DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 197 Honderd en dertiende Jaargang, 1911 DINSDAG 22 AUGUSTUS. Trekhondenwei 1910» Yan coomeeten en heete somers. BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken avondbehalvê op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, .Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefoonnummer 3. DE VERJAARDAG VAN H. M. DE KONINGIN. ALKMAARSCHE BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter kennis van bonders van hon denkarren in die gemeente, dat de bovenge noemde wet met ingang van 1 September a.s. in werking treedt; dat van genoemden datum af het aan den HOL DER van een hondenkar zal verboden zijn die te ge bruiken: lo. anders dan met inachtneming van de voorschrif ten omtrent de lichamelijke gesteldheid en de maat der honden, het tuig, de hondenkar en het geleide; 2o. tenzij hij als houder zij ingeschreven in een re gister, aangelegd door hun college; dat onder hondenkar wordt verstaan een voertuig, met één of meer honden bespannen; dat bij de inschrijving aan den houder zal worden afgegeven een NUMMERBEWIJS dat het den GELEIDER van een hondenkar van bovenvermelden datum af verboden zal zijn die te ge bruiken lo. anders dan met inachtneming van de voor schriften omtrent, de bespanning, do bevrachting en de snelheid; 2o. zonder voorzien te zijn van het zooeven genoem de munmerbewijs; dat het verboden is1 als trekhonden te gebruiken of te doen gebruiken: lo. kreupele, schurftige, gewonde, zichtbaar drach tige of zoogende honden; 2o. nog niet volwassen honden; 3o. honden met eene geringere schouderhoogte dan 60 centimeter, indien zij na 1 September 1911 voor de kar worden gespannen en 50 centimeter, in dien zij vóór 1 September 1914 vóór de kar, of indien zij onder de kar worden gespannen; dat tot het tuig moeten behooren een borstriem van minstens 4 centimeter breedte van zacht leder, reiken de tot achter de voorpoorten en met strengen verbon den aan een spoorstok, onder de hondenkar vastge maakt tusschen de twee uiteinden van de boomen, een draagriem van minstens 6 centimeter breedte en een buikriem van minstens1 4 centimeters breedte; dat de hondenkar moet voorzien zijn van steunsels, die voorkomen dat zij den hond drukt, wanneer hij ,in rust is; alsmede van een drinkbak; dat op de kar goed leesbaar moeten voorkomen de naam van den houder en van de gemeente, waarin hij woonplaats heeft, alsmede het nummer van de kar; dat een persoon jonger dan 14 jaar geen geleider van een hondenkar mag zijn; dat bij bespanning met meer dan een hond!, deze naast elkander moeten worden gespannen, zullende vóór de kar niet meer dan drie, onder de kar niet meer dan twee honden mogen worden gespannen, in het laatste geval met dien verstande, dat de honden te rekenen van de schouderhoogte, rechtop onder de kar kunnen staan; dat niet meer dan twee personen op een hondenkar mogen plaats nemen, zullende de lading, met inbegrip van den persoon of de personen, op de kar gezeten, zich in evenwicht moeten bevinden en haar gewicht niet zoo groot mogen zijn, dat het trekken bovenmati ge inspanning vereischt; dat de snelheid niet grooter mag zijn dan van een paard in draf. (uyt de Kronyck der Kronycken). Het duysendste Jaer na Chris ti geboorte was seer verschricklijck door wonder-teeckenen. Een ge weldige Aerd'-bevinghi verbaesd© en beschadigde de Menschen grootlijcks. Een afschouw'lijcke Comeet vertoonde sick Op den 24sten der winter-maend borst uyt den Hemel een Vyer, in de gedoente eener brandende Fackel; verspreydende allerwegen branden de voneken, door welcke de daer van geraekte Men schen verseerd en vertengdh wierden. Daer op ver scheen in de lught een seer groote Slangh, met een afgrijslijcke kop, en groene voeten; spouwende vyer uit sijn opgespalckte kaeken. De ged'aghte