DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Honderd en dertiende Jaargang. 1911 V R I) D A O 5MEL FEUILLETON. Het Gouden Bed. Lichter dan de lucht. BINNENLAND" No. 106 Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,— Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefoonnummer 3. Verordening, houdende bepalingen waar op knnnen worden aangegaan gemeenschap pelijke regelingen met nabnrige gemeenten omtrent de toelating van kinderen nit die gemeenten tot openbare lagere scholen te Alkmaar. (Wordt vervolgd^. ALRMAARSCHE COURANT KESruriSG ETIKfl. liet HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALK HAAR brengt, op grond van artikel 1 der Wet van 22 Hei 1845 (Staatsblad Ho. 22) ter kennis der inge zetenen, dat bij hem ingekomen en aan den ontvan g-er der Rijks directe belastingen binnen deze gemeen te ter invordering is overgegeven het kohier der PERSOHEELE BELASTING No, 8, voor het dienstjaar 1911, executoir verklaard dooi den Directeur der directe belastingen in Noordholland te Amsterdam den 1 MEI 1911; dat ieder verplicht is zijn aanslag, op den bij de Wet bepaalden voet, te voldoen en dat heden ingaat de termijn van zes weken binnen welken daartegen be zwaarschriften kunnen worden ingediend. Alkmaar, den 3 Mei 1911. Het .Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, G. RIPPING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAARbrengen ter algemeene kennis, dat in het Ge meenteblad van Alkmaar, No. 350, is opgenomen het besluit van den Raad dier gemeente van 19 April 1911, waarbij is vastgesteld eene Welke verordening, heden afgekondigd, gedurende drie maanden ter gemeente-secretarie ter lezing is neder- galegd en aldaar tegen betaling van f0.12i/o in afdruk is verkrijgbaar gesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPINGVoorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 4 Mei 1911. v .1 vf/ Naar het Duitsch van OLGA WOHLBRüCK, bewerkt door J. P. WESSELINK -VAN ROSSUM 106) _o~ Van waar had Felix de vijftienduizend mark, van waar de papieren? Wie had ze hem gegeven? Waarom had_ hij ze niet in zijn eigen Bank beleend, waarom in een vreemde, kleine bankinstelling? Alsof mieren langs hem heen kropen, zoo kriebelde het hem langs armen en beenen. Alles draaide voor zijn oogen. Hij moest zich aan de huizen vasthouden. Felix zijn zoon. Bloed van zijn bloed. Vleesch van zijn vleesch.... Hij liep hijgend verder. Vijftienduizend!.... Zou luie vijftienduizend hebben?Of Tille. Neen.. hij had haar in t geheel niet gesproken. niet ge zien. zou hij haar vragen?.... Neen nu niet viagen,baar geen angst aanjagen. Felix moest het hem zelf zeggen en als ja, als het denkbaar was en mogelijk, dan hielp er niets aan, dan moest Tille bij springen met zijn geld, hetwelk zij voor liem had bijeengebracht, dat, zij uit haar mond gespaard had voor hem, den ouden man, opdat er voor hem was ge zorgd, als zij er niet meer zou zijn. De lieden keken hoofdschuddend' naar den ouden, eerwaardigen man, die in zichzelf sprak, opgewonden gesticuleerde, plotseling bleef staan om het voorhoofd met den grooten zakdoek met gekleurden rand af te- drogen; dan weer verder ging, wankelend, stilstaand «iis iemand, die verdwaald is en geen weg* meer weet. Het was 's avonds half acht, toen de oude Frank in wpuiteche Handelsbank naar zijn zoon vroeg'. Hij hoorde, dat hij een kwartier geleden was ver trokken. Hij ging' naar den naastbijzijnden sigarenwinkel en telefoneerde naar de Rankestrasse. Mevrouw