DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Groote Paardenmarkt Ho. 189 Honderd en dertiende laargang. 1911 12 AUGUSTUS. op Maandag 4 September 1911. BI N N E nTXNR ZATERDAG te ALKMAAR. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,— Afzondeilijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Dit nummer bestaat uit 3 bladen ALKMAARSCHE COURANT. DE VERJAARDAG VAN" H. M. DE KONINGEN. De minister van buitenlandscha zaken zal, ter gelei- genbeid van den verjaardag van H. M. de Koningin, de bui tenia ndsche en hier met verlof aanwezige Ne derlandsche gezanten aan een galamaaltijd1 te zijnen huize op 31 dezer noodigen. DE NIEUWE PORTRETTEN VAN PRINSES JULIANA. De datum waarop de. nieuwe portretten van ons Prinsesje zullen verschijnen kan nog niet vastgesteld1 worden; in elk geval verschijnen ze vóór 31 Augustus. HOOG BEZOEK. Gisterochtend! zijn van Londen via Vlissingen in den Haag aangekomen, waar zij hun intrek genomen hebben in het Hotel desi Indies, Liang Joeng Jen, mi nister-president van Ohina te Peking, mevrouw Li ang, de heer Liang en mej. Liang; Lioe Joe lin, ge zant van China te Londen, mevrouw Lioe, de heer Lioe, admiraal Tsjoeng en de heer Ahloh. Mr. J. C. DE MAREZ O YENS. f Uit Garmisch, de hoofdplaats van het kanton waar in het Beiersche vlek Partenkirehen ligt, wordt ge seind De sedert 3 dezer vermiste Nederlandsche oud-mi nister de Marez Oyens is vanmiddag bij Wang aan de Geiststeg dood1 gevonden. Daar bij het lijk alle voor werpen van waarde aanwezig waren, is een misdrijf uitgesloten. Het schijnt, dat hem een ongeluk overko- De Minister van Buitenlandsehe zaken heeft een telegram ontvangen van de Beiersche regeering, mel dende, dat in dé omgeving van Partenkirehen het lijk van den oudl-Minister mr. de Marez Oyens gevonden is. Vermoedelijk is de heer de Marez Oyens door een beroerte getroffen en tengevolge daarvan overleden. Aan het Hbld. wordt gemeld, dat de heer Oyens van een hoogte van 100 M. naar beneden is gevallen en on middellijk dood! was. Zijn lijk is toevallig gevonden door een houthakker. Mr. Johannes! Christiaan de Marez Oyens, die op zoo ongelukkige wijze den dood) moest vinden, was ge sproten uit een oud Amsterdamsch regentengeslacht en werd in 1845 te Amsterdam geboren. Hij studeerde aan de Leidsche Hoogeschool, waar h in 1872 tot doctor in de beide rechten werd bevor derd op eene dissertatie over „Koop en verkoop op de proef." Gedurende de daaropvolgende tien jaren was mr. Oyens1 adVocaat in zijn vaderstad en bekleedde hij tevens het ambt van plaatsvervangend kantonrechter aldaar. In 1882 verwisselde hij zijn beroep met de ambte naarsloopbaan te 's-Gravenhage, welke bij opende met het vervullen van de betrekking van referendaris aan het ministerie van koloniën, tot 1885; daarna werd hij benoemd' tot administrateur aan het toenmalige mi nisterie van Waterstaat, Handel en Nijverheid. Dit laatste departement zag hern in 1901 als zijn hoofd, toen wijlen mr. de Marez Oyens als Minister van Waterstaat zitting kreeg in het kabinet-Kuyper. Als minister onderscheidde mr. Oyens zich door zijn buitengewone en uitgebreide kennis van de bijzonder heden van onzen waterstaat en ons spoorwegwezen; een bekwaamheid, die bij herhaling tot haar recht kwam bij het kamerdebat over zulke onderwerpen, waarin deze minister steeds bleek volkomen thuis te zijn in alle vragen van techniek en rechtsgeleerdheid, die samenhingen met de zaken van zijn departement. Gedurende zijn