DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Nationale Militie.
No. 85
MAANDAG
10 APRIL.
Honderd en dertiende Jaargang.
1911
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,—
Afzondei lijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Uit Hof- en Hoofdstad.
Telefoonnummer 3.
COURANT
HEBHALIJfGSOEFENMfGEJf.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
gelast, krachtens bekomen aanschrijving, de onder
staande hier wonende verlofgangers, om zich, ter bij
woning der herhalingsoefeningen, bij hun korps te
vervoegen als volgt
4e Regiment Vesting-Artillerie, lichting 1904, gar
nizoen Helder.
1 MET 1911: WILLEBRORDUS JOHA JUNES
HOLLEK BERG JOHANNES SOHOEM AKER,
AR1E RUS, JOHANNES CORNELIS MEEUW-
SEN.
4e Regiment Vesting-Artillerie, lichting 1908, gar
nizoen Helder.
21 AUGUSTUS 1911: OORNELIS JOHANNES
ERKAMP, HENDRIK VAN DIGGELEN.
4e Regiment Vesting-Artillerie, lichting 1906, gar
nizoen Neuzen.
4 SEPTEMBER 1911: JOHANNES ADRTANUS
OPMEER.
4e Regiment Vesting-Artillerie, lichting 1906, gar
nizoen Helder.
4 SEPTEMBER 1911: JACOB SCHENKE. GE-
RARDÜS SCHOUTEN, ADRTANUS FRANCIS-
CIS BRUIN, JACOB SCHUTZ, KRIJN SCHAD-
DENHORST, JACOBUS JOHANNES HULS
KAMP, FREDERIC US HERMANUS GAART-
HtliS, WILLEM BREED, JACOB VAN DEN
KOMMER.
4e Regiment Vesting-Artillerie, lichting 1908, gar
nizoen Helder.
25 SEPTEMBER 1911: BERNARDUS PAULUS
SMIT, HERMANUS NICOLAAS HENNING, JO
SEPH MATTHEUS CASSEE, OIJSBERTUS
OOI JE VAAR, JAN HAM, JACOB BOOT, WIL
I.EM PLOEOER, ANTONIUS MANNES, ADRIA-
NUS BEEMSTERBOER, PETRUS VLAARKAMP.
Ie Regiment Veld-Artillerie, lichting 1906, garni
zoen Utrecht.
15 MEI 1911THEODORUS SMIT.
2e Regiment Veld-Artillerie, lichting- 1906, garni
zoen Leiden.
6 JUNI 1911: CORNELIS TROMP, JAN DE
MOOR.
2e Regiment Veld-Artillerie, lichting 1908, garni
zoen Leiden.
4 JULI 1911CORNELIS SCHOEN.
Korps Torpedisten, lichting 1907, garnizoen Helder.
7 AUGUSTUS 1911: ANTHONIUS KOK.
Korps Pontonniers, lichting 1904, garnizoen
Dordrecht.
19 SEPTEMBER 1911: PIETER NOL.
Korps Pontonniers, lichting 1908, garnizoen
Dordrecht.
5 SEPTEMBER 1911: CORNELIS REZEL, EG
BERTHS GERARDUS D1TINEVELD.
2e Regiment Vesting-Artillerie, lichting 1906, gar
rxizoen Amsterdam.
11 SEPTEMBER 1911: PIETER CORNELIS
VIS.
Korps Pantserfortartillerie, lichting 1904-, garnizoen
Helder.
4 SEPTEMBER 1911: HERMANUS ANTONIUS
MICHELS, HERMANUS JOHANNES BESTE
MAN.
Korps Pantserfortartillerie, lichting 1906, garnizoen
Helder.
4 SEPTEMBER 1911: JOHANNES MOOIJ.
Korps Pantserfortartillerie, lichting 1908, garnizoen
Helder.
4 SEPTEMBER 1911: EVERT VAN DER WIS
SEL, ANTHONIUS VAN ZON, HENDRIK JACO
BUS WEIJMER.
2e Regiment Vesting-Artillerie, lichting 1906, gar
nizoen Amsterdam.
16 October 1911: CORNELIS HENDRIKUS DE
VREES.
