III B*
Schaakrubriek.
ikm
JL
t Ut
STADSNIEUWS.
ALLERLEI.
Neemt uw maatregelen bijtijds.
„Zie zoo, dat is in orde. Ik ben blij dat het zoover
is. Laten we nu gaan en Maggie ophalen ik ik
moet haar kussen."
Samen gingen zij naar de verlichte salon.
„Maggie is naar bed gegaan met hoofdpijn", zeide
f^VoTT y' 'n Zwoord op de vraag van haar zus-
}er- Hagan bij het geopende venster en de
heerlijke sterrenhemel was boven zijn hoofd. Vreugde
was zijn deel geworden, doch hij moest wachten tot
cien volgenden morgen.
Het zonlicht stroomde de wit-en-roze
binnen.
„En
ontbijtkamer
waar is Maggie?" riep mrs. Murphy, als
ge-
een
om
den
woon lijk gekleed in haar tennispak en reeds met
nH "Ze -ZOU met mij' in do auto vertrekken
halt elt. Shine, waar is miss Taverner?" riep zij
ouden bottelier toe.
„Zij is weggegaan, mevrouw. Vanmorgen om zes
uur ze vertelde mij deze brieven op uw bord te leggen.
had haar vaders verjaardag vergeten of zoo iets
Ze scheen vreeseÜjken haast te hebben in elk geval."
Mis. Murphy opende vlug haar brief.
„Het spijt mij", las zij, „maar het is vandaag vaders
verjaardag en ik had het vergeten. Ik meende dat ik
gaan moest. Ik dank u nog wel voor al uw vriende-
ykheid.^ En lady Derwent opende ook haar brief
las het eenmaal en toen nog eons.
„Beste lady Derwent, Wees niet boos op hem.
tly bemint u toch niettegenstaande alles, denk ik
hij heelt, nooit van mij gehouden, want dan zou hij mij
met zoo bedrogen hebben. Ik ben voor hem alleen een
voorbygaande fantasie geweest Het spijt mij zoo daf
onwetend u verdriet veroorzaakt hebt, maar het
was mets dan zomer dwaasheid. Vergeef het uw
kleine vriendin Maggie Taverner."
Mrs. Murphy keek haar zuster aan.
„Hé, Cec, ze zag jou gisteren pas voor het eerst.
Wat een dwaas klein ding, om iedereen afscheidsbrie-
ven te schrijven. Tim, heb jij er ook één gekregen"
toen O Hagan de kamer binnentrad. „Ik zou er wer-
kclijk niet verbaasd over zijn."
„Neen", zei bij grimmig, maar terwijl hij sprak, slo
ten zich zyn vingers om den brief, dien hij in zijn jas
zak had. Hij had hem. op zijn theeblad gevonden. „O,
om, lieveling luidde het briefje, bedekt met tra
nen, „myn helste, wees niet treurig. Wees dapper en
je zult my spoedig vergeten. Zij is zoo goed en zacht.
Woeden nacht. Goeden dag."
Lady Derwent keek naar OTIagan en fronste haar
wenkbrauwen. Zij kon er zich niet zoo kalm bij neer-
leggen dat haar droomen in rook opgingen
„Waar woont ze? Ver weg?" zei ze ten slotte,
„te Ballyseaton, een kort eindje in den trein, en als
men over de heuvels rijdt, nog dichter bij
Lady Derwent glimlachte, maar ze zei niets meer
totdat haar zuster en haar slaperige echtgenoot ver-
frokken waren. Toen ging zij naar O'Hagan.
„Waarom zouden we niet naar haar toegaan en
haar terughalen, jij en ik. Wij gebruiken de lunch
Allereerst zij daarbij pp den voorgrond geplaatst,
«at o.^ het sieraad) in 't algemeen eenig doel, eenig
i gebruiksdoel moet hebben om ©en werkelijk sieraad te
i zlia' Het voorwerp moet niet alleen mooi zijn, doch
het moet ook ergens voor gebruikt kunnen worden. In
I vroegere cultuurperioden perioden van hoogstaand
j schoonheidsgevoel vindt men steeds het sieraad ook
als gebruiksvoorwerp, ter bevestiging of sluiting van
1 kledingstukken of schoeisel. Bij de oude Grieken
dienden een paar metalen naalden om het onderkleed,
de chitoon, op de schouders vast. te houden. De man-'
tel öf chlamys werd op den rechterschouder met een
haak gesloten.
