DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. 1911. V R IJ D A G 15 SEPTEMBER. Mond- en Klauwzeer. BINNENLAND No. 218 Honderd en dertiende Jaargang. Due drie Utluskeistera» Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzondeilijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Zijdie zich mei 1 October op dit blad abonneerenontvangen de tot dien datum verschijnende nummers franco en gratis. De Uitgevers. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt ter kennis van belanghebbenden, dat met betrekking tot het MOND- EN KLAUWZEER NOG S'IEEDS VAN TOEPASSING ZIJN de navolgende maatregelen: lo. het doen van aangifte, indien zich bij een stuk vee verschijnselen van Mond- en Klauwzeer voordoen 2o. het verbod van vervoer van aangetast of ver dacht vee, behoudens vergunning van den Burgemeester 3o. het verbod van opzettelijk in verdachten toe stand brengen van vee 4o. het doen van aangifte, indien een aan Mond en Klauwzeer lijdend of van die ziekte ver dacht stuk vee is gestorven; 5o. het doen van aangifte, indien de eigenaar zieke of verdachte dieren wenscht te slachten. Alkmaar, den 13 September 1911. De Burgemeester voornoemd G. RIPPING. FEUIT ,T JGTOJNT ZONDAGSRUST VOOR DE APOTHEKERS. ALKMAARSCHE COURANT. ALKMAAR, 15 September. Een allerzonderlingst eind© is er plotseling- gemaakt aan bet Cart-wright-incident aangenomen' dat de zaak tlïans' uit is, hetgeen) nog zoo zeker iniefc is. Men herinnert zich nog wel' die zaak: In een Weetnlscli blad, „de Neme Freie: Presse", verschieten onlangs eten voor Duitschla-nd zeer beleedigend artikel, waarin gespro ken werd over een Duitsche rege-eringsklieik eto gepro beerd werd' in DuitschLandi zelf -wantrouwen jegens de Duitsche bultenlandsc-he politiek te verwekken, en be weerd Werd!, dat 't artikel de meeding weergaf, welke in toonaangevende Engelsche kringen) o-verheerschend was. Dit artikel was afkomstig van „een Engelsch diplomaat, die een positie van bet-ee-kenfe bekleedt. Onmiddellijk werd! sir Fairfax Cairtwright, de Brit- sehe gezant te Ween-eu-, al® intellectueel auteur ge noemd. Toen dezeri gevraagd werd of hij de schrijver was, verklaarde bij die verantwoordelijkheid af te wij zen voor anonieme courairutein'aTtikelem, die slecht-inge- liehte personen hem toeschreven). En nu lette, men eens op de houding der journalis tiek eu die dei- diplomatie in deze kwestie. De „Neue Freie Press©" li-et hierop onmiddellijk antwoorden, dat de inzender van het artikel een publi cist was-, wi-enls betrouwbaarheid, eerlijkheid en recht schapenheid1 niet slechts i!n journalistieke, maar ook in diplomatieke kringen algemeen bekend is' en wiens goeden naam den minsten twijfel a'aaï welk misbruik ook uitsloot. Deze publicist had blijkbaar de,n gezant geïnterviewd maar de redactie zou liet geheim van dein persoon., die zich aan) baair had toevertrouwd niét prijsgeven'. Die zaak begon imtusscheU ernstig te Worden de Duitsche pers riep om voldoening Van Engeland. Toen) liet de. gezant, weten, dart hij door dr. Münz van de „Neue Fred© Press'e" geïnterviewd wast, maar dat zijn uitlatingen verkeerd wairen weergegeven. Dr. Münz schreef hem toen een briefje, waarin hij zei de j dat het hem leed] deed, dat de gezant zooveel onaangenaamheden had' ondervonden door den strijd, welke tengevolge van heb interview was ontsta.au De gezant vond in1 dait briefje aanleiding, dr. Münz verdacht te maken. Zeker, hij had met dien journalist gesproken, hij had met. hem van gedachten gewisseld, maar het, was geenszins zijn bedoeling, dat, het, gespro kene openbaar gemaakt zou worden. Nu verklaarde de gezant, dit niet, zelf, ma-atr liet het doen door een lid van het gezantschap, dié geloofde ook veilig