Hulpipoor POT Het gouden haaf*. Vraag en aanbod. m. Hebt gij een nieraandoening? Êéa vrijen dag' en vrije dagen zijn den Brazilianen al tijd welkom. Men ontmoet zijn vrienden, men keu velt, men flirt zelfs, een feestmaal met whiskey ver hoogt de goede stemming. Bij regen of zonneschijn bewegen de lachende en pratende menschen zich in lange stoelen door de straten een begrafenis is te Rio do Janeiro een bezienswaardigheid. Noch hun uiterlijk noch de muziek aan het hoofd van zulk een stoet verraadt den ernst der plechtigheid; de muzikan ten spelen walsen, marsehen, opera-melodieën, maar nooit treurliederen. Dikwijls wordt even halt gehou den bij een fruitkar of een café. Alleen de lijkwagen onderscheidt deze lijkstoet van een vroolijken optocht. In den nacht voor de begrafenis wordt aan eenige leden het eereambt van bewaker opgedragen. De ra men van het sterfhuis zijn wijdgeopend, zoodat de voorbijganger in de spaarzaam verlichte kamer kan kijken. In een hoek staat de lijkkist. Twee flikke rende lichten aan elk einde van de kist werpen hun schaduwen op den vloer. Een ruiker kunstbloemeu is de eenige versiering ondanks den weelderige, kleurrijke flora, geeft men den voorkeur aan kunst bloemen. In een anderen hoek der kamer staat een tafel, waaromheen zes mannen zitten. Op tafel is een lamp geplaatst en een whisky-flesch. Vaak leggen do mannen een kaartje. ](Veer in een anderen hoek of op de trappen van het huis zitten de vrouwen, ten toeken van rouw met loshangend haar. Zij brengen den nacht door met het zingen of liever neuriën van een klaaglied eii worden bij wijze van schadeloosstelling met lekkernijen overladen. Den volgenden morgen vroeg verzamelen de leden der vereeniging zich voor de sterfkamer en plaatsen zich in het gelid. En de vreemdeling, die den langen stoet ziet, hoort vreemd op, dat de overledene, wien zooveel personen de laat ste eer bewijzen, een arm negerkoetsier was, die het een eer rekende een aanzienlijk deel zijner inkomsten te besteden voor de beste begrafenisvereeuiging. VOOR DE DAMES. Kijkje* ia de modewereld. Teder onderdeel van onze kleeding is zoo nu en dan aim groote verandering onderhevig, ieder onderdeel draagt in gelijke mate bij tot het genoegen en de er gernis, die de veranderingen in de mode van tijd tot tgd schenken. Mouwen en boorden, borst- en rugstukken, rokken en ceintuurs, nu eens lang, dan kort, nn eens wijd, dan nauw, zijn werkelijk amusant in hunne verande- ri ngen. Op 't oogenblik zijn wij bij „verstandige" mouwen aangeland en kunnen wij het ons dus veroorloven de mouwen, die in den loop der jaren hoogtij hebben ge vierd, eens met wat kritischer blik te bekijken. De mouw, schijnbaar een bijzaak, is integendeel een der voornaamste deelen van het kleed, hij geeft het boven lichaam in de allereerste plaat3 „de silhoouette". Men kan desnoods zonder het geheel te schaden een lijfje van niet al te moderne snit dragen, als de mouwen maar volgens de laatste mode zijn. liet zoeken naar het juiste knippen van de mou wen begon al in het eerste- Keizerrijk. Nu eens had dë mouw een „ballon" aan de schouder, dan weer aan den bovenarm, vervolgens weer een aan den onderarm, tot in de tachtiger jaren de mouwen om de armen ge spannen zaten als het vel om de worst. Bij het schou dergewricht vooral werd de mouw zoo nauw gemaakt als mogelijk was, wat eveneens het geval was met het armsgat. In dien tijd zette men z'n hoed op, voordat men de japon aantrok en kreeg als men deze aan had verschrikkelijk roode handen, doordat de bloedsomloop belemmerd werd. Op dit soort