DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 194
Honderd en dertiende Jaargang.
1911
VRIJDAG
18 AUGUSTUS.
Gemeenteraad van Alkmaar,
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telafoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Een Transvaalsehe boer in
Nederland.
AL&MAARSCHE COURANT
VERGADERING van «ïeu
op Woensdag 23 Aug. 1911, 's n.m. 1 uur.
Punten van behandeling:
1. Vaststelling- der notulen van de vorige vergadering
Mededeelingen. Ingekomen stukken.
2. Onderzoek der geloofsbrieven van de benoemde en
herbenoemde leden dezer vergadering.
3. Benoeming' onderwijzend personeel aan de Burger
avondschool en de Avondschool voor handwerkslie
den. (Bijlage no. 88).
4. Als voren, aan de Handelsavondcursus voor han
dels- en kantoorbedienden. (Bijlage no. 89).
5. Als voren, aan de Handelsdagschool. (Bijlage no
90).
6. Als voren,» voor het herhalingsonderwijs. (Bijlage
no. 91).
7. Voorstel van d)e Commissie voor de belastingzaken
enz. tot goedkeuring der Rekening van de gemeen
te-gasfabriek, dienst 1910. (Bijlage no. 76).
8. Alsvoren, de Rekening van de Gezondheidscommis
sie, dienst 1910. (Bijlage no. 77).
9. Als voren, de Rekening van de Stads-apotheek
dienst 1910. (Bijlage no. 78).
10. Als voren, tot het doen van af- en overschrijvingen
op de Begrooting van het Stads-ziekenhuis, dienst
1910. (Bijlage no. 79).
11. Als voren, tot vaststelling der Begrooting van de
Stads-apotheek, dienst 1912. (Bijlage no. 80.)
12. Als voren, de Begrooting van de Gezondheidscom
missie, dienst 1912. (Bijlage no. 81)'.
13. Als voren, tot het doen van af- en, overschrijvingen
op de Begrooting van het Burgerweeshuis, dienst
1910. (Bijlage no. 82).
14. Als voren, tot goedkeuring der rekening van het
Burgerweeshuis, dienst 1910. (Bijlage no. 83).
15. Als voren, tot vaststelling der begrooting van de
plantsoen-en, dienst 1912. (Bijlage no, 84).
16. Als voren, tot goedkeuring dter Rekening van het
Burgerlijk Armbestuur, dienst 1910. (Bijlage no.
85).
17. Als voren, de Rekening van het Gemeente-slacht
huis, dienst 1910. (Bijlage no. 86).
18. Als voren, tot vaststelling der Begrooting van de
gemeente-gasfabriek, dienst 1912. (Bijlage no.
87).
19. Voorstel van B. en W. tot versterking van volgnr
102 der Gemeente-begrootkig, dienst 1911. (Bijla
ge no. 92).
20. Als voren, tot aanvaarding eener aan de gemeente
gedane schenking. (Bijlage no. 93).
21. Als voren, naar aanleiding van een ingekomen
adres oveir aanbestedingen van publieke werken.
(Bijlage no. 94).
22. Behandeling van reclames tegen aanslagen in den
ho-ofdelijken omslag, dienst 1910.
HOFBERICHTEN.
Op den verjaardag' van H. M. de Koningin zal
ten paleize het Loo een gala.-dejeiiner worden gegeven.
Z. K. H. Prins Hendrik, dilei gisteren -op Het Loo
zou terugkomen, heeft de reis daarheen tot Zaterdag
a.s. uitgesteld' wegens het overlijden te Ludwigslust
van een van 's Prinsen familieleden, prins Hendrik
van Reuss, gehuwd met hertogin Charlotte van Meck
lenburg.
PROVINCIALE STATEN VAN ZUID-HOLLAND.
De Zuid-Hollandsche Staten zullen tegen de eerste
dagen van September wordlen' bijeengeroepen tér ver
kiezing, van een lid] der Eerste Kamer (vacature wij
len mr. de Marez Oyens).
Over bet bezoek van generaal Erasmus aan Neder
land en speciaal aan Alkmaar en omstreken lezen we
in „Hollandsch Zuid-Afrika"
Het aantal Afrikaners, dat de lage landen bij de zee
komt bezoeken, hetzij om eens kennis te maken met
het moederland van de groote meerderheid der Hol
landsch sprekende bewoners van Zuidi-Afrika, hetzij
om hier zaken te döen, neemt van jaar tot jaar toe.
