DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Honderd en dertiende jaargang. 1911 V RIJD AO BINNENLAND. No. 146 23 J N I. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,— Afzondei lijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij Telefoonnummer 3. v/h' HERMs- COSTER ZOON, Voordam ,C 9. Zij, die zich met 1 JULI op dit blad abonneeren, ont vangen de tot dien datum uitgegeven nummers gratis en franco. De Directie. Het is verboden in de lokalen te rooken. STEDELIJK MUSEUM. Gelegenheid tot bezichtiging tegen betaling van 10 cents per persoon op Zondag 25 Juni a.s., 's middags van 1 tot 3 uur. Ingang Breedstraat. ALKMAAR, 23 Juni. Be kroning van Engelands koning' is gisteren zon der incidenten afgeloopen. Het is niet gebeurd zooals bij Hendrik I dat twee kerkvorsten ruzie kregen over de vraag, wie den koning de kroon op het hoofd zou drukken en ten slotte geen van beiden het voorwerp wilde los laten. Ook beeft men niet, als bij George IV de kroon laten vallen, welke overigens maar geleend was. Evenmin staakte het personeel van de Westminster, gelijk bij de kroning van George III, toen bovendien het rijkszwaard was vergeten en er bij het banket geen baldakijn en geen troonzetel aanwezig was en toen men den koning beloofde, dat bij de volgende kroning alles in orde zou zijn. En ein delijk is er ook niet zooveel gevloekt als tijdens de kroning van den eersten Hannoverschen koning Geor ge I, die geen woord Engelseh kende, terwijl de hof houding geen Duitsch sprak en is de kroning veel or delijker verloopen dan die van koningin Victoria, toen niemand recht wist wat hij doen moest. De couranten verklaren dat het gisteren een indruk wekkende plechtigheid is geweest. Zij geven tal van bijzonderheden, maar waar een dergelijke uitvoerigheid ons te ver zou leiden, moeten we .volstaan met enkele aanhalingen daaruit te doen. De abdij van Westminster bood met zijn zevendui zend mensehen en zijn rijkdom aan oude costumes en moderne toiletten pen schitterend schouwspel aan en de tentoongestelde pracht en de praal gaven een denk beeld van de macht en den rijkdom van het reusachtig wereldrijk. Toen H.IT. M.M. in de abdij kwamen, hief het koor het gezang aan. Herauten droegen de standaard van Engeland, Schotland, Ierland en het Vereenigde Koninkrijk. ooral trokken de aandacht de standaards van Canada, Indië, Australië, Nieuw Zeeland en Zuid Afrika, welke werden: gedragen door gewezen onderko ningen en gouverneurs der koloniën. De Koningin droeg een wit satijnen met goud geborduurde japon en hield een roos, een distel, een klaverblad, een ster en den lotusbloem van Indië in de hand. Voor den Koning kwamen de dragers van de ko ninklijke insignia. De Koning droeg den Koninklijken mantel, de halsketting van de orde van den Kousen band en de staatsKoed. De stoet vulde het schip van de kerk. De Koning en de Koningin knielden neder en ba den, voordat zij plaats namen. De aartsbisschop van Kantelberg, vergezeld door den lórd-kanselier, den lord-groot konstabel, den graaf-maarschalk, wapenko ning van de orde van den Kousenband, stelde den Ko ning aan de vergadering voor en zeide „Ik stel u ko ning George voor, onbetwistbaar den Koning van het Koninkrijk. Gij, die gekomen zijt, om hem te huldigen en te die nen, zijt gij bereid zulks te doen? Daarop klonk trompetgeschal en werd geroepen „God behoede onzen koning George." Het zuiver godsdienstige gedeelte van de plechtig heid begon nu, daarna was het zinnebeeldige gedeelte aan de orde. Gehuld in de emblemen van zijn macht, zette de Koning zich op den Troon, om gekroond te worden. De aartsbisschop zond een gebed op. Men bracht de Koningskroon, waarin de bekende diamant de Cullinan fonkelde en plaatste die den Koning peers en de wapenkoningen hun kronen op. De aanwe zigen riepen„God behoede onzen koning George," trompetgeschal weerklonk, de groote kanonnen