III B* Schaakrubriek. ikm JL t Ut STADSNIEUWS. ALLERLEI. Neemt uw maatregelen bijtijds. „Zie zoo, dat is in orde. Ik ben blij dat het zoover is. Laten we nu gaan en Maggie ophalen ik ik moet haar kussen." Samen gingen zij naar de verlichte salon. „Maggie is naar bed gegaan met hoofdpijn", zeide f^VoTT y' 'n Zwoord op de vraag van haar zus- }er- Hagan bij het geopende venster en de heerlijke sterrenhemel was boven zijn hoofd. Vreugde was zijn deel geworden, doch hij moest wachten tot cien volgenden morgen. Het zonlicht stroomde de wit-en-roze binnen. „En ontbijtkamer waar is Maggie?" riep mrs. Murphy, als ge- een om den woon lijk gekleed in haar tennispak en reeds met nH "Ze -ZOU met mij' in do auto vertrekken halt elt. Shine, waar is miss Taverner?" riep zij ouden bottelier toe. „Zij is weggegaan, mevrouw. Vanmorgen om zes uur ze vertelde mij deze brieven op uw bord te leggen. had haar vaders verjaardag vergeten of zoo iets Ze scheen vreeseÜjken haast te hebben in elk geval." Mis. Murphy opende vlug haar brief. „Het spijt mij", las zij, „maar het is vandaag vaders verjaardag en ik had het vergeten. Ik meende dat ik gaan moest. Ik dank u nog wel voor al uw vriende- ykheid.^ En lady Derwent opende ook haar brief las het eenmaal en toen nog eons. „Beste lady Derwent, Wees niet boos op hem. tly bemint u toch niettegenstaande alles, denk ik hij heelt, nooit van mij gehouden, want dan zou hij mij met zoo bedrogen hebben. Ik ben voor hem alleen een voorbygaande fantasie geweest Het spijt mij zoo daf onwetend u verdriet veroorzaakt hebt, maar het was mets dan zomer dwaasheid. Vergeef het uw kleine vriendin Maggie Taverner." Mrs. Murphy keek haar zuster aan. „Hé, Cec, ze zag jou gisteren pas voor het eerst. Wat een dwaas klein ding, om iedereen afscheidsbrie- ven te schrijven. Tim, heb jij er ook één gekregen" toen O Hagan de kamer binnentrad. „Ik zou er wer- kclijk niet verbaasd over zijn." „Neen", zei bij grimmig, maar terwijl hij sprak, slo ten zich zyn vingers om den brief, dien hij in zijn jas zak had. Hij had hem. op zijn theeblad gevonden. „O, om, lieveling luidde het briefje, bedekt met tra nen, „myn helste, wees niet treurig. Wees dapper en je zult my spoedig vergeten. Zij is zoo goed en zacht. Woeden nacht. Goeden dag." Lady Derwent keek naar OTIagan en fronste haar wenkbrauwen. Zij kon er zich niet zoo kalm bij neer- leggen dat haar droomen in rook opgingen „Waar woont ze? Ver weg?" zei ze ten slotte, „te Ballyseaton, een kort eindje in den trein, en als men over de heuvels rijdt, nog dichter bij Lady Derwent glimlachte, maar ze zei niets meer totdat haar zuster en haar slaperige echtgenoot ver- frokken waren. Toen ging zij naar O'Hagan. „Waarom zouden we niet naar haar toegaan en haar terughalen, jij en ik. Wij gebruiken de lunch Allereerst zij daarbij pp den voorgrond geplaatst, «at o.^ het sieraad) in 't algemeen eenig doel, eenig i gebruiksdoel moet hebben om ©en werkelijk sieraad te i zlia' Het voorwerp moet niet alleen mooi zijn, doch het moet ook ergens voor gebruikt kunnen worden. In I vroegere cultuurperioden perioden van hoogstaand j schoonheidsgevoel vindt men steeds het sieraad ook als gebruiksvoorwerp, ter bevestiging of sluiting van 1 kledingstukken of schoeisel. Bij de oude Grieken dienden een paar metalen naalden om het onderkleed, de chitoon, op de schouders vast. te houden. De man-' tel öf chlamys werd op den rechterschouder met een haak gesloten. Bij ons was de kleeding en zij is tegenwoordig voor een deel nog bevestigd op onzichtbare wijze. Veie