DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Honderd en dertiende (aargang. 1911 MAANDAG 21 AUGUSTUS. Herstemming Gemeenteraad. Uit Hof- en Hoofdstad. "BINNENLAND. No. 156 Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefoonnummer 3. TOEGELATEN. ALRHAARSCHE COURANT «Bi'tü'ii CORRESPONDENTIE. Velen onzer lezers In bnlten-gemeenten zullen «le courant Tan Zaterdagavond eerst beden hebben ontvangen. Dit is, te wijten aan een ongelnkhig toeval, waardoor Zater dagmiddag een wagen, gevnld met couranten, in het pakhuis in plaats van naar het post kantoor geraakte. Eerst hedenmorgen vroeg kwamen wij tot deze onaangename ont«lek- klng. DE BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt, overeenkomstig art. 55 der Kieswet, ter alge- meene kennnis, dat de herstemming ter benoeming van een lid van den Gemeenteraad in liet 3e kiesdistrict, in verband met de omstandigheid, dat de heer F. II. RINGERS Sr., gekozen voor de districten I en III, heeft verklaard voor het le kiesdistrict te willen zit ting nemen, zal plaats hebben op Dinsdag 33 Au gustus a s., van des morgens 8 tot des namiddags 5 uur. Candidaten zijn BOESTERD, DEN, A. G. C L O E C K, J. Artikel 128 van het Wetboek van Strafrecht luidt „Hij, die opzettelijk zich voor een ander uitgevende, aan een krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing deelneemt, wordt gestraft met gevangenis straf van ten hoogste één jaar." Alkmaar, 15 Aug. 1911. De Burgemeester voornoemd, G. RIPPING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat de Kermis dit jaar zal gehouden worden van 30 Augustus tot en met 3 September a.s. dat de regeling van staanplaatsen en van hetgeen verder met de Kermis in verband staat, opgedragen blijft aan de gemeente-politie dat de loting van de niet verpachte staanplaatsen zal plaats hebben aan het pojitie-bureau op Woens dag 33 Augnstns a.s., des voormiddags te 10 nur dat de straatmuziek beperkt wordt en behalve de verleende voortdurende, niet meer dan vijf ver gunningen voor draaiorgels zullen worden uitgereikt; dat op Maandag 4 September a.s. des morgens een aanvang moet worden gemaakt met het afbreken en het opruimen der kramen, tenten en uitstallingen, welke uiterlijk op Woensdag O September d.a.v. moeten zijn opgeruimd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. L. VAN DER VEGT, 10., Secretaris. Alkmaar, Augustus 1911. De Haagsche Kouter van de Provinciale Groninger Courant heeft het over den dood van Jozef Israels en schrijft daar o.a. over: Na al hetgeen over Israëls verscheiden leven en kunst is geschreven en gezegd, zal ik daarop niet meer terugkomen. Maar het heeft mij eenigszins getroffen dat onze niéuwe Burgemeester Maandag in de eerste door hem geleide vergadering, van onzen gemeenteraad geen aanleiding heeft gevonden om met een enkel woord den grooten burger, den beroemden vorst der .schilders, die van ons is heengegaan, te herdenken. Mij dunkt dat dit overal' elders zou zijn geschied en ik wind 't bijna een tekortkoming van jhr. Van Karne- ibeek, dat hij de Hollandsche gewoonte heeft gevolgd om op officieele wijze in de vergadering van den Raad der gemeente, die zooveel jaren het voorrecht had Is raëls onder zijn inwoners te tellen, van diens dood geen gewag te maken. Misschien zal deze fout nog worden goed gemaakt door bij de eerste gelegenheid die zich voordoet, aan den gevierden meester de hulde van den tijdgenoot te brengen in den vorm van den doop ©ener nieuwe straat of een plein xraar den betreurden doode. Niet dat dit voor het