Soms komen zij alleen, soms in „bossies." Met deze
laatste uitdrukking- bedoelen wij geen oneerbiedigheid,
vv ij leerden reeds op de schoolbanken, dat de mensch
een iu gezelligheid) levend dier is, en het is dus niet
|e iyerw0'n-c^erell> dat menschen, die hun zinnen gezet
hebben op een kuiertje naar Nederland, anderen trach
ten te vinden' om gezamenlijk de reis te ondernemen.
Er is echter verschil t-usschen gezamenlijk een reis on
dernemen en het vormen van een kudde, die zich door
een goedbetaald herder laat rondleiden langs de. plaat
sen, die het bezien waardig zijn. Er is verschil tus-
6chen gezamenlijk reizen en reizen in „bossies." Dat
ondervond Generaal Erasmus, toen deze, met vele an
deren, een reisgezelschap vormde, dat, onder leiding
van Cook's bekend kantoor, een kuier maakte door
Europa en daarbij ook voor een paar d'agen Nederland
aandeed. Cook's kantoor is een! gunstig bekend, eer
biedwaardig, soliedi kantoor, een instelling, waarvan
wij niet gaarne kwaad zouden willen spreken. Doch
als het veroorloofd is, van een instelling van zulk een
wereldvermaardheid iets te zeggen, dan' zouden wij
gaarne -met allen eerbied, aan het organisatie-talent
van zulk een inrichting verschuldigd wi'llen opmer
ken, dat tot. heden die organisatie méér is ingericht- op
hot rondleiden van Amerikaansche en' Engelsche glo-
Gemeugd nieuws
KLAGENDE KROEGHOUDERS.
„De Standaard" schrijft in een driestar:
Niet iedere methode van drankbestrijding kan on
voorwaardelijk worden goedgekeurd, maar in het alge
meen genomen zal er wel geen weldenkende zijn, die
zich niet van harte verheugt, zoo de kroeghouders Ida
gen over d-alend drankverb-ruik. Het is dan ook niet
twijfelachtig, of men zal algemeen waardeering heb
ben voor de proef, die door de directie van de Staats
mijnen in Limburg inzake drankbestrijding onder de
mijnwerkers genomen wordt, en die te meer syrnpa
thiek is, omdat zij vrij is van al wat door wien ook een-
verkeerde principe of overdreven toepassing van een
goed principe zou kunnen worden geacht.
De zaak is- eenvoudig deze, dat genoemdle directie
voor het hoofdgebouw der staatsmijn „Wilhelmina,"
bij Heerlen, voor een tweetal' w-elien op het voor
beeld van Duitsche mijnen een melktent heeft ge
plaatst, die gepasteuriseerde melk tegen inkoopsprijs
aflevert. Dat die tent .uitnemend' werkt, kan men
daaruit afleiden, dat het nu reeds voorkomt, dat er
aan de zeg rond) 1000 -menschen in de onderne
ming per dag bijnai 300 liter melk wordt afgeleverd.
Dat de omwonende kroeghouders gaan klagen over
verminderden drankverkoop- en dat die mijnd'irectie de
goede, gevolgen van de vervanging van drank door
melk gaat bemerken, valt niet te verwonderen. De di
rectie, die een woord van hulde verdient voor haar
initiatief, denkt op den door haar ingeslagen weg
voort te gaan. Moge zij ook verder veel resultaat van
haar streven zien
OVERVLOEDIGE VISCHVANGST.
Door de aanhoudende droogte verplaatst de visch
zich uit het ondiepe naar diep water. In de diepe
Friesche m-er-en wordt tegenwoordig flink gevangen,
Een 15-tal hengelaars uit het dorp Parrega vingen
ruim 200 kilo visch, waaronder een groote partij prach
tige baars.
ANECDOTEN VAN JOZEF ISRAëLS.
Van den pas ontslapen beroemden schilder Jozef
Israëls deelt een onzer medewerkers ons het volgende
staaltje van eenvoud- mede.
