DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN
No. 91.
Honderd en dertiende jaargang.
1911
DINSDA
18 A P R I L.
FEUILLETON.
Hel Gouden Bed.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk ft,—
Afzondei lijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Telefoonnummer 3.
-.'ïri
AARSCHE
IRTaJ
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat in het ge
meenteblad van Alkmaar, No. 349, is opgenomen het
besluit van den Raad dier gemeente van 1 FEBRUA
RI j.l., waarbij zijn vastgesteld:
VERORDENINGEN OP HET HEFFEN EN
INVORDEREN VAN RECHTEN VOOR
DIENSTEN, DOOR DEN OEMEENTE-REI-
NIG1NO SDI EN ST BEWEZEN (BEERPUT
TEN-BELASTING).
Welke verordeningen, heden afgekondigd gedurende
drie maanden ter gemeente-secretarie voor een ieder
ter lezing zijn nedergelegd en aldaar in afdruk tegen
betaling van 0.10 zijn verkrijgbaar gesteld.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
O. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
ALKMAAR, 18 April.
De Paaschweek is in de buitenlandsche politiek
geenszins een stille, rustige week geweest er moet,
in dit weekoverzicht bijna alleen gesproken worden
over onlusten, opstanden en gevechten.
De hpetbloedige Fransche wijnbouwers zijn opgetre
den op een wijze, welke aan een operette-opstand zou
doen denken als ze niet zoo diep-tragisch was, woeste
tooneelen van plundering, vernieling en brandstich
ting hebben er zich voorgedaan, voor millioenen aan
wijn voorraden en -gebouwen zijn er vernietigd en het
was of de overheid machteloos daartegenover stond.
Om de aanleiding voor deze geweldige gebeurtenis
sen te kunnen nagaan, moet men een blik werpen in
de geschiedenis. Sinds tientallen van jaren zijn het
geheele zuiden van Frankrijk, in het oosten Bourgon-
dië en in het Noord-Oosten Champagne economisch
voor een groot deel afhankelijk van d© opbrengst van
den wijnbouw. Ongeveer zestig jaar geleden echter
begonnen schimmels en luizen geheele streken te ver
woesten en de bezittingen van kleine en middelmatige
wijnbouwers te verkleinen. Misoogsten tengevolge
van vorst en hagelslag vergrootten de verliezen en on
der deze mingunstige omstandigheden wendden de be
trokkenen zich tot den staat, vroegen belastingvermin
dering, steun bij ziektebestrijding, vergemakkelijking
van den uitvoer etc. De staat kwam te hulp, maar
in één opzicht was hij natuurlijk machteloos: hij kon
de teugellooze overproductie niet beperken, en de toe
nemende concurrentie, welke zich bediende van ver-
valsching van den wijn en het wegmoffelen van de
plaats van oorsprongen, ook niet. De vervalschingen
en de daaruit voortvloeiende overproductie leidde in
1907 tot de groote wijnbouwersbeweging in het zuiden
eii bijna tegelijkertijd werd er ook in het departement
Marne, het eigenlijke Champagne, een agitatie ten
gunste van staatsbeseherming der echte champagne op
touw gezet. De wijnbouwers in het aan de Mashe
grenzend departement Aube, van wie er velen hun
wijnen met goedkoope soorten vermengden om deze
Naar het Duitsch van OLGA WOHLBRüCK,
bewerkt door J. P. WESSELINK-VAN ROSSUM
91) -o_
De oude Frank liep de kamer driftig op en neer,
schonk een glas water in, en dronk het achter elkaar
uit.
„En als vandaag of morgen, God verhoede het, Tille
iets overkomt, waar blijf ik dan? In het armenhuis,
niet waar? Of beloof je mij ook maandelijks honderd
mark, zooals Paul? En bij eiken eersten van de maand
krijg ik slechts de twee nullen en kan zien, waar ik
blijf? Of zal je in eens costuimis van vijftig mark
gaan dragen en sigaren van zes pfenning rooken, op
dat je je ouden vader kunt ondersteunen? Dan zullen
ze je de bank uitwerken, mijn waarde zonder dat je
het merkt en op heel wellevende manier, en Mara zal
haar neus dicht, houden als je haar boudoir binnen
komt. Zoo is het, mijn waarde
Felix antwoordde niet. Draaide aan zijn cigarette,
die uit was gegaan, en liet den woordenvloed van zijn
vader als een orkaan over zich heen gaan.