kleedmgstukken wij bedoelen natuurlijk in hoofdzaak dameskleeding toonden niet waar of hoe ze gesloten waren. Dit was onmiskenbaar een groote lout en een groote onschoonheid. Doch zij voorkwam tevens de gelegenheid om voor de sluiting voorwerpen te bezigen, die tegelijk sieraden waren. Omdat verder sieraden toch verlangd werden, geraakte met tot bii- oux, die elk doel misten. Hiertoe behoort ongetwijfeld de broche, zooals zij voor tien, twintig jaar algemeen gedragen werd', voorwerp, waaraan een speld was bevestigd en eenvoudig op de japon, meer bepaald op den hals kraag gedragen werd. Deze broche is echter zonder twijfel een misvorming van de vroegere speld of naald die de kleedmgstukken bijeen hield, en het is een *e- volg van den wansmaak der vorige eeuw, dat deze speld tot een dergelijk doelloos en daarom leelijk ding werd gedegenereerd. Maar tevens is het een onmis kenbaar bewys van het feit, dat wij thans staan aan het begin van een nieuwe schoonheidsperiode, dat de broche als zoodanig verdwijnt en de langwerpige speld die de moderne blouse of omslagdoek bijeen houdt haar plaats inneemt. Wat de vervanging van den korten Victoria-ketting door den langen halsketting aangaat, zien wij ook hier de doe loosheid vervangen door iets wat een bestaans reden heeft. Beide kettingen dienen ter bevestiging van het horloge, doch waar het korte kettinkje ergens zonder eenig motief in de kleeding is vastgemaakt, j daar dient de lange ketting om het- horloge aan den j hals te bevestigen. Ook hier vinden wij dus een voor- uitgang in de gemotiveerdheid van het sieraad. Ln omdat dit het geval is, daarom is de vervanging van de broche door de steekspeld, en van den korten ketting door den langen, niet eenvoudig een gril, dus een verandering zonder Daarom geven wij beido 2zet,ten gelijktijdig. Want nu onze lezers bekend zjjn met het oordeel van den componist, komen zij er allicht toe No. 307 en 308 te vergelijken. Onnoodig hier nog by te voegen, dat het ons bijzon- er aangenaam zou zijn indien zij ons hun oordeel over de onderlinge waarde der beide opgaven mededeelden. Dit interesseert ons bijzonder in dit geval, waar wij- het werkelyk merkwaardig vinden, dat- nist van meening verschillen. kijken en offeren dan een paar centen voor de ontslui ting van het heiligdom, 't Gaat dikwijls in één moeite met een bezoek aan. de witte schildpadden, als een be lofte voor het herstel van een zieke te of wanneer men bijzondere wensohen vulling zou zien gaan. vervullen valt, gaarne in ver jury en compo tot Een Gedurende onze afwezigheid werd ons door de over bekende uitgevers firma G. B. van Goor Zonen te Loudater bespreking toegezonden de zevende druk van R. Neuman Handleiding tot het Schaakspel", bewerkt door H. J. den Hertog. Wy hopen hier de volgende week op terug te komen CORRESPONDENTIE. G. I. te A. Wij hebben uw torenzet als fout beschouwd. F. B. H. B. te A. Wij u gelijk heeft. „Es ist eine alte Geschicht een schrijf vreezen, dat e, enz."! Behalve van No. 299 en 301. Ingezonden mededeelingen. Het komt dikwijls voor, dat menschen aan nier- of blaaskwalen lijdende zijn, zonder dat zij eenig vermoe den hebben van de oorzaak van hun kwaal. De ver schijnselen loopen dan ook zeer uiteen en dat zij zich met op dezelfde wyze voordoen, dient te worden toe geschreven aan de verschillende bij verschillende menschen. Doordat de nieren hun plicht niet behoorlijk vervul len gaat, gy lijden aan pijn in den rug, of de zijden gy krijgt last van pijn in de gewrichten en spieren en vooral by guur en vochtig weer gevoelt gij Ve urlne laat een bezinksel achter pyniyk, soms bij zeer groote of bij heden, en met een scherpen, lichaamsgesteldheden rheuma- en komt zeer kleine hoeveel- onaangenamen reuk. ■s Morgens gevoelt gij u dikwijls te elïendi* handennofgen£i? de °°gen' ^wollen Wanneer zich verschijnselen als de bovenstaande vertoonen, is dit een bewijs, dat de nieren te kort i 1?