DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 70
Honderd en dertiende Jaargang,
1931
DONDERDAG
23 MAART.
FEUILLETON.
BINNENLAND.
Het Gouden Bed*
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Zij, die zich met 1 Apri
op dit blad abonneeren, ont
vangen detctdien datum verschijnende
nummers gratis en franco.
De Uitgevers.
EEN DROEVIG GEVAL AAN BOORD VAN
HET S.S. GOENTOER.
COURANT
\nm
ALKMAAR, 23 Maart.
Lit Portugal komen voortdurend stormteekens. Wel
g'aat de opkomende storm steeds weer liggen, maar
heel gunstig is de atmosfeer tocli niet. De groote fout
en tegelijkertijd de groote eigenschap van de Portu-
geesc-he revolutie was de snelheid, waarmede de histo
rische gebeurtenissen van 4 en 5 October 1910 zijn
afgespeeld1. In vele hoofden lieeft het denkbeeld post
gevat, zoo schrijft een buitenlandscli correspondent,
dut het uit ongeveer 80 procent analpliabeten be
staande Portugeesche volk het meest beschaafde van
Europa was, een denkbeeld dat gesteund werd door de
eerste snorkerige proclamaties van de voorloopige re
geering. Tegelijkertijd vond in de Portugeesche hoof
den de meening ingang, dat met straatbetoogingen al
les te bereiken viel. Daaraan hebben de ministers
eveneens schuld, want zij laten geen gelegenheid voor
bijgaan, om te verklaren, dat zij slechts buigen voor
den wil des volks. De ministers verzwijgen echter, dat
het volk heelemaal nog niet aan het woord komt. Ver
der valt het op, dat er voortdurend geruchten komen
over samenzweringen, dat monarchisten in de kazer
nes propaganda maken. De officieren zijn voor het
meerendeel gedwongen republikeinen, willekeurige be
noemingen van twijfelachtige elementen, verminde
ring der vooruitzichten maken, dat de republiek thans
reeds evenmin op het leger kan vertrouwen als de mo
narchie de laatste beide jaren van haar bestaan. Ook
de betrouwbaarheid der marine laat veel te wenschen
over, daar hier vele beloften zijn gedaan, die niet kun
nen worden vervuld. De overdreven propaganda
wreekt zich. De minister van justitie maakt maar wet
ten en wordt door een bevooroordeelde pers een groot
man genoemd, zelfs de „Pombal der twintigste eeuw"
geheeten. Terwijl dagelijks de discipline en de be
schaving van het volk worden opgehemeld, hebben er
tooneeltjes plaats, die doen denken aan Marokko of
aan een Middel-Amerikaanschen roofstaat, en die
door de overheid stilzwijgend worden toegelaten. O
Muudo (liet lijfblad van den minister van justitie)
schildert dergelijke gebeurtenissen zelfs uitvoerig,
noemt ze „gerechtvaardigde volksj ustitie" en wakkert
ze tusschen de regels door aan. De paar radikale cou
ranten komen hiertegen in verzet en ook de principi-
eele (monarchistische) oppositie is niet terughoudend,
al heeft ze geen persorgaan, hare mondelinge informa
ties verbreiden zich bliksemsnel en geven met de
zachtjes rommelende donder van de ontevreden volks-
stemming een drukkende atmosfeer. Tiet zou me
geenszins verwonderen, indien we nog vóór de verkie
zingen gelegenheid zouden hebben, beschouwingen over
de vergankelijkheid van alle pracht en heerlijkheid te
geven. Een commune in Portugal kan slechts 24 uur
duren want langer heeft het Engelsche Gibraltar-
eskader niet noodig om de Taag te bereiken. Het zoo
ver te krijgen, schijnt het plan der monarchistische
„patriotten" te zijn.
Zal men tenslotte moeten constateeren, dat in Por
tugal een groote beweging smadelijk verloopt, dan is
ctat de schuld van het kleine ministersgeslacht, dat
het groote oogenblik der revolutie gevonden heeft.
Aldus deze buitenlandsche correspondent.
De correspondent van de N. R. O. te Lissabon heeft
een onderhoud gehad met den minister van binnen-
landsehe zaken.
Ook in diens verslag komen aanwijzingen over den
toestand voor.
