dat morgen aan onze geabonneerden wordt verzonden,
bevat o.a. de volgende illustraties
H.M. Koningin Wilhelmina, 12l/2 jaar aan de re
geering, met voorplaat, voorstellende de plechtige in
huldiging, op 6 September 1898, in de Nieuwe Kerk
te Amsterdam.
H.M. de Koningin begeeft zich te voet naar de Nieuwe
Kerk.
H.M. de Koningin en H.M. de Koningin-Moeder op
het balkon van het versierde paleis te 's-Qravenhage
De Inhuldigings-Medaille.
De Voetbalwedstrijd van H.B.S. te Brussel.
De opvoering van „des Himmelbett" door het be
kende operette-gezelschap, onder directie van den heer
Edmund te Amsterdam.
De overleden minister van Oorlog in Frankrijk, Ge
neraal Brun.
De Savarkarzaak voor het Scheidsgerecht te 's-Gra-
venhage.
Het Carnaval in Nizza.
De opening der I. P. Heye-Stichting, enz., enz.
De geabonneerde
wonende
wenscht zich te abonneeren op het weekblad „PAK
ME MEE", tegen den prijs van 3 Cents thuis
bezorgd, franco per post 3[/2 Cents.
ALKMAAR, 10 Maart.
Onze middenstanders, die sinds jaren in den Haag'
aandrongen op allerlei weggevende maatregelen, begin-
Naar het Duitsch van OLGA WOHLBEüCK,
bewerkt door J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM
61) _o_
Ottilie kon uit het- verhaal haars vaders niet recht
wijs worden.
Hij had een aardig, klein verhaal in elkaar gezet
als voor een kermiskalender. Paul was gekomen,
juist toen hij onder den last van zijn werk in elkaar
was gezakt.
„Begrijp je, Tille.... in elkaar gezakt, letterlijk.
Al de ergernis, reeds sinds weken, de vooruitzichten
welke verloren waren gegaan. Zonder kapitaal kan
men ook niets uitrichten! Dan wordt men steeds
voortgedreven. Kortom in zulk een wanhopenden toe
stand was ik. Daar staat Paul eensklaps voor mij
Onze Paul. Wat zeg je ervan? Kan je je voorstellen,
dat ik hem niet om den hals ben gevallen. Dat zou
nog mooier zijn geweest. Enfin thans heeft hij mij ook
niet losgelaten, Tille letterlijk! Hij heeft mij cog
nac gegeven, rnijn jas opgehouden -jawel, dat heeft
hijIk ben geen onmensch, Tille. Als ik gevoel
bespeur, ben ik om den vinger te winden, dat weet je.
Nu, toen zijn wij een beetje gaan wandelen in den
nacht hebben veel over jou gesprokenja. En
toen heeft Paul gezegd, dat bet niet aanging, dat ik
werkte. Ik was een oud man, moest mij in acht nemen.
Ili] zou mij geld geven. Een paar duizend mark.
1,8 Vi'a j ze^s tot twintig- duizemd gegaan.... ja-
wei. Onder ons gezegd, Tille, is dat maar onzin; ik
neb het ook met ernstig opgenomen.! Maar je kent
raui en weet hoe hij met groote somnyen om zich heen
werpt. JNu een beetje zal toch altijd blijven hangen,
uaarna heeft hij mij i p oen auto egezetof hij mij
nen tegenwoordig te ervaren, dat men hen in de resi
dentie niet vergeet. De wetgevende machine is in
hun dienst het gaat wel niet hard, maar het gaat
dan toch en er is geen enkele reden om te vermoeden,
dat het tempo niet zal versnellen.
Eerst kwamen de bakkers aan de beurt.
Voor hen is zulk een schoon wetteke ontworpen, dat
zelfs „de Nederlander" in overweging geeft eiken
bakkerspatroon voor rijksrekening een rechtsgeleerd
raadsman toe te voegen, ten einde hem bij de opvol
ging van de bepalingen dier wet voor te lichten.
Toen werden de verkoopers-van-tabak-en-sigaren be
dacht. Rrrrrt! daar leverde de wettenmachïne een ont
werp, waarbij al deze verkoopers zonder meer tot
staatsambtenaren in buitengewonen dienst werden
verbeven, en niet eens met de toevoeging van het ge
bruikelijke „buiten bezwaar van 'srijks schatkist."
