DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. rn No. 108 Honderd en dertiende Jaargang. 1911 MAANDAG 8 MEI. ONDERWIJZERES FEUILLETON. Hel Gouden Bed. BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefoonnummer 3. HET BEZOEK VAN DE KONINGIN AAN BRUSSEL. Het was goed, dat mevrouw Mara het vroolijk lachje niet zag, dat nu om do mondhoeken' der kleine prin ses gleed. ALKMAARSGHE CODRANT. LRiAVti Aan de VIERDE GEMEENTESCHOOL (Hoofd de heer C. J. RETZTGER), wordt gevraagd een bevoogd tot het geven van onderwijs in de vakken a tot en met k. De aanvangsjaarwedde bedraagt 725, die kam stijgen tot 1125. Stukken (adres op zegel) in te zenden aan het Ge meentebestuur vóór 21 Mei a.s. Persoonlijk bezoek kan niet worden afgewacht. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de aan gilte tot deelneming aan bovengenoemd onder richt ter gemeente-secretarie moet geschieden vridr 1 Jnni a.s., op welken datum de lijst onherroe pelijk woidt gesloten. Inlichtingen omtrent de regeling van het bedoelde onderricht worden ter gemeente-secretarie verstrekt. Alkmaar, Mei 1911. De Burgemeester voornoemd, G. RIPPING. DRANKWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat bij hun college zijn ingekomen verzoekschriften van J. HARMS en PKIEFT, aldaar, om verlof tot den verkoop van alcoholvrijen drank, respectievelijk in de perceelen Keizerstraat C 22 en Zilverstraat A 8. Binnen twee weken na deze bekendmaking kunnen tegen het verleenen van het verlof schriftelijk bezwa ren worden ingediend. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 8 Mei 1911. ALKMAAR, 8 Mei. Albanië, Marokko en Mexilco vulden grootendeels het politieke nieuws van de afgeloopen week. De Alba- neezeu willen van de verplichtingen, welke de Turk- sche regeering hun wensclit op te leggen, niemendal weten. Zij haten de Turken, weigeren belasting te be talen en soldaten te leveren, streven naar onafhanke lijkheid en voor zelfbestuur. De 1 urksche regeering begint den toestand ernstig in te zien, zij heeft twaalfduizend man reservisten uit Klein-Azië overgelfracht en moet van plan zijn alle burgers in Macedonië onder de wapens te roepen. In Marokko is nu het leger van trou\vgebleven stam men en Franschen de stad Fez binnengekomen, om den sultan Moelai Hafid tegen zijn onderdanen hulp te verleenen, hem veel munitie, levensmiddelen en geld to brengen, om zijn soldaten tevreden te stellen en de vreemdelingen te beschermen. Daarmee is een moeie- lijke periode begonnen. De FranscKe troepen kunnen immers Fez niet meer verlaten - dan zal ook in de stad de opstand uitbre ken, die daar buiten nu reeds zooveel te doen geeft en zal ook Moelai Hafid worden weggejaagd'. Blijven de troepen te Fez, dan zullen ze den gehee- len opstand wel moeten dempen. Maar Duitschland waarschuwt met nadruk, %it Frankrijk zich heeft te hoeden voor verkeerde stappen, en dat Frankrijk heeft te bedenken, dat zijn optreden aan grenzen gebonden is. In den- tijd, toen er voor Duitschland iets te halen viel in Marokko, wist het niet wat het wilde, thans schijnt ze het eindelijk te weten. De Eransche pers wint er dan ook geen doek jes om en stelt een nieuwe conferentie voor om Ma rokko te deel en. Doch nu komt Sp'anje in verzet. „Wat Frankrijk in Marokko doet-, zegt men daar, is geen politiewerk, geen uitvoeren van de akte van Al- geciras of een verdedigen van den bestaanden toe stand, maar eenvoudig een verovering. Frankrijk over-' rempelt Marokko en zal daden van souvereiniteit uit oefenen waar zijn troepen zullen overwinnen. Maar het geeft geen enkele verklaring om dat gedrag te rechtvaardigen; wij zullen