DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Damrubriek.
mme%ÊTw^mmrm
mwTmmtmmrwKrm
op Dinsdag 18 April 1911.
op Woensdag 19 April 1911.
Aangifte van Leerlingen
Mo, 84
Honderd en dertiende jaargang
1911.
ZATERDAG 8 APRIL.
fe HikmaaPj
fe Ilkitiaar,
Oroote Voorjaw-veemarkt.
Alkmaarsche
Huishoud- en industrieschool.
Brieven uit Marokko
BINNENLAND.
wa wm n
ViwT^mrWm
mé wd wd
mm Am. wa. wm. m
voor de nieuwe cursussen 1 Mei 1911.
WA wm
AA. mm.
m
m. ww.
Wa wm.„ ül mA.
Wm Wm.Wm.
I
ALIMAARSCHE COURANT
ii
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat ter gele
genheid van de groote voorjaarsveemarkt op Dinsdag
18 April a.s., het vee. dat niet per vaartuig naar
de markt wordt gebracht, alleen aangevoerd mag
worden langs den Helderselien weg, over de
Heiloërbrng en over de Friesclie brng, d. i.
de draaibrug over het Groot Noerdhollandsch Kanaal.
Aanvoer van vee over de Geesterbrug, de Vlotbrug,
de Nieuwlanderbrug, de Emmabrug en de rustieke
voetbruggen is verboden. Het vee, 't welk over de
Boompoortsbrug bij het Zeglis de stad binnenkomt,
mag slechts naar de markt vervoerd worden langs
den Voormeer, de Bierkade, over de Vlotbrug naar
de Friesche brug,
Bij de Texelsche, de Heiloër- en de Friesche brug
zal het aan te voeren vee door deskundigen worden
onderzocht.
Het per vaartuig aan te voeren vee mag alleen ge
lost worden aan de Kanaalkade op de door den Haven
meester aan te wijzen plaatsen. Voor de marktschuiten
zal deze plaats zijn aan de lage steigers, aldaar.
Geen vee mag ter markt geplaatst worden zonder
voorafgaand deskundig onderzoek en in geen geval
vóór des morgens 5 uur.
Alkmaar, 7 April 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Industrieklassen 31 ^-jarige cursus.
Lesgeld f 25.per jaar.
Leeftijden van af 12 jaar. On- en minvermogen
den half geld of kosteloos.
Inlichtingen verstrekt gaarne de Directrice
M. W. ARBEITER.
(Oorspronkelijke Bijdrage).
I.
MOUL-IL-BACHA.
Velen lezers zal het denkelijk aangenaam zijn, wan
neer ik eens het een en ander vertel over Marokko, het
land, waar - vooral den laatsten tijd zoovelen uwer
landgenooten hun bestaan gezocht en ook gevonden
hebben, hetzij als soldaat in Franschen dienst, voor
politie in Marokko of als beambte van spoor of poste
rijen. De poorten van Marokko, welke zoo lang voor
iedereen gesloten waren of werden gehouden in de
binnenlanden, zijn door de Fransche troepen geopend
en van alle landen der wereld stroomt het hierheen,
om het geluk te beproeven.
Spoorwegen worden van uit Algerië de grenzen
overgeleid, hoeveel moeite het ook kost, bergen te
doorgraven en ravijnen te overbruggen. Vooral de
grond is op enkele plaatsen zoodanig, dat hij, wanneer
er veel regen valt, zooals in de wintermaanden, weer
even snel wegvloeit als hij is aangebracht. De wegen
aanleg is eveneens moeielijk en kostbaar, hoewel dit
werk grootendeels aan soldaten wordt overgelaten. De
ze lieden, eveneens bijeengezameld uit alle natiën der
wereld, dienen onder de Fransche vlag en vormen wat
rnen in Nederland noemt „het Vreemdelingenlegioen".
Ook de Hollandsche natie is sterk vertegenwoordigd.
Velen zijn hier gekomen met de gedachte, snel bevor
dering te zullen maken of veel geld te zullen verdie
nen, doch velen zien hun verwachtingen teleurgesteld.
Ook bij die troepen, welke door den Sultan zijn aange
wezen om zijn onderdanen nu en dan eens te „tuchti-
-gen", zijn een groot aantal Nederlanders.