Natuurlijk zal de regeering om bij de andere mid
denstanders geen afgunst te wekken, er op uit zijn,
ook ben gelukkig te maken. En al zoekend en tastend,
evenals in de hiervoor genoemde gevallen, evenzeer
den juisten weg wel weten te vinden.
Beschouwen we het laatste geval eens wat nader.
Gelijk bekend is, ziet onze minister van financiën
steeds uit naar versterking der rijksinkomsten, en
heeft hij o. a. een heffing van een nie"uwe belasting op
het verbruik van sigaren, sigaretten en tabak in het
zicht gekregen. Alle rooken is weelde, volgens tal van
doctoren zelfs een schadelijke weelde, schreef dr. Kuy-
per gisteravond in de Standaard, hetgeen doet ver
moeden, dat de leider der coalitie door deze nieuwe
belasting niet alleen het heil der schatkist, maar ook
het heil van het Nederlandsche volk gebaat acht.
hoewel Corneille „le tabac divin" noemtde.
Reeds lang had men op een belasting Van deze genot
middelen aangedrongen, doch men slaagde er maar
niet in een geschikte wijze van beffing te vinden* Ac
cijns met invoerrecht, dus een rechtstreeksche ver
bruiksbelasting zou onzen zoo gewichtigen tabaksham-
del fnuiken en onze tabaksmarkt wellicht naar he.t
buitenland doen verplaatsen. Aan een staatsmonopolie
(zooals Frankrijk, Oostenrijk-Hongarije, Italië etc.
hebben) Hel evenmin te denken. Een hoog recht bij
invoer niet verbod van aanplant, naar het Engelsche
voorbeeld al even ongeschikt. Een heffing in de
tabaksfabrieken als in Rusland, Amerika onmoge
lijk door het vereischte toezicht. Belastingzegels of
banderollen plakken op de producten het Duitsche
voorbeeld geeft te weinig- waarborg tegen fraude.
Eindelijk daar werd het middel gevonden
Len debietrecht, dat de handel in het ruwe product
ongemoeid laat, evenals de tabaksbouw en de tabaks
industrie, en dat de verkoopers in het klein het werkje
laat opknappen, waartoe de staat geen kans ziet. Wij
heffen aldus is de redeneering van ieder, die ta
bak (sig;yen, sigaretten,karotten,snuif,surrogaten van
tabak) in bet klein verkoopt een belasting van tien ten
honderd van het debiet, d. w. z. van de waarde der ta
bak, die in het belastingjaar aan koopers wordt gele
verd of door den belastingplichtige wordt verbruikt.
Wij bepalen, dat ieder handelaar in het klein een de-
bietregister moet bijhouden (hoe dat er uit zal zien,
niet moest vergezellen? Neen, mijn jongen 1 zoo
zwak ben ik nog niet! De auto beeft? hij vooruit! be
taald. Vijftig pfenning heeft de kerel op zijn minst
boven de vracht gekregen op zijn minst. Nu men
ziet elkaar ook niet eiken dag. Vandaag moet ik Paul
telefoneeren.
Nu zal ik je echter iets zeggen, Tille er is
geen haast bij. Men moet zich niet weggooien! Altijd
voornaam en fatsoenlijk. Ten slotte zal bij gevoelen,
dat men als vader niet dadelijk naar zijn pijpen
danst."
Ottilie wreef zich bet voorhoofd. Het was alles zoo
onbegrijpelijk^ „Waar hebt ge elkaar dan aangetrof
fen," vroeg zij steeds weer wantrouwend en angstig'.
„In een groot café ik weet, bet niet meer hoe het
heet. Mijn God, Paul gaat evyen als andere stervelin
gen ook naar een café."
Er werd gebeld.
Hij kromp ineen, zijn oogen gingen onrustig heen
en weer, hij luisterde met ingehtouden .adem. Als er nu
een oplitie-agent kwam....
Het was niets. Marthjn bra/eht het prospectus eener
nieuwe kruidenierszaak.
.Verwacht u iemand?" vcoeg Ottilie, wie de ze
nuwachtigheid haars vaders niet was ontgaan.