slechts getuigen zijn vau die historische gebeurtenis en ons erop kunnen beroe men, de eenige getrouwe uitvoerders der acte van Al gecirns te zijn." Minister-president Canalejns heeft dezer dagen open lijk verklaard, dat hem de manifestaties in Spanje te gen Frankrijk met bezorgdheid vervullen. Marokko en zijn bodemschatten zijn sedert jaren de eenige hoop van het. Spaansche kapitaal. En nu Frankrijk dreigt dat land te bemachtigen, komt men even fel tegen Frankrijk in opstand, als men in Italië indertijd in verzet is gekomen, toen Frankrijk zich van Tuni meester heeft gemaakt. Gemakkelijk heeft Frankrijk het dus met zijn Ma- rokko-politiek niet! In Mexiko zijn de onderhandelingen tusschen de regeering en de opstandelingen op niets uitgeloopen, is de korte wapenstilstand geëindigd en zijn de vij andelijkheden weer geopend. Wel meldt een der laat ste berichten-, dat de hoop op den vrede nog niet ver dwenen is, maar de kans op verwezenlijking van die hoop lijkt ons al zeer. gering. Het is geenszins onmogelijk, dat de opstandelingen het thans zullen gemunt hebben op Mexiko. De regeering der Vereenigde Staten heeft tot dus verre de Amerikanen maar laten vechten en zich bepaald tot bescherming der grenzen. Evenwel het is niet onwaarschijnlijk, dat zij tusschenbeiden zal treden, zoodra zij overtuigd is, dat er geen mogelijk heid is tot herstel van den vrede. Heel veel zin heeft men echter niet te Washington, men herinnert, zich te goed hoe het Napoleon in Mexi ko is vergaan! In Engeland is men een heel eind: opgeschoten met de behandeling van de veto-wet. Middelerwijl heeft de heer Lloyd George zijn verzekeringswet ingediend. ordt deze wet en zij is zeer gunstig ontvangen dan zal voor de eerste maal het landsbudget de reus Naar het Duitsch van OLGA WOHLBRüCK, bewerkt door J. P, WESSELINK—VAN ROSSUM 108) o Mevrouw Mara luisterde met open mond, toen Pieps het grootsehe afsterven der kleine Doorluchtigheid vertelde. „Werkelijk, Piepsel, is het waar zij stelt nog iu alles belang-?. Geloof je niet, Piepsel, dat zij ons zou kunnen hel pen?. Spreekt papa met haar, zooals het hem voor den. mond komt.kan jij niet. Piepsel. jij I" „Neen." Met Pieps viel niet te bepraten. Die wachtte op een wonder. Voordat dit gebeurde zaten zij allen op straat, waren voor geheel Berlijn gebla meerd en Paul zou haar verlaten voor „die persoon." oen de verpleegster weer eens de namen der bezoe kers voorlas, viel prinses Arnulf haar met een korte beweging in de rede: „Wie? Nog eens En de zuster herhaalde: „Mevrouw Mara Frank Nehls verzoekt uwe Doorluchtigheid de hand te mogen kussen." „Laat zien, als het u blieft." De nog altijd schitterende, zwarte oogeu der prinses vlogen over het kleine, zeer leesbare Weensche school meisjes schrift. Daarna gaf zij een afwijzend teeken. Zij dacht na. Zij lag geruimen tijd zonder zich te verroeren en vertoonde slechts nu en dan het humor volle lachje barer gezonde dagen. Het lot gaf haar daar voor het allerlaatst nog een kleine, nieuwe sensa tie, een vroolijk, klein tussehenspel in de ernstige, moeilijke uren. Zij was er nooit nieuwsgierig naar geweest de schoone, weelderige vrouw vau haar ouden vriend te leeren kennen. Zij had ook met Pieps nooit over haar moeder gesprok-en. Zij gevoelde instinctmatig: dat dit werelden waren, welke gescheiden behoorden te blij- ven. En nu kwam een groet uit die wereld tot haai', en zij glimlachte er over als over een goed gelukte grap. „Hare Doorluchtigheid prinses Arnulf wacht u mor- genohctend te elf uur," liet zij aan mevrouw Frank Nehls schrijven. En Mevrouw Mara bad dien voo«middag drie Vader