van den Tower en de batterijen in de parken bulderden en de klokken in de steden begonnen te luiden. Daarna begon de kroning van de Koningin. Terwijl zij geknield lag, hielden 4 hertoginnen den prachtigen troonhemel boven haar hoofd. De aartsbis schop zette haar daarna de kroon met den fonkelenden Koh-i-Noor op, waarbij de prinsessen en peeresses ook haar kroontje opzetten. Dan kreeg de kóningin in de eene hand den scepter en in de andere den ivoren staf en ging zij naast den koning zitten. Vervolgens brachten de koning en de koningin hun offerande, bestaande uit een altaarkleed en een klomp baar goud van een pond. Het koor viel in met een Te Deum. Om half een was de plechtigheid afgeloopen, en eerst om 2 uur 51 was de koninklijke stoet in het pa leis terug, waar 's avonds in intiemen kring gedineerd werd. Gisteravond waren Londiens straten schitterend ge ïllumineerd, zoo zelfs, dat het wel dag- leek. Er viel een weinig regen, maar de menschen stoorden zich er niet aan. Hoewel er enorme menschenmassa's waren (een millioën menschen waren van buiten door 1100 treinen aangevoerd): werd de orde niet verstoord, en zijn er geen ongelukken voorgekomen. Van de volte en de orde geeft het volgende zinnetje uit een der telegrammen een denkbeeld„Het was of de ruim zeven millioën inwoners, bevolking zoo talrijk immers als die van heel ons land en met vreemdelin gen uit wel de gansche wereld te gast, zich allen schouder aan schouder langs de breede straten bewo gen, van huis tot huis de pleinen dicht vullend, op dringend voortdurend naar de tunnels der ondergrond- sche spoorwegen, die maar voort donderden onder de feestende stad en lichaam aan lichaam, monter rede neerend, ging dat rustig voetje voor voetje voort, een stroom links, een stroopi rechts, trouw aan de verlicli te opschriften op iedere honderd- meter „rechts hou den," zonder ooit tot stagnatie te leiden." Duizenden Engelsehe rozen schitterden aan de ge veis van sociëteiten, groote handelsinstellingen en openbare gebouwen. Overal werd het „God behoede deti koning" gezongen. Kronen, licht-portretten van den koning en de koningin zag men alom. Om tien uur had tenslotte een eigenaardig feest nummer plaats, werden er 2000 vreugdevuren ontsto ken, waarvan de lijn zich uitstrekte van Noord-Schot land tot Zuid-W ales. En daarna had men reeds gelegenheid in de bios ecöp-sehouwburgen de films van de kroning en den kroningsdag te bewonderen.... EERSTE KAMER. Gisteren vergaderde de Eerste Kamer. Nadat de brief was voorgelezen, waarin de heer V elt zijn ontslag als lid der Eerste Kamer vraagt en nadat eenige kleine wetsontwerpen waren aangeno men, kwam de toetreding van Nederland bij de lierzie no Berner Conventie tot bescherming van letterkundi ge- en kunstvoortbrengselen aan de orde. De lieer Franssen (A.-R.). besprak de toetre ding, die noodig is, doch niet zoo algemeen instem ming vindt als de Regeering wel doet voorkomen. Spr. wees op de uitlatingen over deze zaak gehoord in de andere Kamer. Ilij achtte ook de adhaesie van som mige corporaties, die zich voor de toetreding uitspra ken, geen zuivere wilsuiting der leden van die veree- nigiugen. Spr. herinnerde aan de andere opvatting van de rechten van auteurs, welke vroeger hier te lan de ten aanzien van het vertaalrecht algemeen werd voorgestaan ook door letterkundigen van naam. Het stelsel van ons octrooirecht achtte spr. meer bezadigd dan de regeling, die door de Berner Conven tie ingevoerd zal worden. De minister van Buitenlandsche Zaken (de heer De Marees van Swinderen) beantwoordde deze opmerkingen kort en deelde mede, dat liet ontwerp- auteurswet een dezer dagen het departement van justitie zal verlaten en na kennisneming door den Raad van State dus spoedig kan worden ingediend bij de Tweede Kamer. De Regeering' is voornemens zes maanden na de indiening' van de nieuwe auteurswet toe te treden