-,rlun Dficht om de onzuiverheden uit het b oed te filtreeren. Verwaarloozing dezer verschijn- sehieten in hun te uit het i v ci waanoozing dezer verschyn mode- matielk ziekt<m als chronische rheu - eenigen zin, maar j lof hartzwakte°n "g bkaS 6n urhlfckana werkelyk een groote vooruitgang te noemen op het ge- - LOGICA. Een geleerde mist zijn bril. Hij weet niet, of die Is' dat hij hem verlegd heeft. In zijn veiv twyteling- houdt hij de volgende redeneering„Wie steeltEen dief steelt. Als een. dief een bril steelt, dan. is hy bijziende of niet. Is hij bijziende, dan heeft hy een bril of hy heeft er geen. Als hij een bril heeft, waai toe heeft hij dan den mijnen noodig! Heeft hij er echter geen, dan vindt hij den mijnen toch niet,_ omdat hij bijziende is. Maar als hij niet bijziende is, waartoe heeft hij dan mijn bril noodig? Du.s een dief heeft mijn bril niet. Ik moet hem dus er gens neergelegd hebben. Als men evenwel iets ver legd heelt, moet men zien, waar het is. Ik zie, dat hij er met is. Als ik echter iets zie, moet ik toch een bril op den neus hebben, ergo ik heb mijn bril neus. op mijn. in vernomen als bied van het sieraad. En een verheugingwekkehde vooruitgang! Want juist het algemeen gebruikte en wy blij- en rijzweep op de al daar en zijn weer thuis vóór het middagmaal. O, Tim" kyk niet zoo treurig'. Ze zal je vergeven Zij waren geheel alleen. Hij kreunde luid, toen hij plotseling zyn hoofd op haar armen legde. De schit terende zon, die de kamer instroomde, viel op zijn donker haar, als een ironie van smart. Lady Derwent lei haar hand op zijn schouder. „Ik wist niet, dat je zóóveel om haar gaf", zeide ze geroerd. „Kom mee. We zullen spoedig bij haar ziin J Maggi© was bezig gevallen appels op te rapen, toen i een paar ruiters kwamen aangereden op den met mos 1 begroeiden ryweg. Haar gelaat was bleek door een slapeloozen nacht zij was veranderd van een aardig kind in een bekoorlijke vrouw. En ze had het huis le dig gevonden, behalve dan de bediende, want haar va der, die dacht dat zij veilig en wel bij de Murphy's was, was voor een paar dagen op reis gegaan naar een oud schoolkameraad. Zij keek op toen de paarden voorbygingen en een hevig rood kleurde haar wangen en voorhoofd. O'Hagan en lady Derwent! Wat kon den zy van haar willen Zij had geen tijd! zich te ver bazen, maar ging vlug op hen af en groette hen, kalm «i vriendelijk. „Ho© vriendelijk van u beiden om te komen. Het spyt. mij zoo, dat vader van huis is." Lady Derwent kuste haar. „O! olachte zij. „Hij was jarig, hé? Nu, wij zyn gekomen om bij je de lunch te gebruiken. Zeg dus met^ neen, want wij zijn hier nu eenmaal ven", en zij wierp haar handschoenen sofa. „Natuurlijk! Heel graag begon Maggie. En dien t.yd was O'Hngan's blik niet van haar gelaat. „Ga eens naar de paarden kijken, Tim", zei ladv Derwent en toen vertelde zij alles aan Maggie. „Zoo dat alles zal eindigen met huwelijken en bloe men eindigde zij vr ooi ijk; „en die arme goeie Tim zal zich zelf weer zijn. Kom eens hier", zei ze tot Tim die juist binnenkwam. „Maggie zegt dat ze je wil vergeven en zy drong het meisje naar hem toe ter wijl zy zelf de deur uitging. °'na8-an