Bij ons was de kleeding en zij is tegenwoordig
voor een deel nog bevestigd op onzichtbare wijze.
Veie kleedmgstukken wij bedoelen natuurlijk in
hoofdzaak dameskleeding toonden niet waar of hoe
ze gesloten waren. Dit was onmiskenbaar een groote
lout en een groote onschoonheid. Doch zij voorkwam
tevens de gelegenheid om voor de sluiting voorwerpen
te bezigen, die tegelijk sieraden waren. Omdat verder
sieraden toch verlangd werden, geraakte met tot bii-
oux, die elk doel misten.
Hiertoe behoort ongetwijfeld de broche, zooals zij
voor tien, twintig jaar algemeen gedragen werd',
voorwerp, waaraan een speld was bevestigd en
eenvoudig op de japon, meer bepaald op den hals
kraag gedragen werd. Deze broche is echter zonder
twijfel een misvorming van de vroegere speld of naald
die de kleedmgstukken bijeen hield, en het is een *e-
volg van den wansmaak der vorige eeuw, dat deze
speld tot een dergelijk doelloos en daarom leelijk ding
werd gedegenereerd. Maar tevens is het een onmis
kenbaar bewys van het feit, dat wij thans staan aan
het begin van een nieuwe schoonheidsperiode, dat de
broche als zoodanig verdwijnt en de langwerpige speld
die de moderne blouse of omslagdoek bijeen houdt
haar plaats inneemt.
Wat de vervanging van den korten Victoria-ketting
door den langen halsketting aangaat, zien wij ook hier
de doe loosheid vervangen door iets wat een bestaans
reden heeft. Beide kettingen dienen ter bevestiging
van het horloge, doch waar het korte kettinkje ergens
zonder eenig motief in de kleeding is vastgemaakt, j
daar dient de lange ketting om het- horloge aan den j
hals te bevestigen. Ook hier vinden wij dus een voor-
uitgang in de gemotiveerdheid van het sieraad.
Ln omdat dit het geval is, daarom is de vervanging
van de broche door de steekspeld, en van den korten
ketting door den langen, niet eenvoudig een
gril, dus een verandering zonder
Daarom geven wij beido 2zet,ten gelijktijdig. Want
nu onze lezers bekend zjjn met het oordeel van den
componist, komen zij er allicht toe No. 307 en 308 te
vergelijken.
Onnoodig hier nog by te voegen, dat het ons bijzon-
er aangenaam zou zijn indien zij ons hun oordeel over
de onderlinge waarde der beide opgaven mededeelden.
Dit interesseert ons bijzonder in dit geval, waar wij-
het werkelyk merkwaardig vinden, dat-
nist van meening verschillen.
kijken en offeren dan een paar centen voor de ontslui
ting van het heiligdom, 't Gaat dikwijls in één moeite
met een bezoek aan. de witte schildpadden, als een be
lofte voor het herstel van een zieke te
of wanneer men bijzondere wensohen
vulling zou zien gaan.
vervullen valt,
gaarne in ver
jury en compo
tot
Een
Gedurende onze afwezigheid werd ons door de over
bekende uitgevers firma G. B. van Goor Zonen te
Loudater bespreking toegezonden de zevende druk
van R. Neuman Handleiding tot het Schaakspel",
bewerkt door H. J. den Hertog.
Wy hopen hier de volgende week op terug te komen
CORRESPONDENTIE.
G. I. te A. Wij hebben uw torenzet als
fout beschouwd. F. B. H. B. te A. Wij
u gelijk heeft. „Es ist eine alte Geschicht
een schrijf
vreezen, dat
e, enz."!
Behalve van No. 299
en 301.
Ingezonden mededeelingen.
Het komt dikwijls voor, dat menschen aan nier- of
blaaskwalen lijdende zijn, zonder dat zij eenig vermoe
den hebben van de oorzaak van hun kwaal. De ver
schijnselen loopen dan ook zeer uiteen en dat zij zich
met op dezelfde wyze voordoen, dient te worden toe
geschreven aan de verschillende
bij verschillende menschen.
Doordat de nieren hun plicht niet behoorlijk vervul
len gaat, gy lijden aan pijn in den rug, of de zijden
gy krijgt last van pijn in de gewrichten en spieren en
vooral by guur en vochtig weer gevoelt gij
Ve urlne laat een bezinksel achter
pyniyk, soms bij zeer groote of bij
heden, en met een scherpen,
lichaamsgesteldheden
rheuma-
en komt
zeer kleine hoeveel-
onaangenamen reuk.
