DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No, 199
Honderd en dertiende jaargang.
1911
DONDERDAG
24 AUGUSTUS.
BINNENLAND.
Musketiers.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
De
Telefoonnummer 3.
GEMEENTERAAD.
XXVII.
ALRMAARSCHE COURANT.
sl
IA Vï
«aft.
Gevonden voorwerpen.
Een gouden armband', een wandelstok-, een rozen
krans, een mandje, eenige sleutels, drie portemonnaies
met geld, een .gouden broche, een gouden -ring, een
ceintuur, een pakje gordijnen, een hoed, een horloge,
een kerkboek, een touw, een broche met portret, een
muilkorf, een bril, een horlogeketting, een overhemd,
een 1/J0 Staatslot, een schaartje, een schippershaak,
een gouden medaillon, een zweep, drie armbanden, een
LandbouwTo-t -en een damestaschje met- geld.
Alkmaar, 23 Aug. 1911.
T)e Commissaris van Politie
W. Th. VAN GRIETHUIJSEN.
DE POSITIE DER ONDEROFFICIEREN.
De commissie, ingesteld door den Minister van Oor
log tot het doen van voorst-ellen tot het brengen van
wijzigingen in de soldijen, e.nz. van de onder-officieren,
is met haar taak gereed1 gekomen.
Voorgesteld wordt:
1. geen hoogére rang bij het wapen der infanterie
dan die van adjudant-onderofficier (dus afschaffing
van den vaandeldragersrang)
2. afschaffing van de „-radicale" voor hongeren rang
en geheele herziening van het voorschrift „Eisch ge
schiktheid";
3. afschaffing van den rang van sergeant (wacht
meester) le klasse;
4. aan alle onder-officieren jaarwedden toe te ken
nen in pla-ats van dagelijksche soldije-n, kleedingsgeld
enz., en wel als volgt-: sergeant bij aanstelling 450
met twee vierjaarl-ijksche verho-ogingen van 100.
Sergeant-majoor 900 met twee vierjaarlijksche ver
hoogingen van J 100. Adjudant-onderofficier 1100
met twee vierjaarlijksche verhoogingen van 100;
5. aan alle gehuwden een vergoeding van woning-
huur toe te kennen van- 200 's jaars.
Gemengd nieuws.
DE DROOGTE.
De eendenjacht op het -ei-land Tholen heeft bittere
teleurstelling opgeleverd'; eensdeels is dit te wijten a-a-n
de droogte, waardoor de eenden geen gelegenheid' had
den om geschikte weid-plaatsen te vinden, ma-ar ander
deels ook aan de late opening der jacht, daar de mees
te vogels toen reeds weg waren.
Tengevolge der langdurige droogte e-n de ver
schroeiende hitte, is het gewas der Oost-Indische kers
grootendeels- verbrand'. De opbrengst van het zaad
zal ver beneden het. middelmatige zijn.
Door de droogte is er voor de arbeiders op de
Eriesehe zandgronden weinig werk meer. De boei'
heeft geen werk, in de bosschen is het werk ook afge-
loopen. Eiken dag vertrekken er naar de Duitsche
mijnstreken. Bij den Duitschen boer is door de droog
te ook geen plaats te krijgen.
ZES REDENEN.
Een man werd! veroordeeld wegens dronkenschap.
Hij zocht het medelijden van den rechter te wekken
door de mededeeling dat hij zes kinderen had.
„Welnu," zei de rechter, „wat zou dat? Dat zijn dUs
zes redenen om niet te drinken. 1"
OOK EEN BEROEP.
In het Maastrichtschei ziekenfonds te Maastricht
heeft zich iemand- laten inschrijven van beroep: rat-
tenyerdelger.
naar
ALEXANDRE DUMA8.
81) _o-
„Met die soort van zaken? O, d^Artagnan!"
„Wat duivel; men schertst wei met den dood....
Maar, hebt g-ij waarlijk besloten, Aramis, tot den gees
telijken stand over te gaan? Wat zullen onze vrien
den zeggen! Wat za-1' de heer de Tréville denken? Zij
zullen u als een deserteur behandelen, dat verzeker ik
u."