Dat het geen lichte taak is, hier eenige beschaving
te brengen, laat zich begrijpen, daar het de opperhoof
den zjjn, die al het mogelijke doen, om de beschaving
hunner onderdanen tegen te houden, omdat zij, indien
hier beschaving komt, er nadeel van ondervinden. De
toestand is ongeveer aldus: De Marokkanen zijn groo
tendeels verdeeld in volksstammen, welke ieder hun
„Sheik" of hoofd hebben, die regeert over een stuk
grond van Marokko en tevens over zijn onderdanen,
welke evenwel alle tot één stam behooren. Zoo'n
„Sheik" bewoont zijn „kasbah" of paleis met eenige
honderden zijner onderdanen, die door hem zijn aange
wezen om voor hem te werken. Van deze lieden kan hij
er zooveel nemen, als hij voor zijn onderhoud noodig
acht, zij bebouwen zijn akkers, hoeden zijn vee, ja, ge
ven hun mooiste kinderen aan hem, wanneer hij het
verlangt; in 't kort: het zijn slaven, waarover hij naar
willekeur^ kan beschikken. Loon voor hun arbeid ont
vangen zij niet, enkel datgene, wat zij noodig hebben
voor hun onderhoud, zooals levensmiddelen em kleede
ren.
Zijn overige onderdanen zwerven rond met hun vee:
schapen, geiten, kameelen, ezels en soms ook eenige
rundoren, trekkende van de eene plaats naar de an
dere. Zij bewonen tenten, welke bestaan uit aan el
kaar gehechte dierenhuiden. Zoo'n tent beslaat een
oppervlakte van 10 M2. en daar is de gansche familie
in ondergebracht, soms wel 40 personen. Van meube
len is geen sprakeIn het midden is de keuken, ge
vormd door eenige ruwe steenen en het gereedschap
tot koken bestaat uit eenige zelfgebakken potten en
pannen, enkele hondenhuiden met. water gevuld
dat is alles. De slaapplaatsen bevinden zicli aan de
zijde en doen denken aan een varkensstal. Boven in
de tent zijn stokken aangebracht, waar de kippen hun
plaats voor den nacht hebben. De kleeding van den
Marokkaan is altijd dezelfde, 's winters of 's zomers,
bij dag of nacht, hij draagt steeds zijn grauwen man
tel, waaronder een lang wit hemd met den gordel met
patronen en ponjaard. De voeten zijn bloot; alleen
wanneer hij een verre reis onderneemt of op bezoek
gaat bij zijn „Sheik", draagt hij een paar sandalen,
gevlochten van gras. Als hoofddeksel windt hij een
witte lap eenige malen om het hoofd en daarmede is
zijn uitrusting compleet.
De vrouwen zijn eveneens armoedig gekleed. Ze zijn
in zoo'n tent sterk vertegenwoordigd, daar iedere mu
zelman zich zooveel vrouwen mag aanschaffen als hij
zich kan veroorloven en kan onderhouden. Evenwel
moet hij ze koopen van zijn schoonouders en hoe
mooier de huid, des te hooger is de prijsDe minste
prijs is gewoonlijk de waarde van 100 gulden. Het
„huwelijk" of koop der eerste vrouw wordt met veel
drukte gevierd, acht dagen aan één stuk worden maal
tijden gegeven, bezoeken worden afgelegd aan de naas
te tenten of familie der beide partijen, geschoten
wordt er dag en nacht, muziek gemaakt met holle
stukken hout, waarover een vel is getrokken, enz.
Koopt manlief evenwel de tweede, dan is de drukte
heel wat minder, terwijl bij de derde en meerdere alle
feestvreugde wordt nagelaten. De ega's zitten elkaar
soms aardig in het haar, zoodat haar schelden uren
ver hoorbaar is boven het geblaf en gejank der vele
honden, welke huishouden met de vele kinderen, die
naakt rondloopen. De vrouwen worden vroeg oud, het
vroege gedwongen huwelijk op 12-jarigen leeftijd, de
vele kinderen, het ruwe kampleven, het zware werk
voor de huishouding maken van een 40-jarige een af
geleefde vrouw. Als de vrouwen jong zijn, zijn ze zeer
mooi, hoewel het tatoueeren haar schoonheid leelijk
maakt in onze oogen. Als sieraad dragen zij tal van
snuisterijen om den hals, een snoer met allerhande
dingen, zooals een spiegeltje, een stukje zink, een ge
vonden oude munt, een etiket van een kurk, enz. In
de ooren hangt een stuk ijzerdraad, eveneens belast
met de zelfde artikelen. Bij één zag ik zelfs de ach
terzijde van een oude wekkerklok, waarop zij wat
trotsch was! Worden zij evenwel oud en leelijk, dan
zijn zij werkdieren harer meesters; terwijl dezen in de
schaduw liggen te slapen, bebouwen zij het land, oog
sten de haver of rogge, malen het graan tusschen twee
steenen, bakken een soort brood, maken manden van
„alfa" (een soort biezen, waarvan ook koord wordt ge
vlochten) kortom, alles wat benoodigd is tot onder
houd van het gezin, maken zij zelf.
