Van Nieuwkuijk's Sctamagazljn.
Kaart Noordholland
Noordhollandsch
Landbouwcrediet
BELEËMNGEN.
Stokpaardjes- Leiiennielk-Zeep
- A1) V'Ë RjT'E 3S Til EN.
HOÜTTIL 17, ALKMAAR.
Mst afstandsbepaling in kilometers.
TELEFOON 59.
HEERENSCHOEKEL
DAMESSCHOEISEL
J0NGENSSCH0EISEL
MEISJESSCHOEISEL
KIN DEKSCHOEISEL
SP JEÏ TJ 111,31, Sa T1 01ST
N.Y. Boek- en Handelsdrnkkkerij
v.h. HERMs. COSTER ZOON.
voor Wandelaars, Wielrijders en Automobilisten.
Voor-harden verschillende Wandel- en Wiel-
rUdfTsbHarten.
b—Brriimnani mm—
oogenblik het woord zou worden verleend
De heer de W i t onderschrijft deze meening
ten volle.
De voorzitter brengt thans de vraag, of den
heer de Groot al of niet het woord moet worden ver
leend, in stemming.
Deze vraag wordt ontkennend beantwoord met 8 te
gen 5 stemmen.
Vóór stemmen: de heeren Pot, Fortuin, de Groot,
Glinderman en Govers.
De heer de Groot vraagt of zijn stuk nu
drukt mag worden en de couranten het kunnen opne
men en zijn verweer aldus- in het publiek verschijnt.
De voorzitter vraagt of de heer Pot zich
nog aan een stemming wil wagen.
De heer Pot antwoordt toestemmend1, daar hij
gaarne bijlage 52 wil bespreken. Wat hij heeft te zeg
gen, heeft hij niet op schrift, omdat dit minder stich
telijk wordt gevonden, maar hij heeft het gememo
reerd. Het staat naast de kwestie der enquête, het
raakt de verhouding tussohen den voorzitter en spre
ker.
De voorzitter meent, dat het dan vermoede
lijk in den Rand wel niet op zijn plaats zal zijn, da-ar
het dan een kwestie tusschen clen heer Pot en spreker
geldt, die ze onder elkaar kunnen uitmaken.
De h eer Glinderman is er wel voor, den heer
Pot de gelegenheid tot spreken te geven.
De heer D o r b e c k stelt een motie van orde voor,
waarin wordt gezegd-, dat* de Raad een discussie van
den heer Pot niet wenschelijk acht en tot de orde over
gaat, daar het z. i. onredelijk is, dat er, aan wie ook,
uit de commissie van publieke werken, uit het dage-
Hjkseh bestuur, wie het ook moge aangaan en in welk
verband ook over de zaak het woord' wordt verleend, nu
het raadsbesluit tot. het instellen van een enquête
commissie gevallen is. Hij zou het een zeer zonderlin
ge gedragslijn vinden, indien hiervan werd afgeweken.
De heer Fortuin vraagt- aan den voorzitter: II
is er toeh niet. bang voor?
De voorzitter: Niet. in het minst, alleen be
vreemdt hot mij. dat in een bijlage van B. en W., on
derteekend door den secretaris en mij, de heer Pot
aanleiding vindt om tegen mij het woord te voeren,
mij u faire te nemen. Het moet dus wel buiten de bij
lage omgaan.
De heer Pot: Neen, mijnbeer 4® voorzitter, het
blijft tot de bijlage beperkt.
De voorzitter verklaart, wat hem betreft,
gaarne den heer Pot het woord te willen verleenen.
De heer de Groot zegt, dat hem zoo even het
woord is geweigerd en dat het hem daarom voorkomt,
dat de heer Pot. wat hij te zeggen heeft ook maar
schriftelijk moet indienen.
De voorzitter brengt in stemming de motie
van orde van den heer Dorbeck luidende:
De Raad, overwegende het genomen besluit tot in
stelling eener commissie van enquête ter zake het be
heer bij publieke werken van den directeur ter onder
zoek in handen is gesteld eener raadscommissie, acht
elke verdere discussie, in welk verband ook, ter voor
melde zake ongewenscht en gaat over tot de orde van
den dag.
Deze motie wordt, met op een na algemeene stem
men, die van den heer Pot, aangenomen.