tot de herziene Berner Conventie. Na repliek van den heer Eranssen werd het wetsontwerp tot Nederlands toetreding bij de Berner Conventie aangenomen zonder hoofdelijke stennning. TWEEDE KAMER. Gisteren werd de behandeling van het eerste vraag punt betreffende de ziekteverzekering, n.l. of het wen- sehelijk is de wettelijke verzekering op dit stuk te be perken tot uitkeering van ziekengeld met uitsluiting- va u de zorg voor geneeskundige hulp voortgezet. De heer Scheur er (A. R. Sneek) die voerde voor de eerste maal in de Kamer het woord. Spreker was van oordeel, dat de Regeering niet verder kan gaan dan een uitkeering te waarborgen. De minister van Landbouw, Nijverheid en Handel (de heer Talma) verdedigde de splitsing van uitkeering en geneeskundige hulp als verkieselijk bo ven de ontwerpen-Kuyper en -Veegens. Tegen zie- kéngeld-uitkeering bleken geen bezwaren te bestaan; daarom stelde de minister alleen daarvoor verzekering verplicht. Voor een verzekering, die zich ziekenbehan- deling' ten doel stelt, ziet de minister geen rechts grond. Verzekering van geneeskundige hulp is geen arbeidersbelang, maar een volksbelang in den ruimsten zin des woords en behoort als zoodanig niet in deze wet. Geneeskundige behandeling en uitkeering kun nen ook niet aan den zelfden tijd gebonden worden. Een ander bezwaar is gelegen in het feit, dat de ge- neesheeren geen staatsdoktoren zijn en er dus geen behandeling gewaarborgd kan worden. Het beroep, dat men voor geneeskundige hulp deed op de Ongevallenwet en op het ontwerp voor ouder- doms- en invaliditeitsverzekering, gaat niet op. De minister vreest onoplosbare moeilijkheden van een op doktoren uit te oefenen dwang. Hij is over tuigd. dat de geneesheeren de regeling zoo goed moge lijk willen maken en beschouwt hen als de meest des kundigen in deze. Zonder hen acht hij zelfs geen rege- ling mogelijk. Iiij houdt vol, dat verzekering voor ge neeskundige hulp de gemeentelijke ziekenzorg zou on dermijnen. De arbeider kan de premie voor die verzekering bo vendien niet betalen. Vrijstelling van de lage loonen baat niet; geen arbeidersloon is voldoende voor ver plichte verzekering, die ook geneeskundige hulp om vat. Er is een noodtoestand ten platte lande: talrijke ge meenten zijn er zonder geneesheer. De ziekenkas kan in die behoefte niet voorzien. Met subsidie komt men er niet. Door een wetsartikel kan de Staat niet belo ven te zullen voorzien in de geneeskundige hulp, die het platteland van noode heeft. Dit is -een zaak, die geregeld moet als een kwestie van volksgezondheid. Doch voor zijn ziekteverzeke ringswet heeft de minister niet kunnen wachten tot die noodtoestand verholpen zou zijn; dat zou te lang geduurd hebben. Op een vraag van den -heer Van V 1 ij m e n (R.- K.' Veghel) over het tijdstip van de stemming over dit vraagpunt, ontstond een discussie tusscben den Voor zitter en de heeren Patijn, (U. L.), Nolens (R.-K.) en Buys (S. D. A. P.), waarna besloten werd de beslis sing over de kwestie, of over elk vraagpunt afzonder lijk zal worden gestemd, uit te stellen tot na afloop Van de discussie over het eerste vraagpunt. Daarna vervolgde de Minister zijn rede met 4e opmerking, tot den heer Patijn gericht, dat bij het Sectie-onderzoek van het ontwerp-Veegens zeer vele leden de splitsing van uitkeering en geneeskundige hulp voorstonden. Daarna wees hij op de moeilijkheden van administra tieven en financieelen aard, die verbonden zijn aan de samenkoppeling van uitkeering en geneeskundige be handeling en betoogde dat liij met zijn gesplitste rege ling niet alleen staat. Hij beantwoordde de verdere bezwaren, die de lieer Patijn tegen zijn stelsel inbracht en verdedigde de geneesheeren tegen verwijten. Resumeerend. zeide spr. dat het vraagstuk van de ziektebehandeling der minvermogende bevolking niet op te lossen is met ëen verplichte verzekering. De ge neeskundige behandeling te plattelande is daardoor evenmin te regelen. Een wettelijke verplichting tot verzekering van een uitkeering met bevordering van verzekering der geneeskundige behandeling is echter in het belang der arbeiders. Daarom houdt dit ont werp rekening met de draagkracht der arbeiders en past aan bij den toestand hier te lande. Met vrouwen meende spr. aan de Kamer te kunnen vragen hem te steunen. De heer Nolens (R.