Onzen, trok een zwaar zwart zijden japon aan en wierp een kanten sluier over haar kunstig gekapt haar, zoo als het gebruikelijk was bij de pauselijke audiënties. Want zoo iets als een pauselijke audiëntie stelde zij zich de te wachten scène voor in het aanzienlijke pa lcis, aan het sterfbed eener Doorluchtigheid. Prinses Arnulf ontving haar alleen, had de ver pleegster verbannen naar de aangrenzende toiletka mer, waarvan de deur op een kier bleef staan. „Goeden dag ykomt u nader -Mevrouw Mara zag niets dan enkel rood en goud. Daarna zocht zij het kleine, donkere negerkopje in den overvloed van kussens op de hooge in goud pronkende legerstede, welke er bijna uitzag als een katafalk on der den zwaren baldakijn. „Ik kus u de hand. Doorluchtigheid. Aar zelend beklom mevrouw Mara de drie treden, boog het hoofd over de doorzichtige, vau ringen glinsterende hand. „U wildet mij zien, lieve mevrouw Nehls. Er is nooit veel aan mij te zien geweest, en' nu minder dan ooit.... Gaat u zitten, lieve...." Mevrouw Mara haalde zwaar adem. Al haar moed had haar begeven. Zij stamelde.... „Weest u niet boos, Doorluchtigheid, dat ik mij veroorloofd heb, mij in te schrijven. en zegt u het niet aan Paul. ik smeek u, Doorluchtigheid. Maar ik dacht daar uwe Doorluchtigheid zoo goed voor mijn meisje is, mag de mooder toch ook wel hartelijk dank komen zeggen." „Dat was heel juist gedacht heel natuurlijk gedacht.De zieke knikte en keek de schoone, flinke vrouw vriendelijk aan. „Ja, ziet u, Doorluchtigheid.... om natuurlijk te zijn is voor ons altijd eenige moed noodig. Paul is een beroemd man, eu het meisje dweept sterk met haar vader. zoo wordt men niet licht natuurlijk. „Ja, ik-wet, dat uw man een zenuwachtig, ongedul dig heer is, u zult het zeker dikwijls heel moeielijk met hem hebben, niet waar?" Mevrouw Mara was geheel getroffen door den klei- jg— achtige som van 180 mill, pond- sterling overschrijden. Vijf en twintig jaar geleden was liet voor de Engel- sche staatslieden nog een groote zorg, wanneer zij een begrooting van 90 nrillioen pond sterling moesten in dienen. Waarin ligt nu de reden van de verdubbeling dei- staatsuitgaven in een naar verhouding maar korten tijd? Het is niet juist, wanneer men de eenige oor zaak of ook slechts de hoofdoorzaak van die enorme vermeerdering der staatsuitgaven in de landsdefensie zoekt. Zeker zijn de sommen, die marine en leger jaarlijks verslinden, in Engeland buitengewoon geste gen. Doch als men deze bedragen met de totale uit gaven vergelijkt, blijkt merkwaardigerwijs dat de laat ste in nog hoogere mate toegenomen zijn. Met andere woordenHet percentage van de uitgaven voor leger en vloot op de Engelsche begrooting is, in betrekkelij- ken zin, gedaald. De „burgerlijke" uitgaven zooals men ze in de Engelsche begrooting in tegenstelling met de militaire noemt beloopen volgens schatting voor de komende begrooting 110 millioen pond ster ling, zoodat Engeland tegenwoordig voor andere doel einden dan voor de landsdefensie, juist een millioen pond per week méér uitgeeft dan een kwarteeuw gele den. In België waar men zich zeer ongerust maakte over den toestand der koningin, die thans gelukkig weer hersteld is is bet testament van koning Leo pold door liet socialistisch blad „Le Peuple" gepubli ceerd. Het luidt volgens deze lezing als volgt „Ik heb van mijn ouders een som van 15 millioen geërfd, die ik nalaat aan mijne kinderen om ze onder ling te verdeelen-. „lengevolge van mijn functie en door het vertrou wen, dat verschillende personen in mij stelden, heb ik op verschillende tijdstippen belangrijke sommen in handen gehad, die mij