Hulpipoor POT
Het gouden haaf*.
Vraag en aanbod.
m.
Hebt gij een nieraandoening?
Êéa vrijen dag' en vrije dagen zijn den Brazilianen al
tijd welkom. Men ontmoet zijn vrienden, men keu
velt, men flirt zelfs, een feestmaal met whiskey ver
hoogt de goede stemming. Bij regen of zonneschijn
bewegen de lachende en pratende menschen zich in
lange stoelen door de straten een begrafenis is te
Rio do Janeiro een bezienswaardigheid. Noch hun
uiterlijk noch de muziek aan het hoofd van zulk een
stoet verraadt den ernst der plechtigheid; de muzikan
ten spelen walsen, marsehen, opera-melodieën, maar
nooit treurliederen. Dikwijls wordt even halt gehou
den bij een fruitkar of een café. Alleen de lijkwagen
onderscheidt deze lijkstoet van een vroolijken optocht.
In den nacht voor de begrafenis wordt aan eenige
leden het eereambt van bewaker opgedragen. De ra
men van het sterfhuis zijn wijdgeopend, zoodat de
voorbijganger in de spaarzaam verlichte kamer kan
kijken. In een hoek staat de lijkkist. Twee flikke
rende lichten aan elk einde van de kist werpen hun
schaduwen op den vloer. Een ruiker kunstbloemeu is
de eenige versiering ondanks den weelderige,
kleurrijke flora, geeft men den voorkeur aan kunst
bloemen. In een anderen hoek der kamer staat een
tafel, waaromheen zes mannen zitten. Op tafel is een
lamp geplaatst en een whisky-flesch. Vaak leggen do
mannen een kaartje. ](Veer in een anderen hoek of op
de trappen van het huis zitten de vrouwen, ten toeken
van rouw met loshangend haar. Zij brengen den
nacht door met het zingen of liever neuriën van een
klaaglied eii worden bij wijze van schadeloosstelling
met lekkernijen overladen. Den volgenden morgen
vroeg verzamelen de leden der vereeniging zich voor
de sterfkamer en plaatsen zich in het gelid. En de
vreemdeling, die den langen stoet ziet, hoort vreemd
op, dat de overledene, wien zooveel personen de laat
ste eer bewijzen, een arm negerkoetsier was, die het
een eer rekende een aanzienlijk deel zijner inkomsten
te besteden voor de beste begrafenisvereeuiging.
VOOR DE DAMES.
Kijkje* ia de modewereld.
Teder onderdeel van onze kleeding is zoo nu en dan
aim groote verandering onderhevig, ieder onderdeel
draagt in gelijke mate bij tot het genoegen en de er
gernis, die de veranderingen in de mode van tijd tot
tgd schenken.
Mouwen en boorden, borst- en rugstukken, rokken
en ceintuurs, nu eens lang, dan kort, nn eens wijd,
dan nauw, zijn werkelijk amusant in hunne verande-
ri ngen.
Op 't oogenblik zijn wij bij „verstandige" mouwen
aangeland en kunnen wij het ons dus veroorloven de
mouwen, die in den loop der jaren hoogtij hebben ge
vierd, eens met wat kritischer blik te bekijken. De
mouw, schijnbaar een bijzaak, is integendeel een der
voornaamste deelen van het kleed, hij geeft het boven
lichaam in de allereerste plaat3 „de silhoouette". Men
kan desnoods zonder het geheel te schaden een lijfje
van niet al te moderne snit dragen, als de mouwen
maar volgens de laatste mode zijn.