De correspondent vroeg o. a. of alles een ordelijk
verloop zal hebben totdat de Kamer geopend is. Het
antwoord luidde:
„Ik hoop het, maar wij doorleven nog een crisis, de
crisis is niet voorbij, 't zou mogelijk zijn, dat hier of
daar enkele ongeregeldheden voorkwamen ik zeg
alleen, dat die mogelijkheid bestaat maar van ern-
stigen aard zullen zij, naar ik hoop niet zijn, er ste
ken natuurlijk in eritieke tijden altijd ontevredenen
de koppen op. Men moet daarop verdacht zijn! Ech
ter aan de stabiliteit der republikeinsche instellingen
kan dit niets veranderen, de republiek is er. en zij
blijft, dat is het natuurlijk gevolg van de ontwikke
ling der volken. hier wat verhaast, wijl de monarchie
zichzelve den doodsteek toebracht. Als er ongeregeld
heden voorkwamen, zou dit alleen kunnen komen van
de zijde der reactionaire elementen, die vroeger ver
kregen bevoordeeling terugeischen of zich die niet
willen laten ontnemen, of voortkomen uit de ontevre
denheid van enkele uiterste elementen, die hun zin
niet kregen! De eersten streven naar een tusschen-
beidekomen van vreemde mogendheden. Maar bij de
minste poging daartoe zou het geheele vólk als één
man naar de wapenen grijpen om het vaderland te
verdedigen, dan zouden plots alle veeten vergeten zijn,
en de 1 ortugeezen als eén man het land Portugal ver
dedigen."
Tenslotte vroeg de correspondent:
„Excellentie, als laatste vraag, zoudt u mij mis
schien kunnen inlichten, waarom de Mundo en enkele
andere radicale bladen direct na het ingegaan verlof
van Affonso Costa als 't ware plots van richting ver
anderden, en een oppositie tegen het voorloopige be
wind begonnen, beter gezegd uw wet op het kiesrecht
en zelfs uw persoon heftig aanvielen?"
De minister zag mij aan, glimlachte even, en zei
dan
Het spijt mij u hierop niet te kunnen antwoor
den; maar.... de Mundo is het blad van Affonso
Costa
De minister had niets gezegd, maar toch had hij
alles gezegd en op mijn beurt glimlachte ik, want hij
had niet alleen de scherpe breuk tusschen hem en Af
fonso Costa erkend. Het 20-daagsch verlof van Af
fonso Costa was niet alleen slechts een voorwendsel
Naar het Duitsch van OLGA WOHLBRüCK,
bewerkt door J. P. WESSELINK—-VAN ROSSUM
72)
Hij was bleek geworden, zijn oogen fonkelden toor
nig onder de borstelige wenkbrauwen.
Ottilie liet dit keer niet los. „Wat ontvangt u voor
uw dienst vroeg zij scherp.
Hij bukte zich, alsof zij de hand had opgeheven en
liet daarna weer giegelend zijn verlegen lachje liooren.
„In Berlijn gebeurt niets voor niets", zei hij ontwij
kend.
Zij werd nog bleeker dan hij. Haar groote, mooie
oogen traden letterlijk uit de kassen.
„De dingen zijn gestolen, en"fluisterde zij
toonloos.
Hij las het haar van de lippen, verstaan kon hij het
met.
Nu lachte hij. Tille was toch werkelijk een gans,
een „domme, dwaze gans!' Hij schreeuwde het haar
toe en dat deed haar goed. Indien hij haar een oor-
rijg had gegeven, zou zij zijn hand gekust hebben.
Neen, goddank, zoo diep was hij niet gezonken
neenniettot misdadiger gezonkenZij keek
hem aan en wachtte op een nadere verklaring. „Wil
je den juwelier weten waar de dingen gekocht "zijn ja
Dien kan ik je noemen!"
Hij noemde een grooten winkel in de Königstrasse,
welke verbazingwekkende gelegenheidskoopjes aan
bood.
„Geloof je mij misschien niet?.... daar...."
Hij zocht in het ochtendblad, doorliep het adver
tentiegedeelte en tikte met zijn vinger vier-, vijfmaal
op een groote, breed omlijste annonce.
„Daar zie je het.... daar komen die dingen van-
gekocht^eht' versta je.. gekocht.... goedkoop
Misschien is het horloge vroeger van Paul geweest
ot van een ander groot heer, wat weet ik er van, hij
om de kieswet niet te onderteekenen, maar tevens een
gelegenheid om de partijgangers van d'Almeida een
felle oppositie aan te doen. Wel handig, maar wat
iil te doorzichtig."