echter niet toebehoorden. Ut bezit niets anders dan de bovenvermelde 15 mil lioen." Laeken, 18 October 1909. Is dit document echt, dan is bewezen,* dat 's konings vermogen niet 60 a 90 millioen bedroeg, gelijk veel vuldig is beweerd, maar ook, dat de koning gelden, welke hem niet toebehoorden, heeft besteed voor aller leid doeleinden, voor stichtingen, liefdadige instellin gen en ook wel voor minder edele dingen. Het testament is gedateerd 18 October 1909, dus in den tijd, dat koning Leopold van zijn laatste bezoek bij de barones Vaughan naar Brussel terugkeerde. Hij begon toen reeds te sukkelen en heeft vermoedelijk den dood voelen naderen. Twee maanden na dezen datum is hij overledeu. Het testament zal deze week ongetwijfeld tot veel geschrijf de aanleiding vormen. DE GASTEN VAN IIET KONINKLIJK ECHTPAAR. Z. K. II. Prins Hendrik der Nederlanden en Hertog Johan Albert van Mecklenburg-Schwerin, de regent van Brunswijk, en zijne gemalin hebben Zaterdag de Nieuwe Kerk te Amsterdam bezocht. Daarna zijn Zij de gasten geweest van den heer J. T. Cremer, oud-mi- nister van koloniën, op diens landgoed Duin- en Kruidberg te Santpoort. Twee auto's brachten het hooge gezelschap Zaterdagmorgen om elf uur van het Koninklijk Paleis te Amsterdam door het Vondelpark, den Haarlemmermeer en Heemstede naar de genoem de buitenplaats. De vorstelijke personen zijn, na op Duin- en Kruidberg het tweede ontbijt te hebben ge bruikt, per auto nmir Amsterdam teruggekeerd. TJit Brussel wordt gemeld, dat het bezoek van H. M. do Koningin aan Brussel is bepaald op 26, 27 en 28 J uil. PRINS HENDRIK NAAR DE RUBBER TENTOONSTELLING. Z. K. II. Prins Hendrik heeft door middel van den Nederlandsehen Consul-generaal te Londen zijn voornemen te kennen gegeven, op 27 Juni de Interna tionale Rubber-tentoonstelling in de Royal Agricultu ral Ilnll te zullen bezoeken. nen, zwarten apenkop, die zoo verstandig uit de witte kanten keek en waarvan het lichaam zich. als dat van een kind onder het zware zijden dek afteekende. „Ach Doorluchtigheid, ik heb altijd alles met hem weten' door te komen, zooals men zegt en.maar. Mevrouw Mara haperde. Haar groote oogen vulden zich met tranen. Het hartzeer der laatste maanden kneep haar de keel dicht. Zij stond weer op, viel op de bovenste trede der verhooging op de knie, en vouw de de handen op het bed, zooals zij woeger in den bid- stoel in de kerk had gedaan. „Ziet u. Doorluchtigheid, u zijt de eenige naar wie hij, Paul, luistert u zijt als een heilige voor hem." „Dat is overdreven, lieve...." „Niets is overdreven, Doorluchtigheid, ik weet het goed. Maar ik ben nooit boos op u geweest, Door luchtigheid,. nooit. Als de bediende van Uwe Doorluchtigheid kwam, beu ik altijd dadelijk naar mijn man geloopen, en heb geroepen: Paul.... de doorluchtige bediende is er. Prinses Arnulf verging van pret. Dat had nog in haar aanteekeningen ontbroken dat alleen nog! Zij nam haar zakdoek tusschen de tanden en drukte iiaar kleine, gele hand tegen haar borst. Slechts niet lachen. Dat mocht zij niet. Geen' onderbreking Niets dat dit oogenblik met zijn kostelijken humor zou kunnen verkorten. Mevrouw Mara zag niets. ,Uwe Doorluchtigheid was voor mijn ziel als de goede God voor ons huis. „Maar, maar. „Mijn meisje ookboven hare Doorluchtigheid gaat alleen haar papa. Maar Paul, ziet u, Doorluch tigheid...." Weer haperde mevrouw Mara, liet het hoofd op haar borst zinken...." Sedert die persoon er is, is mijn rust weg. Hij brengt ons tot den bedel- taf, Paul, door die persoon eu mij, die negentien jaar zijn vrouw beu, kijkt hij niet meer aan! Doorluchtig heid, verbiedt hem