■s Morgens gevoelt gij u dikwijls te elïendi*
handennofgen£i? de °°gen' ^wollen
Wanneer zich verschijnselen als de bovenstaande
vertoonen, is dit een bewijs, dat de nieren te kort
i 1?-,rlun Dficht om de onzuiverheden uit het
b oed te filtreeren. Verwaarloozing dezer verschijn-
sehieten in hun
te
uit
het
i v ci waanoozing dezer verschyn
mode- matielk ziekt<m als chronische rheu
- eenigen zin, maar j lof hartzwakte°n "g bkaS 6n urhlfckana
werkelyk een groote vooruitgang te noemen op het ge- -
LOGICA.
Een geleerde mist zijn bril. Hij weet niet, of die
Is' dat hij hem verlegd heeft. In zijn veiv
twyteling- houdt hij de volgende redeneering„Wie
steeltEen dief steelt. Als een. dief een bril steelt,
dan. is hy bijziende of niet. Is hij bijziende, dan heeft
hy een bril of hy heeft er geen. Als hij een bril heeft,
waai toe heeft hij dan den mijnen noodig!
Heeft hij er echter geen, dan vindt hij den mijnen
toch niet,_ omdat hij bijziende is. Maar als hij niet
bijziende is, waartoe heeft hij dan mijn bril noodig?
Du.s een dief heeft mijn bril niet. Ik moet hem dus er
gens neergelegd hebben. Als men evenwel iets ver
legd heelt, moet men zien, waar het is. Ik zie, dat hij
er met is. Als ik echter iets zie, moet ik toch een bril
op den neus hebben, ergo ik heb mijn bril
neus.
op mijn.
in
vernomen als
bied van het sieraad. En een verheugingwekkehde
vooruitgang! Want juist het algemeen gebruikte
en wy blij-
en rijzweep op de
al
daar en zijn weer thuis vóór het middagmaal. O, Tim"
kyk niet zoo treurig'. Ze zal je vergeven
Zij waren geheel alleen. Hij kreunde luid, toen hij
plotseling zyn hoofd op haar armen legde. De schit
terende zon, die de kamer instroomde, viel op zijn
donker haar, als een ironie van smart.
Lady Derwent lei haar hand op zijn schouder.
„Ik wist niet, dat je zóóveel om haar gaf", zeide ze
geroerd. „Kom mee. We zullen spoedig bij haar ziin
J
Maggi© was bezig gevallen appels op te rapen, toen i
een paar ruiters kwamen aangereden op den met mos 1
begroeiden ryweg. Haar gelaat was bleek door een
slapeloozen nacht zij was veranderd van een aardig
kind in een bekoorlijke vrouw. En ze had het huis le
dig gevonden, behalve dan de bediende, want haar va
der, die dacht dat zij veilig en wel bij de Murphy's
was, was voor een paar dagen op reis gegaan naar
een oud schoolkameraad. Zij keek op toen de paarden
voorbygingen en een hevig rood kleurde haar wangen
en voorhoofd. O'Hagan en lady Derwent! Wat kon
den zy van haar willen Zij had geen tijd! zich te ver
bazen, maar ging vlug op hen af en groette hen, kalm
«i vriendelijk.
„Ho© vriendelijk van u beiden om te komen. Het
spyt. mij zoo, dat vader van huis is."
Lady Derwent kuste haar.
„O! olachte zij. „Hij was jarig, hé? Nu, wij
zyn gekomen om bij je de lunch te gebruiken. Zeg dus
met^ neen, want wij zijn hier nu eenmaal
ven", en zij wierp haar handschoenen
sofa.
„Natuurlijk! Heel graag begon Maggie. En
dien t.yd was O'Hngan's blik niet van haar gelaat.
„Ga eens naar de paarden kijken, Tim", zei ladv
Derwent en toen vertelde zij alles aan Maggie.
„Zoo dat alles zal eindigen met huwelijken en bloe
men eindigde zij vr ooi ijk; „en die arme goeie Tim
zal zich zelf weer zijn. Kom eens hier", zei ze tot Tim
die juist binnenkwam. „Maggie zegt dat ze je wil
vergeven en zy drong het meisje naar hem toe ter
wijl zy zelf de deur uitging.