De man doet niets dan toezicht houden over alles,
hij verhandelt zijn vee en producten op de markt, wel
ke éénmaal per week wordt gehouden. Ware hij niet
zoo jaloersch, zoo lang zijn vrouw aanspraak maakt op
schoonheid, ook die arbeid zou haar worden opgedra
gen. Thans treft men op een markt niets aan dan
oude vrouwen, die thuis niet meer van nut zijn en nu
ter markt worden gezonden met allerhande waren,
welke evenwel op de Alkmaarsche markt geen koopers
zouden vinden. Zoo vindt men er handelaars in klee-
diugstoffen, meest ingevoerd uit Engeland, doch alle
goederen hebben een vuil aanzien in ons oog als een
hoop lompen. Deze handelaar verkoopt tevens lijnolie,
petroleum en schapenvet. Naast hem zit een oude
man, die kaarsen verkoopt, gemaakt van schapenvet;
ook verkoopt hij gedroogde vijgen, aan een touwtje
geregen. Verder vindt men er boter, melk, snuifta
bak, lucifers, „kif-kif" (Arabische tabak), tabakspij
pen, enz. Vraagt men den prijs van e,en artikel, dat
men wil koopen, dan vragen zij met een ernstig ge
zicht meer dan liet dubbele der waarde. Zoo vraagt
de handelaar voor een kaars twee kwartjes, doch geeft
licm 2V2 cent en hij is dubbel tevreden.
Des middags te 3 uur is niemand meer op de markt
te vinden, dan is bet het uur des gebeds. Overal ziet
men hen, met het gelaat naar de zon gekeerd, knielen,
de aarde kussen, weder opstaan, om na eenige oogen-
'olikken het zelfde te herhalen, In die oogenblikken
vergeten zij alles om hen heen. Sommigen der onzen
mogen hen bespotten, zij laten zich niet afleiden van
hun gebed. In hun geloof zijn zij overtuigder dan me
nig Christen.
Hiermede zal ik voor het oogenblik eindigen. Ik
hoop evenwel een volgende maal iets meer te schrijven
over het leven hier en andere wetenswaardigheden.
VAN DER VELDEN.
Gemengd nienws.
ENGELSOHE ZUIVELBEREIDERS NAAR NE
DERLAND.
De Londensche berichtgever van het Hbld. ver
neemt, dat het programma van een reisje van onge
veer 135 leden der British Dairy Farmers Association
door ons land, behoudens onvoorziene wijzigingen, als
volgt is samengesteld:
In den vroegen ochtend van 6 Mei e.k. zullen de
hoeren te 's-Gravenhage aankomen en bezoeken bren
gen aan liet boter- en kaas-contrólestation enz. Om
twee uur in den namiddag volgt dan de eerste confe
rentie, waarin dr. Van Rijn een voordracht zal hou
den over „De zuivelbereiding in Nederland," en dr.
J. Poels, directeur van het Rijks Serum Instituut te
Rotterdam, over „De middelen in Nederland aange
wend om veeziekten te bestrijden."
De Zondag daarop zal worden besteed met een be
zoek aan de bloembollenvelden te Hillegom en Lisse.
Maandag 8 Mei zullen de Engelschen naar Gouda
gaan en er de gasten zijn van de afdeeling Gouda der
Holl. Mij. van Landbouw en onder haar auspiciën be
zoeken brengen aan boerderijen te Stolwijk, te
Haastrecht en te Waddingsveen.
Dienzelfden avond wordt naar Arnhem gereisd en
den volgenden dag een bezoek gebracht aan een mo-
Ci boerderij te West-Pannerden en aan de Rijksland
bouwschool te Wageningen.
Op Woensdag 10 Mei wordt gereisd naar Leeuwar
den en van daar uit worden dien dag bezoeken ge
bracht aan boerderijen te Weidum en te Marssum,
terwijl na terugkeer te Leeuwarden de heer J. Mes
dag, zuivel-inspecteur voor Friesland, een lezing zal
houden over „Melk-opbrengst."