De voorzitter: we zullen maar denken, wat in
het vat is, verzuurt niet.
De raad gaat thans over tot de geheime zitting ter
behandeling der belasting-reclames.
Na heropening der zitting stelt de voorzitter
voor over te gaan tot benoeming van leden van den
Raad tot. leden der commissie van enquête. Deze com
missie kiest zelf haar voorzitter, die bij staking der
stemmen een beslissende stem heeft. De wethouders
en de leden van de commissie van bijstand! kunnen
voor een benoeming natuurlijk niet in aanmerking ko
men.
Bij stemming blijkt, dat zijn uitgebracht, op de liee-
ren van Buijsen 12, dc Lange, 12, Glindemnn 12 en
Dorbeck 11 stemmen, zoodat. deze heeren gekozen
zijn, terwijl de heer v. dl Feen de Lille twee stemmen
en de heeren Govers en Fortuin elk een stem verwierf.
Hierna wordt de openbare vergadering gesloten.
ARRONDISSEMENTSRECHTBANK
TE ALKMAAR.
Zitting van Dinsdag 27 Juni 1911.
EEN ZWERVER.
De 59-jarige Jan J., geboren te Hoogwoud, eeu zon-
c.erhng uitziend- mannetje, gedost in een verkleurd
pilow pak, had zich het eerst te verantwoorden, en
wel wegens het- zonder middel van bestaan rondzwer
ven, iels wat voor hem allang geen nieuwigheidje
meer is. Zijn barbiersambt heeft, hem zoo weinig ver
diensten opgeleverd, dat het hem in den laatsten tijd
zoowat aan alles ontbrak, ook aan een vaste woon
plaats. Herhaaldelijk heeft de politie hem op zijn
verzoek onderdak verschaft,
Jan is gehuwd, doch heeft zijn vrouw verlaten en is
naderhand een bekend klantje geworden in de rijks
werkinrichtingen. hier te lande. In het geheel toch is
hij daarheen wel liniaal afgezonden.
Thans zal het. dozijntje zeker wel vol worden ge
maakt, want de Officier van Justitie eischte wederom
zijne opzending naar zulk eene inrichting en wel voor
den tijd van 3 jaren, benevens 3 dagen daaraan voor
afgaande hechtenis-.
EEN DRIFTKOP.
Johannes Jacobus K., een sleepersbaas uit Hoorn,
moest komen vertellen, waarom hij.den 8s-ten Mei j.l.
Hein Zaal met zijn zweep heeft afgeranseld.
Dat deed Johannes wel, maar met vrij wat meer om
haal als noodig was. En bovendien wat. ruw en onbe
schaafd.
Den 8sten Mei, zoo vertelde hij, ontmoette hij met
zijn dienstwagen eeu paar vuilniskarren, die af en aan
van en naar de stadsbelt reden en kon hij op 't mo
ment niet vlug genoeg passeeren naar zijn zin. Deze
omstandigheid! voerde hem al spoedig tot een vrij hoog
loopende woordenwisseling met het 24-jarige tengere
sleepersknechtje Hein Zaal. Deze twist werd met een
flink knaleffect besloten, bestaande uit eenige welge
mikte zweepslagen, welke Hannes aan Hein toediende.
De beklaagde hoorde heden 20 boete of 20 dagen
hechtenis tegen zich eischen.
DOOR DEN DRANK.
Antonius T., een omstreeks 21-jarig werkman uit,
Enkhuizen, was weggebleven. Hij was in den nacht
van 13 op 14 Mei j.l. verbazend slecht te spreken.
Waarover. dat meldt de geschiedenis niet.
Wel hoorden we, dat hij nogal veel gedronken had
dien avond.
Het eerst koelde hij zijn opkomende woede aan eene
glasruit in de woning van de alleenwonende juffrouw
Gezina Laugedijk, eene bewoonster van den Visschers-
dijk.
Bij Willem Ham aan den Oosterdijk kreeg hij weer
een aanval van toorn en in diens woning" vernielde hij
drie glasruiten.
Dat, hem al die grappen niet werden geschonken
spreekt wel vanzelf en de O. v. J. was thans dan ook
van meening, dat, was, beklaagde bij zijn jongste ver
oordeeling nu 3 jaren geleden nog onder te
brengen bij de bepalingen van de kinderwetten, hij
thans een volwassen man is en nuchteren de gevolgen
zal hebben te dragen van hetgeen hij onder den in
vloed van den drank heeft gedaan. De eisch wegens
vernieling tegen hem ingesteld', luidde 14 dagen hech
tenis.