brandende Fackel van den Hemel neerschietende, was seer langh. Had ook een lange vyerige Staert, in 't afvallen een helder light na sich laetende; even als een onophou dende Blixem, alle Landen met een groote klaerheyd beschijnende; tot d-'uyterste verschrickingh der Men- sohen, welcke deeze vreeslijckheyd aenschouwden. In 't jaar 1005 verscheen in 't Suyden eCn verschrik- lijcke Staert-Starr, eenige nagten nae den anderen. In bloeymaendi dCs Jaers 1009, vertoonde: zich ander- mael een Comeet. Wederom een andere in 'tJaer 1012. De Sta rr was van een ongemeene grootte; en scheen heldere Blixemen in der Menschen oogen uyt te schieten. Drie Maenden langt lietse sich sien; nu kleyner, dan weer grooter: somtijds als uytgedoofd; dan weer ontstoocken. In 'tJaer 1017 schitterde een afgrijslijcke Comeet. in de gedaente eens vyerigen Balcks, vier Maenden langh aen den Hemel. En in 'tJaer 1020 stond aen den s-elven een vyerige. Fackel, fel-brandende; welcke eyndlijck met een groot gebarst op d'Aerde viel. In 't Jaer 1020 verdroncken veele Dorpen en V'lec- ken. Ook was de winter soo onverdraeglijck koud, dat veele Menschen dood vrooren, en niet weynige in de Sneeuw verdierven. Hier tegens was de Somer des Jaers 1022 soo onlijdlijcli heet, dat meenigten van Menschen en Beesten versmagteden. Oock was 't in 't Jaer 1037 soo een dorre Somer, dat dtaor gebreck van Regen, alle Koornvrugten te niet gingen. Waer uyt Zij uoortigeii bonder** van hondenkarren uit zleli zoo spoedig mogelijk, niteriyk 30 Augustus a.s. sehriitelijk onder opgave van naam en woonplaats tot linn college te wen den met verzoek om In het register te wor den ingeschreven. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. L. VAN DER VEGT, lo.-Secretaris. H. M. de Koningin-Moeder is voornemens tegen den verjaardag van IJ. M. de Koningin naar het Loo te vertrekken en daar eenige dagen te verblijven. Ter eere van den verjaardag van H. M. de Ko ningin zal 31 Augustus om half acht. uur 's avonds ten Paleize het Loo een galamaal plaats hebben. Gemengd nieuws. VERGIFTIGING. Op een uitstapje naar Terneuzen werd Zondag ge arresteerd een 27-jarig persoon, die ervan wordt ver dacht, dat hij aan een 24-jarig meisje te 's-Gravenhage vergif had toegediend, tengevolge waarvan zij een ern stige operatie moest ondergaan. De aangehoudene beweert liet vergift (sublimaat) wel verschaft, maar niet toegediend te hebben. SLACHTOFFERS VAN HET VLIEGEN. De toestand van de nog in het Diaconessenhuis te Leepwarden verpleegd wordende slachtoffers van het vliegongeluk aldaar, mevr. dr. Winkel uit Besoyen en mevr. Faber uit Bolsward, is steeds vooruitgaande. Door een longontsteking baarde de toestand van mevr. Winkel eenige weken meerdere zorg, doch thans is alle gevaar geweken. Mevr. Faber zou gisteren naar haar woonplaats ver trekken. COURSES OP DUINDIGT. Het Hbld. verneemt dat pogingen in het werk wor den gesteld om op Duindigt weder rennen te doen plaats hebben. Het voornemen, is ze omstreeks 20 September te houden. EEN ONTROUW PENNINGMEESTER. Door rechercheurs: is in de Aart van Nesstraat te Rotterdam, op verzoek van den commissaris van poli tie te Groningen, aangehouden de kleermaker M. D. L., penningmeester van een kleermakersvereenig-ing aldaar, verdacht van verduistering van 500. EEN IIARDLOOPER. De „Pr. Gr. Ct. vertelt: 't Was in een tweede klasse spoorcoupé van Grijps- kerk naar Groningen, de trein van 10' uur 's avonds. Dramatis personae: Vier van Grijpskerk komende liefhebbers van de vliegsport, onden wie een gezet, al maar doorpratend heer, waarschijnlijk een han delsreiziger, en twee welbekende Groningsche heeren, die waarschijnlijk op plantenzoeken uit geweest waren. De prater is vol over vliegmachines, auto's en ande re snelle voertuigen, en gaat van dat chapiter langza merhand over tot