Donderdag 11 Mei wordt de zuivelfabriek der Kon.
Ned. fabriek van melkproducten te Sneek bezocht en
bieden de Friesche zuivel-vereenigingen den vreemden
gasten in die stad een lunch en daarna een boottocht
over het meer naar Akkrum aan.
Leeuwarden wordt in den ochtend van Vrijdag 12
Mei verlaten om te reizen naar Alkmaar, van waar
men dienzelfden middag naar Midden-Beemster gaat
om daar te zien de fabriek van Edammer kaas De
Toekomst, de kaasfabriek De Bamestra en de boerderij
des heeren Zeeman.
Van daar vertrekt men dan naar Amsterdam, waar
in den ochtend van 13 Mei de merkwaardigheden der
stad worden bekeken, terwijl in den namiddag een deel
der excursion isten te Hoorn het Rijkslandbouwproef
station en de Model-zuivelboerderij gaat zien en een
ander gedeelte te Rotterdam de Coöperatieve fabriek
van gecondenseerde melk gaat bezoeken.
Natuurlijk mag VQor Engelschen een bezoek aan
Marken en Volendam niet ontbreken en dit neemt dan
ook de plaats op het programma in als slot, op Zon
dag 14 Mei; dien avond keeren de Engelschen naar
Londen terug.
ZIEKTEVERZEKERING
DER LANDBOUW ONDERLINGE.
In het lokaal van den heer Hofdijk werd door de
Plaatselijke Commissie te Heer Hugowaard van Land
bouw Onderlinge een openbare vergadering uitge
schreven, om belanghebbenden en belangstellenden ten
aanzien dezer ziekteverzekering te doen voorlichten
door den heer J. Maurer te Amsterdam, adviseur der
Tuinbouw Onderlinge. Door den voorzitter van bo
vengenoemde commissie, den heer D. Hartenberg,
werd het klein aantal aanwezigen welkom geheeten,
waarna hij het woord gaf aan den heer Maurer. Deze
wees er in de eerste plaats op, dat voor den landman
nog niet de verplichting bestaat zijn personeel te
gen ziekte te verzekeren, zooals sommige vertegen
woordigers van winstzoekende maatschappijen het
vaak laten voorkomen. Wel is die verplichting in de
naaste toekomst te wachten, zoowel wat ziekte als wat
ongevallen in het bedrijf betreft. Dit neemt echter
niet weg, dat het zoogenaamde arbeidscontract ook
den landman verschillende verplichtingen oplegt, en
om zich tegen zware offers door die verplichtingen
soms veroorzaakt, te vrijwaren, gaat men zich, doch
geheel vrijwillig, verzekeren. Dit gaf het aanzijn aan
de Landbouw- en de Tuinbouw Onderlinge, ook in de
ze omgeving al geen vreemde instellingen meer. Aan
gezien spreker's tijd beperkt is, geeft hij in 't kort
eenig inzicht in het arbeidscontract. Slechts even
wordt stilgestaan bij art. 1638x, feitelijk niet anders
dan een veiligheidsmaatregel; zooals men weet neemt
de Tuinbouw Onderlinge de gevolgen daarvan op zich
voor hare verzekerden.
Verzekering ten#aanzien van art. 1638c (korten tijd
uitkeering van loon bij ziekte of ongeval) ontraadt
spreker ten zeerste, en hiermede wil de Landbouw
Onderlinge ook beslist zich niet gaan bemoeien, aan
gezien bij de bedrijfs-ongevallenwet is gebleken, dat
dit artikel herhaaldelijk aanleiding geeft tot fraude;
fraude, welke men ziet plegen en toch niet wettig kan
constateeren.
Hierna komt spr. aan art. 1638ij, dat aan den land
man ook de verplichting oplegt: verpleging en genees
kundige behandeling te verstrekken bij ziekte van in
wonend personeel. Door menigeen is deze verplich
ting' al opgevoelige wijze gebleken. Hiertegen nu wil
de Ziekteverzekering der Tuinbouw Onderlinge hare
leden assureeren. Den verzekerde wordt door de Tuin
bouw Onderlinge terugbetaald het bedrag, dat hij voor
een ziektegeval van meid of knecht aan den dokter, of
zoo noodig voor verpleging ook zal hebben te betalen.