-K. Venlo) verklaarde dat de Commissie van Voorbereiding- in haar Nota zoo open hartig mogelijk en oprecht is te werk gegaan. Als voorzitter der Oommissie heeft spr. daaraan medege werkt. Had spi*. aanvankelijk ook groot bezwaar "tegen de splitsing, dê uiteenzetting van den Minister heeft zijn meening veranderd. Thans kan hij over zijn bezwaren heenstappen omdat de ziekeng-elduitkeering in een ontwerp als dit de primaire eisch is en niet de ge neeskundige behandeling. Spr.'s bezwaren waren niet van principieelen aard, in dien zin, dat hij een verzekering zonder geneeskun dige hulp niet zou kunnen aanvaarden. Bovendien hadden zijn bezwaren door de nadere uiteenzetting van j den Minister nog veel meer aan kracht verloren. Daarbij komt dat met dit ontwerp samenhangen de herziening van de Ongevallenwet en de invaliditeits- en ouderdomsverzekering. Dus achtte spr. het gewenseht dat het eerste vraag punt bevestigend wordt beantwoord. Medewerking aan de totstandkoming van dit ont werp zal men kunnen verleenen, in de volle overtui ging dat men handelt in het belang van de arbeiders en in het belang' van het algemeen. De heer Schaper (soc.-dem. Appingedam) repli ceert en blijft bestrijden dat de Minister juiste argu menten aanvoerde ter verdediging van zijn systeem. Ook de heer Treub (vrijz.-dem. Assen) repliceert; hij acht de rede van den Minister niet te staan op de hoogte, welke diens redevoeringen gewoonlijk innemen. Er was geen leiddraad en men miste overtuigings- kracht. En bijna alle argumenten van de heeren Duys cn Patijn en van spr. bieren onweerlegd. De heer De Geer (christ.-bist. Schiedam) zal niet, als de heer Lohman, ten slotte niet tegen de wet stemmen en voor hem zouden bedenkingen niet zeer zwaar wegen. Maar spr. denkt niet zoo verschrikkelijk over hetsplitsingstelsel van den minister; dat ver klaart bij mede namens eenige politieke vrienden. een maatschappelijke kracht in de Kamer te immobi- liseeren! Minister Talma sprak, bij gebreke van een tot spre ken bekwaam medicus in de Kamer, een warm woord voor de dokters. Ze mochten wel wat hebben na de laatste dagen. De Tel.: En nu zouden we waarlijk nog vergeten te vertellen, dat de heer Scheurer zijn maiden-speech heeft gehou den. Een in zuiveren preektoon gesproken redevoe- rinkje vóór 's ministers stelsel, waar de Kamer zich nogal mee vermaakte, wat trouwens de eenige goede kans er aan was. Het Hbld: Dr. Scheurer verbrak heden voor het eerst zijn lang durig zwijgen. Wij gelooven hem den besten dienst te bewijzen door onzerzijds het zwijgen ditmaal te bewa ren. DE TREKIIONDENWET. Bij kon. besluit is een wijziging gebracht in het be sluit van 6 Februari j.l. tot uitvoering van de Trek- hondenwet. Aan art. 1, waarbij onder 3o. verboden wordt als trekhonden te gebruiken„honden met een geringere schouderhoogte dan zestig- centimeter," worden toege voegd de woorden: „indien zij na 1 September 1914 vóór de kar worden gespannen; vijftig centimeter, indien zij vóór 1 Sep tember 1914 vóór de kar, of indien zij onder de kar worden gespannen." EVENREDIGE VERTEGENWOORDIGING. De correspondent te Oldenzaal van het Hbld. schrijft: De R. K. Kiesvereeniging- „Recht en Plicht" te Ol- denzaal heeft op loffelijke wijze de door haar gehul digde idéé van evenredige vertegenwoordiging bij de candidaatstelling van zes personen voor de a.s. ge meenteraadsverkiezing in practijk gebracht. Zij stelde voor de zes vacante plaatsen vier Katholieke