liet zoeken naar het juiste knippen van de mou
wen begon al in het eerste- Keizerrijk. Nu eens had dë
mouw een „ballon" aan de schouder, dan weer aan den
bovenarm, vervolgens weer een aan den onderarm, tot
in de tachtiger jaren de mouwen om de armen ge
spannen zaten als het vel om de worst. Bij het schou
dergewricht vooral werd de mouw zoo nauw gemaakt
als mogelijk was, wat eveneens het geval was met het
armsgat. In dien tijd zette men z'n hoed op, voordat
men de japon aantrok en kreeg als men deze aan had
verschrikkelijk roode handen, doordat de bloedsomloop
belemmerd werd. Op dit soort martelwerktuig volgde
de mode, die naaT de ballonmouwen voerde. Zij wa
ren verschrikkelijk. De mouwen waren van boven in
gehaald, maar niet zoo wijd, dat de ballons konden
hangen. Dientengevolge rijkten zij tot aan de ooren,
een poosje later werden de ballons echter zeer wijd, er
waren modellen, die overdwars gemeten, een Meter
breed waren. Deze mouw viel over het algemeen zeer
in den smaak der dames; spitse, hooge, afzakkende, te
magere en te gevulde schouders; alle verdwenen zij
onder den wolk van stof, gaas en garneering. Een
vijand van de dames was zijn opvolger, de mouw, die
van boven nauw was en onder de elleboog een min of
meer groote ballonachtige zak had. Er is geen gestal
te, wien dit wangedrocht bekoorlijkheid verleent, bij
de schouders was men smal en bij de heupen tengevol
ge van de ballons juist zeer breed.
Nadat deze Uiocle verdwenen is, is men verstandiger
geworden en tegenwoordig draagt men mouwen, die
zoo gemakkelijk mogelijk zitten, waarschijnlijk vallen
ook daarom de kimono-mouwen zoo in den smaak.
Novelle van Georges d'Esparbès.
I.
Ik stond met mijn vriend Douglas op de brug van de
kleine, stoomboot, welke ons naar Roches-Douvres zou
brengen. Een weinig! terzijde was de mooie vrouw
van Douglas verdiept in een gesprek met den inspec
teur Pierre Lemalle.
Mijn vriend had ik sinds jaren niet gezien, en ik
was ook niet bij de voltrekking van zijn huwelijk te
genwoordig geweest. Ik wist alleen, dat zijn vrouw
Maud! heette, 23 jaar en de weduwe van een rijken
Nieuw-Zeelander was, wiens jacht aan de kust van
Frankrijk strandde. Maud, die uitstekend kon zwem
men, was de eenige van de opvarenden, die zich had
weten te redden. Mijn vriend was op haar verliefd ge
raakt en met haar getrouwd. Zij maakten hun huwe
lijksreis naar Frankrijk en nadat zij de grootste steden
en hunne omgeving hadden bezocht, wilde dë jonge
vrouw eenige vuurtorens aan de kust eens bezichtigen.
Eene vreemde gril van een jonggehuwde vrouw, maar
vrouwen zijn dikwijls vreemd en Maud was zoo knap!
Ze was te knap, hare schoonheid had iets betoove-
renda.
Toen ik de bewonderende blikken zag die Pierre Le
malle op de bekoorlijke verschijning aan zijne zijde
wierp, vreesde ik voor hem. De groene ondoordring
bare oogen, dat raadselachtige lachje om de dunne
stijf gesloten lippen, de zware goudblonde vlechten in
den nek, die door drie groote schildpadkammen nau
welijks bijeengebonden konden worden, waren wel in
staat een jong mannenhart in vlam te zetten. Mijn
vriend scheen dezelfde gedachten te hebben, want da
delijk daaro-p ging hij naar de plaats waar de beide
jonge lieden stonden.
„Wat vertelt mijnheer Lemalle jou toch wel liefste,"
vroeg hij.
„O," zeide Mand op verwijtenden toon, „je hebt mijn
heer juist bij iets interessants in de rede gevallen Dat
is niet erg beleefd van je.
„Mevrouw wilde weten wat ik de laatste jaren, dat
de vuurtoren onder mijn toezicht staat, beleefd heb."
„Vertelt u ons dat eens," zei mijn vriend.