In de wachtkamer van minister Kuyper bevonden
zich eenige jaren geleden verscheidene personen, die
ter audiëntie gingen. Onder hien was- Jozef Israëls,
gezeten op een stoel. Een dame, sollicitante voor een
rijksbetrekking, stond] dicht bij hem. Op eens stond de
bejaarde man op, g-ing naar de dame en bood1 haar zij
stoel aan. Geen der vele andere jonger© aanwezige
heere.n dacht er aan- de dame een dergelijke- beleefd
heid! te bewijzen. De dame, Israëls kennende, bedank
te vriendelijk. Hij was er niet van af te brengen en
wild© zich per s-e met een staanplaats tevreden stellen.
E.r ontstond- een gesprek tusschen de dame en hem.
U komt toch zeker niets vragen? zei' de da-me.
„Toch ,wel," antwoordde Israëls, „ik kom een plaatsje
vragen voor de „Nachtwacht" van Rembrandt."
Eenige jaren geleden was Jozef Israëls op- familie
bezoek te Groningen en passeerde het huis van een
zijner vroegere vrienden-tijd-genooten, welk pand
't was voorjaar geschilderd werd. Na de beg,roe
ting e,n een informeeren naar eikaars gezondheid,
zegt Israëls plots, op z'n! Gro.ningsch: „Ileur ies
vrund, 'kbin kwaod op dei. ëou 'lc in de stad bin, hast
mie toch ook best wat gunnen m-eugen, 'k bin toch
ook schilder," op welk gezegde z'n vriend slagvaardig
antwoordde: „Heur ies, Jozef, dou gooist mie te dik
ke klonters dter op." (Hbld.)
DE VERGIFTIGING IN DE NIEUWE MEER.
Gisteren werd voör de rechtbank te Haarlem behan
deld de zaak -tegen bakker Van Exter, heden die tegen
betrotters, die hun reisgenoegen plegen ,af te meten
naar het aantal mijlen, per spoor of boot afgelegd, het
aantal museums, paleizen en standbeelden, bij hun
tocht aangekeken, en het aantal streepjes en kruisjes,
waarmee zij hun Baedeker's hebben voorzien, dan op
de behoeften van ITollandsche- Afrikaners, die in den
regel minder belangstelling hebben voor een eindelooze
rij van paleizen, museums en standbeelden, dan 'voor
een goed gedreven boerderij, een mooi paard, een
schaap uit een beroemde kudde, of een rund, dat een
bijzondere aanteekening heeft in een rundvee-stam
boek. Op die soort van menschen, welke er steeds
meer in Holland komen, is Cook's kantoor niet inge
richt. Wij zwijgen nu va.n die Afrikaners, die liever
-niet als deel van .een willoos geheel reizen en die er de
voorkeur aan geven, onder eigen leiding, en meestal
goedkooper, alleen dat te zien, waarin zij btelang stel
len, en nief bij voorkeur de dingen, waarin Cook's ver
onderstelt, dat zij belang zouden kunnen stellen, als
hun hersens op dezelfde wijze gevormd mochten zijn
als de hersenen van Amerikanen en E.ngelschen, ge
zwegen van hun beurs.
Generaal Erasmus bezat blijkbaar niet in zeer ster
ke mate het kudde-instinct en een andere dan de
Cookscha E.ngelsch-Amerikaansche belangstelling.
Toen hij, na een kort oponthoud te Rotterdam en den
Haag, te Amsterdam aankwam, werd hij al spoedig
opgespoord d-oor den secretaris en den adj. secretaris
van de Vereeniging Z.-Afr. Voorschotkas, die gaarne
weer eens de kennis hernieuwden met dezen bekenden
Transvaa'lscben landbouwer en eigenlijk ook wel eens
graag wilde-n uitvisschen, wat de Generaal in Hol
land kwam doen. Onze vriend was niet bijster tevre
den. Er was veel teleurstellends in de reis geweest.
Museums had hij genoeg gezien, heel mooie museums
oog, en prachtige paleizen en nog prachtiger schilde
rijen, meer dan hij kon opnoemen en ooit in staat zou
vrouw Ilogenhout.