Den verlofgangers wordt hierbij gewezen op de na
volgende bepalingen:
lo. dat de miliciens-verlogangers woonachtig in d
plaats van opkomst, zich op den dag voor de op
komst bepaald, uiterlijk te 8 uur voormiddags bij
het korps of op de plaats van bestemming moe
ten aanmelden
2o. dat de miliciens-verlofgangers woonachtig bin
nen 20 K.M. van de plaats van opkomst, op den
dag voor de opkomst- bepaald, uiterlijk te 10 uur
voormiddags bij het korps of op de plaats van
bestemming aanwezig moeten zijn;
3o. dat de overige miliciens-verlofgangers zich bij
hun korps moeten aanmelden:
Voor zooveel zij binnen het Rijk gevestigd zijn,
op het tijdstip waarop zij aanwezig kunnen zijn,
indien zij zich op den dag voor de opkomst be
paald met het eerst vertrekkende middel van ver
sneld vervoer langs de op de vervoerbewijzen aan
gegeven route naar de plaats van opkomst bege
ven;
voor zooveel zij buiten hot Rijk gevestigd zijn,
op den dag voor de opkomst bepaald vóór 4 uur
namiddags.
Voor zooveel miliciens door ziekte of om eene anJ
dere reden niet tot den werkelijken' dienst kunnen
overgaan, worden zij verzocht daarvan vóór het tijdstip
voor de opkomst bepaald, ter gemeente-secretarie me-
dedeeling to doen.
Do Burgemeester voornoemd,
O. RIPPING.
Alkmaar, 10 April 1911.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN
ALKMAAR HERINNEREN BELANGHEBBEN
DEN ER AAN, DAT DE SCHULDVORDERIN
GEN OVER HET JAAR 1910 TEN LASTE DIER
GEMEENTE, INGEVOLGE DE BEPALINGEN
DER WET VAN 8 NOVEMBER 1815 (STAATS
BLAD No. 51) VÓÓR OF OP DEN LAATSTEN JU
NI A. S. MOETEN WORDEN INGEDIEND, BLT
GEBREKE WAARVAN ZIJ VERJAARD EN
MITSDIEN NIETIG ZIJN.
VOORZOOVER NOG VORDERINGEN MOE
TEN INKOMEN, WORDT EENE SPOEDIGE IN
ZENDING DAARVAN AANBEVOLEN.
ALKMAAR, 7 APRIL 1911.
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar,
O. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
ALKMAAR, 10 April.
Spanje mag in het weekoverzicht ditmaal wel voor
op genoemd worden, zoowel om wat er in het land zelf
als om wat er in Marokko geschiedde. Wat de bin-
nenlandsche aangelegenheden betreft, zij allereerst
vermeld, dat -de ministerieele crisis van slechts korten
duur is geweest. Het liberale dit woord gebruikt
in Spaanschen zin kabinet Canalejas werd de vori
ge week in het parlement geducht bestookt door de
republikeinsehe partij, die wilde, dat het ministerie
zich ten aanzien der Ferrer-zaak zou uitspreken over
het kabinét-Maura, terwijl het buiten het parlement
aanvallen had te verduren van het leger, dat zich ge
belgd toonde over de parlementaire debatten en zich
door het ministerie niet genoeg verdedigd achtte. In
den boezem van het kabinet ontbrandde tengevolge
van deze dubbele oppositie een strijd', die zoo hoog
liep, dat de heer Canalejas niets beters wist te doen,
dan den koning het ontslag' van het geheele ministe
rie aan te bieden. De koning, die niet alleen tijd heeft
Voor duivenschieten en autorijden, maar zich meer met
staatszaken schijnt te bemoeien dan wel gedacht
wordt, verklaarde, dat de Spaansche politiek zich in
de normale lijn van het parlementaire stelsel moest
blijven bewegen, dat hij zich wilde schikken naar den
wil des volks en het volle vertrouwen bleef stellen in
den minister-president. Het gevolg hiervan was, dat
lipt ministerie gereconstrueerd, d. w. z. ontdaan van
het element, dat tegen den premier in ging, terugkeer
de eu dat de Ferrerdebatten, in stede van gestaakt te
worden, onmiddellijk werden voortgezet. De regeering
wenschte, dat deze zaak zoo uitvoerig zou worden be
handeld als het reglement toeliet, met dien verstande,
dat misbruiken van de vrijheid van discussie niet zou
den worden toegestaan en dat de militaire rechtspraak
niet zou worden aangeroerd. De hoop op een kalme
discussie is intusschen niet verwezenlijkt. Vooral de
socialistische afgevaardigde Iglesias hield een fel be
toog, eindigend met dit dreigement: „Wordt er geen
recht gedaan, dan zult gij het gekletter der wapens
vernemen."