°'na8-an klemde haar vast in zijn armen. „O, mijn
lieveling En ik dacht, dat ik je verloren had. Waar
om ging je weg?"
Haar eenige antwoord was een kus temidden van
tranen van geluk.
„Je moet vandaag nog met ons teruggaan", riep Ce
cilia van uit den tuin. „Wat zullen zij verrast zijn
als ze ons nieuws hooren!"
Maar geen van beiden hoorde haar. Want, in het
land van droomen en hopen worden gewone stemmen
niet gehoord.
TOOK DAMES.
Klikjes in de modewereld.
In het Bois de Boulogne heeft de Parijsehe imau-
monde by stemming haar meening over deze vraag ge
zegd. Van de meer dan 3000 stemmen waren er 1779
voor den grooten, 1078 voor den kleinen hoedi en 835
voor den hoed, die het midden houdt tusschen die
twee. Hieruit blijkt dus, dat de aanhangers van den
grooten hoed niet zoe'n overweldigende overmacht
hebben als men wel zou denken. Aan de stemming-
was nog een wedstrijd verbonden ook.
De deelnemende dames en heeren mochten, om een
prys raden hoeveel stemmen elk van de drie modellen
zou krijgen. De gelukkige die er het dichtst- bij was
het scheelde maar 2 stemmen kreeg een prachtigen
dameshoed van 1000 francs. Die gelukkige was Mau
rice Rostand, de zoon van den beroemden Edmond, en
de lieveling van alle Parijsehe vrouwen.
Zij die gedurende langeren tijd door hunne werk
zaamheid in liet. goud- en zilvervak, de veranderingen
hebben kunnen opmerken, die in het sieraad of in het
gebruiksvoorwerp plaats vonden, weten, dat in de laat
ste laat ons zeggen vijftien jaren de groote wij
zigingen by de bijouterieën eigenlijk hoofdzakelijk
neerkwamen op die in den damesketting, en de broche
sehryft „Ons Maandblad". erocne,
In dien tijd is de korte z.g. Victoria-ketting lang-
zamerhand geheel teruggedrongen door den langen
halsketting. Terwyl tevens het gebruik van het veel
geliefde sieraad, de broche, zeer is achteruitgegaan en
plaats heeft gemaakt, voor de langwerpige steekspeld.
Het is het. doel van dit opstel te onderzoeken of
men deze groote veranderingen heeft toe te schrijven
aan een eenvoudige modegril of aan iet® anders.
een
- enz- Begint daarom, zoo spoedig mo-
gelyk heden nog met het gebruik der echte Fos-
8le_ I m gMn. ^T6]1 Pillen' llet grootsche nieren- en
raad is de waardemeter van den goeden of den slech- geneesmiddel, dat den
ten smaak van het groote publiek. En is er een nieuw
bewys van verbetering in dien smaak, dan zal dit. de 1 T-.rH rr'T"?*}"'.vu" D10ea zuiveren,
kunst en vooral in den nieuwerén tijd de kunstnijver
heid ten goede komen. Deze zal daardoor krachtiger
worden om steeds verder te gaan in de richting naar flJi,en ZlJ ziJ'n te
weergeeft.
de volmaakte ideëele schoonheid, waarbij zTj"*Öp haar LanffestraatlV
beurt weder aan het publiek den goeden weg daarheen
zal wyzen.
Ne. 30/.
P. E. BLAKE te Liverpool.
3de Prijs „Sydney Morning Herald" "1911.
nieren hun verloren kracht
/,y maken deze org-anen weer geschikt
voor hun omvangrijk werk om het bloed te
-et er op, dat de handteekening van James Foster
op de doos voorkomt ten bewijze, dat gij de echte Fos-
teis Rugpyn Nieren Pillen krijgt. Zij zijn te Alk
maar verkrijgbaar bij de heeren Nierop Slothouber,
Toezending geschiedt franco na ont
vangst van postwissel' a 1.75 voor één, of f
voor zes doozen.
10,-
Mat
in 2 zetten.
No. 308.
P- PBLAKE te Liverpool.
Eervol vermeld „Sydney Morning Herald"
1911.
V\W\\Vv.v v\\\w
HERINNERINGSDAGEN.
■»7Mvll1dagr20 Augustus' 1854- De wijsgeer Eriedrieh
YVilhelm Joseph von Schelling overleden. Hij was in
li75 gebaren.
