DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Honderd en dertiende (aargang.
1911
MAANDAG
21 AUGUSTUS.
Herstemming Gemeenteraad.
Uit Hof- en Hoofdstad.
"BINNENLAND.
No. 156
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Telefoonnummer 3.
TOEGELATEN.
ALRHAARSCHE COURANT
«Bi'tü'ii
CORRESPONDENTIE.
Velen onzer lezers In bnlten-gemeenten
zullen «le courant Tan Zaterdagavond eerst
beden hebben ontvangen. Dit is, te wijten
aan een ongelnkhig toeval, waardoor Zater
dagmiddag een wagen, gevnld met couranten,
in het pakhuis in plaats van naar het post
kantoor geraakte. Eerst hedenmorgen vroeg
kwamen wij tot deze onaangename ont«lek-
klng.
DE BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
brengt, overeenkomstig art. 55 der Kieswet, ter alge-
meene kennnis, dat de herstemming ter benoeming
van een lid van den Gemeenteraad in liet 3e kiesdistrict,
in verband met de omstandigheid, dat de heer F. II.
RINGERS Sr., gekozen voor de districten I en III,
heeft verklaard voor het le kiesdistrict te willen zit
ting nemen, zal plaats hebben op Dinsdag 33 Au
gustus a s., van des morgens 8 tot des namiddags
5 uur.
Candidaten zijn
BOESTERD, DEN, A. G.
C L O E C K, J.
Artikel 128 van het Wetboek van Strafrecht luidt
„Hij, die opzettelijk zich voor een ander uitgevende,
aan een krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven
verkiezing deelneemt, wordt gestraft met gevangenis
straf van ten hoogste één jaar."
Alkmaar, 15 Aug. 1911.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat de Kermis
dit jaar zal gehouden worden van 30 Augustus tot
en met 3 September a.s.
dat de regeling van staanplaatsen en van hetgeen
verder met de Kermis in verband staat, opgedragen
blijft aan de gemeente-politie
dat de loting van de niet verpachte staanplaatsen
zal plaats hebben aan het pojitie-bureau op Woens
dag 33 Augnstns a.s., des voormiddags te 10 nur
dat de straatmuziek beperkt wordt en behalve
de verleende voortdurende, niet meer dan vijf ver
gunningen voor draaiorgels zullen worden uitgereikt;
dat op Maandag 4 September a.s. des morgens
een aanvang moet worden gemaakt met het afbreken
en het opruimen der kramen, tenten en uitstallingen,
welke uiterlijk op Woensdag O September d.a.v.
moeten zijn opgeruimd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
L. VAN DER VEGT, 10., Secretaris.
Alkmaar, Augustus 1911.
De Haagsche Kouter van de Provinciale Groninger
Courant heeft het over den dood van Jozef Israels en
schrijft daar o.a. over:
Na al hetgeen over Israëls verscheiden leven en
kunst is geschreven en gezegd, zal ik daarop niet meer
terugkomen. Maar het heeft mij eenigszins getroffen
dat onze niéuwe Burgemeester Maandag in de eerste
door hem geleide vergadering, van onzen gemeenteraad
geen aanleiding heeft gevonden om met een enkel
woord den grooten burger, den beroemden vorst der
.schilders, die van ons is heengegaan, te herdenken.
Mij dunkt dat dit overal' elders zou zijn geschied en ik
wind 't bijna een tekortkoming van jhr. Van Karne-
ibeek, dat hij de Hollandsche gewoonte heeft gevolgd
om op officieele wijze in de vergadering van den Raad
der gemeente, die zooveel jaren het voorrecht had Is
raëls onder zijn inwoners te tellen, van diens dood geen
gewag te maken. Misschien zal deze fout nog worden
goed gemaakt door bij de eerste gelegenheid die zich
voordoet, aan den gevierden meester de hulde van den
tijdgenoot te brengen in den vorm van den doop ©ener
nieuwe straat of een plein xraar den betreurden doode.
Niet dat dit voor het behoud der herinnering aan zijn
werk noodig zou zijn, maar omdat een zoodanige hulde
althans voor 't nageslacht zou getuigen van de hooge
vereering van den beroemden Hagenaar, Ik heb ver
nomen dat bereids het plan is gevormd om op zijn graf
.een onvergankelijk eereteeken te plaatsen.