EEN ONVERSCHILLIG KNAAPJE.
'r Was 14 Mei en Zondagavond1! Dat beteekent
dikwijls voor een boerenjongen, dat hij niet thuis moet
blijven, maar genieten gaat. Wat volstrekt niet hin
dert, als het maar op gepaste wijze gaat. Maar het
moet niet zijn op de manier van Pieter M., van War-
menhuizen, (tegen wien wegens zijne afwezigheid op
's heeren Officier's verzoek verstek werd verleendf.
Immers door den Officier van Justitie werd! tegen
hem 14 dagen gevangenisstraf geëischt, omdat hij op
genoemden avond den gemeente-veldwachter Ham
heeft mishandeld) door dezen man tegen de borst te
slaan.
OOK GEEN PRETTIG HEERSCHAP.
i'e Noord-Scharwoude woont, zekere Floris M., die
den loden Mei zijne woonplaats verliet om eens een
dagje te Zuid-Schanvoude door te brengen. Maar dat
zou geen genoegelijke dag worden. Niet alleen toch,
dat hij het echtpaar Kramer aldaar lastig was, aange
zien hij op vordering niet hunne woning verkoos te
verlaten, maar ook op den pub li eken weg misdroeg hij
zich. De politie werd' op den lastigen pleiziermaker
attent gemaakt, omdat hij verschillende menschen
lastig viel. De- veldwachter Boon wilde hem maar
gauw van de straat brengen, maar dat ging niet zoo
gemakkelijk. Hekken, brugleuningen en wat hij alzoo
to pakken kon krijgen, werden door den beschonkene
vastgegrepen, om het door hem zeer ongewe-nschte
transport zooveel mogelijk te belemmeren. Zoo hevig
was de wederspainnigheid, dat Boon, hoewel hij een
krachtig man is, hulp van omstanders behoefde (en
verkreeg) o-m den man op te brengen.
Er werd 3 weken gevangenisstraf geëischt.
NOG ZOO'N EXEMPLAAR.
Al even onhandelbaar als- Floris te Zuidi-Scharwoudc
stelde zich de volgende beklaagde Hendrik II., een 47-
jarige gewezen onderwijzer te Enkhuizen, vier dagen
later aan. Men wist wel in Enkhuizen, dat deze be
klaagde dronk,.... en dat hij ook andere verkeerde
dingen deed. Trots dat alles handhaafde men hem in
zijne betrekking". Totdat.... het te erg werd en liij
zich, nu ongeveer twee jaren geleden, zoo> heftig ver
zette tegen een zeer gemotiveerde poging van den po
litieagent- Zwier, om den toen in hooge mate beschon
kene op te brengen. Toen werd er eindelijk en ten
laatste werk van gemaakt.... Volgde s'chorsing en
naderhand ontslag als onderwijzer. Toen ook ontstond
bij Hendrik haat tegen Zwier, die hij nog steeds zoo
welig laat tieren en die ook in liet thans behandelde
geval een rol speelde.
Op dien Meidag was hij weder dronken. Al-Ie uiter
lijke kenteekeneu daarvoor waren in ruime mate aan
wezig en voor iederen politieman met gemak waar te
nemen. Zwier, plichtgetrouw, trachtte den zoo ge-
daalden opvoeder der jeugd van den publieken weg te
verwijderen, voor diens eigen veiligheid. En ook voor
die van anderen. Niet eens met het doel om den man,
mee te nemen naar 't politiebureau, maar alleen om
hem thuis te brengen.... Thuis, waar eene eclit-ge-
noote hem wachtte.
Eu wat was het gevolg van des dienders ijverig po
gen? Dat de man zich uit alle macht verzette, wes
wege er 3 weken gevangenisstraf tegen hem werd ge
ëischt.
HET MES.
Niet verschenen was Hendrik Jan van den B., een
veelbelovend jongeling uit Grootebroek, die aldaar
zich door ruwheid en onverschilligheid in hooge mate
onderscheidde, toen hij den 14den Mei j.l. in gezel
schap van eenige kornuiten in zijne woonplaats rond
zwierf.