ministerschap brak in 1903 de groote spoorwegstaking uit. Een der z.g. stakingswetten draagt de onderteekening van dézen Minister. Het is de wet tot het instellen van een onderzoek door een Staatscommissie ten aanzien van de rechtsverhoudin gen en voorwaarden, waaronder het personeel bij het spoorwegbedrijf in dienst was. Na het aftreden vaij het ministerie van dr. Kuyper in 1905, bleef de heer Oyens. ambteloos burger tot 1910, in welk jaar hij door de Provinciale Staten van Zuid-Holland1 verkozen werd1 tot lid van de Eerste Ka mer der Staten-Generaal. Gemengd nienws. EEN GEHEIMZINNIGE ZAAK ONTSLUIERD. De correspondent van de Tel. te Steenwijk schrijft: Omtrent het onmenschelijk echtpaar Klap.» Bruine- woud1 en Annigje Kuiper kunnen wij thans nog het volgende mededeelen: Flauw zweefden ons nog voor den geest geruchten van brandstichting, ophanging van een geit enz. dooi den beruchten Bruinewoudl alleen, of in gezelschap van zijn wederhelft, in lang vervlogen tijden verricht. Den samenhang misten wij echter en onsi geheugen liet ons in den steek, waar wij er een goed) geheel van wilden maken. Ten einde dus naar waarheid! een ge trouw verhaal te kunnen leveren, informeerden wij te Wapserveen bij de politie en bij betrokken personen. Bruinewoudl leefde in voortdurende onmin met zijn buurman JKamer. Dit liep ten slotte' uit op een mishandeling van Kamer en het toebrengen van li chamelijk letsel. Hiervoor kreeg B. zes weken. Kor- ten tijd! na d!ie mishandeling verbrandde het huis van genoemden arbeider Kamer. Te voren was de hond van K. in huis doodgeschoten en die geit in de schuur opgehangen. Van al' deze euveldaden werd) B. door de geheele bevolking van Wapserveen verdacht. Jammer genoeg kon niets bewezen worden. Dit alles had plaats in 1900, dus een paar maanden vóór den moord op Karsten. Algemeen hoorden we beweren, dat de eerste vrouw van B., uit welk huwelijk twee volwassen doch ters nog in leven zijn, gedurig door den onmensch mis handeld werd. Dit geschiedde ook met zijn tweede vrouw, Annigje Kuiper, hetgeen wij thans bijna een geluk zouden noemen, want daardoor is licht in deze duistere zaak gekomen. Annigje echter sloeg hem flink terug, eenmaal1 zelfs met een kachelpijp. De een van dit tweetal' was al; niet slechter dan de ander. Bij geruchte vernemen wij nog dat B. geldelijk voordeel zocht te trekken uit het slechte leven van zijn vrouw met andere mannen. Ook wordt hef gerucht algemeen verspreid, dat het dierlijke wijf zich thans in gezegende omstandigheden bevindt. Naar het lijkje van het kind, waarvan vrouw B. voor ongeveer elf jaar heimelijk is bevallen, en waar bij een dér bovengenoemde voordochters, thans 24 'jaar oud, tegenwoordig, moet zijn geweest, wordt door den ijverigen en kranigen politieman J. Heiting, aan wien alleen het te danken is, dat deze moordl onthuld is, ijverig gezocht. De, man is dag en nacht in de weer en ontziet tijd noch moeite. Jammer genoeg moet ge noemd meisje niets; weten van de plaats waar het lijkje verstopt is. Zooals wij reeds schreven, heeft vrouw B. volledig bekend! en zelifs dé plaats aangewezen waar het lijk lag. Bij het opdelven van het graf zat zij er bij en geen spier vertrok op haar gezicht, niettegenstaande zij wist, welk vreeselijk geheim er onthuld zou worden. Ook toen de overblijfselen te voorschijn werden ge bracht, bleef zij even kalm toezien als gold het de ge woonste zaak der wereld. Merken wij hier nog bij op, dat om het hoofd) van het lijk een zak, vierdubbel, was gebonden. 