DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
voor den cursus KUNSTGESCHIEDENIS,
No. 217
1911.
DONDERDAG
14 SEPTEMBER.
Mond- en Klauwzeer.
Alkmaarsche
Huishoud- en industrieschool.
Aangifte van Leerlingen
Cursus BOEKHOUDEN,
BINNENLAND.
Honderd en dertiende Jaargang,
De drie lÜusketiePSi
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzondei lijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Zijdie zich met 1 October op dit
biad abonneerenontvangen de tot
dien datum verschijnende nummers
franco en gratis.
De Uilgevers.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat met
betrekking tot het MOND- EN KLAUWZEER NOG
STEEDS YAN TOEPASSING ZIJN de navolgende
maatregelen
lo. het doen van aangifte, indien zich bij een stuk
vee verschijnselen van Mond- en Klauwzeer
voordoen
2o. het verbod van vervoer van aangetast of ver
dacht vee, behoudens vergunning van den
Burgemeester
3o. het verbod van opzettelijk in verdachten toe
stand brengen van vee
4o. het doen van aangifteindièn een aan Mond
en Klauwzeer lijdend of van die ziekte ver
dacht stuk vee is gestorven;
5o. het doen van aangifte, indien de eigenaar
zieke of verdachte dieren wenscht te slachten.
Alkmaar, den 13 September 1911.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
^aE3XJI£^XJ1EïaX,OI,a'
ALKMAARSCHE COURANT.
Cénmaal per week ééu uur en voor den
opleiding praktijk, examen».
De Directrice,
M. W. AR BE IT ER.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Een rijwiel, een pakje, een broche, een brief geadr.
aan Mej. E. Volkers Nijmegen, een halsketting, een
mes, een lorgnet, een armband, een tabakspotkop, een
moer, een sigarenkoker, een portemonnaie, een band
van een kinderwagen, een rozenkrans, een huissleutel
een ceintuur en een mandje met breiwerk.
Alkmaar 13 September 1911.
De Commissaris van Politie,
W. Th. VAN GRIETHUIJSEN.
ALKMAAR, 14 September.
De >voqïtnaamste mogendheden hebben, than® de Por-
lügeesche republiek erkend. Ook de Nederland-
,-sohe regefcfi'ng is' daartoe gisteren overgegaan. Er was
gees ..enkele reden) om het met te doen; immers de
nationale vergadering heeft de staatsregeling vaar de
republiek geproclameerd en een president gekozen1, en
naai
ALEXANDRE DUMA8
'99) o-
Porthos beschouwde de flesch, die voor hem stond en
.hij hoopte met wijn, brood en kaas zijn middagmaal te
doen; maar de wijn) ontbrak dra, de flesch was ledig;
mijnheer en mevrouw Coquenard) gaven geen blijk, dit
te bemerken.
„Het is wel", dacht Porthos; „dat strekt mij tot
waarschuwing."
Hij lieti zijn tomg; over een klein lepeltje met confi
turen gaan en1 bleef met zijn tanden in het, door me
vrouw Coquenard bereide kleverige deeg zitten. „Nu
zeide hij, „is het offer volbracht."
Meester Coquenard gevoelde; nai het genot van een
dergelijk maal, hetwelk hij een buitensporigheid noem
de, behoefte aan een middagslaapje. Porthos hoopte,
dat zulks onmiddellijk en in de kamer, waar men zich
bevond, zou plaats hebben; maar hiernaar had de pro
cureur geen oorem; Hij moest ini zijn vertrek worden
teruggerold en hij bleef zoolang geeuwen, totdat hij
voor zijn kast zat, op de kanten van welke hij, uit
meer voiorzirg, de. voeten zette.
De vrouw des procureurs geleidde Porthos in een
andere kamer.
„Gij kunt driemaal in de week te eten komen", ze
inevrouw Coquenard.
„Ik dank u", antwoordde Porthos, „ik houd niet
van iemand overlast aan te doen'. Daarenboven, il<
moet aan mijn uitrusting denken.'
„Dat is waar ook", zeide de procureurs-vrouw zuch
ten de„die ongelukkige uitrusting, nietwaar f'
„Helaas ja!" hernam Porthos. ..dat is waar.'