die persoon' U kunt het, geloof mij. Hij volgt alleen u. Wat de familie gezegd heeft, is hem onverschillig. Maar als Doorluchtig- DE JOHANNITERORDE. De Noderlnndsche afdeeliug der Johannit-erorde houdt Woensdag' 10 dezer te 2 uur in het paleis op den Kneuterdijk te 's-Gravenhage haren ridderdag. Des avonds is er diner, waaraan de Prins deelneemt. Gemengd Nieuws. OFFICIERSPROMOTIE. Naar het N. v. d. D. verneemt, is de officierspromo- tio dit jaar niet deze maand, doch in de maand Juli te wachten. KONINKLIJK PALEIS TE AMSTERDAM. In het Zaterdag- verschenen Gemeenteblad van Am- sterdam is opgenomen een voorstel van B. en W. om hen uit te noodigen om, alvorens omtrent de voorzie ning in de behoefte aan een nieuw stadhuis definitie ve voorstellen te doen, zich tot den minister van Bin- nenlandsche Zaken te wenden met de vraag: lo. of bij de lioogere regeering voornemens bestaan of wenschen iu overweging zijn, die binnen afzienbaren tijd zouden kunnen leiden tot het onttrekken van het Koninklijk Paleis op den Dam aan zijn tegenwoordige bestem ming zoo ja, ten 2e. of de regeering alsdan bereid zou zijn met het gemeentebestuur van Amsterdam iu overleg te treden omtrent: a. de stichting van een waardig koninklijk verblijf in de gemeente Amster dam, b. het na voltooien daarvan wederom ter beschik king dier gemeente stellen van het Koninklijk Paleis op den Dam, opdat dit opnieuw tot Raadhuis zou kun nen worden bestemd. BLOEDVERGIFTIGING. Zekere J. Jansen, wonende op de Ossche-Schayk onder Oss, krabde onlangs een puistje stuk op den neus, waardoor bloedvergiftiging ontstond. Thans is hij aan de gevolgen overleden. heid Zij begon te weenen, trok de hand der zieke aan haar lippen, en bedekte ze met kussen. Prinses Arnulf werd eensklaps heel ernstig, heel stil. Welke persoon bedoelt u „Moll Uwe Doorluchtigheid weet het toch." De zieke schudde het hoofd. „Mollzoo Zij dacht na. „U moet geduld hebben, lieve mevrouw slechts geduld." „Het geheele leven heb ik geduld gehad, Doorluch tigheid. Ik ben geen jaloersche gans geweest. Heb altijd geweten, dat ik niet zoo knap en ontwikkeld ben, dat ik alle vrouwen voor hem kan vervangen. Was ook aau het theater en heb er nooit veel drukte over gemaakt. Als de knappe meisjes vroeger zijn deur plat liepen om de rollen te krijgen, of uit aanbidding, ben ik er nooit over gevallen, maar Moll, Doorluchtig heid, die is gevaarlijk. Dat voel ik. Juist, omdat zij doet of zij niets van hem wil weten! Voor haar heeft hij stukken geschreven, eu fiasco heeft hij er mee ge maaktAan zijn huis is hem niets meer gelegen.... Als men alles ons huis uitdraagt dan gaat hij tot haar. De menschen praten er reeds over, dat hij rich van mij wil laten scheiden. Ik weet er nog niets van, maar de menschen spreken er over! En ziet u, Door luchtigheid, dat zou mijn dood zijn dat heb ik niet aan hem verdiend! Zelfs al moest ik weer met hem in een kleine kamer trekken, zooals in het begin met vreugde zou ik weer zijn laarzen poetsen en zijn zak doeken wassehen met mijn eigen handen maar. dat een ander den naam draagt, welken hij toch te zamen met mij verworven heeft, waarover ik mij zoo heb verheugd, waarop ik zoo trotsch was als uwe Doorluchtigheid op haar kroon.... neen.... dat overleef ik niet.Laat hij u op handslag beloven, dat hij die persoon niet trouwt! Slechts niet trouwt.. Dan wil ik beide oogen toedrukken, en mijn ooren toe houden voor alles, wat de menschen mij inblazen, en ik wil hem zijn weg laten gaan maar die schande moet hij mij niet aandoen na negentien jaren die schande niet (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 1