1 Nog vernemen wijNa dén moord heeft Bruinewold onmiddellijk naast het graf, dat zulk een vreeselijk ge heim inhield, een bed aangelegd, waarop hij boonen verbouwde. Op het graf zelf had! hij lupinen gezaaid. Nu is het opmerkelijk, dat men indertijd bij het zoeken naar het lijk om, in en bij het huis, door het steken van lange ijzers in den grond, alles, tot zelfs het bed met boonen heeft afgezocht én juist de plaats, waar de lupinen boven het graf bloeiden, heeft overgeslagen. HET LICHTEN DER ZEE. De zee aan de Nederlandsche kust bood iu den avond van Donderdag, den warmsten dag die door on ze meteorologische aanteekeningen werd geconsta teerd, aan de duizenden bezoekers van verschillende badplaatsen het schoone schouwspel van het lichten der zee. In den stillen avond, toen alleen dé zee zich nog met regelmatige deining bewoog, en door enkele overslaande golfjes op de ondiepe kuststrook teeken van leven gaf, speelden op dé aankomende waterver heffingen de schoone li'chtnuances van paars en blauw in schitterenden gloed, om met de golven in kleurrijke lichtparels uiteen te spatten en daarna te verdwijnen. Zoo hier en daar doken uit de donkere wateren in de verte die verlichtingsverschijnselen als luchtige naja den onverwacht uit de golven, om zich even snel weer aan de nieuwsgierige blikken der strand'bezoekers te onttrekken, die vol bewondering dit heerlijk schouw spel gadesloegen. Dit lichten der zee is een bekend verschijnsel voor de. tropische zeeën, waar het zich in ongekende pracht herhaaldelijk vertoont, maar komt in den zomer ook enkele malen in de zeeën der gematigde luchtstreken voor. Somtijds wordt het als een zacht lichend waas op het golfgerimpel waargenomen, dan weer als een fon kelend1 schitteren dés waters in de nabijheid van een schip of waar de golven breken op het strand. Langen tijd was men .met de oorzaak van dit ver schijnsel1 onbekend. Doch het loeren kennen van het levende licht in de natuur heeft' ook aangewezeu waardoor dit interessant verschijnsel ontstaat. Het lichten der zee wordt veroorzaakt door levende wezens, in onze streken voornamelijk door een dierlijk organis me; de lichtende zeevonk (Noctiluca miliaris), een vertegenwoordiger van de allerlaagste afdeeling van het dierenrijk; de protozoën of oerdiertjes. De zee- vonk heeft dén vorm van een geleiachtig, doorschij nend bolletje met een draadvormig zweepje, waardoor het zich ongeveer voordoet als een kers met een steel, doch als een ontzettend! klein miniatuurkersje, want die diertjes bereiken zelden de grootte van een spelde- knop. Doch wat zij in afmetingen te kort schieten, wordt ruimschoots vergoed! door de ongeloofelijke snel heid van vermenigvuldiging, die door een soort van knopvomiing geschiedt, zoodat de zee in zeer korten tijd met een ontzaglijke menigte dezer organismen kan bedekt worden. Elk dezer uiterst kleine diertjes nu straalt slechts een zwak licht uit, doch tezamen brengen die ontelba re milliarden van vurige vonken een prachtigen licht schijn voort. In de Ohineesche Zee wordt dit lichten der zee soms zoo, sterk, dat men in donkeren nacht daarbij op de commandobrug van een stoomschip dui delijk een boek met' niet te kleinen druk kkn lezen. Voornamelijk bij een matige beweging van het water, in dé branding, door de beweging van een schip, het slaan met de riemen enz. wordt het lichten bevorderd. In de tropische zeeën is het vooral een hooger georga