behoud der herinnering aan zijn werk noodig zou zijn, maar omdat een zoodanige hulde althans voor 't nageslacht zou getuigen van de hooge vereering van den beroemden Hagenaar, Ik heb ver nomen dat bereids het plan is gevormd om op zijn graf .een onvergankelijk eereteeken te plaatsen. En over den dood van den oud-minister De Marez ©yens Wij hebben evenzeer met diepgevoeld leedwezen aan 't graf gestaan van den op zoo noodlottige wijze in den vreemde omgekomen oudi-Minister van Waterstaat Mr. De Marez Oyens, lid) van onze Eerste Kamer. Hoe wel deze staatsman niet tot mijn© politieke geestver wanten behoorde, heb ik steeds den hoogsten eerbied voor hem gekoesterd, wijl het een man was van on kreukbaar eerlijke beginselen, van ongemeen hoofsche vormen, van zeldzaam talent en onbeperkte toewijding aan het algemeen belang. Als minister en lid van ons 'ijoogerhuis onderscheidde hij zich door zijn onpartij digheid, door zijn moed o mvoor eigen overtuiging pal te staan, niet minder dan door zijn benijdenswaardig talent ais redenaar en zijn fijne beschaving in 't voe ren van den strijd tegen politieke tegenstanders. Hij .was 't type van den ouden patriciër, van den nobelen megent uit vroeger dagen. Men zal hem in onze Eerste Kamer zeker noode missen. Jan van de Munt vertelt in zijn Brieven uit, de Hofstad' het volgende: Al lees je het nu niet in de boekjes, die als treinlec tuur, helaas, nog steeds opgeld doen, toch is het een wet van Meden en Perzen, dat de Sherlock Hol- meesen, Old Sleuth's en Nic Carter's zich zelve meer overtreffen in jammerlijke vergissingen, dan in juist blijkende veronderstellingen. Zoo gaat 't tenminste in de werkelijkheid, waaraan we onmiddellijk toevoe gen,'dat deze werkelijkheid geenszins ten nadeele van de scherpzinnigheid van onze politie mag worden uit gelegd. Er was dan onlangs weer dievengerucht in een van onze buitenwijken. In een schijnbaar onbe woond huis had men licht gezien'; en op 't dak bewo gen zich „zooeven nog" donkere gedaanten. De politie werd gealarmeerd en deze organiseerde een groot- scheepsche dievenjacht. Het huis werd omsingeld; op naburige daken werden sterke posten uitgezet en met geweld drong men eindelijk de voordeur binnen. Nog werd niets verdachts bespeurd; totdat men eindelijk op de bovenverdieping voetstappen hoorde en spoedig een zeer gesoigneerd uitziend! heer ontwaarde, die met de woorden: „Hier ben ik; pak me dan maar" de politie-mannen te gemoet trad. Deze lieten het zich geen twee maal zeggen en onder een heel relletje van de zijde van 't toegestroomde publiek werd de arres tant meegevoerd naar het bureau. Daar was men zeer verrast over het uiterlijk aanzien van den verdachte. Een ware gentleman-dief, reeds grijzend', zwarte jas met lintje, militaire houding. De verbazing ging reeds over tot vermoedens toen zich bewoners van na burige huizen aanmeldden, die verklaarden dat „die malle agenten" meneer zelf hadden meegenomen. Een onderzoek van de papieren, die de verdachte bij zich droeg, bevestigde dit: en der politie bleef niets anders over, dan met wijd-open mond den man aan te staren^ die zich in zijn eigen huis, op eigen aanwijzing, had la ten arresteeren als1 dief, en wie weet. zelf wel over zijn dak had geloopen om het vermoeden van in- brekerij te provoceeren. Omtrent het fond van deze wonderlijke doch ware geschiedenis is tot nu toe,, al thans voor onzen zegsman, het volle licht niet opge gaan slechts bleek, dat de wonderlijke dief-in-schijn door afwezigheid van zijne huisgenoten de gelegenheid had