martelwerktuig volgde de mode, die naaT de ballonmouwen voerde. Zij wa ren verschrikkelijk. De mouwen waren van boven in gehaald, maar niet zoo wijd, dat de ballons konden hangen. Dientengevolge rijkten zij tot aan de ooren, een poosje later werden de ballons echter zeer wijd, er waren modellen, die overdwars gemeten, een Meter breed waren. Deze mouw viel over het algemeen zeer in den smaak der dames; spitse, hooge, afzakkende, te magere en te gevulde schouders; alle verdwenen zij onder den wolk van stof, gaas en garneering. Een vijand van de dames was zijn opvolger, de mouw, die van boven nauw was en onder de elleboog een min of meer groote ballonachtige zak had. Er is geen gestal te, wien dit wangedrocht bekoorlijkheid verleent, bij de schouders was men smal en bij de heupen tengevol ge van de ballons juist zeer breed. Nadat deze Uiocle verdwenen is, is men verstandiger geworden en tegenwoordig draagt men mouwen, die zoo gemakkelijk mogelijk zitten, waarschijnlijk vallen ook daarom de kimono-mouwen zoo in den smaak. Novelle van Georges d'Esparbès. I. Ik stond met mijn vriend Douglas op de brug van de kleine, stoomboot, welke ons naar Roches-Douvres zou brengen. Een weinig! terzijde was de mooie vrouw van Douglas verdiept in een gesprek met den inspec teur Pierre Lemalle. Mijn vriend had ik sinds jaren niet gezien, en ik was ook niet bij de voltrekking van zijn huwelijk te genwoordig geweest. Ik wist alleen, dat zijn vrouw Maud! heette, 23 jaar en de weduwe van een rijken Nieuw-Zeelander was, wiens jacht aan de kust van Frankrijk strandde. Maud, die uitstekend kon zwem men, was de eenige van de opvarenden, die zich had weten te redden. Mijn vriend was op haar verliefd ge raakt en met haar getrouwd. Zij maakten hun huwe lijksreis naar Frankrijk en nadat zij de grootste steden en hunne omgeving hadden bezocht, wilde dë jonge vrouw eenige vuurtorens aan de kust eens bezichtigen. Eene vreemde gril van een jonggehuwde vrouw, maar vrouwen zijn dikwijls vreemd en Maud was zoo knap! Ze was te knap, hare schoonheid had iets betoove- renda. Toen ik de bewonderende blikken zag die Pierre Le malle op de bekoorlijke verschijning aan zijne zijde wierp, vreesde ik voor hem. De groene ondoordring bare oogen, dat raadselachtige lachje om de dunne stijf gesloten lippen, de zware goudblonde vlechten in den nek, die door drie groote schildpadkammen nau welijks bijeengebonden konden worden, waren wel in staat een jong mannenhart in vlam te zetten. Mijn vriend scheen dezelfde gedachten te hebben, want da delijk daaro-p ging hij naar de plaats waar de beide jonge lieden stonden. „Wat vertelt mijnheer Lemalle jou toch wel liefste," vroeg hij. „O," zeide Mand op verwijtenden toon, „je hebt mijn heer juist bij iets interessants in de rede gevallen Dat is niet erg beleefd van je. „Mevrouw wilde weten wat ik de laatste jaren, dat de vuurtoren onder mijn toezicht staat, beleefd heb." „Vertelt u ons dat eens," zei mijn vriend. Een nauwelijks merkbare trilling der oogleden, een licht blosje verrieden alleen het onaangename dat de jonge vrouw ondervond bij het verzoek van haar man. Zij gaf hem een tikje op den wang. „Je bent onuitstaanbaar, ik meende altijd dat nieuwsgierigheid slechts een ondeugd der vrouwen was.Dus, mijnheer Lemalle. IL „U kent Roches-Douvres nog niet?" zoo begon de inspecteur. „De silhouet-te van dë vuurtoren is zelfs bij mooi weer ternauwernood van het vasteland af zichtbaar. Ook thans kunnen we hem eerst over een half urn- zien. Het roode gesteente, waarop de toren gebouwd is, verdwijnt bij hoogen