De heer Canalejas verzekerde onmiddellijk na deze
uitlating, dat de regeering tegenover revolutionair ge-
\Veld de macht zou stellen, waarover zij volgens de wet
ïhocht beschikken.
Dat de discussie tenslotte geheel over de Ferrerzaak
heenging bewees het voorstel der republikeinen, waar
in de Kamer werd verzocht de verklaring af te leggen,
dat zij met genoegen zou zien, dat de regeering een
wetsontwerp indiende, waarbij het militaire wetboek
van strafrecht gewijzigd, en de wet op de rechtspraak
afgeschaft wordt.
De premier verklaarde, dat de regeering zich had
voorgenomen, geen enkel voorstel te aanvaarden, het
welk naar aanleiding van de debatten over de zaak-
Ferrer, in stemming zou worden gebracht. De wijzi
ging van het militaire wetboek van strafrecht zal ver
vat zijn, zeide hij verder, in het ontwerp tot wijziging
van do Spaansche wetgeving, zooals dit op het pro
gram der regeering voorkomt.
De. wet op de rechtspraak kan, naar hij betoogde,
niet worden afgeschaft, zoolang het militaire wetboek
van strafrecht niet is gewijzigd.
De heer Canalejas verzocht dus de Kamer, tegen
hét voorstel der Republikeinen te stemmen, en met
179 tegen 23 stemmen besloot de Kamer aldjns.
De Kamer werd hierop voor onbepaalden tijd ver
daagd.
Ook de toestand in Marokko baarde het kabinet
zorg. Het gaat onder sultan Moelaï Hafid al niet j
béter dan onder sultan Abdoel Azis. Een derde broeder
moet zich nu weer tot sultan hebben doen uitroepen, j
oproerige stammen hebben de stad Fez ingesloten.
In de Fransche Kamer heeft de minister van bul- j-
tenlandsche zaken verklaard dat, mocht de toestand
verergeren, Frankrijk binnen de grenzen, aangewezen
door de acte van Algeciras, de noodige maatregelen
zou nemen om de veiligheid van de Europeanen en de
inboorlingen te verzekeren.
De heer Canalejas nu heeft, naar aanleiding van
een vraag verklaard, dat Spanje acte-genomen heeft
van de waarschuwingen, welke de Fransche regeering
heeft gemeend de Algeciras-mogendheden te moeten
geven. Het is te vreezen, zeide de minister-president,
dat de gebeurtenissen te Fez zich zullen doen gevoelen
in andere deelen van het Marokkaansche rijk en Span
je zal zich hebben te wapenen op hetgeen gebeuren
kan.
De heer Maura verklaarde hierop, dat de conserva
tieve partij, zoo noodig', alle hulp en alle steun aan de
regeering zou schenken.
Ook de Carlisten boden hun hulp aan, terwijl de
socialistische spreker zeide dat zijn partij zich zou
richten naar de feiten en zou handelen gelijk zij steeds
heeft gedaan.
De heer Canalejas zeide hierop den conservatieven,
nationalisten en Carlisten dank, en verklaarde ver
volgens dat, zoo de" socialisten van zins mochten zijn,
den soldaten te beletten, zich naar hunne regimenten
te begeven, wanneer het vaderland! hen roept, de re
geering zich daartegen zal weten te verzetten met alle
middelen, waarover het openbaar gezag te beschikken
heeft. Met langdurige toejuichingen van bijna de ge
heele Kamer werd deze mededeeling begroet de
heer Canalejas heeft dus geen slechte week gehad.
In Italië waar de Duitsche kroonprins en zijn
gemalin uit 's keizers naam de gelukwenschen met het
jubileum kwamen bieden heeft de heer Giolitti
voor de zooveelste maal als minister-president een re-
geeringsverklaring afgelegd. Hij beloofde een nieu
we kieswet, een staatsmonopolie van levensverzeke
ring, versnelling der rechtspraak, meer middelbaar on
derwijs en souvereiniteit van den staat over de kerk.
Bij de beraadslaging waarin o.m. de sociaal-de
mocratische afgevaardigde verklaarde dat zijn partij
het regeeringsprogramma aanvaardde en dat het soci
alistische congres zal beslissen over de kwestie van
het deelnemen der socialisten aan tie regeering zei
de de heer Giolitti, dat het regeeringsprogram het re
sultaat is van langdurige overpeinzingen.
