DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Damrubriek.
Noordhollandsch
Landbouwcrediet
HYPOTHEKEN.
Bouwterrein
HJIi
Ho. 201
Honderd en dertiende Jaargang.
1911
ZATERDAG
26 AUGUSTUS.
Verwaarloost uw nieren niet.
STAÏ) S NI E U W 8.
A D V E R T E M TIE N.
aan den Westerweg,
Nassaulaan en Egmonderstraat
Mislukt aanzoek.
"■WTi
Felbd1 -<■ BHli
1
Iillill
Het is ellendig om iederen morgen met hevige pijn
in uw rug op te staan, ellendig om stekende pijn in uw
rug te voelen wanneer gij u bukt, rheumatisehe pijnen
te krijgen wanneer gij u wendt of draait, last te heb
ben van waterzucht, voortdurende hoofdpijn, uri-ne-
stoornissen, schrijnende loozing, enz.
Te bevragen bij
A. G. DEN BOESTERD. Toussaintetr, 9-
ALKMAARSCHE COURANT
Ik was reeds dertig jaren oud) en had nog nooit een
huwelijksaanzoek gedaan!
Daarom vierde ik mijn verjaardag niet met een
minnende ega, maar in onzen kunstkring „Luci-na.
Deze telde onder zijn leden slechts twee gehuwde man
nen, die tot ons aller groote vreugd steeds vóór mid
dernacht wegslopen.
Toch kon ik op den. langen duur geen behagen meer
vinden in dit vrijgezellenleven. Als de vroolijke zon
nestralen door de hooge vensters1 van mijn atelier bin-
nenhuppelden en al dat meer of minder kostbare rom
meltje, dat ik zoo in den loop van het jaar aan- de mu
ren had opgehangen, op eigenaardige wijze en soms
met veel efeect deden uitkomen, dan bekroop mij me
nigmaal de gedachte: Het zou toch niet onaardig
zijn, wanneer een lieve vrouwenhand de hand van
mijn eigen vrouw te midden van al dat brocaat, die
pronkstukken, die oude tapijten, wapenen, zijden ge
waden en draperieën, zoo nu en dan eens wat orde
bracht! Dat zou ongetwijfeld een heel nieuwe stem
ming in mijn atelier brengen,!
Kort na mijn verjaardag besloot ik mij de weelde
van een zomeruitstapje te veroorloven.
Ik had twee nieuwe schilderijen zeer goed1 verkocht,
schafte mij een rondreisbiljet aan en begon mijn kof
fers in te patten. Hier en daar zou ik namelijk wel
bij kennissen en vrienden .aanlanden.
Op het program der bezoeken, welke ik mij voorge
nomen had, stond onder andere ook mijn vriend dr.
Felix Moll, die d'aar ergens in Thurimgen was wegge
kropen en een jaar geleden gehuwd was. Hij had mij
geschreven, dat hij den hemel op aarde en een aarts
engel aangenomen dat er ook vrouwelijke aartsen
gelen zijn tot vrouw had. Dit voorbeeldeloos huwe
lijk wilde ik wel eens van naderbij beschouwen.
Het allereerste traject' in den trein zou niet bijzon
der lang duren, maar de onvermijdelijke verveling ge
paard aan de uitsluitende tegenwoordigheid van een
bovenmate zenuwachtige bejaarde dame, deed mij met
het hoogste ongeduld verlangen naar het eindstation
en 't oogenblik, waarop ik de gezellige gastvrijheid zou
genieten van mijn ouden studiemakker.
Nog een paar uren slechts!
Maar zie, op het oogenblik, dat ik den wagon weder
hinntJ.ustapte, na even op het eenzame perron op en
neer gewandeld en mij wat reislectuur aangeschaft te
hebben, bemerkte ik, dat het oude perkamenten dame
tje plaats gemaakt had voor den bloeienden rozenknop
eener meisjesgestalte.
Wat verheugd ik was! en wat mooi zij was! donner-
wetter, een prachtexemplaartje! Zij was juist bezig
haar bagage te rangschikken boven in het rek, een
reiskoffertje, naast haar twee handtaschjes, een plaid1,
drie hoed'endoozen, in den hoek bij het portier een pa
rasol en te midden van dat alles rondslingerend een
zakdoek, een paar oude tramkaartjes, een odeurfla
connetje, een portemonnai-e, een voile, handschoenen,
enzoovoort, enzoovoort een warei verhuizing!