klemde haar vast in zijn armen. „O, mijn lieveling En ik dacht, dat ik je verloren had. Waar om ging je weg?" Haar eenige antwoord was een kus temidden van tranen van geluk. „Je moet vandaag nog met ons teruggaan", riep Ce cilia van uit den tuin. „Wat zullen zij verrast zijn als ze ons nieuws hooren!" Maar geen van beiden hoorde haar. Want, in het land van droomen en hopen worden gewone stemmen niet gehoord. TOOK DAMES. Klikjes in de modewereld. In het Bois de Boulogne heeft de Parijsehe imau- monde by stemming haar meening over deze vraag ge zegd. Van de meer dan 3000 stemmen waren er 1779 voor den grooten, 1078 voor den kleinen hoedi en 835 voor den hoed, die het midden houdt tusschen die twee. Hieruit blijkt dus, dat de aanhangers van den grooten hoed niet zoe'n overweldigende overmacht hebben als men wel zou denken. Aan de stemming- was nog een wedstrijd verbonden ook. De deelnemende dames en heeren mochten, om een prys raden hoeveel stemmen elk van de drie modellen zou krijgen. De gelukkige die er het dichtst- bij was het scheelde maar 2 stemmen kreeg een prachtigen dameshoed van 1000 francs. Die gelukkige was Mau rice Rostand, de zoon van den beroemden Edmond, en de lieveling van alle Parijsehe vrouwen. Zij die gedurende langeren tijd door hunne werk zaamheid in liet. goud- en zilvervak, de veranderingen hebben kunnen opmerken, die in het sieraad of in het gebruiksvoorwerp plaats vonden, weten, dat in de laat ste laat ons zeggen vijftien jaren de groote wij zigingen by de bijouterieën eigenlijk hoofdzakelijk neerkwamen op die in den damesketting, en de broche sehryft „Ons Maandblad". erocne, In dien tijd is de korte z.g. Victoria-ketting lang- zamerhand geheel teruggedrongen door den langen halsketting. Terwyl tevens het gebruik van het veel geliefde sieraad, de broche, zeer is achteruitgegaan en plaats heeft gemaakt, voor de langwerpige steekspeld. Het is het. doel van dit opstel te onderzoeken of men deze groote veranderingen heeft toe te schrijven aan een eenvoudige modegril of aan iet® anders. een - enz- Begint daarom, zoo spoedig mo- gelyk heden nog met het gebruik der echte Fos- 8le_ I m gMn. ^T6]1 Pillen' llet grootsche nieren- en raad is de waardemeter van den goeden of den slech- geneesmiddel, dat den ten smaak van het groote publiek. En is er een nieuw bewys van verbetering in dien smaak, dan zal dit. de 1 T-.rH rr'T"?*}"'.vu" D10ea zuiveren, kunst en vooral in den nieuwerén tijd de kunstnijver heid ten goede komen. Deze zal daardoor krachtiger worden om steeds verder te gaan in de richting naar flJi,en ZlJ ziJ'n te weergeeft. de volmaakte ideëele schoonheid, waarbij zTj"*Öp haar LanffestraatlV beurt weder aan het publiek den goeden weg daarheen zal wyzen. Ne. 30/. P. E. BLAKE te Liverpool. 3de Prijs „Sydney Morning Herald" "1911. nieren hun verloren kracht /,y maken deze org-anen weer geschikt voor hun omvangrijk werk om het bloed te -et er op, dat de handteekening van James Foster op de doos voorkomt ten bewijze, dat gij de echte Fos- teis Rugpyn Nieren Pillen krijgt. Zij zijn te Alk maar verkrijgbaar bij de heeren Nierop Slothouber, Toezending geschiedt franco na ont vangst van postwissel' a 1.75 voor één, of f voor zes doozen. 10,- Mat in 2 zetten. No. 308. P- PBLAKE te Liverpool. Eervol vermeld „Sydney Morning Herald" 1911. V\W\\Vv.v v\\\w HERINNERINGSDAGEN. ■»7Mvll1dagr20 Augustus' 1854- De wijsgeer Eriedrieh YVilhelm Joseph von Schelling overleden. Hij was in li75 gebaren. Een kernwoord» „Do mensch, wordt grooter naar de mate, waarin hij zich zelf en zijn kracht leert kennen. Geeft den mensch het bewustzijn van wat hij is en hij zal weldra ook leeren te zijn, wat hij moet." Maandag 21 Augustus 1838. De dichter Adelbert von Chamisso te Berlijn overleden. Hij was in 1781 geboren. Donderdag 24 Augustus. 