DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Damrubriek. ~XBT¥¥f id t i ti Van Nieuwkuijks Staffing II BMB H in No. 14!. Honderd en dertiende Jaargang, 1911. ZATERDAG 17 JUNI. Verkiezing Gemeenteraad. DE BROER. HOUTTIL 17, ALKMAAR. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,— Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel fO,ÏO. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. I Telefoonnummer 3. ï/am ism. W,éH.. m«L ledereen behoorde te weten TELEFOON 59, HEERENSCHO Elk EL DAMESSCHOEISEL JONGE,N SSCH0E18EL MEISJESSC1IOEISEL KIN DER8CHOËISEL ALKMAARSCHE COURANT. MWTWB IWraWK a BURGEMEESTER, en WETHOUDERS van Alkmaar, Gelet op artikel 9 der Gemeentewet; Brengen ter algemeene kennis, dat de verkiezing van leden van den Gemeenteraad, ter vervulling der plaatsen, welke zullen openvallen door de periodieke aftreding als zoodanig van de heeren A. FORTUIN en J. DE LANGE C Jz. (in kiesdistrict I), Mr. A. J. F. M. N. DORBECK en J. DE WIT Dz. (in kiesdis trict IT) en J. POT en G. T. M. VAN DEN BOSCH (in kiesdistrict III), benevens ter vervulling van de plaatsen van twee leden (in kiesdistrict I), waarmede de Gemeenteraad, in verband met de uitkomsten dei- negende tienjaarlijksche volkstelling moet worden ver meerderd, zal plaats hebben op Dinsdag 37 Juui a.s. en dat de stemming en herstemming zoo noodig zijn bepaald op Donderdag 6 en Dinsdag 18 Jnli a s. De tot invulling bestemde formulieren voor de op gaven van candidaten zijn kosteloos ter Secretarie dei- Gemeente verkrijgbaar. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis dat in het ge meenteblad van Alkmaar Nr. 385 is opgenomen het besluit van den Raadl dier gemeente van 19 APRIL jl.. waarbij zijn vastgesteld: VERORDENINGEN OP HET HEFFEN EN INVORDEREN VAN GELDEN VOOR HET GEBRUIK VAN OPENBARE GEMEENTE WERKEN, BEZITTINGEN OF INRICIITIN GEN. Welke verordeningen, heden afgekondigd, geduren de drie maanden ter gemeente-secretarie ter lezing zijn nedergelegd en aldaar tegen betaling van 0.22% in afdruk zijn verkrijgbaar gesteld Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 16 Juni 1911. Zij zat voor het venster van haar woonkamertje en naaide. Tot voor eenige oogenblikken had de zon nog gespeeld met de diepblonde haren, die aan die slapen reeds begonnen te grijzen.nu echter kwam de schemering en wierp zwakke schaduwen in de kamer. Al duisterder en duisterder werd het, tot de ijverig- naaiende hand1 eindelijk den arbeid liet rusten. Zij steunde het hoofd' op beide handen en staarde droomend voor zich uit. Haar huisje lag midden in een tuin, die hij de rivier uitkwam en over de rivier had' ze een prachtig vergezicht over velden en weiden, tot aan het bosch, dat, nu zwart en geheimzinnig in dê schemering stond1. Het was heerlijk zoo te staren en te droomen; men kon denken aan dingen, die veeil mooier waren, dan alles, wat er op deze droeve aarde bestond. Men had liet, gevoel, dat de ziel plotseling vleugels kreeg en wegvloog, zonder reden, zonder doel zoo maar weg vloog naar liet oneindige. Dan een geklop aan de deur en op hetzelfde oogenblik was de werkelijkheid er weer ,en het vreeselijke kwam, de angst, de ra zende angst volar dien eenen. Zij zocht naar lucifers,, want zoo in 't halfdonker wilde ze niet openmaken, maar buiten werd' met ste vige vingers voor de tweede maal geklopt. „Ja., ja", riep ze, „ik kom