En over den dood van den oud-minister De Marez
©yens
Wij hebben evenzeer met diepgevoeld leedwezen aan
't graf gestaan van den op zoo noodlottige wijze in
den vreemde omgekomen oudi-Minister van Waterstaat
Mr. De Marez Oyens, lid) van onze Eerste Kamer. Hoe
wel deze staatsman niet tot mijn© politieke geestver
wanten behoorde, heb ik steeds den hoogsten eerbied
voor hem gekoesterd, wijl het een man was van on
kreukbaar eerlijke beginselen, van ongemeen hoofsche
vormen, van zeldzaam talent en onbeperkte toewijding
aan het algemeen belang. Als minister en lid van ons
'ijoogerhuis onderscheidde hij zich door zijn onpartij
digheid, door zijn moed o mvoor eigen overtuiging pal
te staan, niet minder dan door zijn benijdenswaardig
talent ais redenaar en zijn fijne beschaving in 't voe
ren van den strijd tegen politieke tegenstanders. Hij
.was 't type van den ouden patriciër, van den nobelen
megent uit vroeger dagen. Men zal hem in onze Eerste
Kamer zeker noode missen.
Jan van de Munt vertelt in zijn Brieven uit, de
Hofstad' het volgende:
Al lees je het nu niet in de boekjes, die als treinlec
tuur, helaas, nog steeds opgeld doen, toch is het
een wet van Meden en Perzen, dat de Sherlock Hol-
meesen, Old Sleuth's en Nic Carter's zich zelve meer
overtreffen in jammerlijke vergissingen, dan in juist
blijkende veronderstellingen. Zoo gaat 't tenminste
in de werkelijkheid, waaraan we onmiddellijk toevoe
gen,'dat deze werkelijkheid geenszins ten nadeele van
de scherpzinnigheid van onze politie mag worden uit
gelegd. Er was dan onlangs weer dievengerucht in
een van onze buitenwijken. In een schijnbaar onbe
woond huis had men licht gezien'; en op 't dak bewo
gen zich „zooeven nog" donkere gedaanten. De politie
werd gealarmeerd en deze organiseerde een groot-
scheepsche dievenjacht. Het huis werd omsingeld; op
naburige daken werden sterke posten uitgezet en met
geweld drong men eindelijk de voordeur binnen. Nog
werd niets verdachts bespeurd; totdat men eindelijk
op de bovenverdieping voetstappen hoorde en spoedig
een zeer gesoigneerd uitziend! heer ontwaarde, die met
de woorden: „Hier ben ik; pak me dan maar" de
politie-mannen te gemoet trad. Deze lieten het zich
geen twee maal zeggen en onder een heel relletje van
de zijde van 't toegestroomde publiek werd de arres
tant meegevoerd naar het bureau. Daar was men zeer
verrast over het uiterlijk aanzien van den verdachte.
Een ware gentleman-dief, reeds grijzend', zwarte jas
met lintje, militaire houding. De verbazing ging
reeds over tot vermoedens toen zich bewoners van na
burige huizen aanmeldden, die verklaarden dat „die
malle agenten" meneer zelf hadden meegenomen. Een
onderzoek van de papieren, die de verdachte bij zich
droeg, bevestigde dit: en der politie bleef niets anders
over, dan met wijd-open mond den man aan te staren^
die zich in zijn eigen huis, op eigen aanwijzing, had la
ten arresteeren als1 dief, en wie weet. zelf wel
over zijn dak had geloopen om het vermoeden van in-
brekerij te provoceeren. Omtrent het fond van deze
wonderlijke doch ware geschiedenis is tot nu toe,, al
thans voor onzen zegsman, het volle licht niet opge
gaan slechts bleek, dat de wonderlijke dief-in-schijn
door afwezigheid van zijne huisgenoten de gelegenheid
had tot zijn comedie. Hebben we hier met de nieuwste
psychische afwijking te doen, of met een te groote
vrijmoedigheid in verband met den wenscli zich een
onderhoudend avontuurtje te bezorgen?