„Maar waarin bestaat dam toch de uitrusting' van
uw kompagnie, mijnheer Porthos V'
dat is voldoende voor de overige mogendheden om zich
bij den nieuwen staat der Portugeesc-be zaken neer te
leggen. In Portugal zelf denkt, men daarover nog wel
eenigszims anders. Da<ar toch hieerscht neg niet da een
stemmigheid, welke zoo zeer geweniscbt is. Terwijl de
heeren deen alsof het iin) de woning alles volmaakt in
orde is eu daardoor het aanzien van het gezin naar
buiten vernieuwen, hieerscht in het huis vredle noch
ust en kuninien er elk oogenblik klappen worden uit
gedeeld. De -regeerilnig van Portugal is voorbereid op
een inval der monarchisten, die toit dusverre weliswaar
uitbleef, maar desondanks nog komen kaïn. Zij moet
1SO0O man hebben samengetrokken in de streek, waar
de aanval verwacht wordt. Ook is rnenl er op voorbe
eld, dat de monarchisten, van den zeekant iets zullen
dbten. „De regeering is op de. hoogte en gereed" heeft
fier de minister-president gezegd; Hetgeen blijken
kan.
De leider van- het verzet is kapitein Couceiro, een
dapper krijgsman, van wiens moed er wondere verha-
e-n in omloop zijn. Zoo wordt verteld, dat. hij iin den
oorlog tegen dien negerkoning- Gungahaina, diie met
bijna tienduizend zwarten een sterkte bezette, welke
Heen met veel bloedverlies en twijfelachtig succes te
bestormen was, met een luitenant, zonder ©enige bege
leiding, tot groote verbazing en schrik der zwarten,
talm het vijandelijke kamp binnenwandelde, glim-
achemd de tent van den koining binnenging, hem bij
zijn halssieraden pakte en buiten het kamp voerde,
terwijl de zwartjes verplet vrtn schrik geen hand tegen
hem durfden opheffen.
Die kapitein, die den eed vain trouw a.an het Ko
ningshuis niet. wilde schenden, die daarna in rouw-
kleeren door Liss-abon's straten liep en toon ronduit
verklaarde tot den minister van oorlog, dat hij Portu
gal bénnen drie dagen zou verlaten om vrij te kunnen
zijn, die kapitein wordt, geëerd, maar ook gevreesd.
Als een donker spook dreigt hij over Portugal.
Paiva Couceiro, zegt de correspondent der „N. Rott.
Ct.", is een geest, dreigend spreidt hij zijn armen over
Portugal uit, zwijgend hoort hij het geschreeuw der
republikeinen, hun beleedigingen.en roerloos
staart hij op hum angstige gebaren, Maiar hij wijkt
niet. hij blijft. Men ziet hem nergens'.en over
al, men voelt zijn aanwezigheid. Zijni blik is verlam
mend
Men vreest hem. Toeml hij in Juni met enkele dui
zenden huurlingen! en monarchisten dreigde binnen te
vallen, mobiliseerde Portugal 30,000 man troepen,
waaronder de reserve. Mem overstroomde het Spaian-
sche ge-bied met carbomarios, d|i© hem daar het leven
vergalden, elk zijner bewegingen- te Lissabon rappor
teerden -en beslag wisten te doen leggen op de ver
wachte zendingen geweten eu kanonnen die hij moe
dig had.
Was hij toen binnengeval! om, wie weet wat gebeurd
was. Al spoedig bleek, dait -een deel van het Leger op
zijn hand was, zeilfs klaar om, als hij de blauw-witte
vaan ontplooide, zich onder hiem te scharen. En in
alle haast werden de reserves teruggeroepen, twijfel
achtige regimenten) naar achteren gezet, en nam de
keur van republikeinen de voorste linie in.
Carb-onarioS' en de uiterst republikeinsche zeelieden
hielden toezicht en controleerden scherp de. bevelvoe
rende officieren. en- lm den lande werd alles wat
niet luid genoeg „Viva. a republica" schreeuwde in de
gevangenis gesleept.
Paiva Gouoedro' bleef dreigen 1
De republikeinen bleven schreeuwen en vreezen.
Het kostte den staat miHioomen. duizenden oom-
toshet hielp miete- Zijn dreigende blik werkte
verlammend.
Vóór een maainld neg za,g men hem in het. kleine ho
tel te' Verin (Spanje) aan tafel tusschen een bleeke
dame, zijn vrouw, en een meisje met lange vlechten.