Maar.... mooi' dat. zij was! O! Overvloedige,
bruine lokken, die in twee zware vlechten om haar
hoofd gerold waren; twee vroolijke, schalksche oogen,
een gelaatskleur, die op hef oogenblik moeilijk te be
palen was, een kuiltje in de kin en in de wangen!
Mijn schoone reisgezellin had tegenover mij plaats
genotmen. Aanstonds knoopte ik een gesprek aan en
het geKeuvel werd' alleraangenaamst. Ik gaf haar
mijn naamkaartje.
Ach! mijnheer Frits Rohrbach! glimlachte zij,
Ik heb reeds heel wat waardeerends over uw schilder
stukken gelezen!
En daarbij reikte zij mij, na liaar handschoenen te
hebben aangetrokken, haar sierlijk handje, welke ik
haastig, maar ongedwongen wilde kussen. Zij echter
trok haar snel' terug en bloosde tot over de ooren,
waardoor haar gelaat een ongewone bekoorlijkheid
aannam.
Ik wilde ha.ar naar het doel van haar reis vragen,
maar kon er maar niet toe komen; ik zou mij te onge
lukkig hebben gevoeld, als zij mij een der eerstvolgen
de stations genoemdl had; ik gaf er verreweg de yoor1-
keur aan mij te verschalken met de illusie, dat deze
rit op zulk een schoonen helderen zonnigen dag met
haar tot in het oneindige! voortduurde.
Vriend Felix was natuurlijk aanstonds vergeten. Ik
besloot zelfs zijn nestje voorbij te vliegen, 'als mijn
reisgezellin mij niet eer ontsnapte. Bij alle goden,
waarachtig, ik was plotseling vérliefdt tót over de
(ooren.
Dat was nu d'at allerliefste gezichtje, die teedere
hand, die nadenkende en toch zoo levenslustige oogen,
idiie zoete, melodieuse stem en die kinderlijke, zilver-
heldere laeli, welke ik mij zoo1 dikwijls gedroomd' had
geheel de inhoud mijnsi levens!
En dat zat daar nu tegenover mijIk behoefde er
slechts de hand! naar uit te steken. Ten minste, als.
Wat zou zij van mij denken, als ik nu eens plotse
ling met mijn huwelijksaanzoek voor den dag kwam?.
Met mijn eerste aanzoek?
U moet zeker nog ver reizen? vroeg zij mij, na
haar mededeeling, dat zij een bezoek bij haar familie
gebracht had, Wat is vandaag het doel van uw reis?
Ik heb eigenlijk gezegd, heelemaal geen doel!
antwoordde ik. Als men zich in zulk een bekoorlijk
gezelschap bevindt, treedt ieder ander doel op den ach
tergrond tegenover dat eene, om namelijk zoolang mo
egelijk dit. genot te smaken!
Zij begon opnieuw te blozen.
-—- Maar u zult toch wel eenig doel hebben? Waar
om gaat u anders op reis?
Ik wilde vandaag een mijner oude1 vrienden be
zoeken, of juister gezegd, de. nieuwsgierigheid drijft
mij naar zijn vrouw, de vrouw van mijn vriend Felix
Moll.
Zijn vrouw? Wat u zegt! Dat is nogal van be
lang!
O, denk u toch 't ergste maar niet, juffrouw! Ik
ken haar niet eens, maar mijn vriend schreef mij, dat
hij zoo onuitsprekelijk gelukkig is in zijn huwelijk en
,<dit wil ik wel eens van naderbij beschouwen, omdat ik
:zelf nog ongehuwd ben. Ik kan het echter moeielijk
gelooven
Gelooft, u dat niet? vroeg zij op levendigen toon.
Mijn vriend Eelix was altijd met weinig tevre
den, Zijn yrouw moet van het land1 zijn, daar ergens
van Buxt-ehude in iedeir geval van bekrompen op
voeding
Dan zal u haar toch wel eenigszins kennen? ver
volgde zij.
Volstrekt niet! Maar ik heb mij van deze model-
echtgenoote een juist denkbeeld gevormd1. Zij zal wel
tamelijk rond en vol gebouwd zijn. Kookt goed,
schermt wekelijks met bezem en borstel; gezonde volle
wangen met zoo'n zweempje van rose er door; blauwe
oogen; allerliefst in den omgang; waarschijnlijk een
jaar op een pensionnaat geweest; en overigens, 'n ei
genaardige keukenlucht bij haar een oudorwetsche
kleederdracht een baby-schortje voor.