Mara kwam zelf aan liet, toestel. „Ziit gij het?. Gevonden Voorwerpen. Een portemönnaie met eenig geld, een notitieboek je, vier rozenkranzen, een broek, eenlge huissleutels een paar handschoenen, een zakje met gereedschap, twee duimstokken, een doosje tandpoeder, een moer van een wagen, een kerkboek, een schort, een honden zweep, een sigarenkoker, een springtouw, een halsket ting, een penning, een jachthond en een koperen sleu tel. Bij de gemeente-reiniging gevonden Te bevragen bureau Accijnstoren. Twee servetringen, twee zilveren lepels, twaalf zil veren theelepels, een vork, een vruchtenmes, een ta felmes, twee ta artenscheppers, een kurk met zilveren dop, een zilveren ring, twee gouden ringen, een tafel mes met zilveren handvat, een sluitscha.artje, een 5 ons gewicht, een koperen draadmeter, een doosje met 12 vingerhoeden, een doosje met 12 rolletjes maaizijde: twee brillen in étui, een kaarsensnuiter, een tinnen melkkan, een pakje band, een koperen waterkan (oud) een sigarenpijpje, een ooi-knopje en een sigaretten doosje. De commissaris van politie, W. Th. VAN GRIETHTJTJSEN. Alkmaar, 4 Mei 1911. ALKMAAR, 5 Mei. Na veel tegenslag is het de directie van het Am sterdamsche dagblad „de Echo" gelukt een luchtschip boven de hoofdstad te doen koersen en als alles goed- gegaan is, is de Parseval V in de hofstad aangeko men, wanneer de lezer dit blad onder de oogen krijgt. Deze Parseval is niet zoo reusachtig van afmetin gen als zijn voorganger, die, gelijk men zich herin nert, op weg van Berlijn naar Amsterdam in een moe ras raakte en onklaar werd. Wanneer men zich ech ter voorstelt, dat er 2000 kubieke meter gas noodig zijn om de groote gele sigaar te vullen, die het lucht schip met zijn zwaren gondel en passagiers lichter maakt dan de lucht, dan krijgt men eenig denkbeeld van het gevaarte, dat per spoor van Berlijn is geko men, om den Amsterdammers een nieuwe sensatie te geven. Wij hebben gisteren die sensatie ook gehad. We hebben op het voetbalveld van R. A. P. achter Oud Roosenburgh het luchtschip zien deinen aan zijn an kers, in bedwang gehouden door genie-soldaten, zak ken zand en zakken water. We hebben liet- statig met den stompen kop recht tegen den wind in zien varen, voor den wind zien terugkeeren in den zonneschijn terwijl de schaduw met razende snelheid over de lage landen vloog-, allerlei sierlijke wendingen, rijzingen en dalingen zien maken. We hebben het boven de zee van daken zien koersen en boven het straatrumoer nit de propellers hoog- in de lucht booren zoemen. We hebben ons dus er van kunnen overtuigen, dat hot systeem „lichter dan de lucht" mooie vorderingen maakt, al blijven dé elementen- en de toevalligheidjes voortdurend den vernietigenden strijd volhouden, be wijze, als actueelste voorbeeld, het bericht van .dezen morgen, dat het Engelsche legerluchtschip Lebandy op zijn eersten proeftocht bij het neerdalen in de boo- Ja? Wat is er dan gebeurd?" Er klonk luchthartigheid, bijna opgeruimdheid in haar toon. „Is Felix bij u?" „Gisteren en heden is hij er niet geweest. Maar eer gisteren wel. Eerst bij Paul en daarna heeft hij vree- selijk lang met Pieps gesproken, toen is hij zeer bleek weggerend en heeft niet bij het avondeten willen blij ven en Pieps heeft ontzettend gehuild en haar vader zelfs niet binnengelaten. Toen is Paul woedend geworden en heeft ge schreeuwd, dat Felix nooit meer in huis mocht komen. Maar Felix is vanzelf niet meer gekomen. In plaats daarvan is vandaag echter een