Tenslotte zegt de correspondent dat er toen hij
weer buiten stond, voor het ministerie juist een be
tooging werd gehouden. Hij wist niet waarvoor. Er
zijn zooveel betoogingen per dag, dat niemand er meer
notitie van neemt. Ook journalisten niet.
Tenslotte zij gewezen op een telegram van den zelf
den correspondent van hedennacht.
De in het Noorden ontdekte monarchistische mili
taire samenzwering schijnt, zoo seint hij, ernstige af
metingen te hebben aangenomen en door de geheele
provincie verspreid te zijn. Majoor Decastro is gear
resteerd. Er zijn documenten ontdekt.
Het bovenstaande leert voldoende, dat de toestand
in Portugal op het oogenblik kritiek is.
TWEEDE KAMER.
In de zitting van gisteren werd de behandeling van
het wetsontwerp tot wijziging van de Arbeidswet
voortgezet. Op art. VI (regeling- van den arbeids
duur van vrouwen en jeugdige personen), waren 15
amendementen voorgesteld.
Door den heer Scha per (S. D. A. P.) werden
de door zijn fractie' ingediende 8 amendementen toe
gelicht.
De heer de Wijkerslooth de Weerde-
steyn (R.-K.) verdedigde o. a. een amendement om
den arbeidsduur van vrouwen en jeugdige personen te
beperken tot 58 uren per week.
De heer Aalberse (R.-K.) besprak zijn amen
dement om de bevoegdheid om in plaats van 10 uur
10',2 uur te laten arbeiden tot een maximum van 58
uur per week slechts tot 1915 te verleenen en behan
delde het amendement, dat voor gehuwde vrouwen ge-
rcgelden fabrieksarbeid verbiedt, wijzende op den
steeds toenemenden strijd tegen den fabrieksarbeid
v.an gehuwde vrouwen.
Wordt het amendement aangenomen, dan zal spr.
een overgangsbepaling voorstellen om dit arbeidsver-
bod niet te laten gelden voor vrouwen die op 1 Mei
1911 nog in fabrieken werken. Spr. wilde slechts voor
de toekomst van het ophouden van den geregelden fa
brieksarbeid van gehuwde vrouwen zeker zijn.
Opgemaakt werd de voordracht ter vervulling der
vacature in de Algemeene Rekenkamer. Op de voor
dracht. werden gebracht: als no. 1 de'heer J. Krap, lid
van Ged. Staten van Zuid-Holland; als no. 2 de heer
C. F. Rechlien Morra, als no. 3 mr. dr. W. C. A. baron
van V-redènburch, oud-secretaris van den Pensioen
raad té 's-Gravenhage; waarna de behandeling der-
Arbeidswet voortgezet werd.
De heer liegen (S. D. A. P.) verdedigde een
amendement om den nachtarbeid van jongens in de
glasblazerijen onvoorwaardelijk te verbieden.
Het ontwerp geeft den minister de bevoegdheid voor
jongens van 15 en 16 jaar vergunning voor nachtar
beid in glasblazerijen te geven. Spr. toonde uitvoerig
het onwenschelijke daarvan aan. De Kamer moet de
zen nachtarbeid beslist verbieden.
De heer Hels dingen (S. D.) verdedigde een
socialistisch amendement om te verbieden den nacht
arbeid voor vrouwen bij het liaringspleten. Hij betoog-
'dc dat die arbeid gerust kan worden gemist.
De heer Schaper (S. D.) lichtte toe een amen
dement der commissie van rapporteurs, om de be
voegdheid der districtshoofden in zake de vergunning
van overwerk eenigszins te beperken.
De heer L o e f f (R. K.) merkte op, dat in de be
staande wet de verbodsbepalingen in zake arbeid voor
vrouwen en kinderen wordt gericht tot de personeu,
die laten werken, en dat in het nu voorgestelde het
verbod is gericht tot den persoon zelf. Waarom heeft
de minister die verandering aangebracht?
De heer Van Vliet (A.-R.) zette uiteen, dat
alles moet worden gedaan om den vrijen Zaterdagmid
dag te krijgen en te houden. Over het amendement-
Aalberse in zake het verbod van den arbeid van ge
huwde vrouwen behield spr. zich zijn stem voor.
De vergadering werd verdaagd tot heden 11 uur.
Gemengd nieuws.
JOURNALISTIEK VOETBAT,.
Ook een Amsterdamsch journalisten-elftal zal woiv
den samengesteld, uit de navolgende hepren: Barba-
rossa (Telegraaf); G. Schroder (idem); H. O. Buur
man (idem); J. de Kruyff (idem); E. Holdert
(idem)JCoucke (idem)C. J. Groothoff (Het
Sportblad) L. Douwes (De Fiets) J. Nyland (Han
delsblad)Jan Feith (idem) en Leo Lauer'(Revue der
Sporten).