,De „Amsterdamsche brievenschrijver" van de Pro
vinciale Geldersche en 'Nijmeegscha Courant meldt
aan dat blad:
Amsterdam zal mettertijd weer een nieuwe buurt
rijker zijn, of zoo men wil een gedeelte van een nieuwe
buurt. Het betreft het gedeelte van het Spaarndam-
mer kwartier, dat gelegen is ten Westen van de
Spaarndammerstraten en door den Spaarndammerdijk
en de spoorlijn naar Zaandam wordt begrensd.
.De Spaarndammerbuurt is wel het stiefkind van al
le nieuwe wijken geweest,. Ze werd weliswaar ge
bouwd als een arbeidersbuurt, maar dan toch eene,
waar de arbeiders beter gehuisvest zouden zijn dan in
de krotten der oudestadsche achterbuurten. Of het
echter gekomen is door de lage huren, waardoor de
eigenaren geen voldoende rente van hun kapitaal kon
den trekken, of wel door het eigenaardige karakter der
bevolking die in den volksmond als Nieuwediepers
bekend staan weet ik niet, maar de nieuwe huizen
en straten zagen er voor een groot deel al spoedig, om
het maar zeer zacht te zeggen, verwaarloosd' uit.
Het is te hopen, dat, waar vlak hierbij nu een nieu
we arbeiderswijk zal ontstaan, de ondervinding zich
hier een goede leermeesteressa moge toonen. Op de
25 H.A., die gedeeltelijk onteigend zullen moeten wor
den, zal ook een plantsoen en een speelplaats komen.
Op deze wijk wordt feitelijk gen begin gemaakt met de
bebouwing van den IJpolider, die voor een groot deel
Amsterdamsch grondgebied is. Dit- is zeker een stap
in de goede richting; wanneer men eerst begint de
terreinen te verstedelijken, die tot de gemeente Am
sterdam behooren, maar nog weinig van een stad heb
ben, zal spoedig' blijken, dat voorloopig Amsterdam
nog geen behoefte heeft rooftochten op het gebied der
aangrenzende gemeenten te ondernemen.
We krijgen een nieuwe buurt, kregen we nu ook
maar wat nieuwe opvattingen. Zeker, ze breken wel
baan, maar erg langzaam. De gelegenheid! om gemak
kelijk en goedkoop de wereldsteden te bezoeken heeft
de Amsterdammers al wat gewend aan zeden, die min
der stijf en aartsvaderlijk waren en vooral de Brussel-
sche Tentoonstelling, die door zooveel duizenden, ook
van hier uit, bezocht werd, heeft van de menschen
meer mensch gemaakt. Ze hebben daar gezien hoe bij
visch- en vleeschhandelaars de menschen voor de toon:
•bank stonden te eten en het gekochte zelfs op straat
oppeuzelden, hoe dames alleen op terrassen plaats na
men, hoe de vrouwtjes met eieren, garnalen en gekook
te krabben langs de café's ventten en haar waar door
de bezoekers onder een glas Iambic of Munich werd ge
nuttigd.
Daardoor is een nieuw geslacht ontstaan, dat ook in
Amsterdam o pstraat een versnapering durft te koo-
peu en op te eten. Misschien zijn er nog wel enkelen,
die er naar kijken als aanschouwden zij het negende
wereldwonder. Maar er zijn er niet meer, die er tegen
protesteeren uit naam van de brave, maar wat oudbak
ken Hollandsche welvoegelijkheid. Dat behoort tot
den goeden ouden tijd.