vloed geheel. Alleen het bovenste deel, spits en slank als een dolk, duikt uit de golven op. Thans zijn er drie wachters op den toren, maar in den tijd, waarvan ik U nu vertel, wa ren er slechts twee. Om de veertien dagen werden ze afgelost. Roches- Douvres is de meest eenzame en verst verwijderde vuurtoren in het Kanaal en natuurlijk het meest blootgesteld aan storm en onweer. In den winter is het bijzonder hard voor de men schen, daar te moeten wonen. Zoo ver het oog rijkt, niets dan hemel en water. Alleen oudere, in het ambt vergrijsde mannen verdragen de eenzaamheid en al leen zij worden dan ook voor de bediening van dezen toren aangewezen. Ongeveer drie jaar geleden woonde op de toren als hoofdwachter een zekere Quéré, een oude vrijgezel, die met de zee als het ware scheen samengegroeid en zoo aan zijn eenzaam leven gehecht was, dat men hem dwingen moest den toren eens te verlaten en naar den vasten wal te gaan. De tweede wachter, Zardon ge heeten, was een jonge man van 26 jaar, vroolijk, le vendig, krachtig gebouwd. Hij had zijn laatsten dienstplicht volbracht en was getrouwd. Dit tweetal kon het uitstekend samen vinden, de oude monterde, zoo de jongeman een beetje neerslachtig of vervelend was, hem weer op en nooit heeft de een zich over den ander beklaagd. In het laatst van Maart hadden er zware onweders plaats, zoodat beide wachters niet op tijd afgelost konden worden. Wij maakten ons echter niet over hen bezorgd, daar zij voor vier weken levensmiddelen bij zich hadden. Toen de zee kalmeerde, zoodat men de overtocht kon wagen, ging ik met de beide mannen, die de wachters moesten aflossen, naar Roches-Dou vres. Gewoonlijk stonden ze ons nabij den toren te wach ten, maar dien dag lieten ze niets van zich hooren of zien. Ik sprong opgewonden aan land, gevolgd door de anderen. Ik vreesde een ongeluk. Maar er was geen enkele aanwijzing. De deur stond op een kier. Ik riep, kreeg geen antwoord. Ik stapte de wachtkamer bin nen. AUes leeg, geen spoor van het tweetal. Wat was er gebeurd? De lamp had den vorigen avond nog gebrand. Vanzelf kon zij niet aangeko men zijn, dus moesten de beide mannen gisteren nog geleefd hebben. Er kon slechts een ongeluk in het spel zijn, dat gisteren had plaats gevonden. Een der mannen zou bijv. in de zee kunnen zijn gevallen en de andere bij de redding mede verdronken. Ik stond te peinzen, toen een der mannen me riep: „Hierheen mijnheer, zij hebben elkaar gedood." En werkelijk, de beide lichamen lagen in het water opelkaar, de jongste had de handen om den hals van den oudste geslagen. Op beider gelaat lag een uitdruk king van haat en wildheid. Zij moesten al worstelend in de zee gevallen zijn en onder water den strijd voort gezet hebben. Die moeten reeds sinds Zondag dood zijn," zeide de man, „en vandaag is het Donderdag." Wie had 's avonds de lamp op den toren aangesto ken Ik stond voor een raadsel. De boot werd teruggezonden om de justitie met het geval in kennis te stellen. En daar de boot in geen geval vóór den anderen ochtend terug zou kunnen zijn, besloot ik den nacht op den toren te blijven. Niet alleen om de wachters gezelschap te houden bleef ik, ik hoopte iets te ontdekken, wat me ophel- aering over het tragische geval zou kunnen geven De dood der beide mannen had me zeer aangegre pen, ik vermoedde een misdaad en wilde alles doen om deze op te helderen. Wanneer de sleutel van het geheim zich ergens bevond, dan moest dit in het dag boek zijn, waarin nauwkeurig wordt ingeschreven, wat er elk uur- gebeurt. Als het nu maar niet verdwe nen was! Ik