DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Honderd en dertiende Jaargang. 1911 DINSDAG 9 MEI. FEUILLETON. Het Gouden Bed. BINNENLAND. No. 109 Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,— Af zonderlij ke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefoonnummer 3. Z. K. II. DE PRINS NAAR DEN HAAG. DE ZAANDAMSCHE DEPUTATIE BIJ DEN- TSAAR. ALRMAARSCHE COURANT. rvTSJ KENJTISGEVIJfG. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALK MAAR brengt, op grond van artikel 1 der Wet van 22 Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der inge zetenen, dat bij hem ingekomen en aan den ontvan ger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeen te ter invordering is overgegeven: de kohieren der PERSONEELE BELASTING Ns. 5 en 6, voor het dienstjaar 1911, executoir verklaard door den Directeur der directe belastingen in Noord- holland te Amsterdam den 5 MEI 1911; dat ieder verplicht is zijn aanslag, op den bij de Wet bepaalden voet, te voldoen en dat heden ingaat de termijn van zes weken binnen welken daartegen be zwaarschriften kunnen worden ingediend. Alkmaar, den 8 Mei 1911. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, G. RIPPING. ALKMAAR, 9 Mei. Ter gelegenheid van den 29sten verjaardag van den Duitschen Kroonprins heeft de heer Theodor Wolff in het Tageblatt een hoofdartikel geschreven, ,dat ze ker naar den smaak van vele Duitschers zal zijn. De schrijver stelt voorop, dat de kroonprins in de geheele wereld nauwelijks een tegenstander en in het geheel geen vijand heeft en wat men van zijn tegen zin in stijven pronk en van zijn neiging tot frissche zelfstandigheid weet of meent te weten kan niemand onsympathiek zijn. Een koning of een prins, zegt hij verder, die eerlijk de waarheid zoekt, mag zich, zonder daarom zijn war me hart en zijn geloof aan de menschheid te verlie zen, nooit geheel ontdoen van een zeker waakzaam wantrouwen en, zooals keizer Frans Jozef zich dage lijks ©en portefeuille met courantenknipsel en een con trole-portefeuille met onbeknipte couranten op zijn studeertafel laat leggen, moet bij alle dingen een con trole-portefeuille iu zijn nabijheid zijn. Maar wanneer de vorst deze noodzakelijkheid inziet erGwerkelijk alle meeningen wenscht te hooren en te overwegen, begint voor hem eerst de moeielijkheid, want de lieden, die vrijuit spreken en geheel onzelfzuchtig zijn, zijn zeld zaam in het bonte gewemel, dat zich om de treden van een troon verdringt. Kroonprins Eriedrich had het geluk, dat een kring vani mannen, die oprecht waren en een fijnen geest hadden, zich om hem heen hadden geschaard, maar de tegenwoordige mannen der we tenschap, die den gulden genadeketen om den hals dragen, zijn niet van1 deze fiere soort. Wie tegenwoor dig aan het Hof komt, zoekt gemeenlijk voordeel en winst, en de hand, die nog zoo even met de uitdruk king van een plechtige verzekering op het hart werd gedrukt, wordt het' volgende oogenblik hegeerig ge opend. Neen, het is niet zeer gemakkelijk voor de vorsten, om goed ingelicht te zijn en juist degenen onder hen, die ernstig zijn en hun oogen open houden, vervallen dikwijls tot een onrechtvaardige menischen- verachting. Zij hebben nog een ander middel, om zich duidelijk te maken, langs welken weg de ontwikkeling' gaat en gaan moet, en dit middel ligt in de vergelij- Naar het Duitsch van OLGA WOHLBRüCK, bewerkt door J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM 109) _0_ De klein© Doorluchtigheid lag met gesloten oogen; haar zwarte, zware wimpers glinsterden vochtig, haar kleine, zwakke hand drukte nauwelijks merkbaar den vollen arm der zacht snikkende vrouw. „Goede vrouw -gij zijt een goede vrouw. Zij sioeg haar stralende, zwarte oogen op. Zij was zeer bleek. Zeer aangedaan. Zij had haar krachten toch te veel overschat. Mevrouw Mara schrikte. „DoorluchtigheidNiet stervenOm Gods wil!!.Niet stervenAls een angstige, onderdrukte