de tegenwoordige snelheden in het algemeen waarvan hij de wonderbaarlijkste staaltjes wist op te disschen. een g-roote dierte en Honger ontstond. Op den 6en der Grasma-end der Jaers 1039 sag men een vyerige Balck aan den Hemel omvliegen ;en door de Son, korts voor liaeren ondergangh, heenen schie ten. Seer groot, en van een afgrijslijcke gedaente wasse. Eyndlijck vielse uyt de lugt op dia-erde neer, met een groot gebarst; allerwegen verspreydende een groote meenighte van Vyer-vlammen. ^In 'tJaer 1135 was 'tsuck een dorre Somer, dat de Rivieren, Moerassen en Poelen verdroogden Droogs-voets kon men allerweegen door d'en R h ij n gaan. Veele Bosschen gera-eckt-en ,in vlam, en brande- den meest wegh. Op verscheydene plaetsen scheurden d'Aerde van malkander; en daer deselve vetagtige stoffen in sich had; gafse verschrjcklijcke vyervlam men uit. Wederom twee Jaeren daer nae, in 't Jaer 1137, was 't een andere seer heete drooge Somer; waer door veele Steeden in brand geraekten; meenigten van Beesten stierven door Dorst. In 'tJaer 1180, wierd over Friesland gesien een ver- schricldijke Comeet; waer op een groote. sterfte is ge volgd. Twee Jaeren daer nae sag men in de lugt gewapende Krijgs-lieden; en vier Sonnen, boven 't sel- ve Gewest. Oock heeft het bloed geregend. De Somer der Jaers 1194, was in Duytschland soo droogh, dat de kleyne Rivieren gantsch waterloos stonden; de groote soodaenigh afgenomen waeren, daerse bijnae niet meer bevaeren konden werden. Na deese droogte vielen seer verschricklijke Hagelsteenen, soo groot en grooter als Hoender-Eyerendoch drie en vierkantigh; veroorsaeckende groote schaede. Door gebrek van water konden de Molens niet gaan; 't welck geen geringe ellende onder de Menschen veroor- saeekte. Anno 1298 vertoonde sich in 11 a 1 i e n een vrees- lijcke Comeet. In 'tJaer 1300, korts voor Kerstmis, weer een andere aen den Hemel, vijfthien nagten na malkander. Sijner Staert was uitgestreckt nae 't Oosten. In 't Jaer 1304, als de gedagte bloedige, en twee Eeuwen langh duerende onrusten tusschen de S chie rin gers en Vet kopers in Friesland ontston den., hoorde men bij nagt in de lugt, tusschen de Dor- „Maar ik zeg toch maar," aldus deze man, met rad- Ie tong, „met loopen kom je ook een heel eind. Ik was vroeger een enorme hardilooper. Overal de eerste prij zen. Wacht, ik heb nog een medaille in den zak. O, bliksem nee, nou heb ik een verkeerd vest aan. 'tWas 'n derde prijs, toen heeft die meneer (wijzend op een der andere heeren, dien hij goed schijnt te kennen, doch zich nog nooit aan een wedloop heeft gewaagd) den eersten gekregen. Gelooven jelui niet? Nou hoor, maar ik loop enorm. Stap zoometeen in Vierverlaten uit, en loop op een draf naar Groningen, waar ik dan nog eerder aan 't station ben dan jelui. Och, wat, nee? 't Zou ook wat, om tegen zoo'n koffiemolen te loopen. Eenige oogenblikken stilte en onderdrukt gegrinnik der reizigers. „Vierverlaten, wie uit Vierverlaten?" „Hier, ik mot d'r uut, ik mot loopen naar Gronin gen, toe dan kerel, gauw nou. Zal je zien dat ik er eerder ben dan jullie heeren, saluut." En daar rent de dikke heer, onder groot plezier van de achterblijvenden en tot groote, verbazing van de conducteurs, die den man gek meenen, het lange Vier- verlatener perron af, waar hij verdwijnt. De achtergebleven reizigers lachen, nog wat over het dolle idee van den vermakelijken reisgenoot. Aankomst Groningen. De reizigers Slappen uit, wandelen naar voren, om het laatste trammetje naar huis te pakken. Daar staat waarachtig in de vestibule, geleund te gen het rijwielhek, de dikke reiziger, met z'n zakdoek het zweet van z'n bol gelaat vegend. „Nou, wat zeg je d'r van. Mooie tijd gemaakt, wat- te.Ja, ik ben 't nog- niet verleerd hoor." Dan verdwijnt hij, om z'n hotel op te zoeken. De reizigers