ging snel weer den toren binnen, het boek lag op de tafel. Met bevende handen opende ik het. Mijn handteekening op bladzijde 34 gaf den datum van mijn laatste inspectiereis aan. De volgende bladzijden gaven slechts wind- en weerberichten, en dan kwam er plotseling een open plek. Acht bladzijden waren er uit gescheurd, vernietigd.... Het geheim werd nog ernstiger. „Blijkbaar was er iemand in den toren geweest zeide mijn vriend Douglas. „De naam van den persoon in kwestie moet in het beek hebben gestaan en wilde niet, dat men dezen vernam." De inspecteur schudde het hoofd. „Eerst dacht ik dat ook. Iemand zou door de wachters bij deu storm opgenomen of gered kunnen zijn. Een schipbreukeling, een schipperMaar waarom zouden die twee elkaar gedood hebben?" ,De onbekende had misschien geld bij zich, veel geld. uit roofzucht." Daaraan dacht ik ook, maar noch in den toren noch in de zakken van de beide slachtoffers vond ik een geldstuk, 's Avonds deed ik echter een eigenaardige ontdekking. Toen ik in de kamer, welke op eiken vuur toren voor den ingenieur of inspecteur gereserveerd is, te bed wilde gaan, vond de man, die mijn bed in ge reedheid bracht een haar. „Een haar?" „Ja een haar, zoo lang, zoo fijn, zoo goudglanzend, s ik nog nimmer had gezien. Een vrouwenhaar. Mijn wachter hield het voor totaal uitgesloten dat het van een vrouw afkomstig was. Zulke gouden ha ren kon, meende hij, een vrouw niet hebben. Het moest een haar van een meermin zijn! De sirene moest in deze kamer ingesloten geweest zyn, de mannen waren op haar verliefd geraakt en hadden elkaar in een vlaag- van jaloerschheid gedood. Ondanks den ernst van den toestand moest ik lachen en zeide: „Hoe kan een man, en nog wel een oude zeerot, aan zulke bakersprookjes gelooven." Maar mijnheer" antwoordde de man gekrenkt, als het een vrouwenhaar was, was ze toch hier, of min stens haar lijk. .Terwijl een meermin. die kent den weg naar de zee, het water is haar element. Zij heeft er zich zachtjes laten inglijden, toen zij van de beide minnaars verlost was. fV. Ik heb U de woorden van mijn metgezel nauwkeu rig weergegeven, opdat U eenig denkbeeld zoudt krij gen van het bijgeloof van sommige zeelui. Zoo dwaas en zoo onwaarschijnlijk zijn voorstelling ook was, niets hadden we gevonden, geen enkel aanknoopings- punt, geen sposrtje van een bewijs, slechts een haar. De geheele kust is afgezocht, maar men vond geen vrouw met goudblond haar. Eindelijk heeft de justi tie het onderzoek moeten staken. Thans na drie jaar ben ik ook tot de overtuiging gekomen, dat zij niet heeft bestaan. Dus: het moet een meermin geweest zijn." „Een waternymf vroeg Maud met een eigenaar dig glimlachje, dat een zonderlinge tegenstelling vormde met de koude uitdrukking van hare groote zeegroene oogen, „Ja een waternymf, een sirene, of hoe U ze anders wilt noemen," zeide de inspecteur nerveus. „En u heeft verder geen onderzoek ingesteld?" vroeg mijn vriend. „Ja en neen. Alle meerminnen eindigen niet in een visch, ar rijn er ook wel, die in vrouwenrokken gehuld zijn „Dat begrijp ik niet reolit," meende mijn vriend, „maar heeft u dat buitengewone haar bewaard en mag men het ook zien?" „Ik heb het zorgvuldig bewaard," antwoordde hij, haalde een zilveren medaillon te voorschijn, opende het en toonde het ons: „Hier is het. Het scheen me of de oogen van mevrouw Douglas op dit oogenblik iets van hun helderheid en onschuld hadden verloren. Een schaduw gleed over haar voor hoofd, maar haar lippen bleven lachen. Haar man had slechts een blik op het haar geworpen, toen hij ver