tot zijn comedie. Hebben we hier met de nieuwste psychische afwijking te doen, of met een te groote vrijmoedigheid in verband met den wenscli zich een onderhoudend avontuurtje te bezorgen? ,De „Amsterdamsche brievenschrijver" van de Pro vinciale Geldersche en 'Nijmeegscha Courant meldt aan dat blad: Amsterdam zal mettertijd weer een nieuwe buurt rijker zijn, of zoo men wil een gedeelte van een nieuwe buurt. Het betreft het gedeelte van het Spaarndam- mer kwartier, dat gelegen is ten Westen van de Spaarndammerstraten en door den Spaarndammerdijk en de spoorlijn naar Zaandam wordt begrensd. .De Spaarndammerbuurt is wel het stiefkind van al le nieuwe wijken geweest,. Ze werd weliswaar ge bouwd als een arbeidersbuurt, maar dan toch eene, waar de arbeiders beter gehuisvest zouden zijn dan in de krotten der oudestadsche achterbuurten. Of het echter gekomen is door de lage huren, waardoor de eigenaren geen voldoende rente van hun kapitaal kon den trekken, of wel door het eigenaardige karakter der bevolking die in den volksmond als Nieuwediepers bekend staan weet ik niet, maar de nieuwe huizen en straten zagen er voor een groot deel al spoedig, om het maar zeer zacht te zeggen, verwaarloosd' uit. Het is te hopen, dat, waar vlak hierbij nu een nieu we arbeiderswijk zal ontstaan, de ondervinding zich hier een goede leermeesteressa moge toonen. Op de 25 H.A., die gedeeltelijk onteigend zullen moeten wor den, zal ook een plantsoen en een speelplaats komen. Op deze wijk wordt feitelijk gen begin gemaakt met de bebouwing van den IJpolider, die voor een groot deel Amsterdamsch grondgebied is. Dit- is zeker een stap in de goede richting; wanneer men eerst begint de terreinen te verstedelijken, die tot de gemeente Am sterdam behooren, maar nog weinig van een stad heb ben, zal spoedig' blijken, dat voorloopig Amsterdam nog geen behoefte heeft rooftochten op het gebied der aangrenzende gemeenten te ondernemen. We krijgen een nieuwe buurt, kregen we nu ook maar wat nieuwe opvattingen. Zeker, ze breken wel baan, maar erg langzaam. De gelegenheid! om gemak kelijk en goedkoop de wereldsteden te bezoeken heeft de Amsterdammers al wat gewend aan zeden, die min der stijf en aartsvaderlijk waren en vooral de Brussel- sche Tentoonstelling, die door zooveel duizenden, ook van hier uit, bezocht werd, heeft van de menschen meer mensch gemaakt. Ze hebben daar gezien hoe bij visch- en vleeschhandelaars de menschen voor de toon: •bank stonden te eten en het gekochte zelfs op straat oppeuzelden, hoe dames alleen op terrassen plaats na men, hoe de vrouwtjes met eieren, garnalen en gekook te krabben langs de café's ventten en haar waar door de bezoekers onder een glas Iambic of Munich werd ge nuttigd. Daardoor is een nieuw geslacht ontstaan, dat ook in Amsterdam o pstraat een versnapering durft te koo- peu en op te eten. Misschien zijn er nog wel enkelen, die er naar kijken als aanschouwden zij het negende wereldwonder. Maar er zijn er niet meer, die er tegen protesteeren uit naam van de brave, maar wat oudbak ken Hollandsche welvoegelijkheid. Dat behoort tot den goeden ouden tijd. Laat ik een fantaseeren, dat een modern cosmopo- liet in eens in Augustus 1861 dus vijftig jaar terug op de Botermarkt terug kwam met zijn dame, een paar gerookte vischjes haalt, op een terras van een der drukste café's plaats nam en onder het genot van een deksel Amstel Münch de vischjes opat. Naast hem veronderstellen wij -zitten ook een heer en dame, menschen uit het tijdvak, de dame natuurlijk met een