en twee liberale candidaten. Daar ongetwijfeld dit zestal bij enkele candidaatstelling verkozen zal verklaard wor den, wordt de verhouding van 't aantal Katholieken tot dat der andersdenkenden in den Raad dier ge meente als 103, welke cijfers een juiste verhouding van Katholieken en niet-Katholieken in de gemeente aangeven. i EEN MAIDEN-SPEECH Het Kamerlid de heer Scheurer heeft gisteren zijn eerste parlementaire redevoering gehouden. De N. Rott. Ct. zegt er van: „Het was een dierbare maidenspeech, een brave ont boezeming van een ouderwetschen dorpspredikant, die bij vergissing geneesheer geworden is. Het smart den heer Scheurer zóózeer, dat wij „den zieke, wanneer hij krank is," niet in alles kunnen helpen. Kortom, het was zeer stichtelijk. En het Kamerlid, dat na een zal vende passage van den heer Scheurer uitriep: „Laat ons nu psalm zooveel zingen!" bleef geheel in den toon.'' De Nieuwe Ct. 1 ennehlen wij pour asquit de conscience een al- luonbeholpenst maiden-speechje van dr. Scheurer, het jongste Kamerlid, die de gelegenheid om voorloopig te blijven zwijgen, hem door een driestar in De Stan daard van gisteren aangeboden, ongebruikt liet voor bijgaan. Een reputatie van goed dokter, braaf chris ten en menschlievend man ging hem bij zijn verkie zing vooraf; hoe jammer dat men zich haastte zulk KERKERAAD OF KIESCOLLEGE? Met 213 tegen 120 stemmen werd door de lidmaten der Ned. Herv. Kerk te Hilversum uitgemaakt, dat de predikanten in 't vervolg- door een kiescollege zullen worden beroepen. Gemengd nlenws. BEWAPENING VAN POLITIE. Gisternacht werd te Rotterdam op de rivier een langdurig sein met de stoomfluit gehoord. Het bleek afkomstig van het stoomschip „Maashaven," welks oude bemanning, die gestaakt heeft, een aanval in den zin had op het schip, dat reeds van een geheel nieuwe bemanning is voorzien. Op het sein snelde de politie toe, zoodat de stakers in de uitvoering' van bet voor- nemen\ verijdeld werd. De stakers waren reeds aan boord geweest en had den met bijlen de deuren van het volkslogies ingesla gen. Zij namen de vlucht toen door de officieren met revolvers werd geschoten. In verband hiermede heeft, gelijk we reeds meldden, de hoofdcommissaris van politie thans bepaald, dat el ke gezagvoerder, die zulks vraagt, aan boord beschik king zal kunnen krijgen over twee met karabijnen be wapende agenten die na behoorlijke sommatie ook van hun i'uurwaepns zullen kunnen gebruik maken. BRUTAAL. De heer S. uit Amsterdam huurde Woensdagmiddag een fiets bij den heer v. d. Moolen te Watergraafs meer. Op de Oosterbegraafplaats liet hij het gehumde wiel een oogenblik onbeheerd en van dat oog'enblik maakte een rijwieldief gebruik. De huurder stelde den heer v. d. Moolen in kennis niet de ontvreemding. Hedenmorgen accepteerde de heer v. d. M. een on- gefrankeerde brief. Hierin werd hem medegedeeld, dat het ontvreemde wiel beleend was in Bank 12 voor '14. Naar den dader wordt een scherp onderzoek inge steld. EEN ONDERZOEK. De officier van justitie te Almelo heeft verschillen de personen gehoord aangaande het ongeval den knecht van den slager S. overkomen, die onder den to ren was opgesloten, daar in brand geraakte en aan de. bekomen wonden overleed. UIT HELLO. Aan de Chr. hoogere burgerschool te Leeuwarden is benoemd tot leeraar in Duitsch de heer W. Govers, alhier. IETS VERGETEN. Er is bij het openbaar slachthuis te 's-Gravenhage ook een ijsfabriek gemaakt. Maar men heeft vergeten er ook een bergplaats voor ijs bij te maken. Die zal nu eerstdaags worden aanbesteed. (L. en V.) STATIONCHEF-MAGNETISEUR. Het II. D. meldt, dat de heer R. C. Schooleman met 1 September eervol ontslag heeft verzocht uit zijn be trekking als onder-stationschef te Haarlem. Het blad voegt daarbij, dat zijn ontslagaanvrage geen verband houdt met de magnetische behandeling

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 1