Ottilie stond op, sloeg beide magere handen om Fe
lix' hoofd, drukte hem aan haar borst, zoodnt, hij het
luid bevend kloppen van haar hart hoorde. „Neen,
neen, mijn jongenzoo is het niet. Voor papa heb
ik gezorgd. Maak je niet ongerust.... voor papa is
gezorgd. Alleen jij
Zij legde haar wang op zijn hoofd en hij voelde, hoe
haar tranen heet over zijn voorhoofd liepen. Hij drukte
zijn lippen op haar brandende bandon.
„Goede Tille. jij, lieve, goede Tille!"
De stille heldhaftigheid verteerde hem.
Wij zullen een overeenkomst aangaan," zekle Felix
tot zijn vader en zuster.Heden schrijf ik nog' aan
Alma Kurthe, verzoek haar geduld met mij to hebben
tot laat ons zeggen, tot het voorjaar. In het voor
jaar zal ik een beslissing nemen. Dan moet zij mij op-
tich als echte champagne op de markt te brengen,
verlangden van den staat, dat hij hun wijnen als
champagne erkende, door de Aube officieel tot het
champagne-gebied to rekenen. Dezen eiseh beant
woordden de Marne-wijnbouwers door te verlangen,
dat de grenzen van liet champagne-gebied zouden wor
den vastgesteld en dat de Aube, hoewel het indertijd
tot de historische provincie öhampagne had behoord,
er buiten zou vallen.
Nadat reeds in 1905 wetten tegen de vervalsching
waren aangenomen, besloot de Raad van state in 1908
de begrenzing van het champagne-gebied aan te ge
ven. Besloten werd de Marne en twee gedeelten van
Aisne (dus de Aube niet) als champagne-gebied te
doen erkennen, maar de afkondiging van de desbetref
fende wet werd verdaagd. De groote wijnkoopers van
de Marne profiteerden hiervan: zij konden echte cham
pagne aan de markt brengen, en daar er geen uitvoe
ringsbesluiten waren, waren ze tevens in staat gesteld
alle soorten wijn als champagne te verkoopen en te
vens de prijzen van den wijn uit de Aube te drukken.
Drieërlei protestbeweging was van deze merkwaar
dige overheidsbemoeiing het gevolg: in de Aube tegen
de niet-opneming (officieel) in het Champagne-ge
bied, in de Marne tegen het niet-uitsluiten (officieel)
van het Aube-gebied en onder de Marne-wijnbouwers
tegeu het verkoopen van Aubewijnen als champagne
door de groote wijnkoopers.
In Februari kwamen de Marne-wijnbouwers in ver
zet-, de Kamer besloot- nu de maatregelen te nemen,
welke de begrenzing van het Champagne-gebied nood
zakelijk maakten cn onmiddellijk daarna brak in de
Aube een opstand uit, waaraan rijken eu armen deel
namen. De kans, dat de Aube in het gebied zou wor
den opgenomen scheen zeer groot, de regeering' tracht
te echter de beslissing nog wat te verdagen, door deze
op te dragen aan den Raad van State. De Senaat was
het hiermee evenwel niet eens, wilde de heele afbake
ning van het Champagne-gebied opheffen, zoodat ook
de Aube weer champagne zou kunnen fabriceeren. Het
gevolg was, dat de wijnbouwers in de Marne, om pres
sie uit te oefenen op de regeering, in opstand kwamen
en hun woede koelden op de groote wijnkoopers. Fa
brieken werden bestormd, millioenen flesschen en hon
derden vaten met wijn werden stukgeslagen.
Tot teekening van den toestand laten we hier een
paar mededeelingen volgen.
Te Epernay werd een manifest uitgevaardigd, waar
in van alle gemeenteraden van het wijngebied ge
vraagd werd om collectief ontslag te nemen; aan alle
leden van de arrondissementsraden en van de algemee
ne raden werd gevraagd hun functie neer te leggen en
aan iedereen werd verzocht om geen belasting te be
talen, totdat rechtvaardigheid zou worden betracht.
In Auxerre hadden de boeren met geweld bezit ge
nomen van het stadhuis. Een aantal betoogers sta
ken verscheiden hectaren bosoh van het Bois de la
Fontaine, bij Ay, in brand. Met groote moeite slaag
den houthakkers er in den brand te blusschen. Ver
scheiden brandstichters kwamen in de vlammen om..