niseerd! wezen, dat behoort tot de, aan de weekdieren en wormen verwante manteldieren, hetwelk het lich ten veroorzaakt. Komt in de tropische zeeën het lichten der zee veel en schitterend! voor, in de Noordzee en dé Oostzee ziet men het niet in die pracht en ook meer zeldzaam. VEENBRAND. De brand die in het veen achter Witten sedert eeni- ge dagen steeds grooter omvang neemt nadert meer en meer Assen. De schietoefeningen van het garnizoen moesten reeds worden gestaakt, omdat eensdeels1 de rook het gezicht belemmerde en ook het gevaar te groot werd voor de aldaar vertoevende brandweerman nen. De hulp dér militairen is thans ingeroepen en 3 ploegen, 'ieder bestaande uit 200 man, zijn om beurten met het blusschingswerk bezig. Men hoopt thans den voortgang van het vuur te stuiten door een flinke geul rondom ihet in vuur staande terrein te graven. ZWARE BRAND. Omtrent den brand! te JJsselstein wordt nog gemeld, dat de brand is aangekomen in het gebouw der fabriek van houtbewerking van Schilte, hetzelfde gebouw waarin ook de sigarenfabriek is gevestigd. De eigen lijke fabriek van houtbewerking is behouden gebleven, maar de bergplaats is vernield. De werkzaamheden konden in die fabriek worden voortgezet. De sigaren fabriek is uitgebrand. De brand werd' even na het sluiten der fabriek ontdekt. Het was1 toen omstreeks half zeven. Tegen half elf vloog de toren van het kerkgebouw der Ned. Herv. Gem. in brand, d'e kerk zelf is totaal verwoest en met haar een bijzonder oud grafmonument. Alleen de muren bleven staan. Met de kerk is een mooi stuk historie verdwenen. Dit kerkgebouw bevatte het zeer merkwaardig heerlijk praalgraf van vier vroegere heeren en vrouwen van IJselstein. De kerk zelf is ongeveer duizend jaar oud. Ook voor IJselstein zelf is deze brand zeer te be treuren, daar de kerk en vooral het graf zeer vele vreemdelingen naar de plaats trok. De inventaris van de bewaarplaats van den heer Schilte werd geschat op circa 25.000, welk bedrag slechts gedeeltelijk gedekt is door verzekering. De schade aan de sigarenfabriek van den heer Wijers is nog niet bekend, daar de eigenaar afwezig is. Eerst om 4 uur was men den kerkbrand geheel meester. KAASMAKERS. De Yereeniging tot Ontwikkeling van den Landbouw in Hollands Noorderkwartier en de Bond van Zuivel fabrieken in Noord-Holland zullen met behulp van bijdragen van belanghehbe.uden, schoolgelden en subsi- diën van rijk en provincie, in October een cursus ope nen tot het vormen van practisch bekwame en theore tisch goed onderlegde kaasmakers, in het bijzonder ten behoeve van de Noord-Hollandsche fabriekmatige kaasindustrie. Op dezen cursus kunnen 12 kaasma kers en 6 toehoorders geplaatst worden. DE INVLOED DER STAKING IN ENGELAND. Door de staking in Engeland staat het vleeschver- voer naar Londen grootendeels stil en zijn in Hol lands noorderkwartier vooral de vette schapen zoo goed! als onverkoopbaar. EEN VREEMDE ZIEKTE. Ten plattelande in Drente komt tegenwoordig een eigenaardige ziekte onder de menschen voor. Ver schijnselen van deze ziekte zijn een zwarte tong en groote lusteloosheid. Ze heeft reeds eenige offers ge- eischt. DE GESPRONGEN STOOMKETEL. Gisternamiddag heeft men den vijfden en laatsten ketting om de „Gutenberg," het schip, waarvan de stoomketel gesprongen is, geslagen. Aan bakboord lig gen nu langs zijde de drijvende bokken Hercules I en II en Simson. De stoomboot, waaruit nog voortdu rend lading aan den wal "gebracht wordt, is gisterna middag