DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Honderd en-dertiende jaargang. 1911. WO ENS DA Cs 13 S E PjTjE M B E|R. Nationale Militie» De drie Musketiers. BINNENLAND. No. 216 Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzondei lijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C9. Oproeping in werkelijken dienst. FEUIXjIaETOW - ALKMAARSCHE COURANT De BURGEMEESTEE der gemeente ALKMAAR gelast, krachtens bekomen aanschrijving, den onder- staanden verlofganger van de lichting 1911, die niet dadelijk na zijne inlijving tot eerste-oefening in wer kelijken dienst is gesteld en binnen deze gemeente m het register van verlofgangers der Nationale Mili tie is ingeschreven, om zich bij zijn korps te vervoe gen, ten einde tot eerste oefening in werkelijken dienst over te gaan als volgt 2e Regiment Veld-Artillerie, garnizoen Leiden4 October 1911, 's namiddags vóór 4 uurKLAAS VAN DER BIJL. Voor zooveel de milicien door ziekte of om eene andere reden niet tot den werkelijken dienst kan overgaan, wordt hij verzocht daarvan vóór het tijd stip voor de opkomst bepaald, ter gemeente-secretarie mededeeling te doen. De Burgemeester voornoemd G. RIPPING. Alkmaar, 11 Sept. 1911. HINDERWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeen© kennis, dat heden op de Gemeente-Secretarie ter visie is; gelegd het aan ken ingediende verzoek met bijlagen, van D. HOEK- MEIJER, aldaar, orai vergunning tot het oprichten van een gasmotor van 2 P.K., dienende, tot het drijven van machines voor houtbewerking, in het perceel Ach terstraat, Wijk B1, No. 10. Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden in gediend ten Raadhui ze dezer gemeente, mondeling op Maandag 25 September e.k., 's-voowniddags te elf uur en schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie dagen vóór gemelden dag" kan de verzoeker en hij, die bezweten heeft, ingebracht, op de Secretarie dezer ge meente van. de terzake ingekomen schrifturen kennis nemen. Alkmaar, 11 September 1911. Burgemeester en- Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. ALKMAAR, 13 September. Wanneer men zich eens afvraagt, waar het nu ei genlijk bij de Fraiisch-Duitsch© onderhandelingen over gaat, dan zal metre merken, dat het antwoord niet zoo gemakkelijk is. Is hot de bedoeling, Marokko met de West-Eui"opee- sch-e beschaving gelukkig te maken, zijn bewoners tot welvaart te brengen? Wij weten beter. Is liet Frankrijk's plan zich in Marokko te nestelen ten. eigen profijte? Wil Duitschland Frankrijk tegenwerken) om zelf voordeel te behalen? In Pairijs zegt men op de eerste vraag neen en op de tweede ja, in Berlijn, daarentegen beantwoordt, men ze in precies tegenovergesteilden zin. Nee®, het gaat niet over Marokko, het gaat- ook niet om Duitschland en Frankrijk, het gaat ten bate van Europa naar ALEXANDRE DUMAB. o 98) „Ja, mijnheer, wij zijn bloedverwanten", zei Porthos; die trouwens- nooit op een hartelijk onthaal van den echtgenoot had1 gerekend', zonder de minste verlegen heid. „Door de vrouwen, geloof ik?" zeide <1® procpré.ur boosaardig. Porthos begreep die scherts niet eni hield ze voor eenvoudigheid, over welke liij iini zijn vuistje lachte. Mevrouw Coquenard, die wist, dat een onnoozele procureur een zeldzaamheid! in zijn soort wals, glim lachte, een weinig, maar bloosde sterk. De heer Ooqueréaird had, sedert de kornet van Por tlios, de oogen ongerust op eem groote kast geworpen die over zijn) eikenhouten schrijftafel stond. Por the® begreep, dat die kast, hoewel niet wat het maaksel be trof met, die van' zijn diroomen overéénkomende, de heilrijke schatkist moest, zijn ere hij verheugde zich dat- zij werkelijk zes voet. hooger dam1 die van zijr droom was. Meester Coquenard dreef niet verder zijn onderzoek door; maar zijn onrustige,n, blik van de kas op Port hos werpende, bepaalde hij zich te zeggen „Mijnheer uw neef, zal, alvorens te vertrekken; ons het genoegen wel willen doen ten1 eten te blijven, niet waar, mevrouw öoquenia.rd?" Nu ontving Porthoa den stoot' in die volle bons! en