te kunnen zeggen, dait dir. Münz in een schrijven, aan den gezant zijn spijt over het openbaar maken zou hebben uitgedrukt, daair liet interview, zooa'l» bet is we-erge-ge ven, uitlatingen bevatte, die nooit waren geuit. Waar de gezant zelf erkende, diart, hij deeljiad aan het artikel, behoefde de „Keue, Freie P-reese", welke onder moeieiijke omstandigheden bet redactiegeheim trouw had bewaard, niet Langer te zwijgen. De redac tie nam haar medewerker iin bescherming en wees op de onbetrouwbaarheid van sir Fairfax Cartwright, die zoo brutaal weg ten aanzien van diet hoofdzaak zijn toevlucht bij de leugen zocht en va.ni wieur mag worden aangenomen, dat hetgeen hij zegt over het weergeven van zijn woorden onjuist is. Ten overvloede heeft da-. Münz in! d.e „Neue Freie Presse" verklaard, dait liet niet waar is, <l!at hij aan dten gezant in eeni brief zijn spijt zou hebben betuigd, d'a.t het interview vele mededee-liingen zou hebben be vat, die niet dooi- den gezant aan hem waren gedaan terwijl hij nogmaals verklaarde dat hij van het inter view geen woord terugtrok. Het is duidelijk, wie in deze zaak het. loodje heeft moeten leggen) en hert is te begrijpen, dart de Duitsche Germania verontwaardigd uitroept: zod'ui gezant is zelfs niet meer waardig- om bij eenl koning van den kleinsten Balkantetaart op tel treden al zouden we ons niet gaarne aansluiten bij dfe hierin neergelegde meening, dab lioè groot-er de staten, des te eerlijker en betrouwbaarder de gezanten moeten zijn. Maar wart ziert men nu? Dart de „Nordd. AUg. Ztg." van gisteravond een of ficieele mededeelilng bevat van) den volgenden inhoud: „De keizerlijke regeering bleeft op haar desbetref fend© vraag aiare de koninklijke regeering van Groot,- Brittan-nië die mededeel'ing ontvangen', dat de Engel sche gezant in Weenen noch liet bekende artikel in de „Neue Freie Presse" beeft) geïnspireerd, noch de uit latingen beeft gedaan, die hem door den schrijver van het artikel in den mond zijn gelegd. Daarmee is het incident voor de keizerlijke regee ring op een bevredigende wijze afgedaan. Ziehier de officieel© waarheid! Maar vermoedelijk zal de werkelijke waarheid de tweelingzuster van de leugen ook wel achterhallen. Voor de Duitsche jegeerimg moge de zaak uit zijn, voor de buit-emlanidScbe pers is zij dat zeker nog niet (Jte z-al sir Cart-wright nog wel eenilge harde nootjes te kraken geven. Wij zullen niet in gebreke blijven daarvan melding- te maken. naa? ii„ 1 ALEXANDRE DÜMAB. 100) o— „Ga binnen, mijnheer de ridder; hier zullen wij al leen zijn eu vertrouwelijk kunnen spreken." „Eu wat is! dat voor een kamer, mijn schoomi kind? vroeg d'Artagnaiu „De mijne, mijnheer de ridder; die door deze deur gemeenschap hieeft met die mijner meesteres. Maar wees gerust, zij kan) niet, hooreni, wart w ij zeggen, daar zij nooit vóór middernacht te. bed gaat." D'Artag-nan, wierp rondom' zich een blik. De, kleine kamer was bevallig van smaak én) nelt-heid; maai on willekeurig vestigden zijn oogem zich op die deur, welke Kertty hem gezegd had, die der kamer barer meesteres te ziju. Ketrt-y -raadde, wat er iin de ziel dos joingelings om ging en slaakte een zucht. „Gij bemint dan zoo innig mijn meesteres, mijnheer de ridder?" vroeg zij. „Ik weet. miert, of jik haar oprecht bemin, maar wat ik weet, is, dart' ik dol verliefd ,o.p haalr ban." Ketty slaakte een tweede zucht. „Helaas,, mijnheer, dart is wel jammer!" ,En wat duivel, waarom ziet. ge hierin zooveel jam mers?" „Omdat-, mijnheer, mijn meesteres u volstrekt niet bemint." „Ei", liet. d'A.rtagnan hooireo, „zij zou u belast heb ben mij dit te zeggen?" „O neen, mijnheer, maar ik ben het, die; uit be langstelling voor u, het voornemen heb