al!" En de arme han den beefden, en haar knieën knikten zóó dat ze nau welijks het lichaam meer konden dragen, en dë lamp was nog maar steeds, niet aangestoken. „Wie is er toch?" riep ze met heesche stem, en de hand tastte naar de klink van de deur. „Ilt ben het bum-man's Jacob!" was liet ant woord. „Ik kom het linnengoed halen en nieuw werk brengen." Het was of een zwaar, zwaar juk van haar hart viel en de deur werd nu vlug geopend. Voor haar stond een opgeschoten jongen met een goedig gezicht- Hij zag de vrouw verbaasd aan, want niettegenstaande de duisternis kon hij zien, dat haai' gezicht doodsbleek was. „Ach, Jacob", zei ze, „ben jij het? Ja. weet je, om dat je anders altijd 's morgens komt, en omdat er om dezen tijd anders niemand! bij mij aanklopt, daarom schrok ik „Zoo aeide. hij en lachte eens even want eigen lijk lachte iedereen in het- dorp een beetje om de ei genaardige naaister, van wien men wist- te vertellen, dat ze van voornamen afkomst was en ergens voor moest boete doen. „Ja alles is1 al klaar, Jacob!" En ze nam hem zijn pakje af en begon uit een mand, ondergoed, dat ze hersteld had, voor hem uit te pakken, deed alles in een groot papier en overhandigde het hem. Toen ze de deur achter hem gesloten had, ging ze naar haar plaatsje voor het raam terug, maar buiten was het in dien korten tijd Veel veranderd. Alles was grijs en somber göwoirden, alleen het woud teekende zich diep-zwart tegen den hemel iaf en de vale maan sikkel werd langzamerhand helderder. Ze had de handen gevouwen en hield ze tegen het hart gedrukt. O, dat arme hart klopte nog zoo hard. En zelfs wanneer ze zich n,u een kop valeriaan gereed maakte, zou liet vandaag toch niet meer beter warden. Voor zo weer heelemaal gerust was, moest een moei lijke nacht doorgemaakt! worden; want altijd na den gcringsten schrik kwam deze vreeselijke toestand, de ze ziekte, aver haar. Ze was weduwe. Sinds vele ja ren reeds was ze weduwe en dë man, dien ze begra ven had, die verdiende niet, dat men lang over hem treurde. Neen, dien had ze vergeten, dien dronk aard en dagdief van hem was geen spoor in haar hart gebleven, alleen als ze hevig schrok, zag ze tege lijk zijn booze fonkëlende oogen en hoorde de nijdige heesche stem. j .Dat hij haar uit tamelijken welstand tot armoede j had gebracht, voelde ze wel als iets droefs, want het was bitter zoo dag in, dag uit-, voor andere mensdben ondergoed te herstellen en nog dankbaar te moeten zijn, dat zie het werk te doen kreeg; maar wat was dit alles tegenover dat andere.het vreeslijke? Haar broer de tweelingbroer was een verloren man. En dat- was ondragelijk, want voor een broer draagt men verantwoording dat is bloed van eigen bloed, diat is een deel van zich zelf. Ver, ver weg was hijergens in Amerika of Austra lië. Ze wist het niet precies, want ze schreven elkaar immers niet! Slechts zelden hoorde ze iets van hem slechts dan, wanneer hij plotseling voor haar stond heel dicht in een schunnig jasje, het gezicht vreeslijk bleek als hij dan begon te spreken, te ver tellen van zijn tegenspoed en hoe de afschuw van het leven steeds in hem groeide, en hoe moeilijk het was niet in het tuchthuis terecht te komen. Tien maal had hij zich stellig voorgenomen 'n fatsoenlijk mensck te worden, maar zijn kwaad gesternte bracht hem dan telkens weer tot dwaze, leelijke dingen, en Ach, dat oude