Deze beiden woonden te Haarlemmermeer na-ast el
kander. In de maand Januari van dit ja-ar was de
vrouw van den bakker Van Exter overleden, zonder
dat dit aanleiding gaf tot kwade vermoedens. Toen
echter den 8en Ma-art Jan Hogenhout onder dezelfde
ziekteverschijnselen, die zich bij vrouw Van Exter
voordeden, stierf, stak men de hoofden- bij elkaar. Men
weigerde hier aan een toeval te gelooven. En de buren
herinnerden zich nu feiten, die- hun vroeger niet waren
opgevallen, doch welke »a het dubbele sterfgeval van
veel belang werden geacht. Vaak had men opgemerkt
dat de bakker Van Exter en vrouw Hogenhout meer
dan gewone belangstelling voor elkaar hadden. Alle
feiten bij elkaar genomen, meende men te kunnen
afleiden, dat er zelfs eene zekere verhouding bestond
tusschen buurman en buurvrouw. En vanzelf knoopte
zich de volktrekking daaraan vast, dat Van Exter en
vrouw Hogenhout de hinderpalen, die een vrijer ver
keer belemmerden, dat waren vrouw v. Exter, geboren
Christina van Raam en Jan Hogenhout, uit den weg
hadden geruimd.
Het tweetal werd gearresteerd, de lijken werden op
gegraven en het onderzoek bracht aan het licht, dat
vrouw Van Exter -en Ja.n Hogenhout ten gevolge van
arsenicum-vergiftiging waren overleden. Beide ver
dachten ontkenden, zich aan die vergiftiging te heb
ben schuldig gemaakt, doch vooral voor den bakker
kwamen ernstig© feiten het vermoeden bevestigen,
Men vond, na naarstig speuren, den apotheker, bij
wien v. Exter te Amsterdam het arsenicum gekocht
had. Ontdekt werd1, dat hij arsenicum in brood had
gebakken, welk brood, bestemd voor Jan Hogenhout
eens aan een verkeerd adres was- afgeleverd. En voor
de verhouding die tusschen den bakker en vrouw Ho
genhout bestond, kreeg men vele aanwijzingen.
Na eene uitvoerige instructie, werd de zaak naar de
openbare terechtzitting' der arrondissementsrechtbank
te Haarlem verwezen.
Er was gisteren veel belangstelling va-n de zijde van
het publiek bij de behandeling dezer geruchtmakende
zaak.
Nieuwsgierig rekten zich de halzen op de kroppens
volle tribune, toen da beklaagde werd) binnengeleid,
schrijft de Tel. De bakker Martinus van Exter
maakte zoo op het oog geen ongunstigen indruk. Het
lijkt onaannemelijk, dat. de man, die daar zoo kalm in
de beklaagdenbank ging zitten, zich schuldig maakte
aan de afschuwelijke misdaad', waarvan1 hij wordt b-e
ticht. Men waant hem een fatsoenlijke dorpeling op
z'n Zondags. In de getuigenbanken zaten de 19 ge
dagvaarde getuigen. De eenvoudige Haarlemmer
meerbewoners zagen met zekeren schroom rond zich
en wisten niet goed! hoe het gelaat te plooien in deze
voor ben zoo vreemde atmosfeer.
Allereerst werd' Van Exter verhoord, die aarzelend
antwoordde, meermalen in de, war was en verklaarde
niet veel bij Hogenhout aan huis te zijn gekomen.
Verder ontkende hij arsenicum gekocht, of gebruikt te
hebben en haar dood toe te schrijven aan haar maag
kwaal.
Daarna werd d'r. Folmer gehoord, die de gestorven
vrouw jarenlang behandteld' had. Toen hij iu den nacht
van 2.3 op 24 Januari een groote droogte in de keel
van de vrouw constateerde, kwam 't vermoeden aa-n
arsenicumvergiftiging bij hem op. Na het urine-on-
derzoek kreeg zijn' vermoeden meer vasten vorm.
De tweede getuige was de 72-jarige weduwe, Va-n
Raam, moeder van het slachtoffer. Een schamel uit
ziend vrouwtje, dat met- aarzelende schreden naderbij
kwam en dan wankelende bleef staan. Zij was geheel
in den rouw en maakte een deerniswekkenden indruk.
Haar gewezen schoonzoon verwaardigde- zij met geen
blik en als zij vertelt van d'en dood van haar dochter,
dan klinkt de gramschap uit haar bevlerige stem. Zij
vertelde eerst van het huwelijk met Van Exter. De
zijn te onthouden1; maar waar hij naar haakte, wat hij
bovenal graag zou- willen zien: hoe in Europa, de boe
ren leven en werken; dla.t had' Cook's hem niet gege
ven. Daarvoor was op het gedrukte reisplan geen
voorziening gemaakt. Maar de Generaal kon van
Cook's een dag verlof krijgen en de adj. secretaris van
de Voorschotkas, die hem in zijn hotel opzocht en iu
zijn taal, in het Afrikaansch toesprak, beloofde hem,
dat die ééne dag zoo vruchtbaar mogelijk en geheel
ten genoegen van den Generaal zou worden besteed.