Te Av alleen werden 5 a millioen flesschen wijn
vernield, te Vinay werden 500 vaten stukgeslagen,
overal werden barricades opgericht, hadden brand
stichtingen en plunderingen plaats.
Onder den indruk van deze gebeurtenissen nam de Ka
mer maar gauw een motie aan, waarin werd uitgespro
ken, dat de Kamer in kalmte naar een oplossing zal
zoeken voor de kwesties, die door de afbakening ont
staan zijn, waarbij zij tevens een beroep deed op de
redelijkheid en liet vertrouwen van de champagne-boe
ren; en voorts haar vertrouwen uitsprak in de regee-
ring.
Do Marne-menschen konden dus voorloopig gerust
zijn, de rust keerde weer, de justitie trad op en nam
wat belhamels in hechtenis en de champagne-hande
laren beklaagden zich in een brief aan den minister
president over het beleid der regeering, die niets had
gedaan terwijl ernstige dingen te wachten waren.
„Sedert vele maanden, zoo schreven ze, hebben
kooplieden uit ons departement zeer stellige dreigbrie
ven ontvangen en in bekende haarden van agitatie
zijn de wanordelijkheden voorbereid, huizen zijn ge
merkt voor brand en plundering en op 12 April is het
teeken voor den opstand, dat op een centraal punt ge
geven is, onmiddellijk ter kennis gebracht van hen,
die er gevolg aan zouden geven."
Is het voor hoe langT in de Marne rustiger
geworden, in de Aube werd het weer woeliger. Zoo
hebben de comités te Barsur-Aube en te Bar-sur-Seine
besloten, dat de gemeenteraden, in afwachting van
het wééropnemen van Aube in het champagnegebied,
opnieuw ontslag zullen indienen. Gedurende den door
I de wet vastgestelden termijn zal in de gemeentelijke
i diensten voorzien worden. De administratieve diensten
zullen geschorst worden. De comités maanden de be
volking tot kalmte aan.
Behalve in het Champagne-gebied heeft de Fran
sche regeering ook nog een lastige positie in Marok
ko. De toestand in het sultanaat is zeer ernstig'.
Frankrijk heeft indertijd sultan Abdoel Azis niet ge
holpen, maar het zal diens opvolger Moelaï Hafid, die
in moeielijkheden verkeert wèl inoefen helpen. Tegen
dien sultan staan n.l. verschillende stammen op, die
de hoofdstad Fez hebben belegerd. Frankrijk, dat ten-
aanzien van Marokko in verzuim is gebleven door niet
krachtig genoeg op te treden, zal zich nu moeten la«
ten gelden. Het verzet, der oproerige stammen gaat
tegen den sultan èn tegen de vreemdelingen. Blijft
Frankrijk werkeloos toeziep, dan is zijn prestige ver
dwenen, wil het den sultan steunen, dan moet eerst
toestemming verkregen worden van de mogendheden,
krijgt men den zelfden gevaarvollen toestand die in
1907 den vrede in Europa voortdurend bedreigde. Ook
in dit opzicht is Frankrijk dus voor een lastig dilem
ma geplaatst.
Op den Balkan brengt de lente bijna elk jaar on
lusten en opstanden. Wanneer vroeger do sneeuw op
de bergen smolt gelijk de geijkte term luidde be
geven, of ik verlaat Berlijn en trouw. Tot zoolang
moet men mij met rust laten. Tot zoolang wil ik mij
vrij gevoelen. Ik heb dit uitstel noodig. Ik kan
mijnog niet opgevenik kan het niet."
De oude Frank lachte opgewekt en goedhartig voor
zich heen. „Felix vraagt evenals een meisje bedenk
tijd. Zal hij dien krijgen. Tille? Zullen wij het in
willigen? Laten wij dat voor afgesproken houden, mijn
jongen. In dien zin zal ik ook aan den heer Kurthe
schrijven. Het zijn brave, ernstige menschen. Zij zul
len het zeker begrijpen 1"
„lk zal ook aan den heer Kurthe schrijven en hoe
het ook valt, wij zullen er ons bij neer leggen, is het
niet papa?"
De oude Frank knikte. Hij was zeer gestreeld, dat
Ottilie zich tot hem wendde om bevestiging. Zijn ma
nier van optreden had toch indruk op haar gemaakt.
„Ja, dat zullen wij doen, daarmee ga ik aecoord,"
bevestigde hij met waardigen ernst en streek met wel
gevallen over zijn witten haard.
