DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Honderd en dertiende Jaargang. 1911 MAANDAG Verkiezing Gemeenteraad. Inkwartieriagslijst. BINNENLAND. No. 136 Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzondei lijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. 12 J U N 1. Telefoonnummer 3. ALKMAARSGHE COURANT BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar, Gelet op artikel 9 der Gemeentewet; Brengen ter algemeene kennis, dat de verkiezing van leden van den Gemeenteraad, ter vervulling dei- plaatsen, welke zullen openvallen door de periodieke aftreding als zoodanig van de heeren A. FORTUIN en J. DE LANGE C Jz. (in kiesdistrict I), Mr. A. J. F. M. N. DORBECK en J. DE WIT Dz. (in kiesdis trict II) en J. POT en G. T. M. VAN DEN BOSCH (in kiesdistrict III), benevens ter vervulling van de plaatsen van twee leden (in kiesdistrict I), waarmede de Gemeenteraad, in verband met de uitkomsten dei- negende tienjaarlijksche volkstelling moet worden ver meerderd, zal plaats hebben op Dinsdag 37 Juni a.s. en dat de stemming en herstemming zoo noodig zijn bepaald op Donderdag en Dinsdag 18 Juli a s. De tot invulling bestemde formulieren voor de op gaven van candidaten zijn kosteloos ter Secretarie der Gemeente verkrijgbaar. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat, overeen komstig art. 17 der wet van 14 September 1866, Staats blad No. 138, door hen is herzien de lijst, bevattende de namen der inwoners die in aanmerking komen voor het verleenen van inkwartiering en onderhoud van militairen en paarden welke lijst ter inzage voor een ieder is nedergelegd ter gemeente-secretarie ge durende 14 dagen na heden. Bezwaren tegen die lijst kunnen schriftelijk aan burgemeester en wethouders worden ingediend binnen 14 dagen na afloop van den tijd voor de inzage dei- lijst bestemd. Burgemeester en Wethouders voornoemd G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 10 Juni 1911. ALKMAAR, 12 Juni. De afgeloopen week bracht een onverwachte politie ke gebeurtenis in het naburige België, waar het mi- nisterio-Sehollnert tot heengaan werd gedwongen. In de eerste dagen werd er druk geconfereerd en vergaderd: de voorzitter van de Tweede Kamer, Coo- reman, de staatsminister Beernaert, de staatsminister Woeste, de liberale staatsminister Dupont, werden beurtelings bij den Koning ontboden, de minister-pre sident moest herhaalde malen ten paleize verschijnen, ministerraad volgde op ministerraad. Zou het school- wetsontwerp worden ingetrokken, zou het ministerie heengaan, zou er een Kamerontbinding plaats heb ben? Er was door de behandeling van het schoolwetsont- werp ten bate van het bijzonder onderwijs groote ont roering in het land gekomen. Liberalen en sociaal-de mocraten kwamen tegen die behandeling in verzet, maar van katholieke zijde steunde men krachtig de regeering. Obstructie der oppositie werd gevreesd, maar Woensdag nam de groote leider der katholieken het woord en wees op de mogelijkheid om in overeen stemming- met de oppositie in de bestaande schoolwet geving eenige wijzigingen te brengen en het daarbij te laten. Den volgenden dag- deelde de miflister-president mede, dat het ministerie den koning had verzocht hun ontslag aan te nemen. De dubbele bedoeling van den ouden leider was1 bereikt: het. ministerie ging en de schoolwet-geving- was van de baan. Maar ook het leiderschap van den1 politicus, wien persoonlijke haat tegen den minister-president verweten wordt, was ge ëindigd. Het ministerie was gevallen, niet overwonnen door zijn politieke tegenstanders maar door desertie in het eigen kamp. De katholieke partij, met uitzondering dan van den heer Woeste, bleef echter den heer Schollaert trouw en zelfs scheen het gerucht waar heid te zijn, dat de geheele rechterzijde den koning- zou hebben verklaard, dat geen hunner een portefeuil le zou aanvaarden. Do