brief van den advocaat der automobielleverancier gekomen, dat de verzegelde goederen weer vrij zijn. Dat weet Paul zelfs nog niet. Die is vandaag weer bij hare Doorluchtigheid met Pieps zeg, dat de dingen weer vrij zijn, is een groot geluk, ik voel mij als in een hemel! Paul heeft mij vóór eenige dagen geleden ook geld gegeven. Nu komt alles toch weer in orde, papaatjeBent u daar?.spreek dan- toch. bent u daar. Do oude Frank had heel voorzichtig den hoorn op gehangen, heel zacht. Mara kon nu denken, dat het hoofdbureau de verbinding had afgebroken. Hij kon haar toch niets meer zeggen, na alles wat er gebeurd was. Hij zou er slechts een vloek in hebben kunnen roe pen, een vloek, waarvoor zij zou zijn geschrokken, wel ke haar het bloed in de aderen zou hebben doen stol len. Een vloek over het huis, het groote, fijne, voor name huis, dat de eer zijns zoons had opgegeten, zijn naam, zijn toekomst.zijn leven. De oude man twijfelde niet meer. Hij wankelde den sigarenwinkel uit en zag met- suffe oogen hoe de eene omnibus na do andere, welke hem naar huis zou kunnen brengen, hem voorbij reed Het was, alsof zijn beenen afgestorven waren. Hij had de kracht niet op te stijgen. Een voorbijganger erbarmde zich over hem, vroeg waar hij heen wilde. „Fennstrassebracht de oude met moeite uit. „Wil ik u naar een rijtuig brengen?" men terecht kwam en totaal vernield werd. Maar wat ons sterker dan de bestuurbaarheid van het luchtschip en de vaardigheid van den bestuurder heeft getroffen, is de geestdrift. Kon men den ballon in stede van met waterstofgas vullen met menschelij ke geestdrift-, zijn volumen zou aanzienlijk geringer kunnen zijn. Niets lijkt ons namelijk zooveel lichter dan de lucht, dan -geestdrift. Nog geen anderhalf jaar geleden werd er voor de luchtscheepvaart een buiten gewoon enthousiasme aan den dag gelegd. Wat werd er niet geschreven over het glijdende wonder van de lucht, dat millioenen hersenen bezig hield, dat het onderwérp van de gesprekken van schier alle men- schen vormde, die door de couranten uitnemend op de hoogte werden gehouden. Honderden malen heeft men luchtschepen sindsdien afgebeeld gezien; in bios coop-voorstellingen heeft men hun vaart zien nage bootst. In vaak meestérlijk geschreven courantenver slagen heeft men alle bijzonderheden gelezen. Kortom, men kent de lange scheepsromp, de lijnen van den gondel. En nu kon men de welbekende verschijning in de lucht zien. Maakte er zich van de menigte een ontroe ring meester, beleefde men een oogenblik, dat het ge heele leven in herinnering zou blijven bij allen, die het voorrecht hadden het mee te maken? Eilacie het mocht watl De menschen in de Aleer keken er ternauwernood naar, wierpen een vluchtigen blik de lucht in, zeiden niets of zeiden „kijk daar-is ie" en gingen huns weegs Het terrein was een open grasvlakte, waar hier en daar een militaire uniform, een kleurige damestoi let, een heerencostuum de eentonigheid een weinigje brak, de reusachtige tribunes vormden een planken woestijn, met als klein oasetje het muziekkorps. Grooter afwezigheid van publiek hebben we nimmer gezien hij een organisatie als het hier betrof, en die afwezigheid moet enkel worden toegeschreven aan verflauwing van de geestdrift. Wij raken gauw in vervoering, wij zijn spoedig opgetogen maar de sen saties wisselen elkaar te snel af om lang te kunnen duren. Even snel als onze belangstelling opkomt, even snel verdwijnt ze. Twee bij-omstandigheden kun nen een meer blijvende