ongeveer 15 centimeter gelicht. Met hoog water, ongeveer halfzes, zal men trachten de Guten berg naar de werf te brengen. Het voor- en achter schip hebben oogenschijnlijk weinig geleden. Uit het voorschip zijn 2000 flesschen wijn gehaald; niet één was er gebroken. De ter-aardebestelling van juffrouw Van Beek en haar dochtertje zal heden plaats hebben. Toen de „Gutenberg" gisteravond op dé helling stond en bet overtollige water weggeloopen was, is men onmiddellijk begonnen de machinekamer te on derzoeken. Te 10 uur gisteravond heeft men daar, in den krukbak, onder de krukas gewrongen, g-evonden het vreeselijk verminkte lijk van den nog vermisten stoker Geil. De verschillende deelen van het lijk zijn bij elkander gevoegd en door de zorg van de rivierpo litie naar de algemeene begraafplaats overgebracht. IJSNOOD. Hoe groot het gebrek aan ijs in ons land is, kan blijken uit het feit, dat toen nauwelijks de bladen had den gemeld, dat het stoomschip „Firda" met een la ding ijs te IJmuiden was aangekomen, de aanvraag, tegen meer dan 2% maal den gewonen prijs, zóó groot was, dat het schip meer dan uitverkocht was. Onmiddellijk na de lossing vertrekt het stoomschip voor een nieuwe lading. De ijsprijzen in Noorwegen stijgen boven het driedubbele. UIT DE BEEMSTEK. Gister tuimelde het rijtuig van den heer' Haremaker, door het afloopen van het wiel, nabij Purmerend', on- derst-boven. Behoudens' enkele lichte kwetsuren kwamen de pas sagiers met den schrik vrij. Ook het paard en de wa gen werden werdeinig beschadigd. UIT St.-PANCRAS. 't Schijnt, dat alte witte kool nu reeds onderhands verkocht is tegen telkens hooger prijzen. Eerst 25 per snees, nu vernemen we, dat de laatste' partijen van 40 tot" 45 per snees van d'e hand gingen, terwijl een bouwer alhier voor zijn 27% snees' witte kool 1100 wist te maken. EEN NIEUWE VERSCHIJNING OP EEN BAD PLAATS. Als getrouw badplaats-bezoeker verwonder je je niet licht meer over alles wat Scheveningen 'in1 het hoog seizoen aan vreemdsoortigs tentoonspreidt, schrijft de N. Ct. Je blijft niet meer met open mond tussehen de bekende roode vlaggetjes staan, totdat een agent mét een vertrouwelijk handopleggen je maant tot door- loopen. Je kijkt je oogen niet meer uit het hoofd naar mooie vrouwen in min of meer gewaagde toiletten. Of lacht vreemdelingen uit die zich anders1 dan gewoon weten uit te dossen. Noch blijf je stilstaan bij het voorbijrijden van elegante amazones of staar je blind op de luxe die equipages en automobielen uitstralen. Reclamewagens laten je. koud. Enfin, in het kort, je moet al heel iets bijzonder.zien, wanneer je als door en door kenner van de badplaats Scheveningen stilstaat en om gaat kijken. Maar, gistermorgen zoo om een uur of halfeen heb ik het niet kunnen nalaten. Het was voor mij een te ongewone aanblik, die nieuwe verschijning op de bad plaats. Nog nooit had ik haar hier zoo, huiten gezien. O'f misschien, was 't wel een hem, vergeef me lezer, dat ik dat niet dadelijk ben gaan constateeren. Tussclien de vele wielrijders die zich op "dat middag uur over den boulevard bewogen bij de rotonde, ped delde met niet te ontveinzen gemakkelijkheid en ele- tance een aap rond. Een heusche aap er zijn ook fietsende apen die allesbehalve „heusch" zijn! was het, op een klein model jongensrijwiel. De koene wiel rijder mocht zich verheugen in algemeene en groote belangstelling en een mijnheer zijn eigenaar of mis schien ook zijn bediende volgde op een drafje ten einde