U heeft inderdaad een levendige fantasie! Ge
looft u dan, dat alle meisjes, die van het land komen,
bekrompen zijn?
Dat wil ik volstrekt niet beweren! Wie weet, was
zij er ook wel van
Maar, ziet' u, juffrouw, wij kunstenaars hebben
heel andere idealen!
En mag ik u naar die idealen vragen? vroeg zij.
Nu moest ik zeker de kans1 wagen; dat was immers
het juiste punt van aanknooping. Zij was immers
mijn ideaal!
Lieve juffrouw, begon ik een weinig treurig, zoo-
als soms plotseling een machtige lichtstraal van ach
ter de wolken te voorschijn schiet, zoo gaat het ook
dikwijls met de idealen o-nzer liefde. Opeens ontmoet
men een meisje, dat met één slag ons hart gevangen
neemt. Ook ik ben van een kunstenaarsnatuur, lieve
juffrouw en zal' dus wel niet langs den gewonen weg
mijn geluk moeten vinden. Ik heb nog nooit een hu
welijksaanzoek gedaan dit is dus het eerste. Denk
u over mij, zooals u wilt, maar wees er van overtuigd,
dat het mij ernst, heilige ernst isd Het is misschien
dwaas van mij-, wie weet! U zijt het en igeen andere,
met wie ik onuitsprekelijk gelukkig zal kunnen wo
elen. Mag ik ten minste hopen, dat deze ontmoeting
niet de laatste zal zijn?
Hè! hè!. het was er uit, dat eerste aanzoek!.
Zij liet mij rustig uitpraten en sloeg- verward haar
oogen neer.
Zij was dus niet verontwaardigd opgesprongen.
had niet aan de noodrem getrokken
En ik wilde mij voor haar op de knieën werpen!
Om 's hemels wil, sta op, mijnheer
Ik had niet bemerkt, dat de trein langzaam een sta
tion binnenstoomde. Zij greep naar haar koffertje.
Hier moet ik uitstappen! zei zij met bevende
stem.
Dan moet ik het ook! hernam ik en greep mijn
reiszak.
Eberswald! Een minuut! weerklonk het.
Donnerwetter, Eberswald en daar woont juist mijn
vriend' Felix.
Zij huppelde intusschen van de loopplank af, terwijl
ik haar bagage verzorgde en liet mij naast haar kof
fertje, haar handtaschje en hoedendoos staan.
Inmicjdels snelde zij een man in de armen, die haas
tig naar haar toekwam.
Groote hemel, dat was waarachtig mijn vriend
Zij fluisterde hem iets in het oor. Onmiddellijk
daarna was mijn vriend aan mijn zijde en een harte
lijke begroeting volgde.
Zeg .eens, kerel, wie was toch die jonge dame, die
zooeven. vroeg ik nret koortsachtige haast.
Wel', jongen, dat is mijn vrouw!.
Je vrouw? jou vrouw?.
Ik dacht door een beroerte getroffen te worden.
Mijn ideaal was intusschen naderbij .gekomen,
IJ zijt de vrouw van Felix? zei ik met de stem
van een drenkeling.
Wat anders? zeide zij, hartelijk lachend.
Dat was dus Felix' echtgenoote
Dat jaar pensionaat,... die keukenlucht! Die be
krompenheid!. die borstel- en bezembezetenheid,
heel die heksensabbath cïwarreldefi in mijn gemartelde
hersens door elkaar!
Ik feliciteer je!. Ik feliciteer je!. bracht
ik met de ongelooflijkste moeite uit, toen Eelix mij in
het rijtuig, dat ons naar zijn verblijf voerde, vroeg wat
ik van zijn vrouw zeide.
Zooals het gewoonlijk in 's menschen leven gaat,
werd dit eerste huwelijksaanzoek weldra gevolgd door
een tweede.
Toch bleef ik in de familie en huwde de zuster van
mijn eerste ideaal, die nog veel schooner is dan Felix'
vrouw, daarvan ben i k ten minste overtuigd.
Mijn rondreisbiljet verliep natuurlijk, omdat ik mijn
tijd allerbest kon gebruiken, om bij mijn vriend Felix,
waar zij zich toen toevallig bevond, tot die overtui
ging te geraken.