voelde diere; het schijnt, dat vare haren kant, mevrouw Goqueuaird er ook niet, ongevoelig vooir was, want zi, voegde er bij „Mijn neef zal niet terugkeeren, indien hij vindt dat wij hem niet, wel behandelen-; maar in het. tegen overgtesbelde geval is zijn verblijf te Parijs vaan korten duur en bijgevolg heeft, hij te weinig tijd om ons. te b zoeken, om hem niet te vragen, ouls al die otogemblik ken te schenken,, over welke hij tot aam- zijn ventre Men leze er de Fransche bladen maar eens op na. Zij vertellen u, dat Frankrijk de belangen van geheel Europa verdedigt, door zich te verzetten tegen de eeo- Tomfeche waarborgen, welke Duitschladd in: Marokko erlangt. Ge vindt die 'oplossing bevredigend? Goed. Maar schaf u »u eens een paar Duitsche couranten aan en ge zult ontwaren dat de Fraresche voorstelling geheel verkeerd is. De Dui'tsche pers toch beweert, dat Duitschland die economische waarborgen verlangt om de belangen van geheel Europa te verdedigen. Men heeft dus twee advocaten, die wel zoo goed zijn om het voor Europa op te nemen Europa; dat tot dusverre zelf slechts) eem zwijgende rol vervult. Beid© advoca ten zijn zeker uitnemend ere talentvol. Zij versta,aire al thans die kunst, die kwestie ingewikkeld te maken en haar te rekken. Toch ziet men het proces niet zonder ongerustheid aan. Wat toch is het geval? In het ge wone leven zijn twee advocaten in een geding twee nijdende helften van' een schaar ze- knippen alles fijn wat er tusschen: komt; doch ze rakeif en woedden elkaar niet. Geheel iets anders is het echter bij het proces, dat hier is bedoeld. Daar kunnen! de beide helften elkaar wel degelijk en zelfs onherstelbaar na deel toebrengen1 en Europa dupeeren. Vandaar de onrust van dezen tijd, die getuigt welk een ramp men een oorlog met zijn verschrikkingen zou achten voor de geheele wereld. Is bet moeielijk uit de couranten op te, make® waar hot om gaat, niet gemakkelijker is het uit de Fransche en Berlijnsche bladen vast te stollen hoe heit. eigenlijk er mee staat. Ais licht en- schaduw wisselen optimisme en pessi misme elkaar af. Nu weer is het optimisme aalil den Duitschen kant. D© „Bei-. Lok. An-z." bijv. verzekert, dat, onvoorziene gebeurtenissen buiten rekening gelaten; het conflict aan het eind© dezer week geregeld zal zijn en juichend roepit het uit: „Thans geloovem wij dadelijk aan den vrede, en wat er nog aan kleinigheden overblijft, dat mogen de diplomaten onder elkander uitmaken." Nu is één ding jammer dat n.l. het Duitsche departement van bui'temlaindsche zaken voortdurend met de publieke opinie verstoppertje speelt en aan de pers zoo goed als raiets meedeelt-. Het gevolg 's ^an ook, dat de Erainsche bladen -geen tegenspraak te duch ten hebben; wanneer ze tegen het beweren der Berlijn sche pers ingaan. De Temps," bijv. heeft dan ook on middellijk het dompertje op de Berlijnsche. vreugde geplaatst ere betoogd, dat het Duitsche optimisme ge dwongen is en waarschijnlijk ten doel heeft den storm loop op d'e spaarbanken tegen te gaan. Het Fraresche blad zegt ronduit, diat de „Lok. Anzeiger" niet het recht heeft, de zaken in) zulk eein gunstig daglicht te plaatsen; Den- staat van zaken voorstellen op ©en ma nier, welke niet, met de werkelijkheid overeenkomt, kan oorzaak worden van nieuwe verrassingen en vain nieuwe misverstanden; die een nadeeli.geh invloed zou den kurereen hebben op de toch al zoo zenuwachtige. openbare meenitig ere ook nad'eelig werken op den loop der onderhandelingen. Heel veel wijzer wordt luien uit de courantenberich ten tegenwoordig dus niet. Het beste is dan ook maar zich niet al te ongerust, te maken en kalm ©enige dagen af te wachten een feit is het, dat gisteren in, den ministerraad de hoofd punten, van het Fransche antwoord op de Duitsche te* gerevoorstellingen zijn vastgesteld, dat hedeni de mi nister-president de® president der republiek daarmee in kennis zal stellen en dat het antwoord vóór het ein de d-er week reaair Berlijn zal wonden gezonden. Tot zoolang late men! het" geduld niet. overmeesteren dooT