crimoline-rok. De dame vindt het shocking, gaat naar den kellner, dien omdat het kind en dus ook de kellner een naam moet hebben we maar Herman zullen noemen en deze zal als Don Herman Quichotte de windmolens der wufte zeden van een halve eeuw later gaan bestrijden. De dame is intusschen hooge- lijk verontwaardigd en verlaat het terras, natuurlijk gevolgd door haar zwijgenden echtvriend en Herman moet de aangedane riddersmaad alleen wreken. Nu was het echter warm in den zomer van '61, het potje bier, dat een kellner voor een dubbeltje moest verkoo- pen, was hem zelf ook 'een dubbeltje waard en de ge heel-onthouding had in die dagen nog niet zooals nu onder de heeren kellners groote vorderingen gemaakt. Deswegen was zijn betoog minder helder' dan het Am- stel Pilshij bromde als vertelde hij iets heel geheim zinnigs en toen de menschen, die hun eigen vischje hadden opgegegeten, hem heel verbaasd aankeken, riep hij in extase uit: dat het hier geen schafthuis was en dat een broodje met roastbief 15 cent kostte. Het incident was hiermee uit, het had) stof geleverd voor geanimeerde bier-gesprekken. Zoo iets kon natuurlijk alleen in 1861 gebeuren, in 1911 zou het niet meer mogelijk zijn. De uit de Hoofdstad-briefschrijver van de Prov. Gron. Courant heeft het over den dood van den heer P. II. Ilugenholtz en zegt daaromtrent: De dood van een merkwaardig man is deze week ge meld: op denzelfden dag, dat Jozef Israëls den laat- sten adem uitblies, overleed te Heemstede de heer P. II. Ilugenholtz Jr., ©en man, die in het geestelijk le ven van het vaderland en in het bijzonder van Am sterdam gedurende 40 jaren een rol van beteekenis heeft gespeeld. Immers hij is de stichter en leider van „de Vrije Gemeente" geweest, een vereeniging van mo dern denkenden op godsdienstig gebied, wien forma lisme en dogma een ergernis waren en die daarom uit getreden waren uit hun kerkgenootschap om onder Ilugenholtz' leiding een humanistisch christendom te dienen, vrij van band en regel ten opzichte van geloof en belijdenis. Of Ilugenholtz, toen hij in 1877 uittrad) uit de Ned. Ilerv. kerk, welke hij vele jaren als predikant had ge diend, zich geen veel hooger ideaal had) voor oogen gesteld dan hij heeft mogen verwezenlijken? Ongetwij feld: wie zich aan de spits stelt van een beweging, droomt zich natuurlijk het hoogst bereikbare; maar zelfs al heeft het gezond verstand de wellicht stoute toekomstdrommen getemperd tot bescheidener verwach tingen, dan durf ik nog niet verzekeren, dat Ilugen holtz heeft mogen bereiken wat hij gedacht had. Ik heb den tijd van 1877 niet medegemaakt, heb de bewe ging op godsdienstig gebied', waarvan de stichting der „Vrije Gemeente" een der uitvloeisels was, slechts op een afstand! gevolgd, doch zóóveel is toch wel zeker, dat het. Hugenholtz' verwachting is geweest, dat wat hij deed, navolging zou vinden, dAt zijn vereeniging alom vertakkingen of filialen, of hoe men het noemen wil, zou krijgen en dat het modernisme in de Vrije Ge meente zijn vereenigingspunt zou vinden. Zulks is niet het geval geweest en dat ligt voor een belangrijk deel aan Hugenholtz zelve. De overledene was een denker, een idealist, een geleerde, een welsprekend re denaar, doch was één ding niet: hij was geen volkslei der. Hij miste dé kracht om „het klavier der volks- conscienti'e" te bespelen. Hij trachtte er wel naar, maar het gelukte hem niet, omdat hij er te fijn be snaard, te nauwgezet voor was. In de dagen, dat Hu genholtz zich losmaakte, stond aan de andere zijde van de kerk een zeker