opgevat het u te zeggen." „Ik dank u, goede Ivetty, maar alleen voor de be doding; want -die medledeeliing, zooais gij moet be kennen, is niet van de aangenaamste." „Dart wil zeggen, dat, gij niet gelooft, wat ik u heb VERHOOGING DER OORLOGSBFGROOTING. Het r eds voor eemigein tijd aangekondigde wetsont werp betreffende, de positieverbetering van de officie- ven is thans bij de Tweede Kameir ingekomen. Voorgesteld wordt daartoe het achtste hoofdstuk der Staatsbegnoortiing voor 1911 te verhoogem met een bedrag van 635,948, waarvan 458,6(9 noodig^ i® voor de invoering van de nieuwe tract,ements,regeling", die de minister van Oorlog wenscht te doen ingaan op 1 April j.l. VERKIEZING PROVINCIALE STATEN. Bij de gisteren gehouden stemming voor een lui voor de Provinciale Staten van Noord-Holland vool district 111 werden uitgebracht 2852 geldige stemmen. Hiervan, verkregen dr. G. Bellaar Spruy (vrijz. dem.) 812, E. J. van Dei (soc.-dem.) 303, TI. J. van Ogtrop (bath.) 1375 en mr. J. H. Worst (lib.) 362 stemmen, zoodat herstemming' moet plaiate hebben tusschen de beeren dr. Bellaar Spruyt en mr. van Ogtrop. De herstemming heeft 22 dezer plaat®. Een wetsontwerp, miert bovenstaande bedoeling, is ingediend; Voorgesteld wordt, daarom a,an art. 3 van de wet, regelende de uitoefening der artsenij bereid- kunst,, toe te voegen dé volgende, vier leden „De apotheek mag echter gesloten zijn op een of meer Zondagen, of da.airmede gelijkgestelde dagen, mits die inspecteur, krachtens de Gezondheidswet be last met het toezicht op de handhaving der wettelijke bepalingen) op de uitoefening der artsem'ijbereidkunst, daartoe schriftelijk verlof beeft verleend'. Mert Zo-nda- dagen worden te ndeza gelijkgesteld de Christelijke tweede Paasch- en Pinksterdagen, de beide Kerstda gen en de Hemelvaartsdag. De inspecteur verleent diart verlof, indien er naar zijn1 oordeel voldoende gelegenheid tot bet verkrijgen van geneesmiddelen zal bestaan. Bij algemeenen maatregel vain bestuur kunnen ge vallen. worden aangewezen, waarin de inspecteur ge houden is het verlof te verleeneu. De inspecteur is. steeds, bevoegd een verlof op grond van gewijzigde omstandigheden in) t© trekken. De Minister van Binnenlandsche Zaken schrijft in de Memorie, van Toelichting o*. a.: IIe,t is niet nood'zakelijij, dat alle apotheken, op Zon dagen en algemeen erkende christelijke feestdagen ge opend zijn. Er is een regeling mogelijk, waarbij slui ting, zij het ook niet Van) a:lle apotheken, kan worden toegelaten. In e,en plaats, waar slecht® één apotheker gevestigd i.s, zou dé regeling bijv. aldus getroffen kun nen worden', dat de apotheker, tenzij hij een bevoegd vervanger achterlaat, -steeds: bereikbaar moert) zijn en als zijn hulp noodlig) is, moet komen. In gemeente.nl, waar meer dan één apotheker gevestigd is, zou bijv. om beurten de apotheek van dén een en die van den ander .gesloten kunnen) worden. In groote gemeenten gezegd, nietwaar?" „Men heeft altijd moeite dergelijke dingen tie ge- lcoven), mijn schoon kind; al, ware hert slechts uit ei genliefde." „Dus, gij gelooft mij niet?" „Ik beken dat, zoolang gij mij geen bewijs hebt ge geven van hetgeen gij voorgeeft. „Wat zegt gij van dit?" Én Kertty haalde uit baar boezem een naamloos briefje. „Voo.r mij?" riep d'Airtagnaim, haastig het briefje grijpende en met een even snelle beweging als de ge dachte, scheurde hij het open, ondanks den kreet dien Ketty slaakte op het zien van hetgeen hij wilde doen of liever van wat hij deed1. „Ach, mijn hemel, mijnheer de ridder, wat doet gij?' riep zij. „Wel, pardieu!" antwoordde d'Artagnan, „moet ik geen kennis nemen van hetgeen mij woirdlt toegezon den?" En hij las: „Gij hebt mijn ©etsten- brief