baasd uitriep„Zie eens Maud, ik zou zoo zeggen dat het de kleur van jou haar heeft.... Hè, dat is vreemd. Kunt u het medaillon niet even losmaken? Ik zou het toch wel eens met het haar van mijn vrouw willen vergelijken." „Zeker," zei Pierre Lemalle en maakte het medail lon los. Op dit oogenblik kreeg mevrouw Douglas jui9t de ongelukkige gedachte, den arm van haar echtgenoot te grijpen en deze onvrijwillige of berekende beweging had tot gevolg, dat zijn vriend het medaillon losliet, zoodat het in de zee viel en voor altijd verdween. Ik keek den inspecteur aan; hij was lijkbleek ge worden. De zee had het eenige identiteitsbewijs ver slonden, dat klaarheid in de doodsoorzaak der beide wachters had kunnen brengen. De jonge vrouw daar entegen had haar tegenwoordigheid van geest spoedig terug gekregen en in haar verontschuldiging klonk iets als van een uitdaging. „O, het prachtige medaillon!.... En door mijn onhandigheid is 't gebeurd. Je moet den inspecteur schadeloos stellen." - Plotseling kwam de vuurtoren in het zicht, slank, grijs; zijn aanblik stemde ons niet vroolijk, hij herin nerde ons aan rouw en moord. „Ik geloof niet aan nymfen," zeide mevrouw Dou glas. „Daar ben ik te verstandig voor. Ik stel me de zaak aldus voor: het is best mogelijk dat een jonge, schoone vrouw, die schipbreuk geleden heeft en door de wachters werd opgenomen, acht dagen het leven op den toren met de mannen heeft gedeeld. Is het de schuld van deze - vrouw, dat beiden op haar verliefd werden en de oudste op den jongaten jaloersch wordt dat ze voor haar oogen beginnen te vechten, en daar bij beiden om het leven komen?. Gebeurt zoo iets niet dagelijks? De vrouw blijft alleen op den toren s Avonds steekt ze de lamp aan, zooals de wachters deden. Zij wil niet, dat schepen door haar schuld stranden. Zij wacht zonder angst de aankomst, van den inspecteur en ook van de justitie af. Dat zij er tenslotte de voorkeur aan geeft, niet in een onaange name aangelegenheid te worden gewikkeld, is natuur lijk. Er biedt zich een gelegenheid aan te vluchten, zij maakt er gebruik van en verdwijnt. Ziet u, mijn heer, zoo stel ik me het geval en het geheim van Ro ches-Douvres voor. O, het is een prachtige titel voor een romanschrij ver. Maar U is geen dichter, doch waterbouwkun dige en dat is practischer. Men moet practisch in het leven zijn, mijnheer Lemalle,..." Pierre Lemalle boog sprakeloos. Hij scheen weinig lust te hebben, deze overbodige debatten verder te voeren. Mevrouw Douglas begon ook over een ander onderwerp te praten en vroeg haar echtgenoot, of de oesters en de champagne, welke ze meegenomen had den wel op een koele plaats bewaard waren. Ja, het kleine vrouwtje met het gouden haar en de nymfen-oogen was practisch dat kon men niet ont kennen. Eenige minuten later stond de inspecteur alleen. Ik vroeg hem lachend: „Waaraan denkt U? Aan de meermin van Roches- Douvres Hij keek me verwijtend- aan. „Is IJ boos op mevrouw Douglas? IJ moest haar dankbaar zijn. U hadt een haar, dat u veel zorgen gaf, zij heeft u daarvan bevrijdt." „Ik denk," zeide de inspecteur, terwijl hij naar de blonde vrouw staarde, wier haar in de zon glansde, en zijn stem klonk zacht en onvast, „dat alle misdadi gers, meerminnen of gewone stervelingen, steeds te- rugkeeren naar de plaats, waarop door haar bloed gevloeid heeft. Ingezonden Mededeelingen. Nierkwalen doen verschillende personen op ver schillende wijzen aan, want de schadelijke stoffen, die niet door de verzwakte of zieke nieren aan het bloed onttrokken worden, tasten eerst het zwakste punt van