„Ik ga niet tot den geestelijken stand over, ik keer
er toe terug. ITet was de kerk-, die ik voor de wereld
verliet, want gij weet, dat- ik mij geweld, heb aange
daan, om mij in het m'usketiersgewand te steken."
„Ik! ik weet er niets van."
„Weet gij niet, waarom ik het seminarie heb ver-
la ten
„Volstrekt niet."
„Nu, -luister dan; de IT. Schrift zegt: „Belijdt u aan
elkander, en ik belijd mij aan u, d'Artagnan!"
„Nu, verhaal dan, ik luister."
„Ik was dan sedert den ouderdom van negen jaren
in het seminarie en een-en-twintig jaar oud; nog drie
dagen en ik zou tot priester worden gewijd. - Ik heb
mij toen echter aan een groote zwakheid overgeven,
waarvan liet, gevolg was, dat ik mij zelf nog niet de
heilige wijding waardig keurde. Mijn zondige licht
zinnigheid bracht mij tevens in de noodzakelijkheid
om te duelleeren met een officier, die tot de betrok
ken dame in verhouding stond en mij zeer grievend
beleedi-gde. Ik verzocht om beide redenen aan mijn
oversten, de plechtigheid! voor eenige jaren uit te stel
len, welk verzoek werd in-gewilligd. Ik ging nu den
behendigstien schermmeester van Parijs- bezoeken en
maakte met. hem een overeenkomst, dat hij mij dage
lijks een les zoude geven en alle dagen, gedurende een
jaar, nam ik die. Toen hing ik, juist op den verjaa-r-
DE VERKEERDE.
Reeds sedert eenigen tijd bestond! er onee.nigheid
tusschen den arbeider J. van den Bos, te Enschedé, en
de familie zijner vrouw, die in de laatste dagen zoo
hoog liep, dat B. een revolver kocht. Dinsdagavond
bevond! hij zich in de Alee te Lo-nneker, nabij de wo
ning zijner schoonouders-, en loste eenige schoten,
zonder evenwel iemand te treffen. Zijn zwager J. K.,
wonende te Enschedé, bij de schoonouders vertoevende,
greep een oude sabel, begaf zich hiermede naar buiten
en sloeg naar een persoon, meenend-e v. d'. Bos voor
zich te hebben. Hij trof echter den 29-jarigen ge
huwden winkelier TI. W. Roskamp op het hoofd, en wel
met zooveel kracht, dat de hersenpan gespleten werd.
De getroffene, die onmiddellijk naar het ziekenhuis
werd overgebracht, verkeert in levensgevaar. De da
der bevindt zich in arrest en heeft reeds bekend.
De Gemeenteraad van Amsterdam, was tegen gister
middag door de.n, burgemeester bijeengeroepen. Toen
ruim een half uur na den vastgestelden tijdi (kwart
over eenen) de burgemeester de vergadering opende,
waren slechts 18 leden aanwezig, zoodat de vergade
ring wegens onvoltalliigheid' niet kon doorgaan.
De voorzitter deel-de mede, diat ingevolge de ge
meentewet tegen heden weder een vergadering zal
worden beleg'd. Mocht ook deze nie-t voltallig zijn,
dan zal Vrijdag vergaderd worden.
Door den loco-secretaris, werd voorlezing ged-aan van
de namen der afwezige, leden, mededeeling werd- ge
daan van de ingekomen stukken, die echter ni-et wer
den voorgelezen en daarna werd de vergadering geslo
ten.
PLATTELANDSGEMOEDEL1JKHEID.
Een bericht uit, Steenderen: Voor brand bleef onze
gemeente gelukkig tot heden gespaard'. Toch' bewijst
een onzer brandspuiten thans goede diensten en wel
bij het onder water zetten der fundeering voor de dok
terswoning.
EEN ZONDAGAVOND-COURANT.