„Ik?. Hoe zoo?. Neen maar onmogelijk is
het niet, dat een vriend, mat wien ik zaken doe, mij
komt opzoeken. Alles kan. niet op straat of in een
café worden afgehandeld. Nu Tille, ik ga -een uiltje
knappen."
Hij wilde nu niet gyraagi met Ottilie' samen zijn.
V rouwen vragen altijd zoo veel. Dat was lastig".
Ottilie besloot naar de Rtenkesfcrasse t«r gaan. Tegen
zes uur zou haar broer wel' thuis zijn. De ontmoeting"
liet haar geen rust, er mo»est nog' iets anders achter
steken.
Haar vader doorzag zij nooit goed. Daarom, moest
zij voorzichtig zijn. Don Ijatsten tijd,had zij hom dik-
kunnen We nu nog niet zeggen, maar het komt er, deze
verzekering zij voor het oogenblik voldoende), wij
geven dat register gratis* maar een reeks strafbepa
lingen op den koop toe (waarbij zelfs 4 jaar gevange
nisstraf kan worden opgelegd!), wij zorgen Voor een
ingrijpende controle en krijgen op deze wijze twee
millioen in de schatkist en de verkoopers moeten maar
zien dat ze er geen schade door lijden en hun bedrijf
zoo inrichten als wij dit wenschen.
De regeering even zij in herinnering gebracht
dat deze belasting' niet iets specifiek Christelijks is,
dat zelfs (en helaas!) van liberale zijde hierop vaak
werd aangedrongen en dat zij ook in de belastingplan
nen van het kabinet-De Meester van 1906 was opgeno
men kon in haar vuistje lachen, maar de verkoo
pers?, de verbruikers?, de fabrikanten?, de arbeiders?
De verkoopers in het klein kunnen bezwaarlijk si
garen, die ze tot dusverre leverden voor 2,5 cents, op
2.75 cent gaan prijzen of een 3 cents sigaar op 3,3
cents. Zij hebben voor het overgroote deel niet de
administratieve kennis, welke van hen wordt verlangd
(men mag rekenen op een berg paparassen en anderen
omslag) en vaak tijd' noch gelegenheid voor een tijd-
roovende en kostbare inventarisatie, welke van hen
wordt geëischt.
Zij loopen alle kansen om door bet „recht" hun debiet
te zien afnemen, eenerzijds doordat particulieren'
meer dan tot dusverre zich regelrecht tot de fabriek
zullen wenden, andererzijds omdat, waar nieuwe mer
ken- en prijzenstelsels zullen moeten worden inge
voerd, de concurrentiestrijd heviger zal worden, en
derdens omdat verhooging van de prijzen verminde
ring van' het rooken tengevolge zal hebben. En dan
de overlast en de dwang, welke wordt veroorzaakt en
wordt uitgeoefend.
Meti kan er staat op maken dat, den dag, waarop bet
ontwerp wet wordt, de verkoopers, de sigarenhan
delaars, de caféhouders, de kruideniers etc. etc.
van Schelde tot Eems eendrachtelijk zullen zingen:
Wij leven blij, wij leven vrij op Neerlands dier'bren
grond
De verbruikers zullen, gelijk de bedoeling is, in hun
zak worden getroffen en juist zij voor wie het rooken
meer een gewoonte dan een genot is, die goedkoop
m-aBir daardoor veel rooken, zullen het zwaarst worden
.getroffen.
De fabrikanten worden er natuurlijk ook niet beter
(Op. Hun afzet Vermindert, hun werk vermeerdert, im-
nAers zij zullen nieuwe merken en nieuwe prijzen moe
ten vervaardigen en vaststellen, ook voor hen wordt
de concurrentie 6cherper, terwijl ze bovendien schade
dreigen te loopen, zoo debitanten, die niet in staat
zijn het t$ebietrecht te betalen geëxecuteerd worden en
de staat jiseferent scbuldeischer is ze verliezen dan
niet allectn -sen afnemer, maar bovendien mogen ze de
belasting nog helpen meebetalen!
Ook staat te vreezen, dat de-industrie zich ten dee-
le zal moeten- verplaatsen naar het platteland, waar
een lagere looiTstandaard is.