na-lachend, zoeken hun huisgoden eveneens op. De lezer zal, evenals de personen, die dezen hardloo- per hebben zien werken, begrepen hebben, dat zijn dra verij slechts enkele seconden heeft geduurd, n.l. van de achterste coupée van den trein naar de eerste. ONVOORZICHTIGHEID MET VUUR WAPENEN. Te Heiligerlee, (gemeente Scheemda), waren Zon dagmiddag de, 20-jarige Klaas Hut van Drieborg en de 17-jarige Andries Mein, een zenuwleider, samen bij smid Saathof. Men stoeide met een buks en werd ge waarschuwd, dat het schot licht afging, doch hij meen de dat de buks niet geladen was. Plotseling echter ging het schot af en trof Hut boven het linkeroog, dat sterk opzwol. Dr. Goedkoop van Scheemda en dr. Wartena, van Winschoten, constateerden, dat de ko gel in de hersenen was doorgedrongen en oordeelden overbrenging naar het Academisch Ziekenhuis, te Groningen noodig. Toen de ziekenauto kwam, was de patiënt reeds stervende. BOSCHBRAND. Zondag ongeveer om half twaalf brak brand uit, waarschijnlijk door een vonk uit een locomotief van de Oosterstoomtram, in het perceel' dennenbosch, toebe- hoorende aan den heer Van Heutsz, en gelegen bij den Italiaanschen Weg onder Oosterbeek. De brand liet zich in deze buurt, een der fraaiste van Oosterbeek, vlak in de nabijheid van Wolfheze, ernstig aanzien, waarom de burgemeester van Oosterbeek de hulp van het garnizoen te Arnhem inriep, welke gelukkig niet noodig is gebleken. Nadat men eenige uren het vuur pen Warns en Scharl een seer heldere Stem, driemael roepende Help! help! help! Als nu de Menschen op dit geluyd- uytliepen, saegense twee IJeyr-legers in de lugt sta en; en tusschen deselve twee Ma enen, een van yeder Heyr, 'ts-aemen veghten Eenen deeser beyde viel eyndelijck ter neer. Drie da gen nae de gedagte Stem in de lugt regenden 't bloed; en de Son had een gantsch bloedige schijn. In 't Jaer 1305, viel' in Friesland en anderwe1- gen, agt daegen nae malkander, soodanigt een Regen, dat men bedugt was voor een nieuwe Sond-vloed. In 't voorgaende Jaer was 't. soo een dorre en heete So mer geweest, dat Bronnen en Rivieren uytdroogden. 't Gras was soodaenigh verdord, dat men de Beesten, door gebreck van Voeder, moest slagten. Hier op volg de soo een harde winter, dat veele Menschen, noch veel meer van 't vee, dood vrooren. De volgende Win ter was soo warm, dat in Januari de Boom-en bloeyden. In 't Jaer 1435 was de- wind omtrent half Febr. veel Oost- en N.-Oost, en 's nachts wasi het klaar weder tot 's morgens zes- of zeven uur toe, des daags- was het donker grauw weder tot 's avonds toe, en zeer koud Het, regende niet, het dauwde niet in de maanden Maart, April, noch in M-ei. En op St. Pancrasdag den 12en Mei, oude stijl, had het hard ijs gemaakt, dat er een kraai op staan konde; en d'aar wies loover, noch gras, noch koren; de pruimenboomen bloeiden niet, noch de kersen, noch. de appelen, noch peren, noch geen wijngaard was beladen. En daar waren menschen die geen vertrouwen op God hadden, en keerden hun land onderwerf om, en die hadden geen vruchten. En anderen zeiden met Job: God gaf God nam, en daar zij anders een hoed tarwe van plegen te hebben, daar hadden zij dien zomer vier hoed. En St. Jan Baptistdag 24 Juni konden zij zich niet- verwarmen, die bij de straat gingen. En bet begon warm te wor den, daags na St. Pieter, den 30 Juni. Des daags schéén de zon helder, en des nacht regende liet zoete lijk, zoodat al' de vruchten op -h-et veld wiezen. En men koft na dien tijd een achtste tarwe om 8 groot, een had bestreden en door het aansteken van een tegen- brand, den verderen voortgang- had gestuit, was men 's middags het vuur meester. In de buurt van Winterswijk, op dte Duitsche grens, woedt een nieuwe bosebb-ra-nd. EEN KORPORAAL VERMIST. In den Wolfshoek te Rotterdam werd gistermorgen gevonden de volledige uniformkleeding van den korpó- -raal B. K., van het korps torpedisten te Hellevoetsluis. In de nabijheid werd tevens gevonden een pak burger- kleeren. De man is echter zoek. Men vermoedt, dat hij verdronken is. EEN NATUURWONDER. Bij gebrs. Versteeg aan den Muider-Binnenweg t« Weesp, heeft een koe drie flinke voldragen kalveren ter wereld gebracht. 