lied' vreeselijk, vreeselijk, om aan te hooren! Als zijn ouders nog leefden, als ze dat moesten aanzien, daarvan eenig idee hebben! God zij geprezen, dat Hij hen dat bespaard bad, en hen zoo vroeg tol zich had- geroepen. Nu was zij tenminste do tenige, die er onder te lijden had onbeschrijfelijk onder te lijden had. Op de knieën had ze eens voor hem gelegen. „Denk toch eens na, Eduard, denk toch eens goed na!" had ze gevleid, - en hij de teerhartige, die he laas zoo n zwakken wil had, schreide bij haar woorden, had toen al haar spaarpenningen, die ze hem aanbood, meegenomen en was heengegaan met duizend be loften met duizend' goede voornemens in het zwak ke hart. „Kom niet weer, Ednaircl, als je niets worden kunt!" had ze gesmeekt en hij had een eed afgelegd: „.Slechts als een welgesteld man kom ik je weder onder de oogen!" Maar toch was hij weergekomen, ellendiger, armoe diger en berouwvoller dan ooit te voren en was we der met haar spaarduitjes met dezelfde beloften dezelfde voornemens weggegaan. Maar sinds dezen laatsten keer leefde die vree se- lijke angst in haar sedert dezen laatsten keer had ze alle vertrouwen verloren. „Kom nooit weer, EdUard nooit!" had ze ge smeekt, „ik kan hot niet langer verdragen, ik sterf door jou!' En hij had beloofd', wat zij veriang'de! Maar omdat hij zco dikwijls iets beloofd had, geloofde ze niet meer, dat hij zijn woord zou houden en ze zag hem voor zich, dag en nacht, hoorde zijn kloppen aan de deur, zijn zachte, bijna schreiende stem"; zag zijn schunnige kleeren, zijn wit gezicht. en wist slechts dit eene: „Dezen keer overleef je het niet!" En zoo reeds bijna vijf jaiar wachtte ze zonder den geringsten hoop. 's Avonds laat was hij in het kleine iplaatsj-e aange- komen met- den laatsten sneltrein. Hij kende de gewoonte zijner zuster, vroeg te gaan slapen, .en omdat hij haar niet wilde verschrikken, had hij in het hotel letje bij het station zijn intrek genomen en wilde haar pas den volgenden morgen opzoeken. Hij verveelde zich een beetje, en daar er ook geen krant was, zette hij zich na een flink avondmaal in een armstoel en overdacht nog eens zijn heele leven. Wat was het toch eigenlijk eenvoudig en makkelijk om een net, werkzaam mensch te zijn. Hij begreep niet, dat het zoo lange jaren geduurd had) voor hij dit ein delijk was gaan inzien. Hoe had hij toch zijn zuster, van wie hij toch zoo innig veel hield, zoo vele malen kunnen bedroeven en verschrikken. Ja, hij was een slechte, ellendige kerel geweest en zc had wel het recht, hem te verachten; maar als hij nu morgen bij haar kwam, haar alles vertelde, de goudstukken op tafel telde en met haar beraadslaagde over de toekomst -- over een aardig villatje, om sa men in te wonen. wat zou ze dan wel zeggen? Het wachten viel hem zoo zwaar, en hij kon, nauwelijks des n'achts slapen. Allerlei merkwaardige gedachten kwa men er hij hem op hij stelde zich voor welke woor den hij zou kiezen om haar alles te vertellen hij zag in zijn verbeelding haar ongeloovig, verrast gezicht zag de vreugde, die het langzamerhand zou uitdruk ken voelde, hoe ze hom de armen om den hals zou léggen en hoe ze half verwijtend!, half om vergeving vragend, zeggen zou: „Ik wist het immers wel, Edu ard, eenmaal moest toch de tijd komen, dat je weer verstandig zou worden." Maar de nacht, was lang en de gedachten in zijn hoofd namen dolle, speelsche