Dit elftal zal tegen den winner Den llaag-JRotter
dam te Amsterdam, vermoedelijk op R. A. P.'s terrein
een wedstrijd spelen.
De vermaarde trainer Chadwick heeft zich reeds be
reid verklaard het Amsterdamsche journalisten-elftal
te trainen.
HAAR KIND TERUGGEëlSCHT.
De officier van justitie te Middelburg heeft een
strafvervolging ingesteld tegen zekeren W., wonende
in de Korte Noordstraat aldaar, die ougeveer twee
jaar geleden een zéér jeugdig kind van de weduwe S.
in huis nam tegen eene door een mensehlievende da
me betaalde vergoeding, en thans weigert dit kind te
rug te geven aan de moeder, die intusschen hertrouwt
is met zekeren B. en in staat is nu zelf het kiud we
der op te voeden. Noch aan den aandrang van de
politie, noch door een deurwaardersexploot was W.
over te halen, het kind af te staan, waaraan hij, vol
gens zijn zeggen, te veel gehecht is, om er afstand
van te kunnen doen. Thans zal hij daar vermoedelijk
wel toe gedwongen worden.
EEN ERFENISKWESTIE.
Voor eenigen tijd ontving zekere A. H. te Eijgels-
hoven, bericht, dat in het buitenland een tante van
hem, met een flink vermogen, overleden was, en welk
vermogen hij erven moest. H. stuurde zijn trouwboek
je en verdere papieren op en maakte nog al andere
onkosten. Nu zou hij over eenige dagen de reis naar
het buitenland ondernemen om zijn erfenis in ont
vangst te gaan nemen. Maar onverwacht komt het be
richt, van zekeren J. H., iemand met gelijken familie
naam, dat hij „der wahre Erbe" is.
heeft het beleend, niet ingelost.nu heeft deze man
het gekochtheel goedkoop. Begrepen?"
Zij wischte zich het zweet van het voorhoofd. Zij
vioeg verder, zij wilde alles weten. Al was het ook
nog zoo beschamend, nog- zoo laag.
„En dit horloge heeft uw. heeft uw kennis ginds
van dien juwelier gekocht contant betaald?"
Frank: knikte.
„Natuurlijk.... contant betaald. Voor een derde
contant. Het horloge en den ring
„En dat moet nu beleend worden.
„Ja.... natuurlijk."
Heel vertrouwelijk kwam het er uit. Tille scheen
wel verstandig te zijn.
„En van dat geld wordt dan weer afbetaald.is
het niet
Zij sprak thans heel kalm en legde nieuwsgierig-
beid en belangstelling in haar -stem, al dreigde haar
hart ook stil te staan.
Hij lachte weer goed geluimd en fijntjes. „Neen,
Tille, geen afbetalingen meer, het geheel moet be
taald worden."
„Het geheel zoo? krijgt u er dan zooveel op?"
„Aha, zie je, mijn kind, altijd vriendelijk met kalm
te on eerbied aan den ouden papa vragen dan zal je
ook alles hooren. Luister, de zaak zit zooIn de Sey-
delstrasse heeft zich een nieuwe panclhuishouder ge
vestigd. De jongen is dom en heeft geld. Het komt
ei bij hem slechts op aan in zaken te komen. Ik weet,
dat hij de dolste prijzen betaalt! Als ik het horloge
voor zeventig mark heb gekocht, mooi is het niet, en
het ziet er uit, alsof het honderd vijftig waard is, nu
dan geeft hij er mij zeker tachtig of negentig mark
op, begrijp je.. En op den ring,... ik moet er eerst
vcor een koopje mijn monogram op laten graveeren,
welken ik voor tien mark heb gekocht, krijg' ik er vijr-
t-ien. Begrijp je, Tille? Nu wordt de juwelier betaald
en ik verdien aan de geschiedenis mijn twintig tot
dertig mark netto.... Meer dan één-, tweemaal kan
men daar niet heengaan, maar dan stuurt men fir zijn
menschen heen en geeft hun een paar procent. Altijd
in laten deelen, Tille altijd de belangstelling in de
zaak gaande houden. dat is het eerste beginsel."
Ottilie haalde zwaar adem.
„En de pandhuishouder?"