Een nauwelijks merkbare trilling der oogleden, een
licht blosje verrieden alleen het onaangename dat de
jonge vrouw ondervond bij het verzoek van haar man.
Zij gaf hem een tikje op den wang.
„Je bent onuitstaanbaar, ik meende altijd dat
nieuwsgierigheid slechts een ondeugd der vrouwen
was.Dus, mijnheer Lemalle.
IL
„U kent Roches-Douvres nog niet?" zoo begon de
inspecteur. „De silhouet-te van dë vuurtoren is zelfs
bij mooi weer ternauwernood van het vasteland af
zichtbaar. Ook thans kunnen we hem eerst over een
half urn- zien. Het roode gesteente, waarop de toren
gebouwd is, verdwijnt bij hoogen vloed geheel. Alleen
het bovenste deel, spits en slank als een dolk, duikt
uit de golven op. Thans zijn er drie wachters op den
toren, maar in den tijd, waarvan ik U nu vertel, wa
ren er slechts twee.
Om de veertien dagen werden ze afgelost. Roches-
Douvres is de meest eenzame en verst verwijderde
vuurtoren in het Kanaal en natuurlijk het meest
blootgesteld aan storm en onweer.
In den winter is het bijzonder hard voor de men
schen, daar te moeten wonen. Zoo ver het oog rijkt,
niets dan hemel en water. Alleen oudere, in het ambt
vergrijsde mannen verdragen de eenzaamheid en al
leen zij worden dan ook voor de bediening van dezen
toren aangewezen.
Ongeveer drie jaar geleden woonde op de toren als
hoofdwachter een zekere Quéré, een oude vrijgezel, die
met de zee als het ware scheen samengegroeid en zoo
aan zijn eenzaam leven gehecht was, dat men hem
dwingen moest den toren eens te verlaten en naar den
vasten wal te gaan. De tweede wachter, Zardon ge
heeten, was een jonge man van 26 jaar, vroolijk, le
vendig, krachtig gebouwd. Hij had zijn laatsten
dienstplicht volbracht en was getrouwd. Dit tweetal
kon het uitstekend samen vinden, de oude monterde,
zoo de jongeman een beetje neerslachtig of vervelend
was, hem weer op en nooit heeft de een zich over den
ander beklaagd.
In het laatst van Maart hadden er zware onweders
plaats, zoodat beide wachters niet op tijd afgelost
konden worden. Wij maakten ons echter niet over hen
bezorgd, daar zij voor vier weken levensmiddelen bij
zich hadden. Toen de zee kalmeerde, zoodat men de
overtocht kon wagen, ging ik met de beide mannen,
die de wachters moesten aflossen, naar Roches-Dou
vres.
Gewoonlijk stonden ze ons nabij den toren te wach
ten, maar dien dag lieten ze niets van zich hooren of
zien. Ik sprong opgewonden aan land, gevolgd door
de anderen. Ik vreesde een ongeluk. Maar er was geen
enkele aanwijzing. De deur stond op een kier. Ik riep,
kreeg geen antwoord. Ik stapte de wachtkamer bin
nen. AUes leeg, geen spoor van het tweetal.
Wat was er gebeurd? De lamp had den vorigen
avond nog gebrand. Vanzelf kon zij niet aangeko
men zijn, dus moesten de beide mannen gisteren nog
geleefd hebben. Er kon slechts een ongeluk in het
spel zijn, dat gisteren had plaats gevonden. Een der
mannen zou bijv. in de zee kunnen zijn gevallen en de
andere bij de redding mede verdronken.
Ik stond te peinzen, toen een der mannen me riep:
„Hierheen mijnheer, zij hebben elkaar gedood."
En werkelijk, de beide lichamen lagen in het water
opelkaar, de jongste had de handen om den hals van
den oudste geslagen. Op beider gelaat lag een uitdruk
king van haat en wildheid. Zij moesten al worstelend
in de zee gevallen zijn en onder water den strijd voort
gezet hebben.