Laat ik een fantaseeren, dat een modern cosmopo-
liet in eens in Augustus 1861 dus vijftig jaar terug
op de Botermarkt terug kwam met zijn dame, een
paar gerookte vischjes haalt, op een terras van een der
drukste café's plaats nam en onder het genot van een
deksel Amstel Münch de vischjes opat. Naast hem
veronderstellen wij -zitten ook een heer en dame,
menschen uit het tijdvak, de dame natuurlijk met een
crimoline-rok. De dame vindt het shocking, gaat naar
den kellner, dien omdat het kind en dus ook de
kellner een naam moet hebben we maar Herman
zullen noemen en deze zal als Don Herman Quichotte
de windmolens der wufte zeden van een halve eeuw
later gaan bestrijden. De dame is intusschen hooge-
lijk verontwaardigd en verlaat het terras, natuurlijk
gevolgd door haar zwijgenden echtvriend en Herman
moet de aangedane riddersmaad alleen wreken. Nu
was het echter warm in den zomer van '61, het potje
bier, dat een kellner voor een dubbeltje moest verkoo-
pen, was hem zelf ook 'een dubbeltje waard en de ge
heel-onthouding had in die dagen nog niet zooals nu
onder de heeren kellners groote vorderingen gemaakt.
Deswegen was zijn betoog minder helder' dan het Am-
stel Pilshij bromde als vertelde hij iets heel geheim
zinnigs en toen de menschen, die hun eigen vischje
hadden opgegegeten, hem heel verbaasd aankeken, riep
hij in extase uit: dat het hier geen schafthuis was en
dat een broodje met roastbief 15 cent kostte.
Het incident was hiermee uit, het had) stof geleverd
voor geanimeerde bier-gesprekken.
Zoo iets kon natuurlijk alleen in 1861 gebeuren, in
1911 zou het niet meer mogelijk zijn.
De uit de Hoofdstad-briefschrijver van de Prov.
Gron. Courant heeft het over den dood van den heer
P. II. Ilugenholtz en zegt daaromtrent:
De dood van een merkwaardig man is deze week ge
meld: op denzelfden dag, dat Jozef Israëls den laat-
sten adem uitblies, overleed te Heemstede de heer P.
II. Ilugenholtz Jr., ©en man, die in het geestelijk le
ven van het vaderland en in het bijzonder van Am
sterdam gedurende 40 jaren een rol van beteekenis
heeft gespeeld. Immers hij is de stichter en leider van
„de Vrije Gemeente" geweest, een vereeniging van mo
dern denkenden op godsdienstig gebied, wien forma
lisme en dogma een ergernis waren en die daarom uit
getreden waren uit hun kerkgenootschap om onder
Ilugenholtz' leiding een humanistisch christendom te
dienen, vrij van band en regel ten opzichte van geloof
en belijdenis.
Of Ilugenholtz, toen hij in 1877 uittrad) uit de Ned.
Ilerv. kerk, welke hij vele jaren als predikant had ge
diend, zich geen veel hooger ideaal had) voor oogen
gesteld dan hij heeft mogen verwezenlijken? Ongetwij
feld: wie zich aan de spits stelt van een beweging,
droomt zich natuurlijk het hoogst bereikbare; maar
zelfs al heeft het gezond verstand de wellicht stoute
toekomstdrommen getemperd tot bescheidener verwach
tingen, dan durf ik nog niet verzekeren, dat Ilugen
holtz heeft mogen bereiken wat hij gedacht had. Ik
heb den tijd van 1877 niet medegemaakt, heb de bewe
ging op godsdienstig gebied', waarvan de stichting der
„Vrije Gemeente" een der uitvloeisels was, slechts op
een afstand! gevolgd, doch zóóveel is toch wel zeker,
dat het. Hugenholtz' verwachting is geweest, dat wat
hij deed, navolging zou vinden, dAt zijn vereeniging
alom vertakkingen of filialen, of hoe men het noemen
wil, zou krijgen en dat het modernisme in de Vrije Ge
meente zijn vereenigingspunt zou vinden. Zulks is
niet het geval geweest en dat ligt voor een belangrijk
deel aan Hugenholtz zelve. De overledene was een
denker, een idealist, een geleerde, een welsprekend re
denaar, doch was één ding niet: hij was geen volkslei
der. Hij miste dé kracht om „het klavier der volks-
conscienti'e" te bespelen. Hij trachtte er wel naar,
maar het gelukte hem niet, omdat hij er te fijn be
snaard, te nauwgezet voor was. In de dagen, dat Hu
genholtz zich losmaakte, stond aan de andere zijde van
de kerk een zeker niet minder groote figuurdr. A.