kreet ontsnapten de woorden aan haar lippen. En de kleine, leelijke prinses glimlachte weer heel rustig' en moedig. „Neen, lieve mevrouw.... nog niet.... zoo snel gaat het metVoordat ik mijn schulden betaald heb, ga ik met stilletjes weg. Zoo, lieve, ga nu.." Mevrouw Mara drukte nog een kus op de koude, klei ne hand op het purperen dek, maakte driemaal een kruis, en richtte zich op. Zij wierp nog een laatsten blik op de kleine, teere gestalte onder den- gouden bal dakijn, op het hooge luchtige, prachtige vertre, daarna trok zij haar zwarten zijden sluier diep over haar ge laat en verliet zacht, met gebogen hoofd, de kamer. En zij reed. naar liuis met het gevoel de grootste en moedigste daad ha ars levens te hebben verricht. En nu kunnen zij kalm den rommel weghalen, als ik Paul maar behoud, dacht zij. De klein© Doorluchtigheid betaalde haar schuld echter nog denzelfden avond. i Z-Tvf erbafmei1 le?de zij de hand op de wond, wel ke .Nehls zoo lang voor haar verborgen had gehouden king, in de beschouwing der geschiedenis en in de be schouwing der dingen, die men in andere landen hoort en ziet. De Kroonprins en de Kroonprinses hebben kort geleden hun Italiaamschen- neef te Rome bezocht en zij bereiden er zich op voor naar St. Petersburg en de kroningsfeesten te Londen te gaan. Zij waren te korten tijd te Rome om te kunnen waarnemen hoe ko ning Victor Emanuel den welstand van Italië ver hoogt en met zijn niet op z'n Pruisisch gedrild volk iu een zeer hartelijke verhouding leeft, maar zij weten misschien, dat hij niemand afstoot en met niemand ruzie mankt, zich op ziju liberaliteit beroemt, zelfs met sociaal-democraten op menschelijke wijze omgaat eu tracht alle krachten van zijn land tot ontwikkeling te brengen. En zal hen, ook bij hun staatsvisites, het buitengewone verschil niet opvallen, dat er is tusschen het Russische en het Engelsche monarchen-bestaan en zullen ze zich niet moeten afvragen, waar de hoogere regeerderswijsheid en het betere resultaat is? Zij zul len iu Rusland achter Kozakkenpaarden en bajonet ten een volk zien, welks ontwikkeling niet op natuur 1 ij ke wegen geleid, maar daarentegen steeds weer on derbroken en gestremd is en terzijde, naast dit volk een beklagenswaardigen man, die met de geheele macht ook den reusachtigen last van de verantwoorde lijkheid alleen en zonder bescherming torst. In Enge land zullen ze een volk vinden, dat sedert 420 jaar het gebruik van zijn vrijheid kent en midden in dit volk een koningdom, dat op den vasten grondslag van de grondwet in verheven veiligheid en tegen alle wissel valligheden beschermd, troont. De Engelsche grond wet, die de verantwoordelijkheid heeft gedeeld, heeft het koningschap niet verzwakt maar uitsluitend ver sterkt, want het dankt er een) innerlijke kracht, die van bestendigheid en onaantastbaarheid, aan. Waar iaat de koningstroon zoo hoog, als daar waar zij mid den in het volk staat als daar waar iedere gentle man en iedere arbeider het hoofd ontbloot, wanneer „God save the King" weerklinkt? Men pleegt ten .onzent, zoo gaat de schrijver voort, den vorsten te vertellen, dat hetgeen het Engelsche volk sedert 420 jaar bezit, voor het Duitsche volk niet geschikt is, maar het is te hopen, dat zij dan met dat waakzame wantrouwen, dat hen nooit mag verlaten, de leden eens goed aankijken, van wier lippen zoo zoete wijsheid vloeit. Zij zullen dan gewoonlijk kunnen be merken, dat minder de zorg voor volk en troon-, dan de zorg voor eigen welzijn de drijfveer dezer getrouwen is, en dat zij den troon slechts in zijn isolement willen handhaven, omdat de troon met zijn gunst en zijn genade dan aan hen toebehoort. Niet beschroomd de ontwikkeling achternahinken, maar zich moedig aan het hoofd der ontwikkeling stellen, is steeds een der eerste beginselen vani ware regeerderskunst geweest, en alleen een dorpsphilosoof kan gelooven, dat men de zon kan dwingen terug te