Zondag 3 September a.s. zal te 's-Gravenhage het
eerste nummer verschijnen van „De Zondagavond-
Courant", een blad, dat vanaf dien. datum geregeld1 op
Zo-n- en feestdagen, met andere woorden alle dagen,
dat de gewone dagbladen niet uitkomen, des- avonds
zal verschijnen.
EEN RIJNAAK VASTGERAAKT.
Voor Tiel is vastgeraakt de Rijnaak Lohengrin, uit
Millingen, welke gesleept werd! door de Fiat- Voluntas
VII. Pogingen om het vl'o-t te brengen mislukten.
TEGEN HET GROENLOOPEN.
De heeren A. G. Ellis, adjudant in b. d. van H. M.
de Koningin, oud-minister van marine, gep. vice-ad-
mi-raal; dr. J. J. M. de Groot, hoogleeraar te Leiden;
jhr. mr. R. O. van Holthe tot Echten, raadsheer in
het gerechtshof te 's-Gravenhage; mr. S. van Houten,
oud-minister van binnenlandsche zaken; mr. J. A.
Loeff, oud-minister van justitie, lid) van de 2de Ka
mer der Staten-Generaaljhr. mr. A. F. de Savornin
Lohman, minister van staat, oud-minister van binnen
landsche zaken, lid van de 2d-e Kamer der Staten-Ge
neraal; mr. T. G. H. Reitsma-, procureur-generaal bij
het gerechtshof te 's-Gravenhage; dr. D. L. Roosen
burg, -arts-, te 's-Gravenhage; R. A. van Sandick, ei-
viel-ingenieur, secretaris van het Kon. Instituut van
Ingenieurs eu dr. J. W. Wicherink, arts te Alkma-av,
dag, dat ik beleedigdi was geworden, mijn geestelijk
gewaad aan een spijker, kleedde- mij volkomen in edel-
manskleeding en begaf mij naar een bal, waar ik wist,
dat mijn man zich zou bevinden. Het duel vond plaats,
om kort te gaan, ik stak hem dood. Ik was- dus ge
noodzaakt voor zekeren tijd- den geestelijken stand
vaarwel te zeggen. Athos, met wien ik, omstreeks
dien tijd, in kennis kwam, en Porthos, die mij, buiten
mijn sehermless-en, met eenige aardige stooten had be
kend gemaakt, haalden mij over, een plaats bij de mus
ketiers te verzoeken. De koning: was mijn vader, die
gedurende het beleg van Arras sneuvelde, zeer gene
gen geweest en men stond mij mijn •verzoek toe.
Gij begrijpt dus wel, dat 't oogenblik voor mij nu ger
komen is, om in den schoot der kerk terug te- keeren?"
„E-n waarom liever nu, dan gisteren of morgen?
Wat, is u dan toch ge-beurd1; om zulke akelige denkbeel
den te koesteren?"
„Die verwonding, mijn waarde d'Artagnan, is voor
mij een waarschuwing des hemels geweest."
„Die verwonding, och, ze is bijna genezen en ik ben
zeker, dat liet deze niet is, die u tha-ns het meest doet
lijden."
„E,n wat dan?" vroeg Aramis blozende.
„Gij lijdt aan een hartwonde, die pijnlijker, bloedi
ger is en u door een vrouw is toegebracht."
ITet oog van Aramis schitterde, ondain-ks hem zei
ven.
D'Artagnan verhaalde nu aan Aramis de geschiede
nis zijner eigen ongelukkige liefde.
„Maar gij hebt. tenminste", sprak daarop droevig
Aramis, „den troost te kunnen zeggein, dat zij u niet
vrijwillig heeft verlaten; dat, indien gij geen tijding
van haar ontvangt, zulks ontstaat, doordien elke ge
meenschap met u, voor ha-ar is afgebroken, terwijl.."
„Terwijl?"
„Niets, niets", antwoordde Aramis.
„Dus gij hebt besloten, volkomen afstand van de we
reld te doen, dat- besluit is onherroepelijk?"
„Voor altijd. Heden zijt gij nog mijn vriend, mor
gen zult gij voor mij niet meer bestaan. Wat de
wereld betreft, deze is een graf, anders niets."
hebben een vereeniging gevormd ter bestrijding van
het groenwezen.