Die moeten reeds sinds Zondag dood zijn," zeide
de man, „en vandaag is het Donderdag."
Wie had 's avonds de lamp op den toren aangesto
ken
Ik stond voor een raadsel.
De boot werd teruggezonden om de justitie met het
geval in kennis te stellen. En daar de boot in geen
geval vóór den anderen ochtend terug zou kunnen zijn,
besloot ik den nacht op den toren te blijven.
Niet alleen om de wachters gezelschap te houden
bleef ik, ik hoopte iets te ontdekken, wat me ophel-
aering over het tragische geval zou kunnen geven
De dood der beide mannen had me zeer aangegre
pen, ik vermoedde een misdaad en wilde alles doen
om deze op te helderen. Wanneer de sleutel van het
geheim zich ergens bevond, dan moest dit in het dag
boek zijn, waarin nauwkeurig wordt ingeschreven,
wat er elk uur- gebeurt. Als het nu maar niet verdwe
nen was!
Ik ging snel weer den toren binnen, het boek lag op
de tafel. Met bevende handen opende ik het. Mijn
handteekening op bladzijde 34 gaf den datum van
mijn laatste inspectiereis aan. De volgende bladzijden
gaven slechts wind- en weerberichten, en dan kwam
er plotseling een open plek. Acht bladzijden waren er
uit gescheurd, vernietigd....
Het geheim werd nog ernstiger.
„Blijkbaar was er iemand in den toren geweest
zeide mijn vriend Douglas.
„De naam van den persoon in kwestie moet in het
beek hebben gestaan en wilde niet, dat men dezen
vernam."
De inspecteur schudde het hoofd.
„Eerst dacht ik dat ook. Iemand zou door de
wachters bij deu storm opgenomen of gered kunnen
zijn. Een schipbreukeling, een schipperMaar
waarom zouden die twee elkaar gedood hebben?"
,De onbekende had misschien geld bij zich, veel
geld. uit roofzucht."
Daaraan dacht ik ook, maar noch in den toren noch
in de zakken van de beide slachtoffers vond ik een
geldstuk, 's Avonds deed ik echter een eigenaardige
ontdekking. Toen ik in de kamer, welke op eiken vuur
toren voor den ingenieur of inspecteur gereserveerd is,
te bed wilde gaan, vond de man, die mijn bed in ge
reedheid bracht een haar.
„Een haar?"
„Ja een haar, zoo lang, zoo fijn, zoo goudglanzend,
s ik nog nimmer had gezien.
Een vrouwenhaar.
Mijn wachter hield het voor totaal uitgesloten dat
het van een vrouw afkomstig was. Zulke gouden ha
ren kon, meende hij, een vrouw niet hebben. Het
moest een haar van een meermin zijn!
De sirene moest in deze kamer ingesloten geweest
zyn, de mannen waren op haar verliefd geraakt en
hadden elkaar in een vlaag- van jaloerschheid gedood.
Ondanks den ernst van den toestand moest ik lachen
en zeide: „Hoe kan een man, en nog wel een oude
zeerot, aan zulke bakersprookjes gelooven."
Maar mijnheer" antwoordde de man gekrenkt, als
het een vrouwenhaar was, was ze toch hier, of min
stens haar lijk. .Terwijl een meermin. die kent
den weg naar de zee, het water is haar element. Zij
heeft er zich zachtjes laten inglijden, toen zij van de
beide minnaars verlost was.
fV.
Ik heb U de woorden van mijn metgezel nauwkeu
rig weergegeven, opdat U eenig denkbeeld zoudt krij
gen van het bijgeloof van sommige zeelui. Zoo dwaas
en zoo onwaarschijnlijk zijn voorstelling ook was,
niets hadden we gevonden, geen enkel aanknoopings-
punt, geen sposrtje van een bewijs, slechts een haar.