Ingezonden Mededeelingen.
Dr. BEER stads-geneesheer te Bruinn, Oostenrijk,
schrijft Bejaarde personen, die aan ongeregelde ont
lasting sukkelen, vinden reeds bij een dagelijksch
gedurende acht dagen voortgezet gebruik van een
matige hoeveelheid van het uiterst zacht werkende
natuurlijke Franz Josel-laxeer water, blijvend baat.
AAN DE DAMMERS.
Met dank voor de ontvangen oplossingen van pro
bleem 144 en vraagstuk 50.
Wij laten hieronder eerst- de ontleding dier beide
vraagstukken volgen.
Stand! van No.. 144:
Zwart 6/10, 12/19, 21, 23.
Wit 24/28, 30, 32, 33, 34, 37, 38, 40, 4-2, 43, 48.
Fraaie ontleding:
1. 34—29 1. 23 45
2. 25—20 2. 14 34
3. 24—20 3. 15 24
4. 28—22 4. 17 39
5. 26 17 5. 12 21
6. 38—33 6. 39 28
7- 32 5 7. 21 41
8. 5 40 8. 45 34
9. 42—37 9. 41 32
10.43—38 10.32:43
11. 48 8
12. 82 of 3 en wint.
Wij vestigen nog in 't bijzonder de aandacht op den
eindstand, die altijd voor wit gewonnen is.
Vraagstuk 50 was een vrij gemakkelijk eindspel.
Toch zullen velen de winst nog niet zoo direct gevon
den hebben.
Wit wint door de volgende zetten:
Stand: Zwart schijf op 28.
Wit 3 schijven op 14, 26, 31.
1. 14— 9 1. 28—33 (ged'w.)
2. 9—4! 2. 33—39
Op 3338 wint wit door 415, 1538 en 3127
3. 4—22 3. 39—43
4. 26—21 4. 43—49
(op 4348 wint 22-17 en 173
5. 31—27 5. 49—40 of 35
(om de dreiging 2116 te ontgaan)
6. 22—44 6. 40 of 35 49
7. 21—16 7. 49 21
8. 16 27 en wint.
Wij hopen, dat onze lezers deze schijnbaar eenvou
dige eindstanden met ernst zullen bestudeeren.
Wij ontvingen goede oplossingen van de heeren
G. Cloeck, D. Geding, J. Houtkooper, G. v. Nieuw-
kuijk, J. K- te Alkmaar, S. Homan, Wijde Wormer,
en II. E. Lantinga te Haarlem.
Slagzet in de partij.
De heer Beets te Wormerveer besliste de volgende
partij op fraaie wijze.
Toen onderstaande stand (11 schijven gelijk) was
bereikt:
speelde zwart, aan de beurt zijnde,
1. 1. 24—29
O, dacht zwart, „wat loopt wit er in, als hij 4439
speelt." Doch ook hier zou weer bewaarheid worden:
„De bedrieger bedrogen". Wit zag de partij goed door
en speelde 4439.
2. 44—39 2. 29—33
(zwart zette zijn plannen door)
3. 38 29 3. 18—23
4. 29 18 4. 19—24
5. 30 19 5. 8—13
6. 19 8 6. 2 44
(3 41 kostte een schijf)
7. 43—39 7. 44 33
8. 42—38 8. 33 42
9. 31—26 9. 42 31
10. 36 7 en wint.
Ter oplossing voor deze week de beide volgende op
gaven
Probleem 145 van T. BéTIIéNOD.
Zwart 3, 7/10, 12, 13, 14, 17, 18, 21, 22, 26.
Wit 19, 23, 24, 25, 29, 32, 33, 35, 36, 37, 40, 42, 47.
Vraagstuk 51. Eindspel.
Hoe wint Wit in dezen stand.' Zeer leerzaam.
Oplossingen vóór of op 31 Aug. bureau van dit. blad.
Zwart schijf op 40.
Wit 3 schijven op 11, 14, 49,
Ingezonden Mededeel in gen.
Zij zijn de belangrijkste organen van het lichaam.
Verdenkt gij uw nieren wel?
Iedere drie minuten van uw letven passeert al het
bloed! door de nieren om gefiltreerd! e,n gezuiverd te
worden. Wanneer het de nieren bereikt, is het don
ker van kleur en onzuiver. Als het de nieren verlaat,
zijn alle onzuiverheden eraan onttrokken.