Ivuyper. Maar terwijl Ilugenholtz zich in de eerste
plaats tot de intellectueelen richtte, wendde Kuyper
zich tot de massa, riep haar op, joeg haar bijeen,
zweepte ze in de richting, die hij wenschte. Het was in
de dagen van het beruchte volkspetitionnement, in de
tijden dat Kuyper „Ons Program" gaf, aanstuurde op
de stichting van de Vrije Universiteit, en, terwijl de
geest des volks met Kuypers doen en laten vervuld
was, de pers vol aandacht voor hem was, volgde men
met betrekkelijk platonische belangstelling de wording
van de „Vrije Gemeente."
Ik kan me begrijpen, dat dit Hugenholtz maar half
naar den zin is' geweest en dat, als hij niet zulk een
hoogstaand en fijnbesnaard' mensch ware gew'eest, te
leurstelling zich van hem had meester gemaakt. Maar
Ilugenholtz versaagde niet; de kudde getrouwen en
vrienden werd grooter en hij zal' er ten slotte in berust
hebben, dat de menigte zich niet bij hem aansloot, be
grijpende dat de massa zich niet kon vereenigen met
de breuk met traditie en vorm, waartoe hij het sein
had gegeven. Dat dit inderdaad' het geval is geweest,
bewijst m. i. het feit dat Ilugenholtz' breken met de
Ned. Ilerv. kerk gevolgd is door een buitengewone toe
neming van lidmaten van de Remonstrantsche Broe
derschap. Van het Ned. Ilerv. Kerkgenootschap had
men genoeg, doch daarom wilde men toch nog wel we
ten van kerk, van predikanten en de kerkelijke gebrui
ken en men vond naast de instandhouding der oude
vormen de meest moderne opvattingen bij de genoemde
Broederschap.
Gemengd nieuws.
Ged. Staten van Zuid-IIolland hebben ongegrond
verklaard de bezwaren van den burgemeester van
Heenvliet, uitgebracht, tegen de toelating van den heer
E. Wevels als raadslid) dier gemeente.
Aangevoerd was, d'at de heer Wevels als secretaris-
armverzorger van het Burgerlijk Armbestuur, met
eene bezoldiging van dat college van 150 'sjaars,
eene betrekking bekleedt, welke ingevolge art. 23 litt.
g der Gemeentewet onvereenigbaar is met het lid
maatschap van den raad.
Ged. Staten overwogen, dat de heer Wevels niet als
aan het Burgerlijk Armbestuur toegevoegd ambtenaar
de functie van secretaris-armverzorger waarneemt,
maar als raadslid, immers als door den raad uit zijn
midden benoemd! lid zitting heeft in het Burgerlijk
Armbestuur, welk bestuur hem wederom uit zijn mid
den aangewezen heeft als secretaris-armverzorger en
dat onder deze omstandigheden de heer Wevels niet
geacht kan worden te zijn ambtenaar aan eenige aan
het gemeentebestuur ondergeschikte administratie re-
kenplichtig" en dus niet geacht kan worden te vallen
onder art. 23 litt. g der Gemeentewet.
VOOR OUDERS VAN MEER ONTWIKKELDE
DIENSTPLICHTIGEN.
Waar op dit oogenblik de loting plaats vindt en te
vens het oogenblik nadert, waarop d'e dienstplichtigen
van de najaarsploeg zullen worden opgeroepen, meenen
wij wel te doen met nog eens te wijzen op de gelegen
heid, welke aan beschaafde en ontwikkelde jongelieden
geboden wordt om bij de Militaire School-Compagnie
te Amersfoort te worden opgeleid voor den rang van
vaandrig.
De toelating tot deze instelling, welke het vorige
jaar ruim 60 leerlingen telde, kan- worden verkregen
hetzij op verzoek, na een verbintenis als kaderreservist,
hetzij rechtens na zich te hebben opgegeven voor ad-
spirant-militie-officier, in welke beide gevallen de
eerste-oefeningstijd, desgewenscht, op 1 October a.s.
aanvangt en zonder verbreking wordt volbracht, zoodat
de leerlingen omstreeks 15 Juni d. a. v. vaandrig kun
nen zijn. Waar deze opleiding het voordeel biedt, dat
de leerlingen gezamenlijk wonen en leven, onder ver
standige leiding staan, zoowel bij als buiten hun stu
diën en oefeningen en hun Zondagen en vacanties bij
hun familie kunnen doorbrengen, terwijl de plaats dei'
vestiging zelve gezond en rustig is-, daar twijfelen wij
niet of vele ouders zullen ook dit jaar van deze instel
ling voor hun zonen gaarne gebruik maken.