voorzitter der Kamer, de heer Cooreman, weigerde de opdracht, een nieuw ministe rie samen te Stellen, verklaarde niet rijk genoeg te zijn en zijn persoonlijke zaken niet te kunnen ver waarloozeu. Minister Lubaert, wien de koning- daar na de samenstelling- van een nieuw kabinet opdroeg, weigerde, zeide dat hij boven de woelingen der politiek een welverdiende rust verkoos, Eindelijk was de koning- gelukkiger, immers baron de Brocqueville, die als zeer gematigd bekend staat, ontslagnemend minister van spoorwegen, posterij en telegrafie aanvaardde de opdracht en heeft een zaken kabinet samengesteld. De verkiezingen in het volgend jaar zullen dus nu tot inzet hebben dë schoolwet en het zal een strijd van belang worden, daar de volkstelling wijziging' brengt in de kiezerslijst en beide partijen, katholieken en coa- litie-genooten (liberalen en sociaal-democraten) op winst hopen. Frankrijk verloor door den dood een bekend staats man, de oud-minister Rouvier. Zijn loopbaan was hij begonnen als bediende op een handelskantoor, maar dank zij de bescherming van Gambetta kwam hij snel vooruit, verwierf hij zich naam als financieele specia liteit. In het ministerie-Gambetta werd hij minister van koophandel, in 1887 werd hij zelf met de vorming van een ministerie belast en nam hij de portefeuille van financiën. Het Panamaschandaal bracht hem ten val en bijna in de gevangenis bijna, immers het bleek dat hij de gestolen gelden niet voor eigen bate had gebruikt, maar enkel had aangewend in het be lang der maatschappij, weshalve hij buiten vervolging werd gesteld. Later werd hij weer eens minister en zelfs minister-president, maar moest voor de politiek van den heer Delcassé, welke hij gevaarlijk achtte, wij ken. Overigens- had men in Frankrijk het druk over de opwinding in het Aube-departement, dat geenszins tevreden was met dë beslissing in het bekende geschil over het Champagne-gebied eu daarom weer in bewe ging kwam. Onlusten kwamen hier en daar voor, de regeering had echter voor voldoende militaire macht gezorgd. Toch blijft deze kwestie weinig- goeds voor spellen. Hoe verbitterd men in die streek is moge blij ken uit een plakkaat op een pomp in Lignol waarop te lezen stond: „Voor U, keizer Wilhelm, de heuvels dei- Champagne, daar dë vervloekte republiek er niet meer van gediend is." Ernstig is- de toestand in Marokko. De Franscken hebben er de steden Sefrou en Meguinez, welke laat ste stad als brandpunt der inlanders gold, bezet, na geducht te hebben gevochten. En de Spanjaarden hebben troepen geland ter afstraffing van volgelingen van een pretendent, die een door Spanje beschermden inlander en diens zonen heeft gevangen genomen en doodgemarteld. Het is wel mogelijk, dat deze actio Frankrijk aanleiding geeft tot vertoogen. In Frankrijk is men onaangenaam gestemd over het optreden van Spanje in Marokko. De Fransche peTS neemt op het bericht van het ontschepen van troepen te Larasj een ©enigszins dreigende houding tegenover Spanje aan, en wijst op het verschil tusschen de actie van Frankrijk en die van Spanje, dat in Marokko avonturen schijnt te zoeken. Volgens berichten uit Tanger zouden de vertegenwoordigers der mogendhe den algemeen de landing te Larasj hebben afgekeurd als een inbreuk op de bij verdrag gewaarborgde opper hoogheid van den sultan en dus als een handeling in strijd met de bepalingen van het volkenrecht. Bovendien wordt van Fransche zijde beweert dat de zoogenaamd© onlusten te Elksar niets om het lijf hadden, zoodat deze eenvoudig als een voorwendsel voor een actie worden gebruikt. Dat men te Parijs zeer over Spanje's optreden ont sticht is, is zeker. Het „Journal" weet mede te deelen dat Cruppi een nota aan Canalejas gezonden heeft, waarin de houding van Spanje wordt afgekeurd. Geen enkel ander blad evenwel bevestigt dit bericht. Ook in Albanië is de toestand