Uit elders opgedane ervaring blijkt, dat de voorschot-
premie van 2 per jaar voor elke inwonende dienst
doende in den regel voldoende zal zijn om door onder
linge verzekering de gemeenschappelijke kosten te be
strijden. Door spr. wordt nog de weg gewezen, welke
men bij een ziektegeval heeft te bewandelen. Hierna
worde.n nog enkele vragen beantwoord, waarna de ver
gadering door den voorzitter met een woord van dank
werd gesloten.
AAN DE DAMMERS.
Met dank voor de ontvangen oplossingen van pro
bleem 124 en vraagstuk 37.
Stand van no. 124.
Zw. 2, 6. 8, 10, 13, 14, 15, 19, 20, 23, 24, 29.
W. 11, 27, 30, 31, 32, 35, 37, 38, 42, 43, 44, 45.
Opl. v. d. auteur.
1. 4440 1. 6 17
2. 27—22 2. 17 28
3. 40—34 3. 29 40
4. 35 44 4. 24 35
5. 44—40 5. 35 44
0. 43—39 6. 44 33
7. 38 9 7. 14 3
8. 32 5
Vraagstuk 37 had den nav. stand.
Zw. 6, 9, 10, 13, 15, 18, 20, 25, 26.
W. 16, 24, 27, 28, 29, 34, 35, 37, 40, 47.
De vraag waswaarom wil wit schijf 28 wel mis
sen?
Wel, indien wit die schijf niet had, maakte hij den
volgenden eenvoudigen slagzet
1. 16—11 1. 6 17
2. 37—31 2. 26 37
3. 4742 3. 37 48
4. 27—214. 48 19 (2 sch.)
5. 21 3!
Wij ontvingen ditmaal goede oplossingen van de
heeren Q. Cloeck, D. Gerling, J. Houtkooper, J. M.
Houtkooper en W. Los, allen te Alkmaar, S. Homan
te Wijde-Wormer, II. E. Lantinga te Haarlem en H.
J. Toepoel te Den Haag.
Van 123 ontvingen wij nog een goede oplossing van
W. J. Eriks te Zijpe.
EEN INTERESSANT PARTIJGEDEELTE.
In een partij te Rotterdam, gespeeld tusschen de
heeren O. G. Vervloet met wit en L. H. Kurpershoek
niet zwart, kwam na den 29sten zet van wit de volgen
de stand voor:
v///y//> v//
Wij zullen nu het verdere verloop der partij geven.
29. 14—20?
Een zwakke zet. Zwart kon een schijf winnen door
23—28, 14—20, 18 40, 17—21 en 12 25.
30. 25 14 30. 19 10
31. 48—43 31. 10—14
32. 30—25 32. 3—9
33. 37—31 33. 17—21
34. 26 17 34. 12 21
35. 27—22 35. 18 27
'36. 31 22 36. 7—12
Inleiding tot een mooie combinatie.
37. 22—18 37. 12—17
38. 18—12?
Wit loopt in den val. Hij veronderstelt, dat zwart
813 zal spelen. Dan wint wit met 4237 en 3227.
Wit had als 38sten zet moeten spelen 3933 en
33 24.
38. 29—34
39. 39 30 39. 23—29
40. 12 3 40. 29—33
41. 38 29 41. 21—26
42. 3 21 42. 16 49
Op 16 47 gaf 4137, 43-38 en 36 27 aan wit een
zekerë remise.
43. 30—24 43. 11—17
44. 29—23 44. 49—16
(anders wit 4238 en 35 24)
45. 42—37
(anders zwart 2631 en 16 36).
45. 17—22?
nu vergist zwart zich en maakt wit de' partij handig
remise.
1638 had wit tot 24—19 gedw., waarop zwart door
88—15 en 15:4 zeker had gewonnen.
46. 37—31 46. 26 46
47. 35—30 47. 46 19
48. 24 4 48. 16—2
49. 4 31 49. 2 35
remise.
Zeer interessant. Het naspelen overwaard.
Probleem 125 is van den heer H. O. v. Oort, een be
kend problemist uit Haarlem, die ten zeerste ijvert
voor den vooruitgang van ons mooie spel.
Probleem 125 van H. O. v. Oort te Haarlem.
Zw. 8, 10/14, 17/20, 22, 23, 25, 27, 28.
W. 26, 29, 31, 33, 34, 36/39, 42, 44/48.
Vraagstuk 38 van M. Fabre (Fr.)
W.
Zw. 3, 4, 7, 10, 12/16, 19, 24, 26, 29.
W. 25, 27, 28, 30, 32, 37/40, 42, 43, 48, 49.
Welken slagzet maakt wit?
Opl. s. v. p. vóór of op 13 April.