DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No.
Honderd m dertiende Jaargang,
1911
WOENSDAG
20 SEPTEMBER.
GEMEENTE-BEGROOTING.
Nationale Militie.
ENGELSCHB BRIEVEN.
BINNENLAND.
222
Mond» en klauwzeer*
De üHuskefiers»
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Zijdie zich met 1 October op dit
blad abonneerenontvangen de toï
dien datum verschijnende nummers
franco en gratis.
De Uitgevers.
ALRMAARSCHE COURANT
ARljVVi
it miifrti i
De BLRGKMEESTJSR der gemeente ALK
MAAR brengt ter kennis van de eigenaren
van aan mond- en fclanwzeer gestorven vee,
dat zij de kun toekomende schadelooss'el-
ling voor de huiden van dat vee, ter ge
meente seeretarle knunen allialen op eiken
werkdag tnsseken 9 en 2 uur.
Alkmaar, 19 September 1911.
De llnrgemeester voornoemd,
g. r i p p i ar
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat de gemeen
tebegrooting voor het dienstjaar 1912 van lieden af
op de secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing
is nedergelegd en in druk tegen betaling der kosten
verkrijgbaar is.
Alkmaar, 19 September 1912.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
hebben aangegaan, waarvan sprake is in de 4e zin
snede van art. 47 en in den tweeden volzin van art.
50 der militiewet 1901 (in hetzelfde jaar geboren
broeders) moeten voor den Militieraad verschijnen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 19 September 1911.
ZITTING VAN DEN MILITIERAAD.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
ALKMAAR brengen ter kennis van de lotelingen
dezer gemeente van de lichting 1912 dat de zitting
van den Militieraad in het 3e district van Noordhol
land zal worden gehouden ten Raadhuize te Alk
maar, en wel voor zooveel de gemeente Alkmaar
betreft op Donderdag 19 October 1911, des voor
middags 10 urevoor de lotingsnummers 1 tot en
met 60, en op Vrijdag 20 October d.a.v., des
voormiddags te 91/2 ure, voor de lotingsnummers
61 tot en met 190,
Volgens art. 74 der Militiewet 1901 moet in die
zitting verschijnen
de lotelingdie vrijstelling verlangt wegens zieke
lijke gesteldheid of gebreken, of wegens gemis van
de gevorderde lengte. Deze loteling moet verschijnen
voor den Militieraad, binnen wiens rechtsgebied hij
voor de militie heeft geloot, tenzij op zijn verzoek,
de heer Commissaris der Koningin in de provincie,
waarin hij heeft geloot, het verschijnen voor een
anderen Militieraad heeft toegestaan.
De loteling, die wegens ziekte of gebreken buiten
staat is voor den Militeraad te verschijnen, wordt
onderzocht op de plaats waar hij zich bevindt, mits
deze binnen het Rijk gelegen zij. Bevindt deze per
soon zich niet binnen het rijk, dan wordt te zijnen
aanzien verwezen naar art. 8 van het K. B. van 2
December 1901, Stbl. No. 230, gewijzigd bij besluit
van 17 October 1904, Stbl. No. 234
Ook de lotelingen, die onderling de overeenkomst
na»?
ALEXANDRE DUMAS.
104) -0—
Na' verloop van eetolge® tijd' begonnen de twee onge
lukkige dieren, die sedert desi ochtends niets meer'
hadden) gegeten, een! zoo verschrikkelijk geweld te ma
ken, dot® dien) klopper op te heffen en danl weer te la
ten vallen, dat de procureur aian zijn loopjongen het
bevel gaf, in de buuirtt te gaan1 onkfarzoéken' aan- wien
dat paard! en die muilezel behoorden).