ernstig nu de mach tige stam der Mirdieten zich onafhankelijk heeft ver klaard. In Montenegro neemt eveneens de verbitte ring tegen Turkije toe en de berichten geven te ver staan, dat men daar blaakt van oorlogslust. Intus- schen bezoekt Mohammed.1 V verschillende provincies, hetgeen in het staatsbelang heet te zijn. In Mexiko is de leider der vroegere opstandelingen, die beweert geen president te willen worden, de heer Madera de hoofdstad binnengehaald alsof hij reeds staatshoofd ware. De feestvreugde werd er echter ge stoord door een hevige aardbeving' hetgeen de Mexi- kanen als een slecht voorteek-en beschouwen. DE MILITIEWET. De Haagsche correspondent van de Tel. meldt: Van betrouwbare zijde werd mij medegedeeld, dat ecu behandeling- van de Militie-wet in het najaar zeer waarschijnlijk wordt geacht. Vermoedelijk zal dan wel allereerst de gewijzigde Bakkerswet behandeld worden, die minstens eenige weken vorderen zal. Het gerucht gaat, dat de Regeering binnenkort zal verklaren de verantwoordelijkheid voor den toestand niet te kunnen dragen, zoo althans geen tijdelijke maatregelen tot legerverbetering getroffen worden. POSITIEVERBETERING DER OFFICIEREN. De Ass. Ct. meldt het volgende omtrent de' plannen van minister Colijn ten opzichte van dë postieverbete- ring der officieyen. Deze wenscht slechts aan enkele categorieën van officieren eene tractementsverhooging toe te kennen, doch tevens een betere e.n vluggere be vordering' hieraan te verbinden, welke dus indirect aan allen ten goede zal komen. Voor tractementsverhooging zullen dan ook alleen in aanmerking komen luitenants met een zeker aan tal dienstjaren in dien rang (4 of 6) kapiteins en hoofdofficieren beneden den rang van kolonel. De snellere promotie zal vermoedelijk worden ver kregen door eene wijziging in de bestaande organisa tie. Een regiment infanterie, thans 4 bataljons tellende, zal in het thans ingediende ontwerp bestaan uit 6 ba taljons, welke reeds in vredestijd worden opgericht. De benaming „regiment" komt te vervallen en wordt vervangen door „brigade." Elke brigade zal, evenals thans het regiment, wor den gecommandeerd door een kolonel, doch worden verdeeld in 2 afdeelingen, elk bestaande uit 3 batal jons, terwijl elk bataljon in vredestijd zal bestaan uit 3 compagnieën, wordende bij mobilisatie per bataljon een vierde compagnie opgericht. Aan het hoofd eenter „afdeeling" komt te staan een luitenant-kolonel, terwijl een bataljon zal worden ge commandeerd door een majoor. Uit bovenstaande onderverdeeling der brigade thans regiment blijkt dus dat per infanterie-regi- ment het aantal hoofd-officierèn (luitenants-kolonels en majoors), thans vijf bedragende, wordt gebracht op acht. Het aantal kapiteins, thans bestaande uit compag nie-commandanten, 5 kapiteins voor speciale diensten en 1 kapitein-adjudant, zal worden gebracht op 18 compagnies-commandanten, 6 kapiteins voor sepeiale diensten en 3 kapitein-adjudanten (hieronder 2 adju danten der luitennnt-kolonels-afdeelingscommandan- ten) Alzoo een vermeerdering van 5 kapiteins. Een vluggere en betere promotie zal voorzeker bij aanneming- van dit voorstel worden verkregen, doch of deze regeling ook aan het jongere deel van het of ficiers-korps bevrediging zal brengen zal de toekomst ons moeten leeren. DE TARIEFWET. Door den voorzitter van het departement Amster dam van de Maatschappij van Nijverheid is Zaterdag de oommissie geïnstalleerd, aan welke is- opgedragen, het ontwerp tariefwet te bestudeeren, ten einde aan het departement rapport uit te brengen. Daar grond stoffen, fabrikaten en half-fabrikaten in het ontwerp in 16 groepen verdeeld zijn, werden voor al deze groe pen sub-commissies benoemd, die med!e tot taak heb ben, de techniek der wet te onderzoeken. Tot voorzit ter van deze tariefwet-eommissie is mr. O. J. Salomon- son benoemd. CONGRES VOOR