Een kernwoord»
„Do mensch, wordt grooter naar de mate, waarin hij
zich zelf en zijn kracht leert kennen. Geeft den
mensch het bewustzijn van wat hij is en hij zal weldra
ook leeren te zijn, wat hij moet."
Maandag 21 Augustus 1838. De dichter Adelbert
von Chamisso te Berlijn overleden. Hij was in 1781
geboren.
Donderdag 24 Augustus. 1898. Vredesboodschap
van den lsaar van Rusland, inhoudende een voorstel
tot een vredesconferentie.
Vrijdag 25 Augustus 1744. Johanu Gottfried von
Herder te Mohrungen geboren. Hij overleed in 1803.
Eenige kernwoorden:
„Een mooie menschenziel te vinden is winst, een
mooiere winst is het haar te behouden en de schoon
ste en zwaarste is de ziel, die reeds verloren scheen
te redden."
„Godsdienst is de hoogste humaniteit, de
bloesem van de menschelijke ziek"
„Een boek heeft vaak voor een levensduui
mensch gevormd of bedorven."
oor een volk, dat' geen godsdienst heeft, of
afs aardigheid gebruikt, is geen goede
lijk."
„Ouderdom is ee.n schoone kroon, men vindt haar
slechts op den weg der matigheid, rechtvaardigheid en
wysheid."
„Hoe
DE ALLERNIEUWSTE VERSNAPERING.
„Kellner! Een halve uitsmijter van vli-egeneieren!"
ln °nze Westersche ooren eenigszins zonder
ling klinkende uitroep, kan men ten huidigen dag
meermalen vernemen in de fijnste restauraties in de
L nie. Ilij wordt daar minstens evenveel
hier het geroep om een „sneedlje ros."
De Amerikanen zijn deze nieuwigheid) verschuldigd
aan een waardigen farmer in de gemeente Tidionte
(Pennsylvania)-, Flaubert Marey, vliegenfokker èn
een, die zyn vak verstaat. Men oordeele:
In groote kooien, van ijzergaas vervaardigd vlie-
genparken zou men ze kunnen noemen 20 Meter
lang, 13 Meter breed en ruim 3 Meter hoog, heeft onze
uitnemende landbouwer fabelachtige hoeveelheden
vliegen gelokt en gevangen gezet, van wie hij niet
anders verlangt dan een overvloedigen „leg" in het
water van alleraardigste, kleine vijvertjes, in het mid
den der kooien aangelegd.
Eens per dag worden die vijvers geleegd en in elk
ervan oogst de fokker millioenen eitjes, die door lichte
wry ving van 'n zeer lichte schaaltje worden ontdaan.
De uiterst kleine, witte korreltjes vragen dan verder
mets dan een behoorlijke toebereiding, alvorens de
grage gehemelten der lekkerbekken te gaan streelen.
De invoerder van dit, voor Europeanen nieuwe ge
recht gansche Afrikaansehe volksstammen verorbe
ren reeds sedert onheugelijke tijden met smaak mie-
reneieren en rupsen beweert bovendien dat het zeer
voed'zaam is.
Met het oog op de woedende kruistochten, juist-
Amerika dezer dagen tegen de vliegen begonnen,
m
die
ba
rnet
schoonste
een
hem
moge-
reiner de gedachten der menschen zijn, des te
meer stemmen ze overeen."
1900. De wijsgeer Eriedrieh Wietzsche te Weimar
overleden. Hij werd' in 1844 geboren.
Eenige kernwoorden:
„Reinheid van den man!; dat wil zeggen den ernst
teruggevonden te hebben, dien men als kind) bij het
spel had.'
bij honderdduizenden worden afgemaakt, zou dit
richt weinig geloofwaardig lijken, indien wij hier
gewone huisvliegen te doen hadden.
Maar de legvliegen, waarover het Amerikaansche
blad zoo gemakkelijk komkommert, zijn „ephyda's", be
woners der zouthoudende meren in het verre Westen
en in Mexico.
En de ephyda's worden uiterst zindelijke beestjes
geheeten, aangenaam in den omgang en ongevaarlijk.
EEN KOOKEXAMEN VOOR AANSTAANDE
HUISVROUWEN.