En hiermede komen we als vanzelf op hetgeen de
arbeiders in dit bedrijf van deze nieuwe wet te wach
ten hebben.
wijls op een leugen betrapt.
In de Rankestrasse heerschte een -drukte, zooals Ot
tilie nog niet 'had ontmoet. De knecht .opende in zijn
oehtendbuisje van gestreept dril. Het werkmeisje was
?«ezig met behulp van een tuinknecht groot© potten
meet kleurige bloemen, welke opeengedrongen in een
mand stonden, de kamers binnen te dragen. Alle deu
ren in. de vestibule stonden wijd open, en lieten de ver
lichte vertrekken zien.
Mevrouw Mara stond met geonduleerd haar, maar
verder nog niet gekapt, in een korten rok, waarover zij
«een roodzijden matinée had geworpen in de eetzaal en
•commandeerde twee bedienden, die de tafel dekten en
niet wisten waar zij de twee zwaar zilveren manden
met orchideeën en viooltjes moesten plaatsen.
„Aan de einden der tafel.... maakt toch zooveel
«drukte niet.
Voor het midden bestel ik per telefoon nog wat bij
"den tuinman.
„Madelieven," fluisterde de kamenier, die met een
fceed brandijzer achter haar meesteres stond.
„Mij is het goed.... madelieven.... Elise telefo
neer maar dadelijk. Ottilie. goeden dag.
Mevrouw Mara gaf nog een paar korte bevelen,
trok zich met Ottilie in baar kleedkamer terug, liet
twee koppen thee brengen en. iets om te snoepen.
„Denk eens aan, Ottilie.wat zal ik zeggen.
Pieps is van morgen vroeg verloofd
Een blijde schrik voer door het oude, verwelkte meis
je. Pieps verloofd
Mooi zoo! Haar harde, ziekelijke trekken werden
zacht en haar donkere, schoone oogen glinsterden.
Het meisje plaatste het zilveren blad met -de koppen
thee, het mandje met cakes en een schaaltje pralines
op een klein tafeltje.
„Mijn baar zal ik zelf wel opsteken", zeide mevrouw
Mara. „Ga maar, Elise. Leg alles voor de juffrouw
klaar, zoodat zij zich dadelijk kan verkleeden als ze
Het ligt voor de hand, dat werkeloosheid en loonsver
laging hen bedreigd. In „Het Volk" van gisteravond
werd dan ook reeds door een sigarenmaker aangedron
gen te ageeren tegen deze wet „wij vechten dan voor
het behoud van onze toch al schrale boterham."
Maar ook de sigarenfabrikanten komen in actie. In
Amsterdam wordt reeds een groote protestvergadering
voorbereid. Andere plaatsen zullen zeker wel volgen.
Van de detailv-erkoopers mag verwacht worden, dat
zij zich spoedig zullen laten hooren. En eindelijk
zullen er ook wel stemmen uit liet publiek opgaan, het
zij dan op vergaderingen of in de courant.
Temeer klemt het protest, waar deskundigen bere
kenen, dat door controle- en administratiekosten, door
ontduiking en door vermindering der consumptie wel
de helft der bruto-ontvangsten, welke de regeering
meent te krijgen, zullen wegsijpelen.
In de Standaard van gisteravond is de knappe brug
genbouwer bezig voor- en tegenstanders nader tot
elkaar te brengen dat is, getuige de kwestie van da
Leeszaalsubsidie geen slecht teeken, immers het be
wijst, dat zijn bemiddelend optreden noodig is, dat de
aanneming van het ontwerp bedreigd wordt. Hij meent
dat er „mag hope gekoesterd (worden) dat ook voor
deze tabaksbelasting eerlang de meest juiste vorm zal
zijn gevonden, die het bedrijf niet te zeer drukt, bet
debiet niet te zeer doet afnemen, en niet te groote
kosten voor de controle met zich brengt."
Wij zijn minder optimistisch gestemd.
Het lijkt ons niet mogelijk hier het „ne quid ni-
mis," het „niet te zeer" in toepassing te brengen en
wij achten het veeleer waarschijnlijk, dat de nieuwe
belasting in elk geval te duur gekocht zal blijken.