VROUWENKIESRECHT. Als afgevaardigde voor den „Nederlandschen Bond voor Vrouwenkiesrecht" op het congres te Stockholm is naar die stad vertrokken mejuffrouw Nella Boisse- vain. Als plaatsvervangend afgevaardigde vergezelt haar mevrouw Isaachsen-Dudok van Heel. MIDDENSTANDS-ENQUcTTI. Men meldt aan De Stand. De commissie, ingesteld ten einde een onderzoek te doen naar den toestand van den handeldrijvenden en industrieelen middenstand, heeft daartoe een breede lijst van vakken samengesteld, naar welke zij een on derzoek instelt met het oog in het bijzonder op den toestand van de ondernemers. Dit onderzoek heeft plaats gevonden1: le. In de gemeenten beneden 2000 zielen door mid del van het Dagelijksch Bestuur dier gemeenten; 2e. in een 60-tal type-gemeenten tusschen 2 en 20 duizend zielen door afzonderlijk daarvoor aangestelde enquêteurs, die met behulp van vragenlijsten gegevens hebben trachten te verkrijgen; 3e. zijn nog enkele, gemeenten boven 20.000 zielen in baar geheel onderzocht; 4e. zijn in, de grootere plaatsen door afzonderlijke enquêteurs enkele bijzondere vakken nagegaan; 5e. is een afzonderlijk onderzoek ingesteld naar en kele speciale m'iddenstairdsbedrijven (o. a. kleine scheepsbouw, leerindustrie enz.). Uit den aard der zaak heeft dit onderzoek reeds vele gegevens opgeleverd ten aanzien van het vereenigings- leven van den middenstand. De commissie zet echter hare taak nog voort. Zij zou nog gaarne ingelicht worden over enkele belang rijke punten: le. Omtreut het nut van liet vereenig-lngsleven van den middenstand; 2e. omtrent het credietwezen, vakopleiding en leer lingwezen, markt- en verkeersverbetering, informaties, verzekeringen 3e. gemeenschappelijken aankoop van handelswa ren, van grondstoffen en hulpstoffen der nijverheid, van werktuig-en en machines, gemeenschappelijk be werken van grondstoffen, gemeenschappelijk verkno pen van producten, afvalstof enz. 4e. concurrentie door den niet-gevestigd-en handel. HET KONINKLIJK BEZOEK AAN AMSTER DAM. Reeds te 9 uur Zaterdagmorgen reed II. M. de Ko ningin weer naar het Vondelpark, en- kort daarna kwam het rijtuig voor, waarmede II. M. de Koningin- Moeder eenige bezoeken ging brengen. In de eerste plaats aan Arti et Amicitiae, waar II. M., ontvangen en rondgeleid door het bestuur, de voor jaarstentoonstelling van kunstwerken, vervaardigd door leden der. maatschappij, met groote belangstelling in oogenschouw nam. Het bezoek duurde ongeveer drie kwartier. II. M. betuigde bij herhaling haar in genomenheid met de tentoongestelde schilderijen. In het bijzonder roemde- H. M. de met de gouden medail le der Koningin bekroonde schilderij van A. M. Gor ter. Van Arti begaf H. M. de Koningin-Moeder zicli naar het Binnengasthuis. Vervolgens reed II. M. de Koningin-Moeder naar de- Borgerstraat, om hier een bezoek aan de School voor buitengewoon onderwijs, van de Vereeniging- voor onderwijs aan spraakgebrekkige en achterlijke kinderen, te brengen. Er werd een rondgang gemaakt door de verschillen de schoollokalen, waar de kinderen gewoon bezig wa ren. Voorts werd bezichtigd een tentoonstelling van handenarbeid, bestaande uit op de school vervaardigde voorwerpen. Bij het afscheid overhandigde H. M. het hoofd der school een enveloppe met verzoek, voor den inhoud daarvan de kinderen te onthalen. Te half-erf reden ook H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins der Nederlanden uit. Hun eerste bezoek betrof liet Eembrandt-huis, dat H. M. bij deze gelegenheid officieel heeft geopend. H. M. de Koningin droeg een staalblauwe japon en daaroverheen een lange pellerine-mantel van beige tussor-zijde, terwijl zij een staalblauwen toque-hoed op had, gegarneerd' met lichtere aigrettes. De Prins droeg de admiraalsuniform. Mevrouw Quaek-van Heukelom bood H. M. bij het binnentreden een bouquet aan, terwijl prof. mr. H. P. G. Quack, voorzitter