Het Noorsche Parlement, dat den naam heeft op
Sfbied van de vrouwenbeweging al buitengewoon
vooruitstrevend te zijn, heeft al meer dan eens de
vraag overwogen of het niet wenschelijk zou zijn het
huweiyk van een aantal bizondere bepalingen afhan-
kelyk te maken. Nu m-oete-n de Noorsche volksverte
genwoordigers weer plannen voor een geregeld Irnwe-
iyks-examen besproken hebben. Ieder jong meisje dat
wil trouwen, zou eerst het bewijs moeten leveren,' dat
ze kan naaien, was-sehen, maar vooral dat ze zelfstan-
dig kan koken Rijk en arm, zonder onderscheid van
eeftyd of stand, zouden zich aan dit examen moeten
onderwerpen. Vooral op koken wordt de nadruk ge
legd, want, zeggen de Noorsche volksvertegenwoordi
gers, zonder goed eten is de echtelijke harmonie eigen
lijk niet wel mogelijk.
BEGROOTING VOOR DE WANDELPLAATSEN
EN PLANTSOENEN, DIENST 1912.
De ontvangsten van de wandelplaatsen en plantsoe
nen worden voor 1912 geraamd op 1170,— en de uit-
gaven op J 10564,zoodat als bijdrage van de ge-
meente wordt uitgetrokken een bedrag van 9394
tegen een bedrag- van 9577.50- in het vorige jaar.
de bediagen der posten van ontvang komen, ver-
In
,Wees een plaat van goud) en alle dingen
gouden schrift op u worden gegrift."
zullen in
Mat in 2 zetten.
Oplossing van No. 302 (Jos. DE KONING).
1 Lf4 d6 enz.
Goede
ie oplossingen van No. 299 tot 302 ontvingen
wy van P. J. Boom, F. Böttger, O. Bramer, G. Im-
hülsen en O. Visser te Alkmaar; G. van Dort te Leus
den, Mr. Ch. Enschedé te Haarlem, P. Bakker, Jos.
de Koning en II. Weenink te Amsterdam, J. Vijzelaar
ie s-Gravenhage, G. H. B. Hogewind' te Utrecht, A.
Tates te Heiloo, G. H. Goethart Jr. te Terborg, C. J.
Oosterholt te Groenloo, S. te S.1), J. Reeser te Voor
burg, J. Deuzeman te Frederiksoord, H. Strick van
Lm schot en te Voorburg en O. Boomsma te Kampen.
Toen wij op het bureau der redactie de oplossingen
kwamen halen, die zich in onze afwezigheid opgehoopt
hadden, vonden wij daaronder een natuurlijk goe
de! oplossing van den 3zet van dr. L. N. de Jong
No. 290, ingezonden door den heer G. Nobel en °-eda'
teerd van 27 Mei j.l. Het doet ons zeer leed' dat°deze
oplossing eerst nu in onze handen kwam en, al komt
deze opmerking in de nahand, wij waardeeren het
hoogste, dat de heer Nobel bij dezen 3zet
dacht,
aan
ten
ons
Ad No. 307 en 308.
Het is allerminst ons voornemen' telkens twee pro
blemen te geven. Doch wij doen dit deze keer bij wijze
van uitzondering, omdat de componist No. 308 hooger
stelt dan zijn 3den prijs. Dit, is nu volstrekt geen ab
normaal verschijnsel, waar de auteur vaak niet in
staat is de waarde zijner eigene problemen juist te be
palen. Toch trof ons dit deze maal, omdat de lieer
Blake o. i. een bijzonder goed beoordeelaar van proble
men is en wy nuniet maar zoo grif aannemen dat dit
niet geldt voor zijne eigene opgaven.
REUZENSPEELG OE D.
Volgens de volkssage moet de eerste sultan van
Jogja iemand met reuzenkracht zijn geweest.
Dit moet men althans opmaken uit hetgeen de in
landers vertellen van het zorgvuldig bewaarde speel
goed van dmn vorst te Pasar-Gede. Dit is te vinden
op een kleme tien minuten afstand van de plaats
waar de bekende witte schildpadden nabij de oudé
vorstelijke begraafplaats daar te zien zijn.
Dat speelgoed wordt bewaard in een zorgvuldig ge
sloten houten huisje, waarvan een binnendeur ook
weer zorgvuldig gesloten is. Een in de onmiddellijke
nabyheid wonende oude vrouw bewaart de sleutels,
doch is tegen een kleine belooning- gaarne genegen het
moois te laten zien.