de vrees. En de militair© maatregelen in verschillende landen ook hier dan? Wel, er werd] dezer dagen terecht herinnerd ainn een Engelsch spreekwoord!: Whore clouds are seen, wise men puit on t.heiir cloacks", als er regen aam de lucht is, trekken verstandige miereschen hun regenjassen aan. Al kan het regenen, en droog blijven, er zijn wolken aan dere interna tioreiale® hemel en waarom zouden de regeeringen dan niet hun regenjassen voor den dag hallen DE KIESRECHT MANIFESTATIE'. „De deur voor den neus dicht" plaatst heb „Volk boven het artikel, waarin, het de weigering van minis ter Heemskerk om de kierechtdeputatie te ontvangen, behandelt. Het blad acht die weigering' „een lomp ge baar, waarvan de ware bedoeling niet direct voor de hand ligt." „Het kan toch onmogelijk juist zijn wat hij zegt, dat hij met dit gebaar af wil weerein dat men h-em er op zou aanzien aan onze demonstratie medewerking te verleenen indien hij onze deputatie ontving. Dat is toch maar .een' van die oppervlakkige, ondoordachte voorwendsels, waarmee weinig serieuze ministers als de tegenwoordige premier, plegen te werken. „Deze redenen diie minister Heemskerk aangeeft voor zijn weigering, de vrees om door toelating" der au diëntie medewerking te verleenen aan de demonstratie en de kwestie van dan tijd, daarvan is da eerste een slecht doordacht voorwendsel, ere het tweede een kren terige kleinheid, van iemand die redenen moet opge ven om iets waarvan hij het ongepaste wel voelt, te motiveeren en geen eigenlijke redenen kan vinden." Il.et blad betoogt d:at het beroep op het gesprokene op het. Congres niet opgaat: „Dat op onze congressen de voorstellen en besluiten op onze wijze toegelicht worden; is onze zaak en niet die van den minister. Zelfs is het 't recht van1 ieder burger en van iedere partij iet-s- te stellen tegenover eten koninklijken stoet. Daarmede blijft hij toch bur ger met rechtere en heeft het recht door een minister van d,e kroon behandeld te worden als ieder ander." Na verklaard te hebben; dat de christelijke demago gen, aan welker spits de minister zich door zijn, brief stelt, zich steeds gaarne achter Oranje verschuilen, j gaarne. Oranje'® macht voor de hunine spannen, ein- j digt het blad aldus: „Het besite, het welsprekendste protest tegere het j lompe gebaar van minister Heemskerk is vergrooting, versterking van de1 demonstratie. Heemskerk gooide ons de deur voor den. neus dicht, doch! dat brengt geereerlei versterking aan de deur zelf. Zijn daad zal een waardige plaats innemen naast de met weesmeisjes gevulde tribune van) 1884, ere bet kiesrecht zall algemeen worden; met of zonder Heemskerk, door den loraehifeigen, onverpoosden strijd er voor, welke strijd door zulke daden slechts aange wakkerd kan warden. „De minister van birenenlandsche, zaken zou inder daad zeer vreemd gehandeld! hebben,* d'oior een andere beslissing te nemen, zegt het „Handelsblad'". Immers, het is niet zijn1 pi i ch t dergelijke ad-ressenbezorgers te ontvangen; En allermünst ik het zijn plicht zulks te doen; wanneer de adresbezorgers reiet eens de moei te nemen vooraf met den minister een dag en uur overeen te komie.nl, die den minister zoowel als den adressanten schikken, doch slechts, kennis geven: op dat uur en' dien dag komen) wij bij u; gelieve voor ons klaar te staan. De geheele „rood© Dinsdag"-befoogmg een on- frisch opgezette machinatie. De bedoeling is natuur lijk duidelijk. De ervaring bij het teekenere van de kiesrechtpetitie, bij het bedelen en oolporteeren om „bewuste" handt,eekeniregen; heeft den' leiders der S. D. A. P. zeer duidelijk gemaakt, dat er in ons volk geen zeer ernstige drang om uitgebreider kiesrecht, dan reeds thans bestaat, leeft, da,t de leuze „algemeen kiesrecht" geen volksleus is; Een betooging voor al gemeen kiesrecht alleen zou een schromelijke misluk king zijn', een mislukking, die maar all te erg* zou af steken bij de merkwaardige betooging te Brus'sel ge houden, waarover onze Brusselsohe correspondent ons schreef. Er moesten dus hulpmiddeltjes