een drom jongens op een afstand te houden, voor wie de achteraan wapperende, apenstaait te ver leidelijk scheen te zijn. Het rijwiel was voorzien van rem en bel, geheel dus iu overeenstemming met de po litieverordening en ook kende de aap zoo juist de re gels van den weg, dat hij behoorlijk rechts uitweek voor zijn sportgenooten die hij tegenkwam. Kwam de vreemdsoortige wielrijder dus niet in conflict met de motor- en rijwielwet, ook de zedelijkheidswet wist .deze geciviliseerde aap trouw na te komen, door zieh te ste ken in een keurig zomerpak. DE WARMTE. Te Drunen is1 het lijk gevonden van den boeren arbeider d. B. De man schijnt ten gevolge van het ve le water drinken plotseling te zijn overleden. Te Udenhout is een dienstbode, die werkzaamhe den op het veld verrichtte,'door de hitte doodgebleven. In deze dagen van- meer dan tropische hitte ziet men in Den Haag verscheidene Indische gasten in het witte Atjehjasje en dito pantalon gekleed gaan. Gedurende de dagen, dat 't buitengewoon warm is, wordt op de Rijks-Verzekeringsbank na des mid dags 2 uur niet meer gewerkt. De ambtenaren arbei den dan van 's ochtends 8 tot des. middags' 2 uur ach tereen door. De warmte der laatste dagen is1 op de hooger ge legen zand!- en heidegronden in Noord-Brabant haast niet meer om uit te houden. De heide is brandend heet, zoodat zelfs hazen en konijnen door déze ongewo ne hitte sterven. De weiden op den zandgrond, die zoo spoedig be hoefte hebben aan regen,, zijn verbrand en dor gewor den, zoodat ze geen voedsel meer bieden aan de runde ren der landbouwers. Het duurdere voedsel' dat thans moet worden verschaft is dus ook de voornaam ste oorzaak dat de boter zoo belangrijk in prijs is' ge stegen. Ook de melk is. duurder geworden. Voeg hier bij nog het daar algemeen heerschende mond- en klauwzeer, dan kan men nagaan, hoe 'n slechten tijd de landbouwers op het hoogere land doorleven. Gedurig hoort men van ziektegevallen onder het vee tengevolge der warmte. Verschillende beesten zijn reeds bezweken. Gebrek aan water doet zich! hier en daar ook reeds gevoelen, wat den toestand bijna, wanhopend maakt. Verschillende boeren, die tot nu toe hun beesten in de weiden hadden, hebben ze uit watergebrek binnen moeten halen. De trekdieren hebben het ook zwaar te verantwoor den, vooral de honden, die daar veel als zoodanig ge bruikt worden. Verschillende zijn reeds1 gestorven, zoodat de eigenaars van deze trekdieren ze haast niet meer op den dag durven inspannen. Tengevolge der warmte zijn ook vele menschen ziek geworden en hun aantal neemt dagelijks zeer toe. Op last van den burgemeester zijn b. v. de scholen in Kaatsheuvel gesloten. De meeste veld)- en tuinvruchten zijn verbrand. Ook cle late aardappelen zijn afgestorven, zonder nog den vollen wasdom bereikt te hebben, waardoor voor vele boeren een belangrijke schade is veroorzaakt. Ge heele stukken grond, bezet met boonen en verschillen de koolsoorten bloeien nog doch de oogst is totaal vernield, ook al komt er regen. Door deze aanhouden de hitte is het ongedierte in veld en tuin zóó verba zend toegenomen, dat, wat de warmte nog spaart, wordt opgevreten door deze ongenoode gasten. Alleen de komkommers en augurken, die daar veel geteeld worden, schijnen het met deze warmte best te kunnen vinden, althans zij groeien als „kool." Alles te zamen genomen waren de landbouwers van de hoogere gronden in den beginne zeer ingeno-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 1