niet minder groote figuurdr. A. Ivuyper. Maar terwijl Ilugenholtz zich in de eerste plaats tot de intellectueelen richtte, wendde Kuyper zich tot de massa, riep haar op, joeg haar bijeen, zweepte ze in de richting, die hij wenschte. Het was in de dagen van het beruchte volkspetitionnement, in de tijden dat Kuyper „Ons Program" gaf, aanstuurde op de stichting van de Vrije Universiteit, en, terwijl de geest des volks met Kuypers doen en laten vervuld was, de pers vol aandacht voor hem was, volgde men met betrekkelijk platonische belangstelling de wording van de „Vrije Gemeente." Ik kan me begrijpen, dat dit Hugenholtz maar half naar den zin is' geweest en dat, als hij niet zulk een hoogstaand en fijnbesnaard' mensch ware gew'eest, te leurstelling zich van hem had meester gemaakt. Maar Ilugenholtz versaagde niet; de kudde getrouwen en vrienden werd grooter en hij zal' er ten slotte in berust hebben, dat de menigte zich niet bij hem aansloot, be grijpende dat de massa zich niet kon vereenigen met de breuk met traditie en vorm, waartoe hij het sein had gegeven. Dat dit inderdaad' het geval is geweest, bewijst m. i. het feit dat Ilugenholtz' breken met de Ned. Ilerv. kerk gevolgd is door een buitengewone toe neming van lidmaten van de Remonstrantsche Broe derschap. Van het Ned. Ilerv. Kerkgenootschap had men genoeg, doch daarom wilde men toch nog wel we ten van kerk, van predikanten en de kerkelijke gebrui ken en men vond naast de instandhouding der oude vormen de meest moderne opvattingen bij de genoemde Broederschap. Gemengd nieuws. Ged. Staten van Zuid-IIolland hebben ongegrond verklaard de bezwaren van den burgemeester van Heenvliet, uitgebracht, tegen de toelating van den heer E. Wevels als raadslid) dier gemeente. Aangevoerd was, d'at de heer Wevels als secretaris- armverzorger van het Burgerlijk Armbestuur, met eene bezoldiging van dat college van 150 'sjaars, eene betrekking bekleedt, welke ingevolge art. 23 litt. g der Gemeentewet onvereenigbaar is met het lid maatschap van den raad. Ged. Staten overwogen, dat de heer Wevels niet als aan het Burgerlijk Armbestuur toegevoegd ambtenaar de functie van secretaris-armverzorger waarneemt, maar als raadslid, immers als door den raad uit zijn midden benoemd! lid zitting heeft in het Burgerlijk Armbestuur, welk bestuur hem wederom uit zijn mid den aangewezen heeft als secretaris-armverzorger en dat onder deze omstandigheden de heer Wevels niet geacht kan worden te zijn ambtenaar aan eenige aan het gemeentebestuur ondergeschikte administratie re- kenplichtig" en dus niet geacht kan worden te vallen onder art. 23 litt. g der Gemeentewet. VOOR OUDERS VAN MEER ONTWIKKELDE DIENSTPLICHTIGEN. Waar op dit oogenblik de loting plaats vindt en te vens het oogenblik nadert, waarop d'e dienstplichtigen van de najaarsploeg zullen worden opgeroepen, meenen wij wel te doen met nog eens te wijzen op de gelegen heid, welke aan beschaafde en ontwikkelde jongelieden geboden wordt om bij de Militaire School-Compagnie te Amersfoort te worden opgeleid voor den rang van vaandrig. De toelating tot deze instelling, welke het vorige jaar ruim 60 leerlingen telde, kan- worden verkregen hetzij op verzoek, na een verbintenis als kaderreservist, hetzij rechtens na zich te hebben opgegeven voor ad- spirant-militie-officier, in welke beide gevallen de eerste-oefeningstijd, desgewenscht, op 1 October a.s. aanvangt en zonder verbreking wordt volbracht, zoodat de leerlingen omstreeks 15 Juni d. a. v. vaandrig kun nen zijn. Waar deze opleiding het