Toen Ottilie reeds te bed lag, hooide ze voorzichtige,
schuifelende schreden.
„Slaap je, Tille?"
„Zijt. gij het, papa?"
Hij trad langzaam op het bed' toe en ging aan het
voeteinde zitten, en streelde haar magere, geelachtige
hand.
„Luister eens.... Tille.... zeg eens.... is het
waar, hetgeen je straks hebt gezegd.
Zij keek hem aan zonder hem te begrijpen. „Wat
bedoelt u, papa?"
Hij futselde verlegen aan hot roode koord van zijn
chambrecloak en aarzelde om verder te gaan.
„Ik bedoel, wat je straks tot Felix hebt gezegd.
over mij. Je zeide dat je voor mij had. je had voor
mij gezorgd?"
Zij glimlachte geruststellend. „Ja pa.pa, dat is
zoo."
„Hm...." Ilij schraapte zijn keel, knipoogde,
schraapte zijn keel nog eens en streek met den knok
kel van zijn duim langs den neus. Je bent er ook een!
Ik weet heelemaal niet, wat ik daarop moet zeggen..
eene.nu!.... „Wat heb je dan al zoo bij elkaar
gekrabbeld, Tille, hé?"
Zij antwoordde niet. Glimlachte maar steeds.
„Maar ik ga toch dood voor jou, Tille, ik ben een
oud man," zeide hij met inspanning van al zijn krach
ten. „Zie toch eens hoe mijn hand beeft!"
„Dat beteekent niets, u weet immers wat de dokter
heeft gezegd.
„Ja.... Ja.... Tille.... natuurlijk ja. Maar be
denk eens, Tille, als ik vroeger stierf.... het mooie
geld. Wie heeft er dan wat aan? Zelf heb je je niets
gegund en voor de zaak heb je het ook niet willen uit
geven
De oude Frank keek zeer neerslachtig. Ottilie's
oogen vielen echter van vermoeidheid dicht.
„Breek er u het hoofd maar niet over, papa, wel te
rusten.
„Ja, ja.... ik ga al." Hij drukte een kus op de
mouw van haar ruime, warme nachtjapon en blies de
kaas uit.
„Nacht Tille, nacht mijn goed kind!"
liet schuifelen zijner pantoffels stierf weg in de
kamer er naast.
In zijn kamer gekomen ging de oude man voor den
spiegel staan en keek onderzoekend naar zijn frisch
rood gezicht. Neen, hij zag er niet uit alsof hij
spoedig zou sterven.. ..zoo zag hij er niet uit. Dat
had hij maar zoo gezegd omdat het zoo hoorde uit
dankbaarheid. Het was hem zwaar genoeg geval
len. Maar zij was toch de beste zijn Tille, de beste van
allen
Als men alles goed bedacht, bezat hij nu een klein
kapitaal. Zij beheerde het nu alleen voor hem, eu als
zij er niet meer was, had hij alleen er iets over te
zeggen. Hij had den halven nacht niet kunnen slapen,
er steeds weer aan moeten denken, hoeveel zij wel zou
hebben opgespaard. Maar het was niet zeer delicaat er
nog eens naar te vragen.
Eindelijk sliep hij in, en om zijn eerwaardig' oud
gelaat speelde de gelukkige glimlach vau een onschul
dig kind.
j gon in Macedonië het vechten. Thans blijft het in
dit gebied, evenals Marokko een haard van internati
onale verwikkelingen, tamelijk rustig, maar nu is er
opstand in Albanië. Vroeger was Albanië feitelijk on
afhankelijk, de Jong-Turksche beweging, welke een
nationale tendens had, had ten gevolge dat het regee-
ringsinzicht gewijzigd werd: men wilde van Albanië
belasting heffen en ook uit dit gebied troepen recru-
teeren. Daartegen zijn de Alhaneeizen in verzet ge
komen. De natuurlijke vestingen der bergen, de na
bijheid van kleine Slavische staten geven hen een niet
te versmaden voordeel op de Turken. De Albaneezen
ondervinden wel sympathie: zelfs schijnt een klein
zoon van Garibaldi een vrijschaar te willen vormen,
om daarmede den „strijders voor de vrijheid" te hulp
te komen. De Italiaansche regeering, welke correcte
en vredelievende betrekkingen met Turkije wil on
derhouden en in het jubileumjaar natuurlijk gaarne
voor vredelievend wil doorgaan, heeft echter besloten
zulk een expeditie met alle middelen tegen te gaan.