der vereeniging, een toespraak hield. Nadat H. M. deze tospraak had beantwoord, ging men de zoogenaamde Sijdelcaemer binnen, vermoede lijk destijds' Rembrandt-ssalon, waar H. M. en. Z. K. H. hun' namen teekenden in1 het eereboek, dat daar op tafel gereed lag. Daarna werden achtereenvolgens alle vertrekken bezocht, de achterkamer of zaal, vermoedelijk destijds de slaapkamer van den grooten meester, thans biblio theek, het atelier op de bovenverdieping en de kunst kamer, bestemd voor de expositie van teekeningen, grootendeels door dr. Hofstede dé Groot in bruikleen afgestaan. Omstreeks 11 u. 5 vertrok het koninklijk echtpaar naar het Centraalbureau der brandweer. Door de manschappen werd daar onder leiding van de officieren een reeks oefeningen uitgevoerd. Ook gaf de stoomspuit water. Nadat de remise eu de seinzaal met haar 34 telegraaftoestellen waren be zichtigd, werd er alarm gemaakt en rukte een deel van het aanwezige materiaal uit. Tenslotte defileerden 8 voertuigen van verschillend type- II. M. en Z. K. TI. bedankten zeer voldaan over het geen hun was vertoond', en verzochten den comman dant dit aan het corps over te brengen. Onder de tonen van het „Wilhelmus" verlieten de Koningin en de Prins de centrale brandweerkazerne. Omstreeks 2 'uur reden H. II. M. M. de Koningin en Koningin-Moeder en Z. K. H. Prins Hendrik Zater dagmiddag uit, voor een bezoek aan het Oude Man nen-, Vrouwen- en bestedelingenhuis der Nedërduit- sche Hervormde Gemeente. Door de Heerenpoort gingen de vorstelijke personen met hun gevolg- liet gesticht binnen. II. M. de Koningin was gekleed in een donker zee groene japon, met licht roomkleurige mantel vau crêpe de Chine, gegarneerd met zijden bloemen van diepere tint en droeg een geel strooien toquehoed, ge garneerd met donkere zeegroene zijde en witte aigret te. H. M. de Koningin-Moeder droeg een geheel zwart zijden japon en zwart met witten toque-hoed, terwijl Prins Hendrik in admiraalsuniform gekleed was. Aan den ingang, welke fraai met groen en bloemen versierd was> werden de vorstelijke personen ontvan gen, waarna een rondgang door het gesticht werd ge maakt. Door twee oude vrouwtjes werden aan H. H. M. M. bcuquetten orchideeën overhandigd. Hierop zongen alle oudjes in koor Psalm 134 vers 3. Ze klonken wel een beetje schraal, die oude stemmen, maar het was goed gemeend. Tegen 3 uur arriveerden H. M. de Koningin, H. M. de Koningin-Moeder en Z. K. H. Prins Hendrik aan 't. Modelhuis N. le Grand, aan de Keizersgracht, bij de Utrechtsche- straat. De hoofdingang was voorzien van een in strengen stijl gehouden baldakijn van violet velours de Parrna, met hermelijn omzoomd, de stoep gedekt door rijke Perzische vloerkleedën. In de Hall werden verschillende personen aan H. M. voorgesteld, waarna een rondgang dooi- het huis werd ondernomen. Teruggekeerd in de Hall werd H. M. de Koningin Wilbelmina verzocht een gedenksteen te onthullen, dragende de volgende inscriptie: Ter herinnering aan het bezoek van H.H. M.M. de/ Koningin, de Koningin-Moeder en Z. K. H. den Prins dei- Nederlanden, aan het Modelhuis „N. le Grand." Op Zaterdag 10 Juni 1911 is deze gedenkplaat door Hare Majesteit de Koningin onthuld. Onmiddellijk van het klodelhuis reed de Koninklijke stoet naar het Centraal Station, vanwaar H. M. de Koningin-Moeder met gevolg vertrok met den gewo nen trein van 3.45 naar Soestdijk. H. M. de Koningin' en Z. K. H. de Prins deden de Koningin-Moeder uitgeleide tot den trein. Alvorens in te stijgen, omhelsde de Koningin-Moeder Haar Doch ter tweemaal en drukte den Prins, met wien zij zich vanaf het balcon van het rijtuig nog eenige oogenblik- ken onderhield, de hand. De Koningin en de Prins keerden daarna met Hun gevolg naar het paleis terug. Het Vorstelijk Echtpaar woonde Zaterdagavond in

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 1