Zwijgend. Sinds dien ia de „groot© kapitein", zooals
het leger hem noemde, nu eens hier, dan da air opgedo
ken. Er kan in Galicië geen snelle auita voorbijgaan,
of men fluistert het elkaar tcle. „Daar ging Cou
ceiro. de „gran eapitan"!"
Voor hem schijnen geen afstamden te bestaan. Nu
eens is hij te Tuy, dan weer te Vérin of O reuse ge
zien. En bijna op hetzelfde uur. Hij spookt langs de
noordgrens. ja over da noordgrens. In het leger
gaat nu de legende, dal hij dé vorige week moederziel
alleen plotseling in het sterk bezette Portugeesebe
dorp Chaves verscheen, kalm door d'e soldaten op het
marktplein wandelde, die terugweken en het militair
saluut maakten,.... en toon de carbomarios kwamen
weer verdwenen was, door die aardie verzwolgen. Een
legende Misschien 1
Maar kenteekeneinddat dit verhaal bij de solda
ten rondgaat, Eu ais zij het elkaar in de carnitine ver
tellen, zal er dan niet iets beven in bun krijgsmams-
hartenl
Is het wonder dat d'e Portugeesebe soldaten hem
aanbidden als een God. als de groote kapitein?
Geheel Portugal, zegt de correspondent, is volko
men overtuigd, dat Paiva Couceiro mu of later binnen
vallen zal. Alleen over den afloop verkeert men in
het onzekere.
DE KONINGIN BIJ DE MANOEUVRES.
H. M. de Koningin ten de Prins der Nederlanden
zijn voornemens van Vrijdag 22 op Zaterdag 23 Sep
tember en van Maandag 25 op Dinsdag 26 September
te Kerk-Avezaath te overnachten.
De Prinses blijft gedurende deze dagen op het Loo
Mr. W. F. VAN LEEUWEN.
Mr. W. F. van Leeuwen aanvaardt Zaterdag zonder
bijzond> re plechtigheden het Commissariaat der Ko
ningin in Noordholland. 21 September zal hij voor
het eerst de Provinciale Staten presideeren.
De heer mi', dr. W. F. van Leeuwen, Commissaris
der Koningin in Noordholland, begaf zich heden naar
't Loo om in handen van H. M. de Koningin den eed
af ta leggen.
G. VAS VISSER, f
In den ouderdom van 73 jaar is te Vogelenzang
overleden de heer G. Vas Visser.
Behalve in de financieel© wereld was de heer Vas
Visser in landbouwkringen een goede bekende.
„O, in velerhande zaken", zeide Porthos; „de muske
tiers, zooals gij weet, vormein eem keurbende en zij
hebben een aantal dingen noodlig, die de Gardes en de
Zwitsers kunnen ontberen."
„Maa.r noem mij die dan eens1."
„Wel, dat kan. zoowat, beloopem. zeide Porthos,
die liever over het geheel diam ove,r gedeelten wilde on
derhandelen.
De proeureursvrouw luisterde angstig.
„Hoeveel?" vroeg zij; „ik hoop; dat het niet meer
zal bedragen.
Zij zweeg, zij had geen woorden meer.
„Och neen", zeide Porthos, „het zal niet meer wezen
dan vijentwiniti-g' honderd 'livres. Ik geloof zelfs, dat,
met eenige zuinigheid, ik mij met tweeduizend zou
kunnen, redden."
„Goede hemel, tweeduizend frankenMaar dat is
al wat ik bezit en nooit zal mijn miau er in toestem
men een dergelijke som te leenen."
Porthos maakte een veelbeteekend gebaar. Mevrouw
Coquenaird! begreep het- „Ik vroeg u naar de voorwer-
pen, dewijl, daar ik bloedverwanten eu klanten heb,
die veel handel drijven, ik bijna: zeker ben een en an
der honderd procent- beneden den prijs te verkrijgen,
dien gij zoudt moeten betalen."
„O, als het dat is, wat gij wildet zeggen.'"
„Ja, waarde heer Porthos. Moet gij ook niet vooral
een paard hebben?"
„Wel zeker."
„Nu, ik heb juist iets, dat u lijkt.
„Ha riep Porthos uit, blinkend' van vreugde, „zie
daar dus de zaak, wat mijn paard betreft, geschikt;
vervolgens moet ik een paard voor mijn knecht en een
valies hebben. Wat mijn1 wapen» betreft, hierover be
hoeft gij u niet te bekommeren, die heb ik."