gaan. Deze Duitsche meer derheid, die in een tijdperk van techniek, groothandel en van een nijverheid, die de wereld omvademt, langs geheel natuurlijken weg tot nieuwe opvattingen komt, en noemde den naam der vrouw, dien hem al het bloed naar het hart joeg. „Nehls, gij zijt een fantast. Op uw leeftijd ver andert men niet willekeurig zijn levenslijn. Dat is niet stijlvol en gebrek aan stijl was vroeger toch in uw oogen de grootste misslag." Zij glimlachte spottend met haar van koorts gloeien de lippen en streek met haar kleine hand de kanten van haar mouw glad. „Ik wil u geen zedepreek houden, van mij zoudt ge het toch niet gelooven, maar in het verstand ligt ook moraal. En gij woesteling door onverstand, mijn vriend. Tot echtgenooot zijt ge niet geschapen, ternauwernood tot minnaar. Alleen omdat uw huwelijk in 't geheel niets van een echt huwelijk heeft, is het duurzaam. Gij staat geen vrouw het recht over u toe, niet eens het recht der verliefdheid r De kleine Doorluchtigheid wachtte een oogenblik.. Zij sloot de oogen.... het was alsof duizend kleine boosaardige duiveltjes om haar donker gelaat zoo vol uitdrukking speelden. En Frank Nehls zweeg en boog het hoofd onder den last van het eerste verwijt dezer vrouw. „Gij zijt de geliefde van een uur.van een dag. Meent gij werkelijk op acht en veertig-jarigen leeftijd een ander te kunnen worden, omdat een nieuwe lijn u heeft aangetrokken? Waar is het groote, hetwelk gij hebt voortgebracht, sedert gij deze nieuwe lijn wij willen maar bij deze uitdrukking blijven najaagt? Halfheid zal zijn wat gij schept, halfheid uw leven!" Nog' steeds zweeg' Frank Nehls. Er sprak een stille, smartelijke erkenning in hem, een heftig onderdruk ken van het hardnekkig verlangen naar geluk. „Het moge kunstenaarsnatuur zijn niets te zien dan zich zelf, het eigen Ik te beschouwen als het middel punt, waarom zich alles draait, enj dit Ik in zacht lin nen neer te leggen als- een klein kind. Alles draait immers om persoonlijken strijd, om persoonlijk suc ces. Nehls, ik ken veel mensehen, uit alle kringen, de wreedste waren- de kunstenaars, zij waren de zelf- wordt op den duur niet volgens bureaucratische voor schriften geregeerd, en waar en hoe dan ook laat de geest van den tijd zich gelden. Wanneer een volk in ziet, dat zijn stem terugkaatst tegeu den muur, die zelfzuchtige of geborneerde raadgevers1 om den troon hebben gebouwd, dan slaat het zelf de hand aan de zen scheidingsmuur. Verstandig en- vérziend inzicht gebiedt de vorsten tot het volk te gaan- en wacht niet totdat het volk tot de voTSten gaat. Z. K. II. de Prins is hedenochtend 11 u. 17 min. per Staatsspoor in Den Haag aangekomen en zal daar verblijven tot Donderdag. Dien dag, 's namiddags te 6 u. 56 min., zal de Prins weer te Apeldoorn aanko men. Hedenavond neemt de Prins deel aan den maaltijd bij TI. M. de Koningin-Moeder. EERSTE KAMER. Hoogstwaarschijnlijk zal de Eerste Kamer in den loop der volgende week bijeenkomen om ini openbare vergadering het Wetsontwerp tot nader regeling van de rechten van successie bij overlijden en het Wetsont werp tot bestrijding der zedeloosheid te behandelen. TWEEDE KAMER. De nieuwe bij de griffie der Tweede Kamer getrok ken leeszaal is thans zoover gereed, dat ze binnen en kele dagen in gebruik zal kunnen worden genomen. TWEEDE KAMERVERKIEZINGEN. Do Tweede Kamerverkiezing voor Roermond (vaca ture-F. J. Bolsius) zal plaats hebben op 26 Mei, de stemming, zoo noodig, op 8 Juni en de herstemming' op 16 Juni. INVALIDITEITS- EN OUDERDOMSVERZEKE- RING. Het hij de Tweede Kamer ingediende ontwerp van wet tot „verzekering van werklieden -tegen geldelijke gevolgen van invaliditeit en ouderdom" is thans in druk verschenen. Het ontwerp bevat 394 artikelen, en berust op den verzekeringsplicht: Ieder werkman moet verzekerd zijn voor een rente in geval van invaliditeit en na het bereiken vani den zeventigjarigen leeftijd, voor