Of overigens een schaar roodhemden voor het Turk-
sclie leger een gevaar beteekenen zou, mag na de er
varing in den Grieksch-Turkschen oorlog wel eenigs-
zins betwijfeld worden.
Turkije heeft zich reeds herhaaldelijk beklaagd over
Montenegro, waar men het vuurtje vau den opstand
voortdurend heette aan te stoken en hoewel zulk een
optreden. te .Cettinje ten sterkste werd ontkend, heb
ben de mogendheden toch een waarschuwende bood
schap daarheen gezonden.
De geruchten over het verloop isan den opstand gaan
nog al uiteen. Uit Yemen waar de Turken ook
nog steeds te vechten hebben, kwam het bericht, dat
1800 man regeeringstroepen in een hinderlaag gelokt
en verslagen zijn.
In Spanje had men een klein oproer in de stad
Canillas, waar opgesthan werd tegen de monarchie.
En in Portugal blijft een ontevredenheid heerschen,
welke tot erger leiden kan. Het blad van den Portu-
geeschen minister van binnenlandsche zaken bevatte
dan ook dezer dagen een artikel, onder het opschrift
„het gaat verkeerd," waarin o. a. werd gezegd: „Ze
nuwachtige zielen, bevende van angst, heffen dit ge
schrei aan, meenend, dat het hier niet goed gaat, dat
het nieuwe regime slecht werkt en dat op een droeven
regenachtigen morgen het geheele republikeinsche ge
bouw ineenstorten zal."
De zenuwachtigheid neemt inderdaad toe, do cou
ranten mogen niet. meer spreken over de onlusten in
het noorden, de censuur werkt weer, het is of er een
tegenrevolutie (van monarchisten) wordt gevreesd.
De revolutie in Mexiko duurt voort en de revoluti-
onnairen schijnen terrein te winnen. President Taft
heeft zich thans zelfs genoodzaakt- gezien aan de
Mexikaansohe regéering te berichten, dat hij geen
grensgevechten meer zal dulden.
De president in Washington heeft gemakkelijk de-
creteeren, de president in Mexiko echter zal het heel
wat moeite kosten, het bevel op te volgen!
Wat Felix met het gevraagde uitstel beoogde, zou
hij zelf niet goed hebben kunnen zeggen.
Misschien was het slechts de angst voor het onaf
wijsbare, de angst, zelf zijn eigen lot te beslissen, in-
plaats van zich door de gebeurtenissen te laten drij
ven.
Mij miste den moed tot een beslist neen, schrok te
rug voor de ruwheid der breuk en wachtte op de een
of ander gebeurtenis, welke hem dien moed zou ge
ven.
Sedert Kari's dood had zich een nieuwe, dwaze hoop
van hem meester gemaakt- Bijna eiken avond bracht
hij in de Rankestrasse door. Mevrouw Mara scheen
verpletterd door haar smart, het was Pieps, die haar
moest troosten.
Als Felix kwam had mama toch eenige afleiding,
dan kon zij in haar wit, rustig kamertje gaan, stil aan
het venster gaan zitten en uitrusten van het jamme
ren, dat haar zenuwen verscheurde. Honderd keer
had zij den ontzettenden rit moetén beschrijven, hon-
dermaal, hoe zij den dood van Kari had gehoord, hon
derd maal had zij moeten verzekeren, wel te begrijpen
hoe smartelijk juist mama dit verlies trof.
„Kari heeft mij gerespecteerd" herhaalde mevrouw
Mara steeds weer, gerespecteerd, als niemand anders!"
„Ik heb geen pleizicr in het leven," zeide zij tot Fe
lix. „Wat ben ik nu nog?"
Haar eigen huis beschouwde zij met, vijandige oogen,
liet er zich ternauwernood meer aan gelegen liggen.
Wio maakte haar nu nog complimenten over smaak
volle tafelarrangementen en geslaagde menu's....
De knecht kwam eiken dag met twee, drio rekenin
gen op een zilveren blad. Zij zond de rekeningen zon
der nadenken en onverschillig terug.*
Zij sloot de fijne likeuren en dure wijnsoorten niet
meer weg en maakte nog maar zelden de menu's op.
Paul liet het ontbijt toc.h in zijn werkkamer brengen
en at 's avonds buitenshuis.
„Kook maar het een of ander," zeide zij tot de keu
kenmeid.
Wordt vervolgd.