„Een paard voor uw lakei", hernam aarzelende de
procureursvrouw; „maar dat is op een groeten voet,
mijn vriend!"
„Wel, mevrouw", zeide Portbo-s trotsch, „ben ik bij
toeval een gemeein© kerel?"
Menige tentoonstelling en menige verbetering op
landbouwkundig gebied dankte haar ontstaan med.e
aan zijn initiatief. Polderbesturen en hoogheemraad
schappen kozen hem gaarne tot lid om van zijn voor
lichting te kunnen genieten.
Bij dit alles ontwikkelde de heer Vas Visser nog
een bijzondere belangstelling en werkzaamheid op phi-
lanthropisch terrein. Van vele besturen van liefdadige
instellingen maakte hij eertijds deel uit, maar de laat
ste jaren had hij zich zooveel mogelijk uit het open
bare leven teruggetrokken.
De teraardebestelling zal a.s. Vrijdag te 12 uur te
Heemstede plaats vinden.
DE WINKELSLUITING VAN KRACHT.
Nu nóch door Gedeputeerde Staten van Noord-Hol
land, die de vernietiging gevraagd hebben, nóch door
B. en W. van Amsterdam, iets van schorsing of ver
nietiging door de Kroon van de Verordening op de
Winkelsluiting is vernomen, en de termijn van twee
maanden, waarbinnen de beslissing vallen moest, is
verstreken, is de Verordening van kracht geworden.
Amsterdam heeft derhalve zijn wettelijke geregelde
winkelsluiting gekregen en binnen weinige dagen
zullen de winkels te negen uur 's avonds gesloten zijn.
De Verordening zal heden of Vrijdag worden afge
kondigd. Drie dagen na den dag der afkondiging
treedt de Verordening in werking. Practisch komt
het dus hierop neer, dat Amsterdam a st. Maandag
zijn winkelsluiting hebben zal en dien dag voor het
eerst de winkels te negen uur zullen moeten sluiten.
Voor de groote massa winkeliers een verrassing.
Men heeft zoo uitsluitend om de hoofdzaak, al of geen
winkelsluiting, gedacht, dat verzuimd is een termijn
van inwerkingstelling in de verordening op te nemen.
Ten stadhuize wordt toegegeven, dat dit een ernstige
vergissing is, maar herstel behoort thans tot de on
mogelijkheden en de gemeentewet schrijft de onmid
dellijke afkondiging voor, zoodat aan groote zaken
b.v., die met een talrijk personeel werken, geen tijd
overblijft hun bedrijf te reorganiseeren in verband met
de ingrijpende verandering, welke de sluitingsdwang
hier en daar brengen zal.
DE SFEER VAN DEN VORST.
Het „Handelsblad" bevat onder bovenst-aandien titel
een hoofdartikel maiar aanleiding' van die beschouwin
gen uit den laats ten tijd, omtrent de tegenwoordig"*
verhouding tusschen monarchie en volk. Het- artikel
begint aldus:
„The King can do no wtroing". Den Koning treffe
nimmer een verwijt. Een der gezotnicfote gromdgedach-
ten van de moderne mionialrchie, dat er één lid van het
staatsleven is, waarvan men enkel het goede kan zien
uitgaan en waaraan geen girieve te kort doen' kan.
Zijn er be zwanen te maken, verbeteringen! te vragen
zoo spreken wij daartoe anderen aan: de raadslie
den', de omgeving, die wij tevens, juitst door hen, Ver
antwoordelijk te stellen, op hot gewicht hunner positie
en de strekking van hunnen invloed', wijzen; die wij
dus herinmeren, dat zij gelen! dienaren; maar medewer
kers zijn.
Deze gedachte vaar verantwoordelijkheid gaat veel
dieper dan een g rond wetsartikel, en strekt veel verder
dan tegenover bet parlement. Zij rust op ieder, die in
de omgeving der kroon invloed heeft en ten goede heb
ben kan; en zij kan worden gerekend te bestaian1, naar
meini wil: „of tegenover bet eigen geweteni, öf tegen
over heit belanghebbende volk.