zoover hij niet bij de wet van den verzekerings plicht is uitgezonderd. De verplichte verzekering brengt mee een recht op weezenrente voor kinderen beneden 13 jaar. Invaliditeit staat in het ontwerp op den voorgrond. In dat opzicht keert het terug tot het hoofdbeginsel van het ontwerp invaliditeitswet van 1905. Tegen een ouderdomsverzekering, zonder invaliditeitsverzekering, bestaan, naar de overtuiging der regeering, overwe gende bezwaren. De weezenrente komt in het aangeboden ontwerp in de plaats van de weduwenrente in de ontwerpen van 1905 en 1907. Zij eindigt, wanneer alle nagelaten kin deren den leeftijd van dertien jaren hebben bereikt. Voorgesteld wordt, naast de verplichte verzekering in te voeren eene vrijwillige verzekering hij de Rijks verzekeringsbank. Iu verband met een en ander wordt ini artikel 80 be paald: „De vrije rente bedraagt jaarlijks een cent voor iedere vrije premie van een gulden vijftig cent voor ieder half jaar, dat verloopen is tusschen dte betaling zuchtigste en meest jammerende kinderen,.... ja! Groote kinderen groote dwergenHun kunst nemen zij tot voorwendsel, om zich over de wetten van het verstand heen te zetten.Ach, beste vriend, als er maar zooveel groote kunst was voortgebracht, als er in haar naam groote zonde is bedreven. De zuster trad zacht binnen. „Uwe Doorluchtigheid mag niet zoo veel spreken", zeido zij. „De dokters.kunnen mij toch niet meer helpen. Daarom moeten zij mij tenminste niet afhou den van hetgeen ik nog te doen heb. En toen Frank Nehls wezenloos naar de verpleeg ster keek, daar hij niet vermoedde, hoe nabij deze vrouw, die hier terneer lag, stond aan de grens van' 't leven, dat zij zoo had liefgehad, glimlachte de kleine Doorluchtigheid nog eens dapper en goedhartig. Met een bijna onmerkbare beweging, zond zij de zuster nog eens weg, wenkte den- vriend nog eens heel dicht tot haar. „Denk aan uw kind, Nehls. Werp geen scha duw op haar leven. Haastig, met vliegenden, heeten adem, zeide zij dit laatste. Paulsin had met haar over Pieps gesproken. Reeds toenmaals aan de Riviera. Zij hoopte, dat Pieps zijn hand niet zou afslaan. „Daarmede is uw kind geborgen, Nehls. Gij hebt mij n-ooit het recht gegeven, iets voor u te doen het recht om voor uw dochter te zorgen, heb ik zelf geno men Stom, diep getroffen, raakte Frank Nehls met zijn lippen de witte kanten harer mouw aan. „En daarmede moet het andere voor u afgesloten zjjn dat begrijpt gij zelf wel. Hij knikte automatisch, staarde in de door een wit ten kap getemperde hanglamp: „Ja Afgesloten. Op zijn acht en veertigste jaar alles afsluiten. Zij keek hem nadenkend aan, met een blik waarin medelijden en boosheid te lezen was. „Altijd dezelfde! De groote blinde, die menschen en dingen voorbij ziet. Hoe oud ben ik dan Zes en veertig en sluit toch ook het leven af maar anders dan gij voor altijd!" Frank NehJj wendd» stidj, ai: „Stervnn is dikwijls der premie en het ingaan der rente." De vrije verzekering verzekert geen weezenrente. Ten aanzien van de premiebetaling en de rentebere kening sluit het ontwerp zich in hoofdzaak aan bij het ontwerp invaliditeitswet 1904/1905. Evenals in de ontwerpen van 1905 eni 1907 wordt voorgesteld, dat werkgever en werknemer ieder de helft der premie betalen, en dat in den regel de premie door den werkgever wordt betaald, die het werkmans aandeel van het loon mag afhouden. In de premie is begrepen de premie voor de weezenrente, en deze wordt dus ook betaald door ongehuwden eu kinderloo- zen. De reeds in vroegere ontwerpen voorgestelde rente, bij de invoering der wet toe to kennen aan 70-jarigen, en de rente toe te kennen aan werklieden, in het eerst* jaar na de invoering der verplicht© verzekering, die 70 jaar worden zonder dien wachttijd te hebben vervuld, worden ook in het thans voorgestelde ontwerp gevon den. De organisatie der bank, die als drager van de inva liditeitsverzekering dient is in 't