Noch als minister, noch als afgevaardigde, heb ik,
zeide spreker, ooit een woord gesproken, dat de nood
zakelijkheid van een vrijzinnig en democratisch beleid
niet beaamde. Het voorstel tot invoering van alge
meen kiesrecht is de vrucht van deze overtuiging.
Spreker betreurde slechts, dat de lieer Bissolati do
verantwoordelijkheid van de regeering niet op zich
heeft willen nemen. Het verwonderde hem, dat de li
beralen zich ongerust hebben getoond, omdat hij zich
tot de socialisten had gewend, en dat te meer omdat
de socialistische partij haar programma belangrijk ver
zacht had.
De ware meerderheden vormen zich om ideeën, niet
om personen. Het vraagstuk, dat alle andere in be
langrijklieid overtreft, is dat van liet algemeen stem
recht.
De roemrijke taak van de tegenwoordige Kamer zal
zij o een hervorming goed te keuren, die bestemd is, de
grootheid en den voorspoed van het vaderland te ver
meerderen, zeide spreker tenslotte.
De Kamer nam hierna met 340 tegen 88 stemmen
een motie aan, waarin de richting, die door de verkla
ring van den eersten minister aan de werkzaamheid
der Kamer gegeven wordt, werd goedgekeurd en ging
tot 9 Mei uiteen.
Ook deze minister-president heeft dus een tijdje
rust,
In Oostenrijk werd deze week geregeerd zonder par
lement en dat zal nog wel een tijdje zoo voortduren.
Het Huis van afgevaardigden is naar huis gezon
den, de begrooting is bij keizerlijk besluit vastgesteld
en nieuwe' verkiezingen zullen over geruimen tijd
plaats hebben. De rassenhaat, met name de haat
tusschen Tsjechen en Duitschers, zal vermoedelijk in
de samenstelling van het nieuwe parlement wel geen
beteren toestand scheppen
In Rusland heeft door zijn staatsstreek de heer
Stolypin getriumfeerd, dc Doema heeft tot voorzitter
(do president had als protest togen het optreden der
regeering ontslag genomen) gekozen een vriend van
den minister-president dat teekent do toestand
Frankrijk heeft weer zijn „affaire.'
In verband met een klacht door den minister van
buitenlandsche zaken zijn een leerling-consul, werk
zaam aan het ministerie van buitenlandsche zaken, be
nevens twee andere personen aangehouden, verdacht
van diefstal van verzegelde papieren uit het ministe
rie. 's Avonds schijnt de lccrling-consul de stukken
medegenomen to hebben en den volgenden morgen
weer op zijn plaats te hebben gelegd. De documenten
moeten een economisch cn financieel karakter dragen.
Volgens een Parijs blad zou de heer,Pichon met de
aan het ministerie begane onbescheidenheden in
kennis zijn gesteld door den Franschen gezant te
Londen, M. Bonjard, die er op zijn beurt opmerkzaam
op was gemaakt door deti hoofdredacteur van een Lón-
densch blad.
Algemeen wordt een der aangehoudenen als 'n door
Duitschland betaalde agent beschouwd, tegen welke
bewering de Duitsche bladen natuurlijk heftig protes
teeren.
In Albanië werd weer gevochten, in Mexiko was het
iets stiller. Men ziet het de week was rijk aan ge
beurtenissen
Een gebeurtenis van belang is het heengaan
van burgemeester Sweerts, die tot Commissaris der
Koningin in Zuid-Holland is benoemd, aldus de „To
renwachter" in zijn Haagschen brief aan do Middelb.
Ot. Voor de residentie is dit aftreden1 zeer beslist een
groot verlies te noemen, want de heer Sweerts was,
wat men ook moge zeggen, als het ware geknipt voor
de betrekking, die hij gedurende ruim zeven jaar heeft
bekleed. Hij was juist democratisch genoeg voor onze
aristocraten en niet te zeer aristocraat voor onze ru
moerige democraten van het gemeentehuis. Ook als
leider der raadsvergaderingen was hij voortreffelijk.
Voor mij was hij een type van een „Haagsche burge
meester" in den goeden zin van het woord.
Alle bladen, zonder onderscheid van politieke kleur,
hebben hem dan ook hulde gebracht voor hetgeen hij
voor de gemeente gedurende zijn ambtsperiode gedaan
heeft en daarbij doen uitkomen, dat wij in hem een
goeden Commissaris hebben gekregen.