belangstelling markeeren wanneer er suggestie of levensgevaar in het spel is. Vandaar dat er in de stad zelf meer naar omhoog gekeken werd dan daarbuiten, dat de menschen zelfs daken beklommen en op hoeken van straten en op pleinen stonden te wachten. Vandaar ook, dat de vlie gers meer menschen lokten dan do luchtschippers. Komt er morgen een luchtschipper die belooft zijn luchtschip duikelingen te zullen laten maken en aan kondigt dat dit levensgevaarlijk is, dan is het groot ste veld te klein en zijn de hoogste tribunes te laag. Dan wordt er geestdrift aan den dag gelegd omdat men kan „ijzen," omdat men iets „ijselijk mooi" te zien krijgt. En die geestdrift is zwaarder dan de lucht gaat niet verdwijnen, maar blijft helaas. De oude knikte. Bedankte niet toen de vreemde heer hem in het rijtuig had geholpen, stamelde slechts het huisnummer, altijd met hetzelfde suffe lachje, zakte ineen, hijgde naar lucht, alsof hij in plaats van den koelen Alaartschen avondwind den pestadem van een reusachtig monster, den pestadem eener stad, die zich voedt met de lijken harer slachtoffers, inademde. Ott-ilie £at aan de gedekte tafel en wachtte op "haar vader. Na de vermoeienissen van den dag had zij een boek genomen, waarin zij las, al werden haar oogleden ook vermoeid, en al viel haar verzwakt, afgewerkt lichaam vaak terug tegen de harde leuning van de oude, groe ne, pluche sofa. ITet was kwart voor negen. Als vader maar niets was overkomen. Zij was steeds in zorg over hem, als over een klein kind. Zij verheugde zich, als zij zijn schreden en zijn krakende stem hoorde. Zij had schik in zijn levens lust en bad menigmaal, vroeger opgeroepen te worden dan hij, die zoo aan het leven gehecht was. Wat had haar geheele vreugdelooze bestaan nog voor doel, als hij er niet was, hij, de kinderlijk vroo- lijke grijsaard, van wien zij, sedert haar gebooorte, ndet gescheiden was geweest, voor wien zij zoo had ge leden, dien zij door onvermoeide zorg en liefde voor zoo menige afdwaling had bewaard.... Het leven werd nu zoo rustig voor hen beiden, zoo vredig, sedert het spook van „willen verdienen" den ouden man niet meer vervolgde. En zij nam hem zijn beetje zelfzuchtige nieuwsgierigheid niet kwalijk, ook niet de kinderlijke hebzucht, welke uit zijn oogen glansde, als hij van zijn vlijtige, spaarzame Tille sprak. Eindelijk hoorde zij de verwachte voetstappen op de gang. Zij stak de spiritusvlam aan onder den kleinen nikkelen theeketel, een geschenk van Alma Kurthe in het geraas daarvan verheugde haar vader zich tel kens weer en zij schoof nog eens de borden recht. „Zoo, papa.bent u er eindelijk?" Zij sprong op, toen zij hem zag, sloeg beide armen om hem heen; en bracht hem naar den naastbijzijnden Ware het maar omgekeerd bleef de echte, gezon de geestdrift voor het schoone en voor het ideeële en was de valsere, de ongezonde lichter dan de lucht 1 KONINKLIJK BEZOEK AAN UTRECHT. In de gisteren gehouden raadszitting te Utrecht werd mededeeling gedaan aan den Raad van het even- tueele bezoek van H. AL de Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik, aan de gemeente Utrecht, tijdens het -verblijf te Soestdijk. EEN TOCHT DOOR NOORDI-HOLLAND. Prins Hendrik en zijne gasten met- gevolg brengen morgen van uit Amsterdam per auto een bezoek aan verschillende plaatsen in N.