Op dezen grondslag willen wij liet oavze zeggen maar
aanleiding van die beschouwingen uit den laabsten
tijd, omtrent die tegenwoordige- verhouding tusschen
moinlarchia en volk: omdat wij alleen op diezen groind-
„Neen, ik wikte u alleen zeggen, dat een muilezel
soms even goede vertooning maakt als een paard en
dat ik meende, dOor uw knecht Mousqueton een fraiai-
en muilezel te bezorgen'.
„Nu, laat het een fraaie muilezel zijn/', zeide Por
thos; „gij hebt gelijk; ik heb zeer voorname Spaansche
edellieden gezien, van welke het gevolg allen op muil-
ezels zaten. Maar dan begrijpt gij wel, mevrouw Co
quenard', dat het een muilezel moet zijn met pluimen
en bellen."
„Wees gerust", zeide de procureursvrouw.
„Nu blijft het valies nog over", hernam Porthos.
„Owees hierover niet ongerust", riep mörvouw
Coquenard, „mijn man heeft vijf of zies valiezen, gij
kunt het beste kiezen; hij heeft er vooral een, dat hij
het liefst op reis mede nam e<n zoo groot, dat- men er de
wereld in zou kunnen stoppen."
„Is uw valies dan ledig?" vroeg Porthos.
„Zeker is het- ledig", antwoordde de. procureurs
vrouw.
„O, maar hetvalies dat ilc moedig heb", nep Por
thos uit, „moet een goed gevuld valies zijn, mijn lie
ve!"
Mevrouw Ooquemard slaakte nieuwe zuchten.
Molière had zijn. toöneelstuk „De Vrek" nog niet
geschreven; mevrouw Coquenard' was dus Darpagon
vóór. Kortom, het overige der uitrusting werd achter
eenvolgens op dezelfde wijze betwist en de uitslag der
zitting was, d'ait de procureurs-vrouw baren man een
som van' achthonderd franken! in specie ter leen zou
vragen en het 'paard en den muilezel leveren, die de
eer zouden hebben, Porthos en Mousqueton daarheen
te dragen, waiar de roem hem wachtte.
De voorwaarden vastgesteld en de interest bepaald
zijnde, zoowel als d'e tijd eter terugbetaling, nam Por
thos afscheid van mevrouw Coquenard en keerde, naar
huis terug, met een zeer kwaadaardige®, honger.
XXXIII.
KAMENIER EN MEESTERES.
Imtusschen, zooiate wij gezegd hebben, werd d'Ai'tag-
nan',ondanks de stem vainl zijn geweten1, óndanks den
wijzen raad van At-hcs en de zachte herinnering van
mejuffrouw Bonacieux, alle ©ogenblikken' meer en
meer verliefd o-p milady; ook lie hij miet na; haar da
gelijks het hof te maken; verzekerd' zooals ótoze avon
tuurlijk© Gasbom jeir was-, dait, vroeg of laat, zij ziju
lief-die zou beantwoorden.
Op zekeren' avond; dait hij met den neus' in den wind,
licht als iem-amid, die een gouden regen velrwacht, aan
kwam, ontmoette hij d'e kamenier onder de koetspoort;
ma,aii' nu bepaalde de lieve Ketty zich niet, hem vóór-
bijgaand; toe te lachen, maar zij vatte hem. zachtjes bij
de hand.
„Goed", dacht d'Artiag,train), „zij i's met de eeme, of
andere boodschap voor mij, vanwege bare meesteres
belast zij zal mij hier of daar een samenkomst willen
aanwijzen, die zij mij niet, zelve -lieeft durven mededee-
len." Etn) hij beschouwde het schoone kind met een
van trotschheid blinkend gelaat."
„Ik wilde u wel -eien paar woorden zeggen, mijnheer
de ridder", stamelde de kamenier.
„Spreek, mijn kind, spreek", zeide dfAirtiaginani; „ik
luister."
„Hier, onmogelijk; wat ik te zeg'gen heb, ve, reischt
t-e veel tijd en evenveel geheimhouding."
„Welnu, wat wilt- gij daim dat ik doe?"
„Indien mijnheer; do ridder mij wilde volgen", zedd*
Ketty schroomvallig.
„Waar gij wilt, mijn lief kimdi"
„Kom dan!"
Ketty, die de haind van d'Artagnian niet hadloisgeia-
ten, trok hem langs een kleiinie donkere wenteltrap
voort en na lietn een vijftiental triedien te hebben doen
opklimmen, opende zij een deur.
(Wordt vervolgd).