gebruikt, worden. Als er maar publiek in de buurt van de betooging kwam. Daartoe werden dag en' plaats va® d'e opening eter Staten-Generaal voor de betooging gelrozen: het publiek dat opkomt om die plechtige opening aan te zien, vult reed's de straten, het publiek dat bijeenkomt in de hoop, dat er botsingen mogen komen tusschen: zóó verschillend voelende, volksmassa'® alsi op dien1 dag aanwezig zullen zijn; geeft verder leven aan de belon ging'- Het zijn hulpmiddeltjes; die getuigen van den ernst waarmede deze verkiezingsleus van algtemeen kies recht als werkelijke volltswensch naar voren wordt ge schoven. Doch het verheugt ores, dat da regeering niet uit vrees voor verkeerde voorstellingen en) on eerlijke en onware verklaringen ere uiteenzettingen van de ministerieel© weigering 'zullen bij dozijnen1 door de S. D. A. P.-leidérs rondgestrooid worden zich geneigd heeft' betoond een; zij het ook nog zoo onder geschikte, rol te spelen in de betooging van den „roo- clen Dinsdag"." Het „Centrum" acht het standpunt van de minister zeer juist en' schrijft: „Waar die vertooning van mieet af aan als1 een soci alistische manifestatie is voorgesteld eö met een drei gend gebaar geplaatst tegenover de, plechtige opening van de Kamerzitting door II. M. dte Koningin, terwijl bovendien vooruit hef uur werd bepaald; waarop de eerste raadsman! der Kroon dei deputatie zou hebben te ontvangen, kon de milreiSter-presideint geen andere houding aannemen. Het gezag' mag" niet met, zich laten spelen,, noch op de .eem of ander© wijze onder pressie van dreigementen zich de wet laten' vooinscbrijvetnl. Dit standpunt komt ire het ministerieel schrijven j zeer duidelijk uit; ere tevens; dat de minister er vol strekt geen bezwaar tegen zou hebben gehad', een adres vaar het Algemeen Kiielsneeht uit dei handen) een'er de- kan beschikken." „O, mijn 'arm© beemen! mijn) arme beereen!" mom pelde de heer Ooqueniaild ©re hij trachtte te glimlachen. De hulp, welke PorthoS: te beunt viel, ire hetzelfde oogenblik, dat hij in zijn hoop een.' goed middagmaal te doen, werd aangevallen; boezemde den musketier voor tie procureurs vrouw veel erkentelijkheid ihi. Weldra, sloeg hef etensuur. Men trad de eetzaal binnen.; een groote, donkere kamer over d'e keuken; De klerken, die, reaar liet schijnt, in huis ongewone geu ren hadidem geroken, waren van eere militaire nauwge zetheid en Meldere hure tabouretten gereed om neer te zetten; men zag hen bij voorbaat reedis die kinnebak ken met een verschrikkelijkere eetlust bewegen. „Verduiveld", dacht Porthos; op dte, drie uitgehon gerde n een blik werpende, want de loopjongen, zooals men kam denken, deeldé niet in de eer, aan des mees ters, tafel te zitten. „Verduiveld! als ik in d© plants, van mijn neef was, dan zou ik zulke gulzigaards) niet willen behouden. Zij schijnen schipbreukelingen-, diie in geen' zes weken ge geten hebben." De heer Coquereard kwam binnen; door mevrouw Coquenard in zijn stoel voortgerold en Poi'thos op zijn beurt hielp om haar echtgenoot voor de tafel te brefi- gen. Nauwelijks binnen gekomen', bewoog' hij neus en kinnebakken) reaiar hef voorbeeld zijner klerken. „O, o", zeidei hij, „dat soepje ziet ei- smakelijk uit." „Wat duivel; proeven, zij toch zoo buiteregewoo, n'sma kelijks aan deze ,soep?" vroeg- Porthos bij zichzelf, op 't, zien van een groote hoeveelheid' lichtkleurig vleesch- reat, waarop geen ©rekel vet oog zichtbaar was en op hetwelk eenige weinige broodkorsten dreven; als ei landjes in dien) Archipel. Mevrouw Coquenard glim lachte en op een wenk van haar, zetten allen zich over haast aan tafel. De heer Ooquena'rd- werd het éérst bediend, vervol gens Porthosdaarna vulde mevrouw Coquenard haar bord en deelde de korsten, zonder het vleeschnat, aan d© overige hongerigere uit. In dit oogenblik ging do deur der eetkamer al knarsende open en Porthos be speurde, door d© gaping, den kleinere loopjongen; die, aam het feestmaal geen deel mogende nemen, zijn brood at, de geuren opsnuivend©, die uit de keuken en de eetkamer opstegen. Na