Dien Zondagavond hadden de jongelui geen dorst
geleden en Hendrik verhoogde het genot, dat men in
gezellig samenzijn smaakte, niet weinig, doo-r een dei-
anderen het mes te toonen, met bedreiging hem dit in
't lichaam te zullen steken. De bedreigde, zekere Ja
cob Koopman, een boertje uit Wervershoof, had wei
nig op met die grappen en deed aangifte.
Ook een zekere Tiet heeft nog eenig aandeel in de
tegen Koopman gerichte bedreiging. Maar voldoend
bewijs tegen hem ontbrak en hij is buiten vervolging
gebleven.
Hendrik liep er echter in, want de Officier van Ju
stitie eischte een maand gevangenisstraf tegen hem.
KWAAD GEWORDEN.
Willem v. G„ uit Heer Hugowaard1, kwam den 19eii
Mei te Oudorp bij Arie Berkhout, waar hij diens werk
man Hein de Boer aantrof en toesprak. Van weder-
zijdsche vriendelijkheid getuigde hun levendig dis
cours nu juist niet. Maar dit laat zich wel1 eeniger
mate verklaren, als men in aanmerking neemt, dat
Wim kwam hooren wat Hein van hem en van zijn pa
pa, den ouden van G., had verteld, hetgeen, naar Wil
lem meende, niet veel moois was. Het toch nl niet zoo
vriendschappelijk onderhoud werd tenminste door hem
zeer kort en krachtig afgebroken, n.l. door Hein een
geduchten klap toe te dienen.
De Officier van Justitie vorderde tegen hem 20
boete subsidiair 20 dagen hechtenis.
Ongecorrigeerd.
EEN MOOI DRIETAL.
Jan M., Jaap E. en Klaas L., allemaal lahbouwer-
tjes uit ITrsem, waren den 21sten Mei j.l. allen min of
meer door Amor's pijlen in hunne ontvankelijke har
ten getroffen, waarvan zij blijk gaven door zich even
over achten bij een en dezelfde boerendeerne te ver
voegen. Dit meisje, Dieuwertje Vreeker genaamd,
in dienst bij den mede te Ursem wonenden veehouder
Gerrit, Vet, had echter al een vrijer, aan wien zij de
voorkeur gaf hoven deze drie.
Alle toespelingen om huwelijkscandidaten te kiezen
uit deze vier vrijers (waarvan er nota bene een ge
trouwd was, ïi. 1. Klaas L.), en de verdere grappighe
den, die de heeren gingen opdisschen, baatten niets.
Vet, die hartgrondig verlangde naar het vertrek
der drie overbodige adspirant-vrijers, die bovendien
hoe langer hoe vervelender werden, heeft hen herhaal
delijk, doch vruchteloos tot vertrekken aangemaand.
Wachtens moede, gooide hij er tan slotte een buiten
zijn schoonvader Slot zette den tweede buiten de
deur, terwijl de derde wijselijk uit eigen beweging' af
trok.
Ze konden alle drie, nadat Vet de politieambtena
ren Saai en Leegwater omstandig had ingelicht, wor
den geverbaliseerd) wegens het zich niet op vordering
des rechthebbenden uit diens woning" verwijderen.
Vandaag had Vet- echter blijkbaar weer medelijden
met de beklaagden. Althans hij verklaarde zoo geheel
anders als te voren en zooveel meer verzachtend voor
beklaagden, als (jij aanvankelijk had gedaan, dat de
Justitie er geen ho-mvvast aan kon krijgen en de heer
Officier er zich ten slotte toe bepaalde, vrijspraak te
vragen voor de drie beklaagden.
EIEREN ZOEKEN.
Het laatste in openbare zitting behandelde zaakje
betrof den arbeider Petrus T., van Bovenkarspel, die
den 23sten Mei j.l. te Enkhuizen door den politieagent
lalsma werd aangetroffen, toen hij bezig was riethen-
eieren te zoeken. In zijn schuitje had hij 28 zulke ei
eren, terwijl de 16-jarige O. de Vries met hem voer.
Toen Talsma Petrus echter toeriep aan wal te komen
met zijn vaartuig, waarin de agent een onderzoek wil
de instellen, voer Petrus brutaal verder, zonder zich
aan Talsma te storen, die hem verbaliseerde.
Eisch J 15 boete of 15 dagen hechtenis.