En wat te duur gekocht is, mist men liever 1
TWEEDE KAMER.
In de zitting van gisteren zette de Kamer de be
raadslaging over het wetsontwerp tot wijziging van d#
Successie-wet voort.
De heer P a t ij n (U. L.) zette zijne rede voort, en
betoogde, dat de fout van het ontwerp is, dat er ook
na de totstandkoming in totaal niet meer dan tegen
woordig wegens vererving in de rechte lijn zal worden
geheven. Hij wraakte de daarvoor door den minister
aangevoerde i'edenen. Spr. zou het percentage bij ver
erving in de rechte lijn willen opvoeren tot 4, en beta
ling in twee jaren willen toestaan. Hij bestreed ver
volgens het sociaal-democratische amendement.
De hegr Middelburg (A. R.)i verklaarde, mede
uit naam van' vele vrienden, voor het ontwerp te zullen
stemmen.
De minister van financiën betreurde door zij
ne geestverwanten, met name door den heer Van De-
dem, te zijn aangevallen, met wien hij 25 jaar in de
Kamer heeft samengewerkt. Het ontwerp is zeer ma
tig, en beoogt slechts vermeerdering van de Rijksin
komsten met- één millioen.
Van kapitaalsvernietiging bij vererving' in de rech
te lijn zal geen sprake zijn -en bij vererving in de zijlijn-
zal het van den vermogenstoestand van den verkrijger
afhangen, of kapitaalsvernietiging pjaats heeft. Dat
is reeds nu het geval.
Voor betaling van de belasting in termijnen voelde
de minister niet. Uitkeeringen uit levensverzekering
te treffen bleek op het oogenblik practisch onmogelijk.
Ook bet denkbeeld schenkingen onder levenden te tref
fen is thans niet verwezenlijkbaar. Aan' afschaffing-
van den eed kan de minister niet denken. Vervolgens
thuiskomt."
Met ongewone levendigheid wendde zij zich daarop
tot Ottilie. „Zij hebben namelijk de nieuwe auto in
gewijd, welke Paul heeft aangeschaft. Een met zes
zitplaatsen ik zeg je, een buis. Zij zijn naar Wann-
see. Zij hebben ontbeten bij de Doorluchtigheid. Maar
je weet nog heelemaal niets.... Drink toch eens
Je moet me verontschuldigen. ik moet me nu ver
der kappen. Ja.... wat ik zeggen wilde: Zij is ver
loofd met een zekeren baron Ziskyni, attaché bij het
Oostenrijksch gezantschap. Een kranige kerel! Zoo'n
echte beste Weener jongen! Nu, je kent de Wee-
ner aristocraten niet. Dat is iets heel bijzonders. Dat
vindt men hier nergens. Ik heb het altijd gezegd
Pieps lijkt op mij. Natuurlijk moet het een Weener
zijn! Alle mogelijke lieden zou ik hebben geraden,
maar aan hem dacht ik juist niet. Zij heeft nooit
over hem gesproken. Hij is hier ook niet dikwijls ge
weest hoogstens drie, viermaal. Veel heeft hij ook
niet gesproken. Maar hij was zoo reusachtig bemin
nelijk en krachtig heeft hij gedanst en als hij „ik kus
u de hand, mevrouw" zeide dat was weet je Ot
tilie, alsof de keizer een ridderorde op je borst steekt.
Ik zal je wat zeggen, Ottilie, bij bare Doorluchtigheid
hebben zij elkaar meer gezien. Maar dat dat was
altijd in stilte.Mijn hemel. Alsof ik niet
begreep, hoe dat alles in elkaar zit.
Mevrouw Mara nam den handspiegel en bekeek
haar goed geslaagd kapsel aan alle zijden.
Ottilie raakte haar thee nauwelijks aan, waagde
niet verder te vragen en hing aan de lippen harer
schoonzuster als een kind aan wie men sprookjes ver
telt,
De gedachten van mevrouw Mara echter waren al
weer elders, kwamen onwillekeurig tot haarzelf. „Wat
zeg je ervan, Ottilie, ik, de moeder, heb niets geweten,
Alles had hare Doorluchtigheid in orde gebracht.
Wordt vervolgd,