Wat wilde de Generaal in de eerste plaats zien?
In de eerste plaats een gewone boerderij, van onge
veer 50 morgen oppervlakte; geen model-boerderij,
geen onderneming met s-taats-subsidie, maar een echt
middel-bedrijf, waaruit, naar de Generaal gehoord had,
een boer zich niet alleen een bestaan, maar zelfs een
ruim bestaan kon maken. Dat wilde hij, de- eigenaar
van zooveel duizenden morgen gr-ond in Transvaal, wel
eens zien. Hoe het mogelijk was. En hoe er dan nog
iets voor den boer zou kunnen overblijven.
Ware de Voorschotkas eenigen tijd van te voren
met het bezoek van den Generaal in kennis gesteld, en
van wat hij met dit do'el beoogde, dan hadden natuur
lijk allerlei voorbereidingen kunnen getroffen worden,
die een bezoek aan ee,n aantal boerderijen van de ge-
wenschte soort gemakkelijker hadden kunnen, maken.
Nu was er evenwel geen tijd te verliezen. Maar door
bemiddeling va-n eenige vrienden te Amsterdam en te
Alkmaar stond in deze plaats de beer E. E. Stoel ge
reed om ee,n klein gezelschap, bestaande uit Generaal
Erasmus en den zoon van Ds. II. S. Bosman, die met
een Gouvernemènts-beurs een landbouwschool in Ame
rika bezoekt, en Dr. Ma-nsvelt een paar boerderijen in
den omtrek van- Alkmaar te bezoeken. Met den trein
ging het naar deze stad. En van daar ging het, met
een automobiel, de vruchtbare Beemster in, waar op de
boerderijen van de heeren Govers ©n Jonges het ant-
verhouding tusschen haar schoonzoon en haar dochter
was in den aanvang „heel best." Tot Hogenhout-
naast hen kwam wonen. Van Exter kwam zeer veel
bij Hogenhout aan huis. Op het laatst was het al te
bar. Heel den dag zat hij er en als er dan volk in die
bakkerij kwam, moest men hem van vrouw Hogenhout,
weghalen-. Hij ging er wel twaalf keer per dag heen.
Vooral zijn vader had' door die verkeering Veel ver
driet. Zelfs op den dagi der begrafenis was hij er heen
geweest-. De oude vrouw hadi hem toen toegevoegd:
„Je vrouw is dood'! Nou behoef je haar toch geen ver
driet meer aau te doen?"
Verder verklaarde zij wat op 23 Januari gebeurd
was. Toen hadl haar dochter van een glas melk ge
dronken, d'at reeds stond ingeschonken en' ook van pap,
die vrouw H. had gebracht. Zij was toen zeer naar
geworden, dat zij naar bed moest.
Ook had deze getuige wel eens gezien, dat de be
klaagden elkaar een hand en een zoen gaven. Op den
dag- va,n de begrafenis heeft Van Exter zich zelfs geen
tijd gegund om de familie goeden dag te zeggen, zoo
gauw ging hij weer naar vrouw Hogenhout. Hij be
weerde, dat hij den hoogen hoed, d'ie hij geleend had,
moest terugbrengen, maar d'at was niet waar.
Een zwager van den beklaagde verklaarde, dat de
verhouding tusschen Van Exter en vrouw Hogenhout
„niet erg netjes" was, zooals hij het uitdrukte. Half
Januari zag hij hoe zij eens een Wik va«- verstandhou
ding wisselden.
Ook Cath. Hermanus van Raam heeft van die ver
houding een en ander opgemerkt.