BADHUIS „HET WITTE KRUIS."
In de week vair 19 tot 24 Juni zijn in het badhuis
van „Het Witte Kruis" genomen: 91 kuipbaden, 88
regenbaden le klas, 184 regenbaden 2e klas, te zamen
363 baden.
Iv»ntougerecht te Alkmaar.
Zitting van 21 Juni 1911.
W. J. B. te Alkmaar, overtreding Arbeidswet, 2 X
2 boete of 2 X 1 dag hechtenis.
J. J. K., B. H., W. S. te Alkmaar, het verwekken
van nachtrumoer, ieder 2 boete of 2 dagen hechtenis.
M. D. te Alkmaar, overtreding Drankwet, 30 boe
te of 10 dagen hechtenis.
D. M. te Alkmaar, overtreding Boterwet, 3 boe-t
of 2 dagen hechtenis.
P. TJ. te Koedijk, A. W., J. de W., M. de W. te Eg-
ïnond-Binnen, A. Z. Ez. te Egmond aan Zee, overtre
ding Jachtwet, de le 5 boete en 2 boete of 4 en 2 da
gen hechtenis, de 2e en 3e 4 boete of 2 dagen hech
tenis, de 4e teruggave aan zijne ouders, de 5e 7 dagen
hechtenis.
J. B. te Alkmaar, K. B. te Heer-IIugowaard, J. G.,
D. D., zonder bekende woonplaats,, J. D.te Amster
dam, dronkenschap, de_ 7e 3 4 boete of 3 X 2 da
gen hechtenis, de 2e 1 boete of 1 dag hechtenis, de
3e 3 boete of 2 dagen hechtenis, de 4e en 5e ieder 3
dagen hechtenis.
E. II. te Egmond aan Zee, J. de W., J. M., H. A.
v. d. P. te Linimen, P. B. te Heemskerk, A. Z. te Rin-
negom, G. Z., W. D. te Castricum, A. L. te Zuidschar-
woude, O. N., J. II., Jb. II. te Bergen, II. J. de'G., A.
V., J. A. v. G., J. N. H. de J., G. A. B., P. K. R„
B. P. S„ J. F. W. O., P. A. v. d. G., M. L„ N. B„
I'. K., R. v. d. P., tet Alkmaar, overtreding Rijwielre
glement, de le, 2e, 3e, 4e, Se, 7e, 9e, 10e, 11e, 14e, 15e,
16e, 17e, 18e, 19e, 21e en 22e ieder 1 boete of 1 dag
hechtenis, de 6e en 12e 3 Boete of 3 dagen hechte
nis, de 8e en 25e ieder 0.50 boete of 7 dagen tucht
school, de 13e 2 boete of 1 dag hechtenis, de 20e 3
boete of 2 dagen hechtenis, 'de 23e en 24e ieder 2
boete' of 2 dagen hechtenis.
P. v. d. B., R. V J. II. te Alkmaar, overtreding
Politieverordening, ieder 2 boete of 2 dagen hechte
nis.
bestaat in een teder vlekkenloos gelaat, frisch, roos
kleurig uiterlijk en blanke fluweelzachte huid. Dit alles
verkrijgt men door:
van Bergman» &Co., Radebeul-Dresden
Fabrieksmerk: „Stokpaardjes*
alleen echt in rood-geele (hollandsche) verpakking
50 cents per stuk verkrijgbaar bij
LEO BIJLOOS, Coiffeur Langestraat'; J. SCHOU
TEN Co., Huigbrouwerstraat, Alkmaar.
Ieder, die er naar streeft
Schoenen te koopeu tegen
zeer concurreerende prij
zen, gepaard aan fjjne af
werking en zeer moderne
modellen, doet zijn in-
koopen in
KINDERWETTEN.
Een kinderwetten-zaakje tegen een drietal nog zeer
jeugdige beklaagden „en corps", besloot heden
met dichte deuren de zitting.
Uitspraken over 14 dagen.
naa?
ALEXANDRE DUMAS.