De geheele kust is afgezocht, maar men vond geen
vrouw met goudblond haar. Eindelijk heeft de justi
tie het onderzoek moeten staken. Thans na drie jaar
ben ik ook tot de overtuiging gekomen, dat zij niet
heeft bestaan. Dus: het moet een meermin geweest
zijn."
„Een waternymf vroeg Maud met een eigenaar
dig glimlachje, dat een zonderlinge tegenstelling
vormde met de koude uitdrukking van hare groote
zeegroene oogen,
„Ja een waternymf, een sirene, of hoe U ze anders
wilt noemen," zeide de inspecteur nerveus.
„En u heeft verder geen onderzoek ingesteld?"
vroeg mijn vriend.
„Ja en neen. Alle meerminnen eindigen niet in
een visch, ar rijn er ook wel, die in vrouwenrokken
gehuld zijn
„Dat begrijp ik niet reolit," meende mijn vriend,
„maar heeft u dat buitengewone haar bewaard en mag
men het ook zien?"
„Ik heb het zorgvuldig bewaard," antwoordde hij,
haalde een zilveren medaillon te voorschijn, opende
het en toonde het ons: „Hier is het.
Het scheen me of de oogen van mevrouw Douglas
op dit oogenblik iets van hun helderheid en onschuld
hadden verloren. Een schaduw gleed over haar voor
hoofd, maar haar lippen bleven lachen. Haar man had
slechts een blik op het haar geworpen, toen hij ver
baasd uitriep„Zie eens Maud, ik zou zoo zeggen
dat het de kleur van jou haar heeft.... Hè, dat is
vreemd. Kunt u het medaillon niet even losmaken?
Ik zou het toch wel eens met het haar van mijn vrouw
willen vergelijken."
„Zeker," zei Pierre Lemalle en maakte het medail
lon los.
Op dit oogenblik kreeg mevrouw Douglas jui9t de
ongelukkige gedachte, den arm van haar echtgenoot
te grijpen en deze onvrijwillige of berekende beweging
had tot gevolg, dat zijn vriend het medaillon losliet,
zoodat het in de zee viel en voor altijd verdween.
Ik keek den inspecteur aan; hij was lijkbleek ge
worden. De zee had het eenige identiteitsbewijs ver
slonden, dat klaarheid in de doodsoorzaak der beide
wachters had kunnen brengen. De jonge vrouw daar
entegen had haar tegenwoordigheid van geest spoedig
terug gekregen en in haar verontschuldiging klonk
iets als van een uitdaging.
„O, het prachtige medaillon!.... En door mijn
onhandigheid is 't gebeurd. Je moet den inspecteur
schadeloos stellen." -
Plotseling kwam de vuurtoren in het zicht, slank,
grijs; zijn aanblik stemde ons niet vroolijk, hij herin
nerde ons aan rouw en moord.
„Ik geloof niet aan nymfen," zeide mevrouw Dou
glas. „Daar ben ik te verstandig voor. Ik stel me de
zaak aldus voor: het is best mogelijk dat een jonge,
schoone vrouw, die schipbreuk geleden heeft en door
de wachters werd opgenomen, acht dagen het leven
op den toren met de mannen heeft gedeeld. Is het de
schuld van deze - vrouw, dat beiden op haar verliefd
werden en de oudste op den jongaten jaloersch wordt
dat ze voor haar oogen beginnen te vechten, en daar
bij beiden om het leven komen?. Gebeurt zoo iets
niet dagelijks? De vrouw blijft alleen op den toren
s Avonds steekt ze de lamp aan, zooals de wachters
deden. Zij wil niet, dat schepen door haar schuld
stranden. Zij wacht zonder angst de aankomst, van
den inspecteur en ook van de justitie af. Dat zij er
tenslotte de voorkeur aan geeft, niet in een onaange
name aangelegenheid te worden gewikkeld, is natuur
lijk. Er biedt zich een gelegenheid aan te vluchten,
zij maakt er gebruik van en verdwijnt. Ziet u, mijn
heer, zoo stel ik me het geval en het geheim van Ro
ches-Douvres voor.