-Holland. PRINS HENDRIK NAAR WIERINGEN. Volgens, bij den burgemeester ingekomen mededee ling is Z. K. H. Prins Hendrik voornemens op Don derdag 1 Juni a.s. een bezoek aan de gemeente Wie ringen te brengen. HOFROUW. Het Hof zal den lichten rouw aannemen voor den tijd van twee weken, ingaande op Zaterdag 6 Mei 1911, wegens het overlijden van Zijne Doorluchtige Hoog- heid Albert George Vorst van Schaumburg-Lippe. Gemengd nieuws. LIJKJE GEVONDEN. Woensdag 3 Mei is op den openbaren weg te Am sterdam aan de Heerengracht bij bet Koningsplein te Amsterdam gevonden bet lijkje van een voldragen kind van het vrouwelijk geslacht, gewikkeld in een witte lap en twee couranten (Het Nieuwsblad voor Nederland van 18 Januari 1911 en het dagblad De Courant, d.d. 22 April 1911), met een kruistouw be vestigd. AUTO-ONGELUK. Op den weg van Princenhage naar Ginmeken moest V oensdagnamiddag de automobiel van een persoon te Rotterdam eenen met groote boomen geladen wagen passeeren. Doordat bet paard schrok kwam de wagen dwars over den weg te staan. Bij het ver uitwijken kwam de auto met groote snelheid tegen een boom. De beide inzittende beeren werden er uitgeslingerd, waar door de een zijn been brak en de ander een paar schrammen opliep. Do auto werd beschadigd. SNIPPERS UIT HET HBLD. Uit een plaatselijk nieuwsbericht: „Door den heer X is een nieuwe lijkwagen in ge bruik genomen, welke door eenvoud en strenge afwer king een voornamen indruk maakt," ^In verband met het luchtschip van de „Echo." „Wanneer geeft een echo den meesten weerklank?" „Als hij door de lucht gaat." Uit het prospectus van een motorboot-verhuur der: „Kajuit met W. C. 20 zitplaatsen." leuningstoel: „Wat is er, bent u ziek? „Neen, Tille. Het komt alleen door de trappen,. de trappen te snel opgeloopen, anders niets...." Maar hij hield haar hand vast, keek haar met zijn donkere, anders zoo vroolijke oogen, smeekend aan: „Tille. zeg het mijik bid je, Tillezeg mij hoeveel heb je gespaard? Hoeveel? Niet voor mij, Tille,. zeg.is het vijftienduizend, ja. zeg het mij. het is voor Felix. Je moet het was mijn schuld, Tille ik wilde niet, dat hij, Felix, met jou zou spreken, het speet mij van het geld, maar nu Tille geef hier geef hier. wat je hebt" „Het is ongeveer twaalfduizend, papa Gedurende dertig jaar heb ik er voor gespaard. bij de twaalf duizend. Zij hielden elkaar bij de hand, de grijze vader en de oude dochter Als twee kinderen hielden zij elkaar vast, om niet neer te vallen, niet ten onder te gaan. Ottilie dacht aan wisselvervalsching, verduistering, aan al het ontzettende, wat dagelijks in deze millioc- nenstnd gebeurde, bekend en onbekend, gestraft en ook niet gestraft werd. Eiken dag stond zoo iets in de courant, trof armen en rijken. In de courant een kort bericht, waarover zij zelf gedachteloos heen las. Namen waren bevlekt, het bestaan van velen ten gronde gericht.... Gevange nis. tuchthuis. dood waren de epiloog, lichtzin nigheid.... ongeluk.... aanleg waren de treden er heen. Ja en nu had Berlijn aan heur deur gesehud, had hier een slachtoffer gezocht, om het in zijn draaikolk te sleuren Felix Frank. een naam meer. een onder ve len. Felix. haar broer. bijna haar zoon. Zij viel op haar knieën. Haar hoofd met de breede, grijze vlechten leunde tegen den- ouden man. Zij weenden niet. Zij spraken niet. Een uur lang bleven zij zoo tegen elkaar gedrukt in doodelijken angst. De grijsaard bracht de hand van het oude meisje met bevende vingers aan zijn gelaat, en drukte zijn koude, smalle lippen, op de gele, harde huid. „Tille. jij jij goede. Tille. Toen vloeiden haar eerste tranen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 1