34) o—
Al de gebeurtenissen, die wij hebben verhaald, had
den elkaar in een half uur opg-evolgd. Alles viel voor,
zooais juffrouw Bonaeieux het had voorzegd. Op het
geven vau het wachtwoord boog zich Germain; -tien
minuten latei' was de la Port-e in het portiershuisje;
met een paar woorden had) df Artagnan hem van een en
ander kennis gegeven en hem gezegd, waar juffrouw
Bonaeieux zich bevond. De la Porte verzekerde zich
ten tweeden male van de nauwkeurigheid der woon
plaats en verwijderde zich haastig.
Nauwelijks echter was hij tien sebreden ver, of hij
keerde terug'.
„Jongeling zeide hij tot d'Artagnnn, ,,ik wil u nog
een raad geven."
„Welken
„Het is mogelijk, dat men u onaangenaamheden
aandoet, wegens hetgeen er is voorgevallen."
„Gelooft ge?"
„Ja."
„Hebt gij ook een of anderen vriend wiens uurwerk
achter gaat?"
„En wat dan?"
„Ga hem dan bezookqn, ten einde hij voor het ge
recht getuige, dat gij te half tien bij hem waart. Li
gerechtszaken heet zulks een alibi."
D Artagnan vond! den raad heel voorzichtig, en vlie
gend snelde hij naar den heer de Trévil'le; doch in
plaats van in de zaal te gaan, waar het gezelschap bij
elkaai was, verzocht hij in zijn kabinet te worden bin
nengelaten. Aan d Artagnan, als een der huisvrienden
bekend, werd, zonder moeilijkheden, zijn verzoek toe
gestaan, en men ging den hee.r de Tréville verwitti
gen, dat zijn jeugdige landgenoot hem iets gewichtigs
hebbende mede te de-el en, eeu afzonderlijk gesprek met.
hem verlangde te hebben. Vijf minuten later vroeg de
heer de Tréville aan d'Artagnan, waarin hij hem van
dienst kon z n, en wati de reden van zijn zoo laat be
zoek was.
,lk verzoek u verschooning, mijnheer!" zei d'Artag-
nen. die van het oogenblik gebruik gemaakt had, dat
hij alleen was geweest, om de pendule drie kwartier
achter te zetten„maar ik dacht, daar het slechts vijf
minuten vóór half tien was, ik mij nog gevoegelijk tot
u kon begeven."
ijf minuten vóór half tien!" riep de heer de Tré
ville 'op de pendule ziende; „maar dat, is niet moge
lijk."
„Zie slechts, mijnheer!" zeide d'Artagnan, „daar is
het bewijs."
„Het is zoo", hernam de heer de Tréville; „ik meen
de, dat het later was. Maar, laat hooren, wat is er
van uw begeerte?"
1 oen sprak d'Artagnan den heer de Tréville wijd-
loopig- over de koningin. Hij gaf hem de vrees te ken
nen, die hij voor LIare Majesteit koesterde; hij ver
haalde hem hetgeen hij had gehoord, nopens de plan- j
nen des kardinaals jegens Buckingham en dat alles j
met een kalmte en een gevatheid, door welke de heer j
de Tréville te meer werdi misleid, daar hij zelf, zooals 1
wij. gezegd hebben, had opgemerkt, dat er iets nieuws
tusschen den kardinaal, den koning en de koningin
plaats had.
Op slag van tien uur verliet, d'Artagnan den heer de
Lréville, die hem bedankte voor zijn mededeelingen,
hem aanbevelende, steeds den dienst des konings en
der koningin ter harte te nemen en die daarop in de
zaal terugkeerde.
Maar beneden aan de trap herinnerde zich d'Artag
nan, zijn rottingstok te hebben vergeten; en bijgevolg-
liep hij overhaast weer naar boven, trad het kabinet
binnen, en in een oogwenk draaide hij den wijzer der j
pendule op het behoorlijke uur, zoodat men den vol- I
geilden morgen niet kon bemerken, dat ze niet goed
ging; en, nu verzekerd', dat hij een getuige had om
zijn tegenwoordigheid te bewijzen, ging li de trap we- j
der af, en was 'spoedig op straat. f
XI.
DE INTRIGE VERWIKKELT ZICH.
Na het bezoek bij den heer de Tréville sloeg d'Ar-
tagnen peinzende den langsten weg in, om naar zijn
woning terug te keeren.
Waaraan dacht d'Artagnan, die, dus van zijn weg
afwijkende, nu eens zuchtende, dan weder glimlachen
de, de sterren des hemels beschouwde?
Hij dacht, ann juffrouw Bonaeieux.