niet beantwoord; zijt gij dan ongesteld, of zoudt gij de lonken hebben verge ten, dia gij mij op het bal vainl mevrouw dé Guise toe wierp,t? Ziehier wederom een gelegenheid, graaf, laat u die niet ontglippen." D'Artagnan verbleekte; hij was in zijn eigenliefde gekwetst, hij meende in- zijn liefde gekwetst te zijn. „Diart briefje is niet voor mijriep hij. „Neen, het is voor een ander; gij hebt mij den tijd niet gelaten u zu-lks- te zeggen." „Voor een ainde-r?? Zijn naam! zijn u-aam!! riep d'Artagnan woedénri uit. „Graaf de Warde» I" De herinnering aanl hert tooneel van Saint Germain) vertoonde zich toen) eensklaps voor den geest van den Gas'konjer en bevestigd!© hetgeen Ketty had geopen baard. „Arme, goedé mijnheer d'Aftaignani 1zei zij, met een- stem vol medelijden, opnieuw de band van- den jongeling drukkende. „Gij beklaagt mij', arme kleine!" zeide d'Artag-nian- „O, ja, uit geheel mijn hairt; wanti ik Weet wat lief de is." „Gij weet wat liefde is?" hernam d'Artagnan, haar voor het eerst met zekere aandacht beschouwende. „Helaas ja „Welnu, in plants, van mij te beklagen1, zoudt gij be ter doen mij te helpen op uwe. meesteres w-raak te ne men." „En wat soort van Wraak zoudt gij op ha-ar willen nemen?" „Ik zou in d-e plaats van mijn medeminnaar willen treden!." „Hierin zal ik u nooit behulpzaam zijn, mijnbeer de ridder", zeide Ketty ha-asrtlig. „En waarom niet?" vroeg d'Artagmlan. „Om twee redenen." „Welke?" „Welke?" „De eerste, omdat mijn meesteres u nooit zal hef hebben." „Ilce weet gij dat?" „Gij hebt haar diep beleedigd." „Hoe ban ik baar hebben beleedigd, ik, die, sinds ik haar ken, aan hare voeten leef als. een. slaaf. Spreek, ik bid heit u." „Ik zal dat no-oit bekennen, dan- aan den man, die in het diepste vain) mijn hart kan lezen." D'Artagnan beschouwde Kertty Voor de tweede maal liet meisje wais van een) frtisehheid en schoonheid, voor welke hertoginnen ha.re kronen) zouden hebben gegeven. „Kertty", zeide hij, „ik zal in het. diepst van uw hart lezen, laat u dat niet w-eerhoudeni, mijn lilef kind, maar spreek." „O, neen!" riep Ketty uit, „gij bemint mij niet, gij bemint alleen) mijn meesteres, gij zeddét mij zulks nog zooeven1." „En belet u dat, mij de tweede r©d!ere t-e zeggen?" „De tweede reden, mijnheer die ridder", hernam Kit. ty, bemoedigd door de- uitdrukking van des jongeling» oogen „is, dait in' cle liefde iedereen) voor zichzelf ban dait." zou dan gewaarborgd] moeten zijn-, dat op niet te groo ten afstand van een) gesloten apotheek in een andere apotheek geneesmiddelen kunnen worden verkregen. In de gesloten apotheek zou voor hert venster een ge drukte aanwijzing van de andere apotheek geplaatst moeten zijn. Wellicht zijn ook andere regelingen, denkbaar. Vermits nu dé boven, weergegeven! wensch redelijK en de inwilliging daarvan zónder schade mogelijk is, meent de minister, dat wettelijke voorziening niet ach terwege mag blijven. KRUISBÊSSENMEELDAUW. In-gediend is een wetsontwerp houdende bepalingen tot wering en bestrijding van den Amerikaanschen krui-sbtessenmeeldauw. De Minister zégt ini zijne Memorie van Toelichting dart, waar algemeen© samenwerking tusschen dé ge meenten, blijkens opgedatne ervaring, niet is te ver wachten, dé -noodtge waarborgen moeten worden! ver schaft, diart de naar het buitenland uitgevoerde vruch ten niet door ee.ne besmettelijke ziekte zijn aangetast. Daartoé strekt het ingediende wetsontwerp. EEN ONDERSCHEIDING. Bij kon. besluit ia de heer P. B. J. Ferf, lidi van Ge deputeerde Staten van Noord-Holland, benoemd tot Commandeur in dé ordb van Oranje-Nassau. NEDERLAND EN PORTUGAL. Nu Nederland de Portugeesche Republiek erkend heeft, kan het optreden van een gezant van Portugal bij