wendingen en plotseling kreeg hij een dwaas idee. „Ik zal haar foppen", zei hij en lachte zachtjes. „Ik zal doen alsof ik weer kom als de arme, berouwvolle zondaar, en begint ze dan met baar verwijten, dan neem ik haar in mijn armen en dans met- haar de ka mer rond!" Jn,.dat was een mooie grap; hij verheugde er zich zoo op, dat hij door opwinding in 't geheel den slaap niet. te pakken kon krijgen en den volgenden morgen zag hij er zoo bleek en verboemeld uit, alsof hij een week lang niets gegeten kadi. Het was koud, toen hij den weg naar het huisje in sloeg zijn handen waren paarsblauw, hij stak ze in den zak, en de, kraag van zijn jas klapte hij in de hoogte. Toen hij door de straat liep, drukte hij zijn hoed diep in de oogen, want de mensche.n behoefden hem niet t-e herkennen. Zoo was hij uiterlijk een beeld der ellende slechts in zijn hart was hij overgelukkig, want hij hield im mers van haar en voelde zich blij haar deze verrassing te kunnen brengen. Juffrouw Hildebrandl zat te naaien en dacht aan haar broer vijf jaren waren voorbij gegaan vijf lange jaren zoo lang hadi het anders nog nooit ge duurd, Ze hief den mand met waschgoedi van den grond om oen lijfje uit te zoeken, maar op hetzelfde oogenblik liet ze alles weer vallen. Hij had geklopt tweemaal achter elkaar niet luid maar toch dringend -als met zenuwachtige hand. Ze sidderde haar blik dwaalde naar de kast, Haar voeten beefden en de ketting kwam voor de deur. Zij opende de deur op een kier en schrok terug zag nog een keer, hoorde zijn stem, die vleiende stem zag het bleeke gezicht de hoogopgezette kraag. „Neen, neen!" riep ze, en in hetzelfde oogenblik zat ze op de stoel en hield het, fle9chje in de hand zette het aan den mond. „Elize, Elize!" riep buiten een stem, een heel gezon de krachtige stem. Maar Elize hoorde, het niet ze zat op haar stoel hij de kast en steunde en riep: „Neen neen ga weg!" Toen werdi het stil. Een groote angst kwam over Eduard. Hij rammelde aan de deur en riep: „Elize, Elize!" Hij riep het zoo lang, tot- de buren kwamen, tot een man de deur met geweld opende en toen Ilij is een uur later heengegaan, en hij was een ge broken mensch. AAN DE DAMMERS! Met dank voor de ontvangen oplossingen van pro bleem 134. Deze compositie van den heer R. O. Leonhard had den volgenden standi Zw. 5, 8, 9, 11, 12, 17, 18, 21, 22, 26, 28, 31, 36. W. 15, 19, 20, 24, 25, 29, 33, 37, 38, 39, 42, 43, 47, 48. Wit speelt en wint als volgt: 1.37—32 1.28:37 2. 33—28 2. 22 44 3. 43—39 - 3. 44 33 4. 29—23 4. 18 29 5. 15—10 5. 5 23 6. 20—15 6. 29 20 7. 38 27 7. 31 22 8. 25 21 8. 26 17 9/42:31 9.36:27 en wit wint, door 15-10 enz. Een mooi stukje werk! waarvan wij goede opl. ont vingen van de keeren G. Cloeck, D. Gerling, J. Hout- kooper te Alkmaar, S. Homan te Wijde-Wormer en H. E. Lantinga te Haarlem. UIT DE PARTIJ. In een partij, de vorige week alhier te Alkmaar ge speeld, tusschen de heeren I. en N„ kwam in het eind spel de volgende stand voor: Zw. 7. 8, 9, 10, 12, 14, 16, 17, 18, 19, 22, 26. W. 21, 28, 29, 33, 34, 36, 37, 39, 40, 44, 50. Ons vraagstuk is eenvoudig, doch zeer interessant. Wij bevelen het allen ten zeerste aan. Vraagstuk 41 van Blijdenstein. %5L Zw. 5, 9, 10, 12, 16, 17, 20. W. 19, 21, 23, 27, 29, 36, 37. Opl. voor of op 22 Juni. Ingezonden Mededcellngen. Zwart had als laatsten zet door 4146 dam ge haald en vroeg daardoor twee schijven. Wit meende, dat er nu wellicht winst voor hem inzat, en geloofde nu eenig- zoeken stellig die gevonden te hebben. Hij speelde 1410. Beziet men den stand na dezen zet, dan zullen velen meenen, ook de winst te zien. doch 't is mis. Er is slechts remise. Zie maar: 1.14—10 1.46:50 niet 46 6 want dan zou 4550 winnen. 