In het eerste gedeelte van het huisje vindt men in-
tusschen niets anders dan twee groote ronde steenen
en een van kleinere afmeting. Dezen laatste kan een
kind wel optillen, maar met de twee groote heeft een
volwassen man moeite genoeg. En nu vertellen de in
landers, clat de eerste sultan met die groote steen
klompen heeft gespeeld, als een kind met gewone
vangballen. Vroeger moeten er vijf steenen zijn ge
weest, maar twee zijn verloren gegaan. In het tweede
gedeelte van het huisje is een groote, langwerpig vier
kante steen geplaatst en deze moet tot rustplaats aan
den vorst hebben gediend, als hij moe was van het spe
len met die groote steenen ballen.
Inlanders, die om de een of andere bijzondere reden
naiar 1 asar-Gede trekken, verzuimen niet, spoedig naar
dat vorstelijk speelgoed te gaan, en wel om daaraan
hun kracht te meten. Die aanspraak wil maken op
den naam van krachtig en stevig te zijn, moet dan
ieder van die groote steenen- drie keeren rond het
huisje dragen. Van opwerpen en vangen van die stee-
nen ballen is absoluut geen sprake.
Die oude steenen rustplaats dient tegenwoordig
\ooi lengte en lenig-heidsproeven. De inlanders die er
heen gaan, trachten in verschillende standen de lengte
en breedte van dat massale stuk t-e omvatten.
Verscheidene inlanders gaan steeds naar dat moois
ge
en
geleken met de begrooting voor 1911, slechts enkele
veranderingen voor: de opbrengst van verkoop van
herten wordt geraamd o-p 50, tegen 80 in 1911 en
de opbrengst- van, diversen- op 40, tegen 10 in 1911
Een nieuwe, post, groot 10, wordt gevormd door
tiet. gebruik van tuingrond, toegestaan aan het „Witte
Kuris ten behoeve der daglighallen voor tubereu-
iosehjders.
Ook in de raming der verschillende uitgaven is over
het algemeen niet veel verschil met 1911.
De uitgaven voor aankoop van graszaad en voor ver
voer van grond, voor 1911 geraamd op 240, zijn
thans opgenomen in de posten aankoop van hoornen,
heesters en zaden en arbeidsloonen voor losse werklie
den en jongens, waardoor deze posten, voor 1911
raamd- op 300 en 994, zijn verhoogd tot 450
J 1094.
Evenzoo zijn de uitgaven voor draad, voor 1911 ge
raamd op 50, opgenomen, in aankoop en herstelling
van gereedschap. Werd deze laatste post in 1911 ge
raamd' op 225, thans, is deze, in plaats van met 50,
slechts met 15 verhoog'd. Dit verschil moet echter
met worden gezocht in mindere uitgaven, dóch in de
omstandigheid, dat verschillende onkosten, waarvoor
geen bepaald volgnummer viel aan te wijzen, en die
gewoonlijk uit dien post werden bestreden, voortaan
zullen worden gebracht op een nieuw hoofdstuk „di
verse onkosten", waarvoor 100 is uitgetrokken.
De volgnummers voedering van vogels in den win-
ter ad 40 cn aankoop cn horstel van hoonibosche
mers groot 66, voorkomende op de begrooti-ng
1911, zijn thans, opgenomen in de volgnummers
deren van herten enz. en omrasteringen voor g'rasper-
ken en boomen, waardoor deze onderscheidenlijk zijn
geraamd op 290 en 260, tegen 250 en 200 voor
Op de begrooting komt nog voor eene uitgaaf van
1500 voor buitengewoon werk. Welk werk hiermede
wordt bedoeld, is niet aangegeven. Het moet, blijkens
de toelichting, nog door de commissie van bijstand
voor de plantsoenen worden bepaald.
De commissie acht het gewenscht dat, waar de be
stemming van de uitgetrokken 1500 nog niet vast
staat, nader eene opg'aaf aan den Gemeenteraad wordt
verstrekt van de daarvoor uit te voeren werken.
Tegen de raming heeft de commissie overigens geen
bezwaar, weshalve zij voorstelt te nemen het volgende
besluit:
De Raad der gemeente Alkmaar;
Gezien en onderzocht de begrooting voor de wandel
plaatsen en plantsoenen, dienst 1912;
Gehoord de commissie tot de belastingzaken enz.;
Ovei,-wegende, dat wat betreft de uitgaaf voor bui-
sr-
voor
voe-