voordeel biedt, dat de leerlingen gezamenlijk wonen en leven, onder ver standige leiding staan, zoowel bij als buiten hun stu diën en oefeningen en hun Zondagen en vacanties bij hun familie kunnen doorbrengen, terwijl de plaats dei' vestiging zelve gezond en rustig is-, daar twijfelen wij niet of vele ouders zullen ook dit jaar van deze instel ling voor hun zonen gaarne gebruik maken. Nadere inlichtingen kunnen bij alle1 militaire auto riteiten worden verkregen, terwijl de commandant der M. S. O. belangstellende bezoekers gaarne ontvangt. (N. Ct.) DIEFSTAL IN EEN STUDENTENSOCIëTEIT. In de Studentensociëteit „Phoenix" te Delft, is in gebroken en een som van tweeduizend gulden in con tanten gestolen. Het gebouw wordt schoongemaakt en is des nachts tijdelijk onbewoond. EEN ARRESTATIE. Naar wij vernemen, heeft d'e rechtbank te Amster dam rechtsingang verleend met bevel tot inhechtenis neming tegen Paulus van Eyk, makelaar in effecten, lid der firma Wed. P. van Eyk Zonen, die, zooals men weet, eenige weken geleden in staat van faillisse ment verklaard is. De heer P. van Eyk is op last van den officier van justitie te Amsterdam Vrijdag aangehoude.n en naar het Huis van Bewaring overgebracht. Sedert eenige weken was de heer E. uit zijn woon plaats Hilversum vertrokken naar Amsterdam, waar hij op een bovenhuis zijn intrek had genomen. (N. v. d. HET VOORGEVALLENE! TE JUTFAAS. Naar de St. Ot. verneemt, heeft de weduwe van den in de vorige week op zoo droeve wijze overleden Hille- brand, naar aanleiding van het voorgevallene, bij den officier van justitie een klacht ingediend tegen den betrokken gemeente-veldwachter van Jutfaas, Ooster kamp. De ingezetenen zullen er thans bij vernieuwing bij de regeering op aandringen, den burgemeester te ver plichten in de gemeente te wonen. Tot recht begrip van het bovenstaande zij onzen le zers medegedeeld, dat sedert meer dan 25 jaar, de bur gemeester van Jutfaas, de heer W. F. Smits, te Utrecht woont en slechts een paar uur per dag in de gemeente doorbrengt. De veldwachter Oosterkamp, bekend uit het geval Hillebrand',,fungeert tijdens zijn afwezigheid als hoofd der politie. EEN GRAPPENMAKER? Een bewoner van de Nieuwe Tolstraat te Amster dam is in den laatsten tijd weer eens het' slachtoffer van een misplaatste grappenmakerij, doordat onbeken den telefonisch alle mogelijke bestellingen op zijn naam doen. Vrijdag ontving hij o.a. een groote mand cakes en gebak, een mand paling en schoongemaakte visch, terwijl er niet minder dan drie Ataxen voor zijn deur verschenen! EEN ONTPLOFFING. Op de aardewerkfabriek „Sphinx" te Maastricht heeft een geweldige ontploffing in een beerput plaats gehad. De ontploffing was zöo ontzettend, dat op de tweede verdieping der fabriek de ruiten barstten. Door de losgeslagen stukken van de put en van het privaat, werd P. Kampstein aan hoofd en been gekwetst. Zijn toestand is redelijk. Vermist werd de 13-jarige Poldervaart, dit 't laatst in de buurt van het privaat was gezien. Men ging direct aan het werk om de beeiput leeg te pompen. Om 8 uur werd het lijk van den vermiste op den bodem gevonden. De jongen was gestikt en lag bedolven on der de steenen. De oorzaak van de ontploffing is niet met. zekerheid te zeggen. Veelal hebben de werklieden de gewoonte, als ze van het privaat gebruik maken een pijp of si gaar op te steken en vermoedelijk heeft de jongen een lucifer of een brandend eindje sigaar in de put gewor pen, waardoor de ontploffing is ontstaan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 1