de soep bracht de dienst maagd een gekookte hoen; een lekkernij, die de oogen Nu was de beurt aian) den wijn gekomen. De heer Coquenard schonk uit een steenen, zeer klein eflesch het derde van een glas voor elk der jonge lieden, schonk er zichzelf een in; bijna in gelijke evenredig heid en dte flesch ging toeni onmiddellijk naar den der aanzit tereden derwijze deed uitpuilen, dat zij bijna kant van Porthos en mevrouw Coquenard. Dte jonge- uit. hun holten sprengen. „Men ziet, dat gij uwe bloedverwanten lief hebt, mevrouw Coquenard!" zeide de procureur met een bij na tragischen glimlach. „Ziedaar, zeker ©en lekkernij, die gij vo>ot uw neef hebt bespaard." Het arme hoen was do-odmager en omhuld met dat dik stekelig vel, dat de beenderen; ondanks hun po gingen, nooit kunnen doorboren; men had! het lang moeten zoeken, alvorens het ire het hoenderhok te vin den, waar het in een hoek was gekropen; om van ou- i derdom te sterven. „Duivels!" dacht Porthos, „dat. ziet er treurig uit; i ik eerbiedig den ouderdom, maar ik acht hem niet veel gekookt of gebraden." Hij zag rondom zich, of zijin gevoelen .gedeeld werd, I maar integendeel, lrij bespeurde niets dain gloeiende blikken, diet bij voorbaat dat edel hoen; het voorwerp 1 zijner' verachting, verslouden. Mevrouw Coquenard trok den schotel tot. zich, maakte behendig de twee groote, zwarte pooten los. die zij op het. bord van hamen mare legdé; smeed den vleugel voor Porthos af ©re gaf aian die dienstmaagd, die bet dier had gebracht, den schotel terug; deze nam het bijna geheel mede en! was verdwenen, alvorens de musketier dein tijd had gehad de veranderingen te zien, welke de teleurstelling op de aangezichten bracht naar het karakter en diere aard dergenen; die ze onder vonden. Na, dat hoen werd e.r een schotel met. booreen opge nede.n vermengden dat derde gedeelte wijn met water; vervolgens, toen zij gedronken hadden, deden zij er opnieuw water bij ere bleven aldus1 voortgaan, hetgeen hen, bij hef eind© vare den maaltijd', een drank deed drinken, die van de robijnkleur tolt eem gele topaas- kleur was overgegaan'. Porthos at. schroomvallig zijn ho'endervleugel en dronk ook eem half glas' van den zoo zuinig bedeelden wijn, dien hij voor een goédkoop land wijntje herkende. Meester Coquenard zag hem den omvermengdtem wijre in zwel gen ere zuchtte. „Zult gij nog vare die hoornen, eten, neef Porthos vroeg mevrouw Coquenard', op een toom, die wilde zeg- 1 gen „Geloof mij, eet er niet vam," „Ik da.nk ui, nicht, ik heb geen! honger meer." I Er heerschte eere stilte. Porthos wist niet; hoe zich te houden. De procureur herhaalde eenige malen „O, mevrouw Coquenard! Ik maak u mijn compli ment, uw diner was waarlijk een feestmaal!" Porthos verbeeldde zich, d'at mere hem voor den gek hield ere begon1 zijre knevel op te krullen ere zijn wenk brauwen te fronsen1; maar een blik vam- mevrouw Co quenard ried hem geduldig te zijn. In dit oogenblik stonden! die klerken op een wenk des procureurs langzaam vare tafel op, vouwden nog- langzamer hun servetten; vervolgens' groetten zij en vertrokken. „Gaat, jougelui, gaat de spijsvertering door werk zaamheid bevorderen", zeide de procureur ernstig. Toen d'e klerken zich hadden verwijderd; stond me- bracht, een ontzaglijke groote schotel, waarop ©enige 1 vrouw Coquenard op en) haalde uit een spijskast een schapeinbeenen; waaraan men bij dere eersten aanblik cenig vleesch meende gehecht te zien, hier ere da-ar uitkwamen. Maar de klerken lieten) zich door dat schijnbedrog niet misleiden en de akelige gezichten veranderde® in onderworpen gezichten; Mevrouw Co quenard verdeelde dat. gerecht ander de jonge lieden, met, de zuinigheid eener goéde huismoeder. stuk kaas, wat gecorefijte pruimen en een- koek, welken zij eigenhandig vare amandelen en honlig had bereid. De heer Coquenard fronste de wenkbrauwen; 'op het zien van zooveel gerechten. „Inderdaad, een- feest maal!" riep hij-, zich op zijn stoel bewegende, „een waarachtig' feestmaal (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 1