1 INBRAAK. Te Rotterdam hebben gisternacht verschillende in braken plaats gehad. De winkelier V. V., aan den Nieuwen Binnenweg, vermiste bij thuiskomst 30. Een bedrag van 1000, dat zich' in -een ongesloten lad® bevond, hadden de dieven niet opgemerkt. Bij: een bewoner van- d-e Duysstraat werd 60 ver mist, en door den kastelein H. v. d. B., aan de Brul- sclie laan te Carlois, een bedrag van 500. NOORD-HOLLAND ZONDER MOLENS. Uit Waterland schrijf t men aan het N. v. d. D. Al onze watermolens zijn zoo langzamerhand aan het verdwijnen. In den Broekermeerpolder, nabij Broek-in-Water- land, werd het vorige jaar een watermolen gesloopt en door eene motor-bemaling vervangen. Thans heeft het bestuur van dien polder ook de-n anderen molen dóen sloopen. In den Monnikmeerpolder, nabij Monnikendam, heeft men den watermolen van zijne wieken beroofd en in den romp van den molen een motor geplaatst. Ook zullen de beide watermolens van den polder Katwoude eerstdaags worden vervangen door twee motor-inrich tingen. Tegenover de vele buitenlanders, die eiken zomer Waterland bezoeken en die juist in de molens deze landstreek altijd een bijzond-ere aantrekkelijkheid vin den, is dat verdwijnen en ontsieren onzer molens zeker te betreuren. OP-EEN HAVENDAM GESTRAND. Toen Zondagnamiddag het Belgische stoomjacht „Val-Duchesse" t-e Enkhuizen de spoorhaven wild# binnenkomen, liep dit, tengevolge van den sterk-en stroom, met geweld1 op een der havendammen. Met be hulp van een der stoompont-en van. den veerdienst, werd het vaartuig: weer vlot gebracht, Het jacht had aan den boeg nog al belangrijke schade opgeloopen. BIJ HET ZWEMMEN VERDRONKEN. Te Ha'arlem- is Zondag de 21-jarige L., die met eeni ge andere jongelui op het1 Spaar-ne aan het roeien was, bij het zwemmen verdronken. L. was een goed zwem mer, doch kramp schijnt hem eensklaps te hebben over meesterd, want op een gegeven ooge-nblik verdween hij met een gil eensklaps in d© diepte. Het pogen van zijn kameraden, om hem n-og te redden, bleef vruchte loos. Een paar uur later werd het lijk opgehaald en in de achtste rogge omi 6 groot, een achtste gerst om 4 groot en een achtste haver om 10 duiten." In '1471 was de oogst' voor Augustus binnen en den len September dronk men in- Holland en Zeeland over al nieuwen Rijnschen wijn bij gebrek aan water; en twee jaar later regende het niet van Mei tot October. In 1857, toen de zomer zeer droog schijnt geweest te zijn, bezong een boer dat als volgt: Ach, welk een drooge zomer! 't. Heelal gelijkt op bokkem. 'k Ben een ervaren landsman, Maar, kunde geeft geen water. En hoe ik naar de lucht kijk Het wil maar niet gaan dond'ren; Och zon, houdt toch Uw bakkes Ik zal nog- op de flesch gaan liet gras vermagert zigtbaar! Het koolzaad zit. vol luizen, Die nimmer zijn te vangen. De koeijen zijn zoo dorstig En krijgen niets te drinken Haar al de slooten droog zijn. Ach, Firmanent-, geef water! Mijn varken, is gestorven, 't Beest had gebrek aan modder En ook gebrek aan asem. Nu! Vrede zij zijn assche! Ik heb geen enklen traan meer Door die fatale droogte. Mijn ziel is lout-er puimsteen; Mijn ingewand wordt rookworst; Daarbij zijn al mijn kippen Verduiveld! broeiscb geworden. De haan moet ook al broeijen; En vind ik al een eitje, 't. Ligt -hard gekookt in 't bleekveld De boomen in mijn boomgaard Zijn vol gedroogde peeren, En de appelmoes valt zoo maar Bij klodders naar beneden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 1