O, het is een prachtige titel voor een romanschrij
ver. Maar U is geen dichter, doch waterbouwkun
dige en dat is practischer. Men moet practisch in het
leven zijn, mijnheer Lemalle,..."
Pierre Lemalle boog sprakeloos. Hij scheen weinig
lust te hebben, deze overbodige debatten verder te
voeren. Mevrouw Douglas begon ook over een ander
onderwerp te praten en vroeg haar echtgenoot, of de
oesters en de champagne, welke ze meegenomen had
den wel op een koele plaats bewaard waren.
Ja, het kleine vrouwtje met het gouden haar en de
nymfen-oogen was practisch dat kon men niet ont
kennen.
Eenige minuten later stond de inspecteur alleen.
Ik vroeg hem lachend:
„Waaraan denkt U? Aan de meermin van Roches-
Douvres
Hij keek me verwijtend- aan.
„Is IJ boos op mevrouw Douglas? IJ moest haar
dankbaar zijn. U hadt een haar, dat u veel zorgen gaf,
zij heeft u daarvan bevrijdt."
„Ik denk," zeide de inspecteur, terwijl hij naar de
blonde vrouw staarde, wier haar in de zon glansde, en
zijn stem klonk zacht en onvast, „dat alle misdadi
gers, meerminnen of gewone stervelingen, steeds te-
rugkeeren naar de plaats, waarop door haar bloed
gevloeid heeft.
Ingezonden Mededeelingen.
Nierkwalen doen verschillende personen op ver
schillende wijzen aan, want de schadelijke stoffen,
die niet door de verzwakte of zieke nieren aan het
bloed onttrokken worden, tasten eerst het zwakste
punt van uw gestel san en dit zwakke punt is zelden
hetzelfde bij verschillende menschen. Is uw rug zwak
en pijnlijk Hebt gij zwellingen onder de oogen, in
de enkels of handen? Hebt gij last van rheumatische
pijnen, stijfheid der gewrichten, pijn in de lendenen
ot heupen Vertoont zich neerslag in de urine, is het
water van ongewone kleur, hebt gij moeite met de
loozing, branderigheid of pijn Voelt gij u altijd lus
teloos, terneergeslagen en uitgeput? Dan kunt gij er
zeker van zijn, dat uw nieren niet goed werken.
Onmiddellijke hulp is dan noodzakelijk, want zieke
of zwakke nieren herkrijgen niet uit zichzelf hun oude
kracht en gezondheid. Verwaarloozing der eerste ver
schijnselen doet uw kwaal toenemen en leidt tot ge
vaarlijke ziekten als niersteen, waterzucht, verzwakte
hartswerking, enz.
Het geneesmiddel bij uitnemendheid vindt ge in
Foster's Rugpijn Nieren Pillen, die de niergiften af
voeren en aan de nieren en blaas hun kracht terug
geven om hun gewichtig werk weer behoorlijk te
doen. En zonder dat deze organen weder volkomen
normaal werken kunt gij uw gezondheid niet her
krijgen.
Alleen de echte Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn
betrouwbaar. Let er daarom op of de handteekening
van James Foster op het etiket voorkomt. De echte
zijn te Alkmaar verkrijgbaar bij de heeren Nierop
Slothouber, Langestraat 83. Toezending geschiedt franco
na ontvangst van postwissel h f 1.75 voor één, of
f 10.voor zes doozen.
Andergeteekende beveelt zich beleefd aan als VEILER
v en TAXATEUR.
A. OUDES, Achterstraat, Alkmaar.
Andergeteekende beveelt zich beleefd aan voor IN-
en VERKOOP van alle soorten Huisraad en In
boedel. Is aan huis te ontbieden.
R- VER WEB, Koningsweg 64, Alkmaar.