Hr. Ms. Hof spoedig worden tegemoet gezien, Wij vernemen, dat reeds agreatie is verleeml op de benoeming van den heer Feireira tot gezant te 's-Gra- venhage. De nieuwbenoemde was vroeger reeds in diploma tieke betrekking werkzaam als raad bij het gezant schap van Portugal te Parijs en heeft onder het voor- loopig bewind der republiek gefungeerd als tusschen- persoon van de Regeering met het vreemde diploma tieke corps ie Lissabon. JAN SMIT Jz. f Te Kinderdijk is in den ouderdom van 87 jaar over leden de heer Jan Smit Jz., ridder in de orde van den Nederl, Leeuw en in do orde van Oranje-Nassau. De overledene was in scheepsbouw en scheepvaart kringen een welbekende persoonlijkheid. Op sociaal gebied trok in liet bijzonder het spaarbankwezen hem aan en alle instellingen voor volksontwikkeling en voorzorg vonden in hem een warm en onvermoeid voorstander. Gemengtl nieuws. UIT HENSBROEK. Gisteravond gaf de Gymnastiek-vereeniging U. d. 1. een uitvoering, onder leiding van den heer Potgieser en van mej. Havinga. Kranig werd er geturnd alle twaalf nummers van het programma liepen uitstekend van stapel, enkele kleine vergissingen uitgezonderd. Voor afwisseling was zorg gedragen door het inlasschen van enkele voor drachten, terwijl muziek de oefeningen begeleidde. Mooi waren de oefeningen van de le afd. leden aan ringen, hoogebrug en hoogrek en vooral ook de vrije oefeningen, waarmee de vereeniging zal voorkomen op de a.s. wedstrijden te Utrecht en ook te Alkmaar op 8 Oct. Algemeen bijval vonden ook de bevallige oefe ningen der me'sjes, o.a. de boogrijen en het optreden dier kinderen als Volendammertjes. Ook met de beide slottableaux had de vereeniging veel succes. 't Was voor U. d. I. en haar leiders een zeer eer volle avond. Toen eerst har-iminierde zich d'Artiagnlaini de smach tende lonken' van Ketty, liaar glimlach eu haar ge smoord© zuchtten, telkens wanneer zij hem ontmoette; ma,air alleen vervuld met dé begeerte aan de groote dam© te,- behagen), had hij d© kameniér voorbijgezien die op d-au arend jacht maakt), let niet op die musch. Maar reu bemerkte de Gaskonjer in één oogopslag- al de voordeden', welk© hij uit een liefde kon) trekken, welke Ketty hem zoo onin-oozel bad te kennen gegeven onderscheppen! der brieven), voo-r dén) graaf dé Warde», bestemdbekendheid' imi de vesting en alle oogenblik- keru een vrijen toegang in' de kamér va-n Kertty, welke aan dié vain haai' meesteres grensde. De valschaard, zoo-als men ziet, offerde reeds bij zichzelvani het arme, jonge meisje a.»n) -de groot® dame op). Het sloeg mididteam'aéht en men hoorde bijna tegelij kertijd de -scbe-l in dé kamer vairr milady klinken. „Groote hemel!" -rie-psKétrty uit, „ziedaar- mijne meesteres, die mij roept; vertrek, vertrek spoedig! D'Artagn-aini stond! op, niam zijn hoed-, alsof hij voor nemens wa-s te gehoorzamen'; vervolgens haastig de deur van' een) groo-te kast: openende, verborg hij er zich in, achter de kleederen en ocbteoldtj-apommen van mi- lady. „Wat doet gij toch?" riep Ketty. D'Artagrran, dlie vooraf den) sleutel had genomen-, sloot zich iü) de kaart zondé-r te aintwoortden. „I-Ioe i-s het ri-ep milady met scherpe st-em, „slaapt gij, dat gij niet ko-mb wanneer ik schel?" En d'Artagnan hoorde met hevigheid de ge-méen- sebaps-deui' openen-. - „Hier ben! ik, milady, hier ben ik!" -ri-ep Kertty, haar meesteres tegemoet ijlende. Beiden tra-dein de -slaapkamer binnen en diaia-r de deur o-pen bleef, kioin! d'Artagnla-nJ nog gedurende eeni- gen tijd milady hare kamenier hoore-n beknorren; éin delijk bedaarde zij, en het gtespirek viel op hem, terwijl Ketty hare meesteres uitkleedde. (Wordt vervslgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 1