Nadere inlichtingen kunnen bij alle1 militaire auto
riteiten worden verkregen, terwijl de commandant der
M. S. O. belangstellende bezoekers gaarne ontvangt.
(N. Ct.)
DIEFSTAL IN EEN STUDENTENSOCIëTEIT.
In de Studentensociëteit „Phoenix" te Delft, is in
gebroken en een som van tweeduizend gulden in con
tanten gestolen.
Het gebouw wordt schoongemaakt en is des nachts
tijdelijk onbewoond.
EEN ARRESTATIE.
Naar wij vernemen, heeft d'e rechtbank te Amster
dam rechtsingang verleend met bevel tot inhechtenis
neming tegen Paulus van Eyk, makelaar in effecten,
lid der firma Wed. P. van Eyk Zonen, die, zooals
men weet, eenige weken geleden in staat van faillisse
ment verklaard is.
De heer P. van Eyk is op last van den officier van
justitie te Amsterdam Vrijdag aangehoude.n en naar
het Huis van Bewaring overgebracht.
Sedert eenige weken was de heer E. uit zijn woon
plaats Hilversum vertrokken naar Amsterdam, waar
hij op een bovenhuis zijn intrek had genomen.
(N. v. d.
HET VOORGEVALLENE! TE JUTFAAS.
Naar de St. Ot. verneemt, heeft de weduwe van den
in de vorige week op zoo droeve wijze overleden Hille-
brand, naar aanleiding van het voorgevallene, bij den
officier van justitie een klacht ingediend tegen den
betrokken gemeente-veldwachter van Jutfaas, Ooster
kamp.
De ingezetenen zullen er thans bij vernieuwing bij
de regeering op aandringen, den burgemeester te ver
plichten in de gemeente te wonen.
Tot recht begrip van het bovenstaande zij onzen le
zers medegedeeld, dat sedert meer dan 25 jaar, de bur
gemeester van Jutfaas, de heer W. F. Smits, te
Utrecht woont en slechts een paar uur per dag in de
gemeente doorbrengt.
De veldwachter Oosterkamp, bekend uit het geval
Hillebrand',,fungeert tijdens zijn afwezigheid als hoofd
der politie.
EEN GRAPPENMAKER?
Een bewoner van de Nieuwe Tolstraat te Amster
dam is in den laatsten tijd weer eens het' slachtoffer
van een misplaatste grappenmakerij, doordat onbeken
den telefonisch alle mogelijke bestellingen op zijn
naam doen. Vrijdag ontving hij o.a. een groote mand
cakes en gebak, een mand paling en schoongemaakte
visch, terwijl er niet minder dan drie Ataxen voor zijn
deur verschenen!
EEN ONTPLOFFING.
Op de aardewerkfabriek „Sphinx" te Maastricht
heeft een geweldige ontploffing in een beerput plaats
gehad.
De ontploffing was zöo ontzettend, dat op de tweede
verdieping der fabriek de ruiten barstten. Door de
losgeslagen stukken van de put en van het privaat,
werd P. Kampstein aan hoofd en been gekwetst. Zijn
toestand is redelijk.
Vermist werd de 13-jarige Poldervaart, dit 't laatst
in de buurt van het privaat was gezien. Men ging
direct aan het werk om de beeiput leeg te pompen.
Om 8 uur werd het lijk van den vermiste op den bodem
gevonden. De jongen was gestikt en lag bedolven on
der de steenen.
De oorzaak van de ontploffing is niet met. zekerheid
te zeggen. Veelal hebben de werklieden de gewoonte,
als ze van het privaat gebruik maken een pijp of si
gaar op te steken en vermoedelijk heeft de jongen een
lucifer of een brandend eindje sigaar in de put gewor
pen, waardoor de ontploffing is ontstaan.