DU
o a. 7 ct. p. 100 R..G.
HOUTTIL 57.
Telef. 200. I
I
Van 15 regels 35 Cents, bij vooruitbetaling.
J^B. L. SIMON Alkmaar. Steenhouwerij Ko
ningsweg 46. Orafteekenen, Schoorsteen
mantels enz.
frJ,E KOOPMeubelen, Stoelen en Spiegels in alle
stjjlen, zoowel nieuw als antiek. Ook solied Stof-
feerwerk te leveren.
Alkmaar. Langestraat B 58.
Firma P. J. en 0. NIEROP.
Aeen heerlijker en smakelijker glas bier dan het be
roemde TRAPPISTENBIER. Ook per flesch ver
krijgbaar bij J. H. ALBERS, in den Bierkelder, Vei-
dronkenoord ingang Kapelplein.
gij den Hoffotograaf J.CHRISPIJN, Verdronkenoord
81> 13 gelegenheid tot plaatsing voor een fatsoen
lijke JONGEN.
f RANSCII. Voor beginnenden. Bijwerken en prepa«
reeren voor verschillende examens. Conversatie.
Handelscorrespondentie. Lessen aangeboden onder
uiterst billijke conditiën. Br. onder letter-T 196, bureau
van dit blad.
f e huur een PAKHUIS met ERF. voorzien van
waterleiding voor f 1.60 per week, ook zeer ge
schikt voor werkplaats in het Vijvertje.
Te bevragenW. HOOIJER, Oudegracht 136.
f8 huur of te kooPperceel Houttil B 15, WIN
KELHUIS met woning en pakhuisje, voorzien van
gas en waterleiding en uitgang op de Mient. Inlich
tingen bij de Heeren MEIJER PELS, Alkmaar, of
bij den eigenaar C. G. HONIG Hz., Haarlemmer Hout-
fcuinën, 2A huis, Amsterdam.
INDEK WAGEN. Te koop gevraagd een gebruik
ten, doch in goeden staat zijnden, netten Kinder
wagen. Aanbieding met prijsopgave onder letter U
196, bnreau van dit blad.
I lirect gevraagd een flink net DAGMEISJE of een
A jonge WERKSTER.
Zich aan te melden Langestraat B 30.
gen BREIMACHINE, goed en licht werkend, ter
overname aangeboden voor f 20.
M. SCHRIEKE.
fruithandel K. v. d. POL, Ridderstraat, Telef. 211.
De echte Limmer ASPERGES zijn evenals vorige
jaren weder verkrijgbaar, dik en malsch.
fruithandel K. v. d. POL, Ridderstraat, Telef. 211.
Eet geen oude slechte Duinaardappelen meer. Prima
kwaliteit MALTHA AARDAPPELEN zijn tegen con-
curreerende prijs verkrijgbaar.
1e koop een soliede WERKFIETS.
Zaadmarkt 54, Alkmaar.
koop of te huur het PERCEEL D 17, Groot
Nieuwland.
Te bevragen Groot Nieuwland D 15.
X? v. d. POL, Fruithandel Laat 92. Wederom mal-
sche Limmer ASPERGES, dagelijks verkrijgbaar.
f en gevorderd SMIDSLEERLING kan direct ge-
plaatst worden bij Jb. v. d. HOEK, Achterstraat.
Burgerlijke Stand.
BERGEN (April.)
Getrouwd: Pieter Bakker, alhier en Maartje
Berkhout van Warmenhuizen. Cornells Lief ting-
van Egmond-Binnen en Maria Margaretha Koopman,
alhier. j, - !jfc|
Geboren: Anna, d. v. Cornells Swaan en Neel-
tje Koel. Johannes Gerardus Ferdinand, z. v. Wil
lem Prins en Geertruida Laogland Winder. Nieo-
laas Cornelis, z. v. Jacob Leurs en Jannetje Nat.