In een door hen verzonden circulaire wijzen zij er
op. dat, moet de verdwijning van het groenwezen uit
gaan van de studenten zelve, recht en plicht der ouders
blijft het, zoolang een meeir rationeele toestand niet
algemeen is ingevoerd', hunne zoons te beschermen te
gen verkeerdheden, die uit het oogpunt van zedelijk
heid en, menschelijkheid niet' mogen worden geduld en
vakk zelfs den naam van mishandeling en bezoedeling
verdienen. Deze vereeniging schept de tot nu toe
niet bestaande algemeen toegankelijke gelegenheid
voor allen, wien onze academische jongelingschap ter
harte gaat, om tot ha-ndhaving van bovenbedoeld recht
en plicht der ouders saam te werken.
Zij zal de plaats zijn waar elkeen zijn inzichten om
trent de middelen ter bestrijding van het euvel zal
kunnen uiteenzetten en elkeen zijne klachten zal kun
nen neerleggen en van waaruit, zoo nood'ig, met de
regeering en de hoogeschoolautoriteiten voeling zal
worden gehouden. Verder zal de vereeniging ouders
en voogden de gelegenheid bieden zich omtrent het
groenen inlichtingen te verschaffen voor hunne zoons
die naar de academie gaan. Zij zal de plaats zijn,
van waaruit de strijd tegen het euvel met alle midde
len, die de bestaande toestanden en omstandigheden
aan de hand! doen, zal worden gevoerd'.
Geldelijke contributie zal van de leden niet worden
gevorderd, tenzij ten hoogste een geringe hoofdelijke
omslag voor drukkosten.
TOURISTEN
Het Damrak te Amsterdam gaf gistermiddag het
zonderlinge schouwspel te zien van drie Amerikaan-
sche touris-ten, ieder getooid) met een Volendammer
karpoetsmuts, het kolbakachtige hoofddeksel van zwar
ten wol met groene strikjes aan de achterzijde, dat on
ze Zuiderzee-visschers dragen. Blijkbaar waren Uncle
Sam's zonen niet weinig trotsch op deze nationale Ne-
derlandsche dracht, althans ze wandelden met zeker
welbehagen rond! in den warmen, zonneschijn. Be
hoorden ze wellicht tot de knickerbockers, de onver-
valschte afstammelingen van de oorspronkelijke Neder-
„Duivels! hetgeen gij mij zegt, is zeer treurig."
„Wat, zal ik u zeggen, mijn roeping drijft mij."
D'Artagnan glimlachte dn -antwoordde niet. Ara
mis vervolgde: „En echter, zoolang ik nog tot de we
reld behoor, wil' ik u over u, over onze vrienden spre
ken."
„En ik", zeide d'Artagnan, „ik wilde over u zelv-en
spreke-n; maar ik zie u va,n alles vervreemd: de liefde
verfoeit gij, uw vrienden zijn schimmen, d-e wereld! is
een graf."
ITet slot van het onderhoud was, dat d'Artagnan
zijn vriend den brief toonde, dien hij op zijn kamer ge
vonden had. Aramis spro-ng toe, g-re-ep den brief, las
of liever verslond dien, terwijl een glans op zijn gelaat
verscheen. „Ik dank u, d'Artagnan", riep Aramis in
vervoering' uit. „Zij is genoodzaakt geworden naar
Tours terug te kee-renzij is- mij niet ontrouw en be
mint mij steeds."
En onmiddellijk daarna wa-ren al de goede voorne
mens van den jeugdigen musketier, om de wereld te
verzaken, verdwenen en liet hij zijn vrome plannen
varen.
I)E VROUW VAN ATHOS.
„Thans blijft ons nog over, eenig nieuws van Athos
te vernemen", zeidie d'Artagnan tot Aramis, -na hem te
hebben verhaald-, wat er in de hoofdstad was voorge
vallen, sedert hun vertrek, en nadat een voortreffelijk
maal den eenen zijn thesis, den anderen zijn vermoeid
heid bad doen vergeten.