uw gestel san en dit zwakke punt is zelden hetzelfde bij verschillende menschen. Is uw rug zwak en pijnlijk Hebt gij zwellingen onder de oogen, in de enkels of handen? Hebt gij last van rheumatische pijnen, stijfheid der gewrichten, pijn in de lendenen ot heupen Vertoont zich neerslag in de urine, is het water van ongewone kleur, hebt gij moeite met de loozing, branderigheid of pijn Voelt gij u altijd lus teloos, terneergeslagen en uitgeput? Dan kunt gij er zeker van zijn, dat uw nieren niet goed werken. Onmiddellijke hulp is dan noodzakelijk, want zieke of zwakke nieren herkrijgen niet uit zichzelf hun oude kracht en gezondheid. Verwaarloozing der eerste ver schijnselen doet uw kwaal toenemen en leidt tot ge vaarlijke ziekten als niersteen, waterzucht, verzwakte hartswerking, enz. Het geneesmiddel bij uitnemendheid vindt ge in Foster's Rugpijn Nieren Pillen, die de niergiften af voeren en aan de nieren en blaas hun kracht terug geven om hun gewichtig werk weer behoorlijk te doen. En zonder dat deze organen weder volkomen normaal werken kunt gij uw gezondheid niet her krijgen. Alleen de echte Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn betrouwbaar. Let er daarom op of de handteekening van James Foster op het etiket voorkomt. De echte zijn te Alkmaar verkrijgbaar bij de heeren Nierop Slothouber, Langestraat 83. Toezending geschiedt franco na ontvangst van postwissel h f 1.75 voor één, of f 10.voor zes doozen. Andergeteekende beveelt zich beleefd aan als VEILER v en TAXATEUR. A. OUDES, Achterstraat, Alkmaar. Andergeteekende beveelt zich beleefd aan voor IN- en VERKOOP van alle soorten Huisraad en In boedel. Is aan huis te ontbieden. R- VER WEB, Koningsweg 64, Alkmaar. DU o a. 7 ct. p. 100 R..G. HOUTTIL 57. Telef. 200. I I Van 15 regels 35 Cents, bij vooruitbetaling. J^B. L. SIMON Alkmaar. Steenhouwerij Ko ningsweg 46. Orafteekenen, Schoorsteen mantels enz. frJ,E KOOPMeubelen, Stoelen en Spiegels in alle stjjlen, zoowel nieuw als antiek. Ook solied Stof- feerwerk te leveren. Alkmaar. Langestraat B 58. Firma P. J. en 0. NIEROP. Aeen heerlijker en smakelijker glas bier dan het be roemde TRAPPISTENBIER. Ook per flesch ver krijgbaar bij J. H. ALBERS, in den Bierkelder, Vei- dronkenoord ingang Kapelplein. gij den Hoffotograaf J.CHRISPIJN, Verdronkenoord 81> 13 gelegenheid tot plaatsing voor een fatsoen lijke JONGEN. f RANSCII. Voor beginnenden. Bijwerken en prepa« reeren voor verschillende examens. Conversatie. Handelscorrespondentie. Lessen aangeboden onder uiterst billijke conditiën. Br. onder letter-T 196, bureau van dit blad. f e huur een PAKHUIS met ERF. voorzien van waterleiding voor f 1.60 per week, ook zeer ge schikt voor werkplaats in het Vijvertje. Te bevragenW. HOOIJER, Oudegracht 136. f8 huur of te kooPperceel Houttil B 15, WIN KELHUIS met woning en pakhuisje, voorzien van gas en waterleiding en uitgang op de Mient. Inlich tingen bij de Heeren MEIJER PELS, Alkmaar, of bij den eigenaar C. G. HONIG Hz., Haarlemmer Hout- fcuinën, 2A huis, Amsterdam. INDEK WAGEN. Te koop gevraagd een gebruik ten, doch in goeden staat zijnden, netten Kinder wagen. Aanbieding met prijsopgave onder letter U 196, bnreau van dit blad. I lirect gevraagd een flink net DAGMEISJE of een A jonge WERKSTER. Zich aan te melden Langestraat B 30. gen BREIMACHINE, goed en licht werkend, ter overname aangeboden voor f 20. M. SCHRIEKE. fruithandel K. v. d. POL, Ridderstraat, Telef. 211. De echte Limmer ASPERGES zijn evenals vorige jaren weder verkrijgbaar, dik en malsch. fruithandel K. v. d. POL, Ridderstraat, Telef. 