Cornelis Johannes, z. v. Bernardus Min en Johanna
Admiraal. Johannes, z. v. Dirk de Boorder en Anna
Maria Wietzes. Cornelis, z. v. Arie den Das en
Jantje Bos.
Overleden: Lourentius Johannes, z. v. Engel-
bertus van Veen en Christina Twisk, 2 jaar. Lou-
rens Houtkooper, 60 jaar.
WINKEL (April).
Ondertrouwd: Klaas de Vries en Maria Jonk.
Gerrit Koorn en Johanna Visser. Pieter Hoog
land en Maartje Keijzer, Cornelis Keijzer en Maar
tje de Jong.
Getrouwd: Jan Vijzelaar en Trijntje Zwager
man. Pieter Zwagerman en Trijntje van der Zei.
Cornelis Schenk en Neeltje Spaans. Sünon Beg-
gelaar en Grietje Dekker.
Geboren: Marijtje Antje, d. v. Reinder Bloemen-
daal en Neeltje Stapel. Jenneke, d. v. Mekke de
Boer on Johanna Fijnheer.
Overleden: Dieuwertje Boelis, weduwe van Jan
Blaauw, 83 jaar. Arie Wit Pz., 43 jaar.
OTERLEEK (April).
Ondertrouwd: G. Monsma te het Bildt en A.
Leegwater alhier.
Getrouwd: C. Kluft van Z.- en N.-Schermer en
N. Bakker alhier. K. Moeijes van H. II. Waard en
T. Schermer alhier.
Geboren: Neeltje, d. v. G. D. de Jong en M.
van Twisk. Pieter Arie, z. v. P. Dekker en A. H,
Dros.
Overleden: Jan Schuurman, echtgenoot van
Antje Kriek, 61 jaar.
ZUID- EN NOORD-SCHERMER. (Maart.)
Getrouwd:
Jan Hoogland, alhier, en Maria Wijker, te Egmond
aan Zee.
Geboren:
Trijntje, d. van Arie Raat en Maartje de Boer.
IIEER HUGO WAARD. (April.)
Geboren:
Trijntje, d. van Jan van Langen en Anna Bos.
Petrus Anthonius, z. van Cornelis Molenaar en Aaltje
Dekker. Dirk, z. van Pieter Kort en Maartje Ap
pelman. Johanna Godefrida Carolina, d. van Si
mon Klaver en Catharina Maria Wammer. Petrus
Johannes, z. van Arie Out en Clasina Anna Bruin.
Alida Johanna, d. van Jacob Ursem Jz. en Aaltje de
Wit. Johannes Jacobus, z. van Willem Bos en Wil-
helmina van Dalfzen. Margaretha Brigitta, d. van
Cornelis Bruin en Johanna Baars. Paulus, z. van
Adrianus Breed en Antje Braas Jacob, z. van Arie
Luken en Maartje van Baar.
Ondertrouwd:
Jan Stam, alhier, en Maria Besseling, te Berkhout.
Jacob Theodoor Broersma, te Winkel, en Dieuwertje
de Boer, alhier.
Getrouwd:
Klaas Kooij Cz. en Janice de Vries. Hendrik
Eijssen en Reinout je Visser. Jan Baltus en Neeltje
Stoop. Jacob Theodoor Broersma en Dieuwertje do
Boer. Cornelis Adrianus Petrus Schouten en Anna
Konijn. Gerardus Oudhuis en Maria Rood. Ja
cob Berkhout en Ni osje de Boer. Jacob Bes en Cor
nelia Tromp. Cornelis Groenveld en Aafje Jonker.
Overleden:
Cornelis Veen, 52 jaar, echtgenoot van Trijntje
Groot. - Anthonius Johannes, z. van Johannes Oud
huis en-Neeltje de Boer, 4 maanden. Trijntje, d.
van Jan van Langen en Anna Bos, 1 dag. Jansje,
t« u Piatar Baart Wa. tn Utrj* da Boer, 10 weken,