1898. Vredesboodschap van den lsaar van Rusland, inhoudende een voorstel tot een vredesconferentie. Vrijdag 25 Augustus 1744. Johanu Gottfried von Herder te Mohrungen geboren. Hij overleed in 1803. Eenige kernwoorden: „Een mooie menschenziel te vinden is winst, een mooiere winst is het haar te behouden en de schoon ste en zwaarste is de ziel, die reeds verloren scheen te redden." „Godsdienst is de hoogste humaniteit, de bloesem van de menschelijke ziek" „Een boek heeft vaak voor een levensduui mensch gevormd of bedorven." oor een volk, dat' geen godsdienst heeft, of afs aardigheid gebruikt, is geen goede lijk." „Ouderdom is ee.n schoone kroon, men vindt haar slechts op den weg der matigheid, rechtvaardigheid en wysheid." „Hoe DE ALLERNIEUWSTE VERSNAPERING. „Kellner! Een halve uitsmijter van vli-egeneieren!" ln °nze Westersche ooren eenigszins zonder ling klinkende uitroep, kan men ten huidigen dag meermalen vernemen in de fijnste restauraties in de L nie. Ilij wordt daar minstens evenveel hier het geroep om een „sneedlje ros." De Amerikanen zijn deze nieuwigheid) verschuldigd aan een waardigen farmer in de gemeente Tidionte (Pennsylvania)-, Flaubert Marey, vliegenfokker èn een, die zyn vak verstaat. Men oordeele: In groote kooien, van ijzergaas vervaardigd vlie- genparken zou men ze kunnen noemen 20 Meter lang, 13 Meter breed en ruim 3 Meter hoog, heeft onze uitnemende landbouwer fabelachtige hoeveelheden vliegen gelokt en gevangen gezet, van wie hij niet anders verlangt dan een overvloedigen „leg" in het water van alleraardigste, kleine vijvertjes, in het mid den der kooien aangelegd. Eens per dag worden die vijvers geleegd en in elk ervan oogst de fokker millioenen eitjes, die door lichte wry ving van 'n zeer lichte schaaltje worden ontdaan. De uiterst kleine, witte korreltjes vragen dan verder mets dan een behoorlijke toebereiding, alvorens de grage gehemelten der lekkerbekken te gaan streelen. De invoerder van dit, voor Europeanen nieuwe ge recht gansche Afrikaansehe volksstammen verorbe ren reeds sedert onheugelijke tijden met smaak mie- reneieren en rupsen beweert bovendien dat het zeer voed'zaam is. Met het oog op de woedende kruistochten, juist- Amerika dezer dagen tegen de vliegen begonnen, m die ba rnet schoonste een hem moge- reiner de gedachten der menschen zijn, des te meer stemmen ze overeen." 1900. De wijsgeer Eriedrieh Wietzsche te Weimar overleden. Hij werd' in 1844 geboren. Eenige kernwoorden: „Reinheid van den man!; dat wil zeggen den ernst teruggevonden te hebben, dien men als kind) bij het spel had.' bij honderdduizenden worden afgemaakt, zou dit richt weinig geloofwaardig lijken, indien wij hier gewone huisvliegen te doen hadden. Maar de legvliegen, waarover het Amerikaansche blad zoo gemakkelijk komkommert, zijn „ephyda's", be woners der zouthoudende meren in het verre Westen en in Mexico. En de ephyda's worden uiterst zindelijke beestjes geheeten, aangenaam in den omgang en ongevaarlijk. EEN KOOKEXAMEN VOOR AANSTAANDE HUISVROUWEN. Het Noorsche Parlement, dat den naam heeft op Sfbied van de vrouwenbeweging al buitengewoon vooruitstrevend te zijn, heeft al meer dan eens de vraag overwogen of het niet wenschelijk zou zijn het huweiyk van een aantal bizondere bepalingen afhan- kelyk