Doch wa.nneer1 de nieren traag werken of ziek zijn,
kunnen zij dit uiterst belangrijk werk niet behoorlijk
verrichten. De onzuiverheden blijven dan in het bloed
achter en het onzuivere bloed, dat naar alle deelen van
uw lichaam wordt gevoerd, veroorzaakt verschijnselen
als de bovenstaande.
Een goed-doorgevoerde kuur met Foster's Rugpijn
Nieren Pillen voert1 de nieren zachtjes tot kracht en
gezondheid terug. En wanneer d'e nieren weer gezond
zijn, worden de onzuiverheden uit het bloed geregeld
afgevoerd en is het onmogelijk, dat zij in het lichaam
achterblijven. Op dia manier genezen Foster's Rug
pijn Nieren Pillen! de werkelijke oorzaak van nier- en
blaaskwalen en zijn de genezingen daarom van blijven-
den aard.
Let er evenwel op dat gij de echte Foster's Rugpijn
Nieren Pillen krijgt. Op iedere echte doos komt de
naam voluit voor benevens de handteekening van Ja
mes Foster. Zij zijn te Alkmaar verkrijgbaar bij de
heeren Nierop Slothouber, Langestraat 83. Toezen
ding geschiedt franco na ontvangst van postwissel a
1.75 voor één of 10 voor zes doozen.
ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK
Zitting van Dinsdag 22 Augustus 1911.
(Vervolg).
BELEEDIGING.
Jan B., eveneens een hier welbekend persoon, nxede
van Uitgeest, was, ten laste gelegd dat hij den gemeen
telijken bewaarder van ordé en rust, Dirk Schouten
genaamd, den 26sten Juni j.l. had uitgescholden,
waarbij hij woorden bezigde, t-e bar om ze in druk weer
te geven.
Dat de aldus bejegende ambtenaar zich terdege be-
leedigd gevoelde en verbaal1 opmaakte, laat zich den
ken.
De O. v. J. eischte tegen Jan 1 maand gevangenis
straf.
IN HOOGER BEROEP.
Daarna volgde Pieter B., een koopman uit Schagen,
die, wegens dronkenschap daar ter plaatse aan den
dag gelegd, verbaliseerd zijnde, bij den kantonrechter
bekende dronken te zijn geweest, welke ambtenaar hem
een vonnis oplegde luidende: 3 dagen hechtenis en 1
jaar opzending naar een rijkswerkinrichting. Hiervan
was Piet-er in hooger beroep gekomen. Maar ach, het
baatte zoo weinig. Hij kreeg menig hartig woordje
over zijn drankzucht te hooren, en 't eind van het
liedje was, dat de officier volledige bevestiging van
bet gewezen kantonrechterlijk vonnis vroeg, ook wat
do strafmaat betrof.
BELEEDIGING.
Arie L., een Alkma-arsch los werkman, beleedigde
den 26sten Juni j.l. den agent van politie P. v. d.
Broek door hem op een laffe, ongeoorloofde wijze uit
to schelden.
Deze daad bezorgde Arie een eiseh van 14 dagen
gevangenisstraf.
WEDERSPANNTGHEID.
Klaas B., een arbeider uit Anna Paulowna, bevond
zich aldaar op den 26st-en Juni in beschonken toestand
op den openbaren weg, wat den gemeente-veldwachter
C. ILartog aanleiding gaf om hem ter ontnuchtering
in verzekerde bewaring te stellen. Maar bij 't daartoe
noodige transport was 't verzet, door Klaas aan den
dag gelegd, allerhevigst. Schoppen, slaan, rukken, en
fin, de symptonen zijn overbekend.
De officier vroeg in zijn requisitoir om vrijspraak
van beklaagde en nietig-verklaring der dagvaarding.
Mnchiel Emanuel v. d. N., een Heldersch boeren
knechtje, wa® den 26sten Juni j.l. dronken. erg
dronken. Om hem ter ontnuchtering op te brengen
pakte de forsche rijksveldwachter Maarten Eelman
hem aian, doch hoe gespierd deze ambtenaar ook is,
toch had hij te kampen met een heftig verzet van den
dronken Machiel, die volstrekt niet mee wilde.
De O. v. J. eischte een week gevangenisstraf.
A.s. Donderdag uitspraken in de drie eerste zaken.
Heden over 14 dagen uitspraken in de acht laatste za
ken.