ontwerp niet opge nomen. Het ligt in de bedoeling der regeering' deze binnen kort in een afzonderlijke wet te regelen-; en dan aldus, dat één bank dient zoowel als drageT der invaliditeits verzekering als der wettelijke ongevallenverzekering. Onder werkman verstaat de wet ieder, die den leef tijd van 16 jaar heeft bereikt en in loondienst arbeid verricht, mits binnen het rijk, niet in militairen dienst en tegen loon van niet meer dan 1200 per jaar (art. 3). De premiën worden betaald door de verzekerden en door de werkgevers van de verzekeringsplicktigen. Ge durende 75 jaar zal het rijk 8millioen bijdragen. Do verzekeringsplichtigen worden naar het loon in gedeeld in vijf loonklassen, met premies van 20 ets. tot 48 ets. per week. De verzekerde, die invalide is, heeft, wanneer hij 150 premiën in rekening kan doen brengen, recht op invaliditeitsrente, bij blijvende invaliditeit en tijdelij ke invaliditeit van een half jaar onafgebroken. Voor recht op ouderdomsrente moeten 1248 premiën in rekening kunnen gebracht worden. Over elke week wordt één premie geheven. De premie wordt betaald, hetzij door het plakken van rentezegels op een rentekaart, hetzij in geld aan den Raad van Arbeid. De uitvoering van de wet zal worden opgedragen aan het bestuur der Rijksverzekeringsbank, aan- Ver zekeringsraden en de Raden van arbeid. OPIUMCONPERENTIE. Het Nederl. Correspondentiebureau bericht, dat er zeer groo-te waarschijnlijkheid bestaat, dat de interna tionale opium-conferentie, welke aanvankelijk in den loop van deze maand in Den Haag zou plaats hebben, doch nader voorloopig werd uitgesteld tot Juli a.s., thans in het geheel niet z-al gehouden worden, althans niet meer in het loopende jaar. Uit Zarskoje Selo wordt gemeld, dat -de Tsaar gis teren in audiëntie ontving de Zaandamsche deputatie, welke Zijne Majesteit dank kwam zeggen voor het schenken van het standbeeld van Peter den Groote. De Tsaar dankte de deputatie voor het model in zil ver van. het Czaar Peter-huisje, dat hem was aange boden. gemakkelijker dan levert" Zij richtte zich op in haar kussens, drukte de tan den op elkaar, legde haar handen op haar bonzend en onregelmatig kloppend hart. „Beproef het eerst. fluisterde zij. Hij greep naar zijn hoofd en wierp zich op de knie ën naast het verblindend prachtige bed! als voor de tre den van een troon. „Vergeef mij, maar ik weet op dit oogenblik niet wat ik zeg. „Dat hebt gij menigmaal niet geweten. Een seconde rustte de kleine, brandende hand op het hoofd van den vriend. Daarna gleed ze er af, een zwa re, bevende zucht deed haar borst zwellen. „Een man als Paulsin dupeert men niet", voegde zij er nauwelijks verstaanbaar aan toe, „als men Frank Nehls heet. dat weet ik. Ja, dat wist zij, de kleine Doorluchtigheid. En hij behoefde het haar niet „op handslag te belo ven", zooals mevrouw Mara had gesmeekt. Maar zij kon hem niet nakijken, hoe hij de purpe ren kamer vei'liet, waar de kortste en zwaarste strijd zijns levens was gestreden, waar de liefde des vaders de overwinning had behaald over de late droomen van eluk van den krachtigen man Toen Frank Nehls zijn kamer in de Rankestrasse betrad, was het hem te moede als iemand: die na een lange reis in een verlaten huis is teruggekeerd. Koud en leeg scheen hem het bekende vertrek toe, koud en leeg was het in hem. Alleen het schrift van prinses Arnulf, hetwelk hem aanstaarde uit al deze verspreid 'iggende bladen eu brieven, bezielde deze doodsche, verlaten ongastvrijheid. Ja, de kleine Doorluchtigheid was een verstandig» vrouw, die zich op den dood voorbereidde, als op eeu lastig, maar gewichtig bezoek, hetwelk men de deur niet kan- wijzen en voor welks ontvangst men nog al les heel goed in orde brengt, En zij was zoozeer de voorname -damezelfs bij het sterven, dat men den kreet van het gewonde dier zelfs in haar tegeh- woordigheid bedwong. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 1