211. Eet geen oude slechte Duinaardappelen meer. Prima kwaliteit MALTHA AARDAPPELEN zijn tegen con- curreerende prijs verkrijgbaar. 1e koop een soliede WERKFIETS. Zaadmarkt 54, Alkmaar. koop of te huur het PERCEEL D 17, Groot Nieuwland. Te bevragen Groot Nieuwland D 15. X? v. d. POL, Fruithandel Laat 92. Wederom mal- sche Limmer ASPERGES, dagelijks verkrijgbaar. f en gevorderd SMIDSLEERLING kan direct ge- plaatst worden bij Jb. v. d. HOEK, Achterstraat. Burgerlijke Stand. BERGEN (April.) Getrouwd: Pieter Bakker, alhier en Maartje Berkhout van Warmenhuizen. Cornells Lief ting- van Egmond-Binnen en Maria Margaretha Koopman, alhier. j, - !jfc| Geboren: Anna, d. v. Cornells Swaan en Neel- tje Koel. Johannes Gerardus Ferdinand, z. v. Wil lem Prins en Geertruida Laogland Winder. Nieo- laas Cornelis, z. v. Jacob Leurs en Jannetje Nat. Cornelis Johannes, z. v. Bernardus Min en Johanna Admiraal. Johannes, z. v. Dirk de Boorder en Anna Maria Wietzes. Cornelis, z. v. Arie den Das en Jantje Bos. Overleden: Lourentius Johannes, z. v. Engel- bertus van Veen en Christina Twisk, 2 jaar. Lou- rens Houtkooper, 60 jaar. WINKEL (April). Ondertrouwd: Klaas de Vries en Maria Jonk. Gerrit Koorn en Johanna Visser. Pieter Hoog land en Maartje Keijzer, Cornelis Keijzer en Maar tje de Jong. Getrouwd: Jan Vijzelaar en Trijntje Zwager man. Pieter Zwagerman en Trijntje van der Zei. Cornelis Schenk en Neeltje Spaans. Sünon Beg- gelaar en Grietje Dekker. Geboren: Marijtje Antje, d. v. Reinder Bloemen- daal en Neeltje Stapel. Jenneke, d. v. Mekke de Boer on Johanna Fijnheer. Overleden: Dieuwertje Boelis, weduwe van Jan Blaauw, 83 jaar. Arie Wit Pz., 43 jaar. OTERLEEK (April). Ondertrouwd: G. Monsma te het Bildt en A. Leegwater alhier. Getrouwd: C. Kluft van Z.- en N.-Schermer en N. Bakker alhier. K. Moeijes van H. II. Waard en T. Schermer alhier. Geboren: Neeltje, d. v. G. D. de Jong en M. van Twisk. Pieter Arie, z. v. P. Dekker en A. H, Dros. Overleden: Jan Schuurman, echtgenoot van Antje Kriek, 61 jaar. ZUID- EN NOORD-SCHERMER. (Maart.) Getrouwd: Jan Hoogland, alhier, en Maria Wijker, te Egmond aan Zee. Geboren: Trijntje, d. van Arie Raat en Maartje de Boer. IIEER HUGO WAARD. (April.) Geboren: Trijntje, d. van Jan van Langen en Anna Bos. Petrus Anthonius, z. van Cornelis Molenaar en Aaltje Dekker. Dirk, z. van Pieter Kort en Maartje Ap pelman. Johanna Godefrida Carolina, d. van Si mon Klaver en Catharina Maria Wammer. Petrus Johannes, z. van Arie Out en Clasina Anna Bruin. Alida Johanna, d. van Jacob Ursem Jz. en Aaltje de Wit. Johannes Jacobus, z. van Willem Bos en Wil- helmina van Dalfzen. Margaretha Brigitta, d. van Cornelis Bruin en Johanna Baars. Paulus, z. van Adrianus Breed en Antje Braas Jacob, z. van Arie Luken en Maartje van Baar. Ondertrouwd: Jan Stam, alhier, en Maria Besseling, te Berkhout. Jacob Theodoor Broersma, te Winkel, en Dieuwertje de Boer, alhier. Getrouwd: Klaas Kooij Cz. en Janice de Vries. Hendrik Eijssen en Reinout je Visser. Jan Baltus en Neeltje Stoop. Jacob Theodoor Broersma en Dieuwertje do Boer. Cornelis Adrianus Petrus Schouten en Anna Konijn. Gerardus Oudhuis en Maria Rood. Ja cob Berkhout en Ni osje de Boer. Jacob Bes en Cor nelia Tromp. Cornelis Groenveld en Aafje Jonker. Overleden: Cornelis Veen, 52 jaar, echtgenoot van Trijntje Groot. - Anthonius Johannes, z. van Johannes Oud huis en-Neeltje de Boer, 4 maanden. Trijntje, d. van Jan van Langen en Anna Bos, 1 dag. Jansje, t« u Piatar Baart Wa. tn Utrj* da Boer, 10 weken,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 6