„G-elooffc gij dan, dat hem een ongeluk is overko
men?" vroeg Aramis; „Athos is zoo- koelbloedig, zoo
dapper, gaat zoo behendig met den degen om."
„O ja, zonder twijfel en niemand- erkent meer den
moed en de behendigheid van Athos dan ik; maar ik
voel liever op mijn degen den stoot eener lans, dan
dien van stokken; ik vrees, dat Athos door de knechts
is afgerost geworden; knechts zijn lieden, die er hard-
op slaan en niet gauw uitscheiden. Ziedaar, waarom
landsche kolonisten in New-York, en wilden ze aldus
hunne sympathie voor the old, old'-country bewijzen;
of was de maskerade eene (mislukte); poging- om door
vermomming in een nationaal costuum te ontkomen
aan de vervolgingen van gidsen, aapjeskoetsiers, en
alle anderen die in dezen zomertijd) hun aandacht aan
den vreemdeling wijden? Hoe het zij, aan de algemee-
ne opmerkzaamheid! ontsnapten ze niet; alleen bleek
het publiek 't niet eens over hunnenationaliteit, ,,'t
Benne Poole!" zei een straatjongen,, en deze meening
van een specialiteit op het gebied! der straatbeweging
werd vrij algemeen gedeeld. In ieder geval was- men
het hierover eens: 't waren reizigers uit een koud!
land!
LOTINGSDAGEN.
Te Rozendaal werd gisteren de loting voor de Nati
onale Militie gehouden, waiarbij het gewoonlijk zeer
rumoerig toegaat. In den morgen waren de herbergen
reeds op last van den burgemeester gesloten gehouden,
om vechtpartijen en dronkemanstooneelen te voorko
men. Niettemin kwam het tot wanordelijkheden. In
de herberg van L. Gouverneur is de loteling J. Coch'u
niet een mes levensgevaarlijk verwond'. Na voorloopig
ter plaatse verbonden te zijn, is hij per brancard naar
het gasthuis overgebracht. De eigenlijke dader is nog
onbekend, doch door de marechaussee zijn -reeds vier
jongelieden in hechtenis genomen.
BOSCHBRAND.
Omstreeks kwart voor vieren ontstond' een zware
bosch-brand' in de Nieuwe Scheveningsche Boschjes
tusschen den Po-mpstationsweg en de Stoomtrambaan
der S. S. Ongeveer 1000 M2 jarig dennenhout ging
verloren. De brandweer bluscht-e met 2 stralen het
DE GEWEZEN ANARCHIST.
De gewezen anarchist F. Kloosterman moet, als men
den Gron. Arbeider juist heeft ingelicht, dezer dagen
examen doen als evangelist. Als hij slaagt dan moet
Groningen zijn standplaats zijn. (Ned.)
UIT AKERSLOOT.
In de gister gehouden vergadering van den raad,
waarin' de heeren Zeeman en Me-ijne afwezig waren,
werd namens de daartoe benoemde- commissie bij mon
de van den heer Groot geadviseerd) tot vaststelling der
gemeente-rekening, zooals zij door B. en W. den raad
is aangeboden.
Een gelijkluidend advies bracht de commissie uit
omtrent de rekening van- het Burgerlijk Armbestuur,
zooals deze door dit college de-n raad ter goedkeuring
is overgelegd. Zondter bespreking werden deze advie
zen aangenomen en bedoelde rekeningen vastgesteld.
Omtrent de rekening van- het Burgerlijk Armbestuur
uitte de heer Reijne de wenschelijkheid om de rekenin
gen ten laste van het Burgerlijk 'Armbestuur door dén
voorzitter te doen onderteekenen- voordat ze worden
uitbetaald; door den penningmeester. -
Bij de algemeene besprekingen werd tevens de wen
schelijkheid geuit en de mogelijkheid erkend van alle
uitgaven door kwitanties te staven.
ITet B. A. zal omtrent deze punten worden in kennis
ge-ste-lcl! met opdracht aan deze bepalingen gevolg te
geven.