te maken. Nu m-oete-n de Noorsche volksverte genwoordigers weer plannen voor een geregeld Irnwe- iyks-examen besproken hebben. Ieder jong meisje dat wil trouwen, zou eerst het bewijs moeten leveren,' dat ze kan naaien, was-sehen, maar vooral dat ze zelfstan- dig kan koken Rijk en arm, zonder onderscheid van eeftyd of stand, zouden zich aan dit examen moeten onderwerpen. Vooral op koken wordt de nadruk ge legd, want, zeggen de Noorsche volksvertegenwoordi gers, zonder goed eten is de echtelijke harmonie eigen lijk niet wel mogelijk. BEGROOTING VOOR DE WANDELPLAATSEN EN PLANTSOENEN, DIENST 1912. De ontvangsten van de wandelplaatsen en plantsoe nen worden voor 1912 geraamd op 1170,— en de uit- gaven op J 10564,zoodat als bijdrage van de ge- meente wordt uitgetrokken een bedrag van 9394 tegen een bedrag- van 9577.50- in het vorige jaar. de bediagen der posten van ontvang komen, ver- In ,Wees een plaat van goud) en alle dingen gouden schrift op u worden gegrift." zullen in Mat in 2 zetten. Oplossing van No. 302 (Jos. DE KONING). 1 Lf4 d6 enz. Goede ie oplossingen van No. 299 tot 302 ontvingen wy van P. J. Boom, F. Böttger, O. Bramer, G. Im- hülsen en O. Visser te Alkmaar; G. van Dort te Leus den, Mr. Ch. Enschedé te Haarlem, P. Bakker, Jos. de Koning en II. Weenink te Amsterdam, J. Vijzelaar ie s-Gravenhage, G. H. B. Hogewind' te Utrecht, A. Tates te Heiloo, G. H. Goethart Jr. te Terborg, C. J. Oosterholt te Groenloo, S. te S.1), J. Reeser te Voor burg, J. Deuzeman te Frederiksoord, H. Strick van Lm schot en te Voorburg en O. Boomsma te Kampen. Toen wij op het bureau der redactie de oplossingen kwamen halen, die zich in onze afwezigheid opgehoopt hadden, vonden wij daaronder een natuurlijk goe de! oplossing van den 3zet van dr. L. N. de Jong No. 290, ingezonden door den heer G. Nobel en °-eda' teerd van 27 Mei j.l. Het doet ons zeer leed' dat°deze oplossing eerst nu in onze handen kwam en, al komt deze opmerking in de nahand, wij waardeeren het hoogste, dat de heer Nobel bij dezen 3zet dacht, aan ten ons Ad No. 307 en 308. Het is allerminst ons voornemen' telkens twee pro blemen te geven. Doch wij doen dit deze keer bij wijze van uitzondering, omdat de componist No. 308 hooger stelt dan zijn 3den prijs. Dit, is nu volstrekt geen ab normaal verschijnsel, waar de auteur vaak niet in staat is de waarde zijner eigene problemen juist te be palen. Toch trof ons dit deze maal, omdat de lieer Blake o. i. een bijzonder goed beoordeelaar van proble men is en wy nuniet maar zoo grif aannemen dat dit niet geldt voor zijne eigene opgaven. REUZENSPEELG OE D. Volgens de volkssage moet de eerste sultan van Jogja iemand met reuzenkracht zijn geweest. Dit moet men althans opmaken uit hetgeen de in landers vertellen van het zorgvuldig bewaarde speel goed van dmn vorst te Pasar-Gede. Dit is te vinden op een kleme tien minuten afstand van de plaats waar de bekende witte schildpadden nabij de oudé vorstelijke begraafplaats daar te zien zijn. Dat speelgoed wordt bewaard in een zorgvuldig ge sloten houten huisje, waarvan een binnendeur ook weer zorgvuldig gesloten is. Een in de onmiddellijke nabyheid wonende oude vrouw bewaart de sleutels, doch is tegen een kleine belooning- gaarne genegen het moois te laten zien. In het eerste gedeelte van het huisje vindt men in- tusschen niets anders dan twee groote ronde steenen en een van kleinere afmeting. Dezen laatste kan een kind wel optillen, maar met de twee groote heeft een volwassen man moeite genoeg. En nu vertellen de in landers, clat de