Vervolgens werd o.a. nog gehoord Dirk P. Kunst,
drogist te Amsterdam. Deze kent den beklaagde zeer
goed, want hij kwam vaak in zijn winkel tot het doen
van allei'lei inkoopen. Zoo had hij kort te voren nog
hoesttabletten gekocht. Den 14en Januari kwam hij
weer bij den drogist in d'en winkel en zeide hij last te
hebben van een kat. De drogist zou hem daartoe rat-
tekruid geven, doch beklaagde wilde het zoo hebben,
dat hij het in de melk kon oplossen. Getuige deed het
vergif toen in een reageerbuis, waarbij po-tasch werd
gevoegd, teneinde aan het verzoek te voldoen. Hij
raadde belch nog aan, voorzichtig met het goedje te
zijn. Eenige weken later kwam Van Exter bij hem te
rug- en vroeg weer om eene hoeveelheid rattekruid, op
dezelfde wijze opgelost. Na dlien tijd heeft hij hem
niet meer gezien.
Beklaagde ontkent, bij den get-uige Kunst 't arseni
cum gekocht te hebben. Doch getuige Kunst blijft
bij zijne verklaring en herkent den beklaagde perti
nent.
De 17-jarige bakkersknecht Heilo getuigde dat
Van Exter hem vaak gewaarschuwd' had' *iets te zeg
gen, als zijn vrouw vroeg waar hij was. Bekl. bevond
zich dan bij vrouw Hogenhout. Tenslotte klaagde
Van Exter vaak over z'n vrouw en noemde hij haar een
lastpost -en een lastig meubel, terwijl het hem zeer
griefde, dat zijn schoonmoeder hem zoo op de vingers
keek.
De officier van justitie betoogde in zijn requisitoir,
dat de zaak rijp was voor berechtiging. De instructie
was zeer moeielijk geweest in dit drama.
Beklaagde heeft zijn- passie voor vrouw II. naar bui
ten geuit. De passie is de basis der geheele zaak.
Vrouw van E. en H. stonden van E. en vrouw H. in
den weg. Die moesten uit den weg geruimd.
De officier zette nu d© verhoudingen in het gezin-
van E. nog eens uiteen. De ongeoorloofde verstand
houding' tusschen van E. en vrouw H. maakte het voor
beklaagde van belang, dat zijn eigen vrouw van het
tooneel verdween.
De houding van beklaagde, die alles ontkende, zelfs
wat in zijn voordeel kon zijn, wijst weer dadelijk op
zijn schuld. Vernietigend' voor beklaagde oordeelde de
officier het getuigenis van den drogist Kunst.
De eisch is levenslange gevangenisstraf.
woord werd gegeven op al de vragen van den heer
Erasmus. Behalve deze werd nog' een boerderij van
het Zuid-Hollandsche type bezocht; de propere stallen
werden bewonderd; het vee en het gras met een
wij zeggen het. heel zachtjes begeerig' oog aangeke
ken, met het g-evolg, dat, voor de terugreis werd aan
vaard, de landbouwer Jonges eenige honderden gul
dens, Generaal Erasmus evenwel een jongen Noord-
Hol'landschen stier rijker was.
ITet is niet onze bedoeling, hier te vertellen, al wat
de Generaal en zijn klein gezelschap te zien kreeg.
Genoeg zij het, te vermelden, dat hij en zijn jonge
vriend uit Pretoria nui weten, hoe op 50 morgen grond
een ILollandsche boer weljraart vindt; dat zij geen
woorden, sterk genoeg, konden vinden om aan hun ge
voel van bewondering* voor wat onze landbouwers we
ten te bereiken, uiting te geven; dat onze rijkdom aan
vee, de dichtheid der bevolking, het liefelijke land
schap hun steeds stijgende verbazing wekten', welke
het toppunt bereikte, toe-n ook een bezoek was ge
bracht- aa,n het zandige Schoorl en gebleken was, dat
niet alleen klei en veen, maar ook het barre zand zijn
tol moet betalen aan menschelijka energie en land
bouwkundige wetenschap. En toen de terugreis naar
Amsterdam moest worden aanvaard, moest Generaal
Erasmus erkennen, dat hij va.n he,t oogenblik, dat hij
Zuid-Afrika's bodem verlaten had, nog niet zulk een
genoegelijken en leerrijken dag had doorgebracht als
dezen, in gezelschap van zijn reisgenooten, den heer
Stoel en Dr. Mansvelt. En evenmin kon hij zwijgen
over de gastvrijheid! en hulpvaardigheid der menschen,
van wie hij dien dag eenige uren de gast was geweest.
Dat de Hollanders zulke lieve, voorkomende menschen
waren, had Generaal Erasmus nooit kunnen denken.