2. 38—32 2. 5 14 sloeg zwart, eerst 50 6 dan zou wit nog win nen. 3. Wit moet zich tevreden stellen met remise. Hij heeft geen vrijen zet meer. Plaatst men in den stand van diagram een witte schijf bij op ruim 43, dan is de stand altijd door wit gewonnen. Wij krijgen dan de volgende afwikkeling: 1. 14—10 1. 46 50 niet 46 6 wegens 4550. 2. 38—33 2. 50 6 3. 45—50 3. 5 14 4. 43—39 4. 6 44 5. 50 16alles geslagen. Ons probleem is van den heer J. NoOnie Mzu. te Purmerend Een zeer aardig probleem^ dat de moeite van 't oplossen wel zal loonen. Probleem 135 van J. Noome Mzn., Purmerend. dat pijn in den rug en de lendenen, rheumatiek, urine kwalen, graveel, steen en waterzucht uitvloeisels zijn van nier- en blaasziekten. Zijt gij u ervan bewust, dat al deze kwalen wijzen op nierziekte? Zijt gij u ervan bewust, dat waterzucht, die zich gewoonlijk het eerst vertoont door waterge zwellen onder de oi gen en in de enkels, graveel, steen, rheumatiek, heupjicht, enz. allen voortvloeien uit nier ziekte Dat, tenzij gij uw nieren geneest, gij deze verschrikkelijke kwalen niet genezen kunt? Weinig mensch en kennende oorzaak van hun ziekte en zij zijn reeds tevreden als zij bevrijd worden van hun hoofdpijn, rugpijn, vermoeidheid, urinekwalen, zenuwachtigheid, gebrek aan eetlust, hartkloppingen, pijn in de lendenen of andere kwalen. Doch de pijnen keeren terug en worden erger. Ernstige ziekten, die maar al te vaak tot een noodlottig einde leiden, volgen, doordat de eerste waarschuwingen, die de natuur u gaf, verwaarloosd werden. De nieren zijn de filters van het bloed. Wanneer zij gezond en sterk zijn, dragen zij zorg voor de zuiver heid van het bloed. Zijn ze ziek of verzwakt, dan kunnen zij hun werk niet behoorlijk doen, uw bloed wordt onzuiver en de schadelijke stoffen hoopen zich op in uw lichaam. Dan komen verschijnselen als de vorenstaande, daarop volgen ernstige kwalen en bij verdere veronachtzaming noodlottige ziekten. Foster's Rugpijn Nieren Pillen genezen blijvend wa terzucht, rheumatiek, graveel, steen, urinekwalen en blaasziekte, doordat zij de nieren genezen. Zij werken rechtstreeks op de nieren en blaas, versterken de zwakke en genezen de zieke nieren. Zoodoende genezen zij ziekten, die oogenschijnlijk zooveel van elkaar verschil len, doch die inderdaad denzelfden oorsprong hebben. Een gulden regel: „Houdt uw nieren gezond en zij houden u gezond." Foster's Rugpijn Nieren Pillen zullen dit voor u doen, zooals zij het voor zoovelen gedaan hebben. Let erop, dat de handteekening van James Foster op de doos voorkomt, dit behoedt u voor namaak. De echte Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn te Alkmaar verkrijgbaar bij de heeren Nierop Slotliouber, Lan- gestraat 83. Toezending geschiedt franco na ontvangst van postwissel f f 1.75 voor een, of f 10 voor zes doozen. Ieder, die er naar streeft Schoenen te koopen tegen zeer concurreerende prij zen, gepaard aan fijne af werking en zeer moderne modellen, doet zijn in- koopen in

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 9