eerste sultan met die groote steen klompen heeft gespeeld, als een kind met gewone vangballen. Vroeger moeten er vijf steenen zijn ge weest, maar twee zijn verloren gegaan. In het tweede gedeelte van het huisje is een groote, langwerpig vier kante steen geplaatst en deze moet tot rustplaats aan den vorst hebben gediend, als hij moe was van het spe len met die groote steenen ballen. Inlanders, die om de een of andere bijzondere reden naiar 1 asar-Gede trekken, verzuimen niet, spoedig naar dat vorstelijk speelgoed te gaan, en wel om daaraan hun kracht te meten. Die aanspraak wil maken op den naam van krachtig en stevig te zijn, moet dan ieder van die groote steenen- drie keeren rond het huisje dragen. Van opwerpen en vangen van die stee- nen ballen is absoluut geen sprake. Die oude steenen rustplaats dient tegenwoordig \ooi lengte en lenig-heidsproeven. De inlanders die er heen gaan, trachten in verschillende standen de lengte en breedte van dat massale stuk t-e omvatten. Verscheidene inlanders gaan steeds naar dat moois ge en geleken met de begrooting voor 1911, slechts enkele veranderingen voor: de opbrengst van verkoop van herten wordt geraamd o-p 50, tegen 80 in 1911 en de opbrengst- van, diversen- op 40, tegen 10 in 1911 Een nieuwe, post, groot 10, wordt gevormd door tiet. gebruik van tuingrond, toegestaan aan het „Witte Kuris ten behoeve der daglighallen voor tubereu- iosehjders. Ook in de raming der verschillende uitgaven is over het algemeen niet veel verschil met 1911. De uitgaven voor aankoop van graszaad en voor ver voer van grond, voor 1911 geraamd op 240, zijn thans opgenomen in de posten aankoop van hoornen, heesters en zaden en arbeidsloonen voor losse werklie den en jongens, waardoor deze posten, voor 1911 raamd- op 300 en 994, zijn verhoogd tot 450 J 1094. Evenzoo zijn de uitgaven voor draad, voor 1911 ge raamd op 50, opgenomen, in aankoop en herstelling van gereedschap. Werd deze laatste post in 1911 ge raamd' op 225, thans, is deze, in plaats van met 50, slechts met 15 verhoog'd. Dit verschil moet echter met worden gezocht in mindere uitgaven, dóch in de omstandigheid, dat verschillende onkosten, waarvoor geen bepaald volgnummer viel aan te wijzen, en die gewoonlijk uit dien post werden bestreden, voortaan zullen worden gebracht op een nieuw hoofdstuk „di verse onkosten", waarvoor 100 is uitgetrokken. De volgnummers voedering van vogels in den win- ter ad 40 cn aankoop cn horstel van hoonibosche mers groot 66, voorkomende op de begrooti-ng 1911, zijn thans, opgenomen in de volgnummers deren van herten enz. en omrasteringen voor g'rasper- ken en boomen, waardoor deze onderscheidenlijk zijn geraamd op 290 en 260, tegen 250 en 200 voor Op de begrooting komt nog voor eene uitgaaf van 1500 voor buitengewoon werk. Welk werk hiermede wordt bedoeld, is niet aangegeven. Het moet, blijkens de toelichting, nog door de commissie van bijstand voor de plantsoenen worden bepaald. De commissie acht het gewenscht dat, waar de be stemming van de uitgetrokken 1500 nog niet vast staat, nader eene opg'aaf aan den Gemeenteraad wordt verstrekt van de daarvoor uit te voeren werken. Tegen de raming heeft de commissie overigens geen bezwaar, weshalve zij voorstelt te nemen het volgende besluit: De Raad der gemeente Alkmaar; Gezien en onderzocht de begrooting voor de wandel plaatsen en plantsoenen, dienst 1912; Gehoord de commissie tot de belastingzaken enz.; Ovei,-wegende, dat wat betreft de uitgaaf voor bui- sr- voor voe-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 6