V oor den kadet-musketier was de jonge vrouw een
bijna ideale geliefde. Bekoorlijk, geheimzinnig, inge
wijd in bijna al de hofgelieimen, die op haar bevallig
gelaat een zoo bekoorlijken ernst verspreidden, ver
moedde men, dat zij niet ongevoelig kon zijn, iet-s, dat
voor pasbeginuende verliefden een onweerstaanbare
aantrekkingskracht bezit; darenboven had' d'Artagnan
haar uit de klauwen dier duivels verlost, die haar wil
den doorzoeken en mishandelen, en die gewichtige
dienst had tusschen hem en haar een dier gevoelens
van dankbaarheid) doen ontstaan, welke zoo gereedelijk
van meer teederen aard worden.
D'Artagnan zag zichzelf reeds, zoo snel gaan de
droomen voort op de vleugels van de verbeelding,
door een boodschapper dor jonge vrouw aangesproken,
die hem ecu minnebrief, een gouden ketting of een
juweel overbracht.
Wij zeiden, dat de jonge edellieden, zonder zich
daarvoor te schamen, van hun koning geschenken
aannamen; voegen wij er bij, dat-, in dlien tijd van ge
makkelijke zeden, zij zich voor hun minnaressen niet
schaamden, wanneer deze hen gewoonlijk kostbare en
blijvende geschenken gaven, alsof zij trachtten, de ver
anderlijkheid van hunne gevoelens door de duurzaam
heid: harer giften te vergoeden. Men maakte toen zijn
fortuin door middel der vrouwen, zonder hierover te
blozen. Zij, die slechts schoon waren, gaven hare
schoonheid, en vandaar zeker heft spreekwoord, dat
„het schoonste meisje der wereld' niet in staat is meer
te geven, dan zij heeft-."
Zij, die rijk waren, gaven bovendien een gedeelte
van haar geld1, en men zou een groot aantal helden
Verkrijgbaar bij «le
Bewerkt naar de topografische kaart.
Prijs f 0.50.
van dien galanten tijd) kunnen aanwijzen, die hun
sporen niet zouden gewonnen hebben, noch later hun
veldslagen, zonder de min of meer gevulde beurs, die
hun minnaressen aan den zadelknop hingen.
I) Artagnan bezat., nietsde ingetogenheid van den
landelijken jongeling was als een licht- vernis, als een
bloem, als het dons des perziks door den wind' der zede
lijke raadgevingen, die de drie musketiers hun jongen
vriend gaven, weggevaagd. D'Artagnan, volgens de
zonderlinge gewoonten van dien lijd, beschouwde zich
te Parijs als in een legerkamp en de vrouwen als zijn
buit en zulks, alsof hij in Vlaanderen tegenover den
Spanjaard stond; overal was een aangeboren vijand te
bestrijden en was er buit te maken. Maar, zeggen
>vij het, d'Artagnan was in dat oogenblik door een
meer edel en minder baatzuchtig gevoel bezield. De
winkelier had hem gezegd, dat hij rijk was; de jonge
ling had kunnen begrijpen, dat, met een onnoozele, zoo-
al de heer Bonaeieux, het de vrouw moest zijn, die
den sleutel van de geldkist had. Maar dit had niet
den minsten invloed! uitgeoefend op den indruk, dien
de aanblik van juffrouw Bonaeieux bij hem had te
weeggebracht eu 't belang bleef bijna vreemd! aan dat
begin van liefde, dat het gevolg van dien indruk was.
Wij zeggen b ij n a, want! wij verbeelden ons, dat
wanneer een jonge, bevallige, geestige vrouw, tevens
rijk, dit niets aan het begin eener zoodanige liefde
vermindetr, maar die liefde integendeel meer ontwik
kelt. Welgesteldheid doet een aantal zorgen en aris
tocratische luimen ontstaan, die aan de schoonheid
veel voordeel doen. Fijne, witte kousen, een zijden
kleed', een kanten halsdoek, een fraaie schoen aan den
voet, een nieuw lint- om het hoofd maken eene schoone
Vrouw niet leelijk, noch een leelijke vrouw schoon, zon
der daarbij de handen te rekenen, die hij dat alles
winnen; immers de handen der vrouwen moeten niets
doen, om fraai ta blijven.
(Wordt vervolgd.)