Het onderzoek der geloofsbrieven van de herkozen
raad-sleden, de heeren Kraakman en.de Groot, en van
het gekozen raadslid', de heer A. Teele, werd daarn aan
de orde gesteld.
Daar door de overige raadsleden, die met dit on
derzoek werden belast geen aanmerkingen werden ge
maakt-, werd) tot toelating der drie heeren besloten.
Bij de rondvraag vroeg de heer van der Oord of er
nu ook scheidpalen kwamen in de Starnme-er. Bij de
daarover gevoerde besprekingen werd de wenschelijk
heid tot het plaatsen dier palen niet. ingezien.
De heer de Groot vroeg inlichtingen omtrent de re
cognitie van het muziekcorps; hij kon er zich zeer goed
mee vereenigen, indien die recognitie zeer laag werd
gesteld.
De voorzitter zeidte dat, li-ij het muziekkorps berichtte
dat de recognitie gelijk wa-s aau die welke het Witte
Kruis betaalt n.l. 1 per jaar.
Verder vroeg de heer de-Groot inlichtingen omtrent
het optreden der brandweer, die bij den brand van den
heer Mul zoo flink optrad! en bij den heer Zuurbier
zooveel minder voldeed.
De voorzitter merkte daarbij op, dat dit verschil z. i.
in hoofdzaak te wijten is a-an het verschil in tijd waar
op de resp. branden uitbraken. Bij den heer Zuurbier
was dit na kermis en midden) in den nacht, bij den
lieer Mul was dit overdag.
Verder uitte- de heer de Groot de wenschelijkheid
- tot het plaatsen van een spuit i-n de Starnmeer. Na
J eenige algemeene besprekingen, waarbij de practische
bezwaren voor de bediening werden geuit, werd dten
burgemeester opgedragen in onderhandeling te treden
met de-n burgemeester van West-Graftdiijk om -hulp te
verleenen tegen een door deze gemeente te betalen ver-
ik, om het u te zeggen, zoo spoedig mogelijk wilde ver
trekken."
„Ik zal trachten u te vergezellen", zeide Aramis,
hoewel ik mij niet sterk genoeg gevoel, te paard te rij
den."
„En wanneer vertrekt gij
„Morgen, zoodra de dag aan den hemel is; rust
vannacht goed uit, en morgen, indien gij kunt, zullen
wij samen vertrekken."
„Tot morgen", zeide Aramis, „want hoe ijzersterk
gij ook moogt zijn, moet gij rust hebbend-
Den volgenden da-g, toen d'Artagnan de kamer van
Aramis binnentrad, vond hij dezen voor het venster.
„Waar kijkt g-e toch naar?" vroeg d'Artagnan.
„Wel, ik bewonder die drie kostelijke- paarden, welke
de staljongen bij den toom houdt; het is een vorstelijk
vermaak, op dergelijke paarden te reizen."
„Welnu, mijn waarde Aramis, gij ku'nt u dat ver
maak verschaffen, want een dier paarden behoort u."
„Och kom! En welk?"
„Dat van de drie, wat gij verkiest, ik he-b geen ver
kiezing."
„En behoort dat rijke dekkleed mij ook?"
„Wel zeke-r."
„Gij schertst, d'Artagnan 1"
„Ik scherts niet meer, sedert gij Fransch spreekt."
„En die- vergulde pistoolholsters, dat' fluweelen scha
brak en dat met zilveren spijkers beslagen zadel be-
hooren mij
„Aan u, zoowel als dat brieschende paard aan mij,
en dat steigerende paard a,an Athos."
„Duivels! dat zijn schoone, drie sch-oone paarden."
„Het is mij aangenaam, dat zij naar uw zin zijn."
„Heeft de koning u dat geschen-k gegeven?"
„De kardinaal althans niet; maar bekommer u niet,
van wien ze afkomstig zijn en wees slechts indachtig,
dat een der drie u behoort."
„Ik houd dat, hetwelk door dien rossen staljongen
wordt vastgehouden."
„Best!"
,-i)T
(Wordt vervolgd)