Als opvolger van den heer Sweerts hoort men den
naam noemen van jhr. Bo-reel van Hoogelanden, bur
gmeester van Haarlem, „man van rechts."
Of hij het echter worden zal, durf ik niet zeggen.
Het wordt als „vast waar" beweerd.
Aan de Prov. öron. Ct. wordt uit Amsterdam" ge
schreven
Dat, trots de drukte, die er in sommige klingen
gemaakt wordt van de Paleis-Raadhuis-quaestie, de
burgerij zich er niet bijzon-der warm over maakt, is
nog niet zoo duidelijk aan den dag getreden als bij de
meeting, die de vereeniging „Amsterdamsche Belan
gen" er over had belegd tegen Woensdagavond 1.1.
Zij had er de groote zaal van het Concertgebouw voor
gehuurd, en de groote trom was er voor geslagen.
Drie mannen van naam en beteekenis zouden over het
vraagstuk spreken, lichtbeelden zouden vertoond wor
den en niettemin was de groote zaal nog niet eens
half bezet. Een tegenvaller voor de vereeniging, maar
tevens een les voor hen, die hemel en aarde willen
bewegen om het Paleis op den Dam weder tot Raad
huis te maken. Het publiek maakt zich daar werkelijk
niet zenuwachtig over; het ziet in het Paleis op den
Dam niet het aan de Stad Amsterdam ontnomen
Raadhuis, doch uitsluitend het pracht-monument der
Vaderlandsche bouwkunst, dat evenals een museum
van oudheden bezichtigd kau worden en waarvan! de
schoonheden nieuwen luister krijgen door het acht-
daagsche bezoek van het koninklijk gezin aan de
hoofdstad. Dat dit zich bij zijn logies in het reusach
tige gebouw zou moeten behelpen, gelooft men niet;
dat de gemeente-secretarie er behoorlijk onder dak zou
kunnen gebracht worden, aanvaardt men evenmin, en,
conservatief als we allen iu het diepst van ons hart
zijn, vindt men handhaving van den bestaanden toe
stand lang niet het slechtste: als er in het tegenwoor
dige stadhuis plaats te kort komt, dan moet men er
nog maar een huis bij nemen. Men heeft dat al zoo
dikwijls gedaan, dat het best nog eens te doen is. Ons
stadhuis ziet er wel niet zeer indrukwekkend uit,
maar dat heeft het gemeen met zoovele regeeringsge-
bouwen. En bovendien, hoe komt men er aan de Ko
ningin uit haar huis te willen zetten, zonder haar een
behoorlijk ander verblijf aan te bieden? Laat meu
daarmede beginnen dan kunnen we nader op de zaak
ingaan. Zoo wordt geredeneerd door het groote pu
bliek en het gevolg is, dat men zeer rustig de historie
kenners, de vrienden' der oude bouwkunst enz. laat
praten en thuis blijft, wanneer er een meeting over de
quaes tie wordt uitgeschreven.
De President van de Fransche Republiek zal bin
nenkort een bezoek brengen aan Koningin Wilhelmi-
na, wat een groote eer is voor ons land, schrijft Gijs-
bneht van Am.stel iu zijn Amsterdamscheu brief aan
de Arnh. Ct. Natuurlijk zal Zij het hoofd van die
groote mogendheid in de hoofdstad des Rijks ontvan
gen. Het bezoek zal vermoedelijk tusschen 2 en 10 Juli
gebracht worden; hoeveel dagen het zal duren, is nog
niet te zeggen, en ook is nog geen officieel program
ma opgesteld. Vermoedelijk heeft men er nog niet
aangedacht, maar heel veel moeite om het samen te
stellen, zal het zeker toch niet kosten. Al die officiee-
le bezoeken gelijken op elkaar. En ik wil wedden, dat
het niet veel zal afwijken van het volgende program-
De President komt over zee met een oorlogsschip,
dus wordt aan wal gestapt aan den kop van de Han
delskade, waar in een op te richten paviljoen de beide
Staatshoofden elkaar officieel zullen ontmoeten. Van
daar wordt-gereden, ik durf haast zeggen langs Prns
Hendrikkade en Damrak, naar het Paleis op den Dam.
Ik wil veronderstellen, dat dit in de morgenuren
plaats heeft, dau is er 's middags gelegenheid om nog
een ritje te maken door de stad, om door den hoogen
gast onze grachten te laten bewonderen, die met haar