„Wel, die krijgt één, twee maanden zijn paar pfen
nig rente en dan laat men het pand vallen. Hij kan
het dan weer verkoopen. De helft van hetgeen hij be
taald heeft, krijgt hij toch altijd terug
De oude Frank lachte zeer zelfvoldaan. Het was
hem nu toch eens gelukt, Ottilie een zaak uit te leg
gen, haar van zija werkzaamheid te overtuigen.
Met de armen gekruist op den rug, liep hij de ka
mer op en neer, zacht fluitend zonder naar Ottilie te
zien, die als verdoofd tegen de tafel leunde en kracht
en gedachten.verzamelde voor wat nu moest volgen.
„Geef mij die. dingen, papa", zeide zij eindelijk heel
zacht en schraapte zich de keel, daar haar stem weer
geheel heesch was door opwinding. „Geef mij die
dingen'herhaalde zij luider en strekte de hand uit.
„Ben je krankzinnig?"
Hij stond voor haar met open mond, fonkelende
oogen en ouzekeren glimlach.
Zij herhaalde: „geef mij die dingen!"
Hij trok beide schouders op, zette een ronden rug
en balde de handen in de broekzakken. „Ik ben toch
niet geheel.
Hij sloeg met zijn vuist tegen zijn voorhoofd.
„nog niet heelemaal idioot. Wat wil je daarmee uit
voeren
„Ze naar den juwelier terug brengen. Geeft hij de
afbetaling terug, des te beter, geeft hij ze niet dan
moet het ook zoo gaan. ja. dan moet het ook
zoo .gaan", herhaalde zij met ontwakende energie en
greep naar zijn arm.
„Tille.... raak mij niet aan.... Dat zou nog
mooier zijn. Zijn eigen kind.... Tille laat los, laat
los, zeg ik je
Hij beproefde met geweld haar vingers van zijn
mouwen los te krijgen. Daarbij krabde hij haar on
voorziens. zoodat een bloeddroppel over de blanke
knokkels liep.
Ottilie was buiten zichzelf.
„Ik laat u niet los. U geeft mij die dingen, of, bij
Op de thuisreis van het stoomschip Goentoer kwam
een reiziger van vreemde nationaliteit te Padang aan
bcord.
Den eersten keer den besten dat de man aan tafel
kwam bemerkte men aan zijn kleedij met een krankzin
nige te doen te hebben, waarna hij scherp in 't oog'
werd gehouddn.
Weldra bleek dat de ongelukkige aan een soort ver-
alles wat heilig' is, ik loop naar de politie.ik ga
naar het gerecht! Ik laat u onder curateele zetten!
Ik zweer u, vader, bij alles wat ons heilig is.ik
laat u onder curateele zetten.Ik zweer het u bij
liet aandenken mijner moeder...."
Zij brak in een zenuwachtig lachen uit.
,Ik weet niet, of haar aandenken u heilig' is. ik
weet het niet. Maar mij is het heilig, verstaat u
mij
Ik zweer het u bij het leven van Felix. ik laat u
onder curateele zettenhedendadelijk
nu dadelijk. loop ik er heen. U weet niet, wat
u doet. II daalt tot misdadiger en u weet het niet.,
vader. papa. lieve papa.
Zij viel aan zijn voeten, sloeg haar armen om zijn
knie „het is bedrog,wat u doet, ik zweer het u
het is bedrog u weet het alleen niet. Geef de- din
gen hier, of ik doe,wat ik zeg- hoort u ik doe
het
Zij zag-, hoe hij met een beweging van haat, van
machtelooze woede horloge en ring uit den zak trok
en op bed slingerde. Zijn gezicht was verwrongen.
„Daar, neem, neem Je bent een gans een dom
me gans
Zij snelde op het bed toe, nam horloge en ring, keek
niet om naar haar vader, liep naar baar kamer, zette
haar ouden hoed op, trok haar manteltje aan en
strompelde de trap af.
Toen zij terugkwam, vond zij haar vader bewuste
loos in zijn kamer.
Hoe lang hij zoo gelegen had, wist Martha niet te
zeggen. Zij had hem,sinds de juffrouw weg was, niet
gehoord.
Ottilie zond om den dichtbij zijnden dokter.
„Een lichte aanval van beroerte", stelde hij gerust,
„den eersten keer heeft zoo iets niet veel te beteeke-
nen."
Ottilie hield het oude, witte hoofd met de verwarde
lokken in haar arm: „mijn arme papa mijn arme,
lieve papa."
.Wordt vervolgd.