.Mevrouw Coquenurd herkende haar geschenk, be
greep aanvankelijk niets Van dleze terugbezorging
raaiar dra verklaarde het bezoek van! Porthos haar
zulk». D© gramschap, die in de oogen) deS1 musketiers
blonk, ondanks de moeiiltte, die hij deed zich in' te hou
den1, beangstigde, db gevoelige mihmlareSL
En inderdaad Mousquetoto had! zijn) meester niet Ver
hole®, dat hij d?Asrtagnan) en Aramis1 had ontmoet en
dat d'Artagnan ito het gele. aard den Bearneeschen hit
had herkend', op Welken hij te Parijs wafel gekomen en
die hij voor drie kronen had verkocht.
Porthos vertrok, nai met de procureursvrouw een sa
menkomst int liet klooster van St, Magloire te hebben
afgesproken.
De procureur, ziende, da t Pcirthos zich verwij derdie,
verzocht hem te eten, welke uitnocdiginlg Porthos met
een majestueus© houding van db hand wees.
Mevrouw Coqueaard begaf zich bevende naar h.et
klooster St. Magloire, wanlt zij voorzag de Verwijtin-
gen, die baar wachtten; maiar zij was als verpletterd
onder de verwijten van) Pcrtho©. Al wat een in zijn
eigenliefde gekwetste main vain Vervloekingen e® ver-
wijtingen op liet hoofd corner vrouw kan doe® neerval
len, liet Porthos op het .gebogen hoofd dier procureurs-
vrouw neerkomen.
„Helaas", zeide zij, „ik heb ten beste gehandeld. Eetn
onzer klanten is- paarctenkooperhij was aain het klam-
tbor geld töhuildig, maan* toonde aieli onwillig; ik heb
LONDEN, 18 September.
De groote vacnnrtile i» nog niet geheel! uit, dte scholen
zijn nog niet alle begonnen, doch liet scheelt toch wei
nig en men ziet telkens, jongens einj meisjes', die van
buiten of het strand terugkomen om iin Londen op
school te gaan, of wel Londen verlate® op weg naar de
kostschool. In élk geval zal deze week bet einde vam
allo vacaintievreugd brengem.
Voor de theaters is „bert! seizoen" evenwel reeds se
dert etenige weken begonnen e® men hoort van. do eeue
première nai de andere. Niet al die premières zijn
èVeir interessant, doch .sommige zijn) met belangstel
ling tegemoet gezien, omdat alles. wat hun geestelijke
vaders schrijven belangstelling wekt.
Tot die g'elukkige toaneetechrijvers, behoort die heer
Alfred Sutro, wieins „Walls of Jerichoi" e'en jaair of zes
geleden ook in) Nedbriand in het Engelseh opge
voerd zekeren inldiruk maakte. Hij heef't nu een
stuk gegeven, getiteld: „A perplexed husband", een ti
tel, die, zou kunnen vertaald worden) dloor: „De ver
bouwereerde echtgenoot", dat alle kansi schijnt te heb
ben op groO-t, succes. Het üsi eenei „oomédib" ito vier be
drijven, alle vier eveto levendig en) geestig. Eigenlijk
is 't ondewerp niet nieuw: eene wouw, die; haren man
opnieuw har© liefde, geeft), -daar ze jaloerseh wordt op
eene andere. Dat i® tallOoz© malen behandeld1, maar
Sutro weet het weer geheel frisoh t© late® schijnen en
boeit door' allerlei onverwachte wendingen'.
De „perplexed1 husband!" ia de heet Thomas Peiling,
theehandelaar in hét centrum van) den kolonialen
groothandel in Londen: Mincing' Lane. Hij heeft een
toen, dat paard! eni diem muilezel genome®, voor 'het
geen hij ons schuldig was1. Hij had! mij tw.ee. koninklij
ke diere® beloofd." v
„Welnu, mevrouw", zeide PoSrtbos1, „inidd'en hij u
meer dan vijf krotoen schuldig was, dan) is uw paarden
koopman een dief."
„Het is niet verboden), zou gbedkoop mogelijk te koo-
pen, mijnbeer Porthos" zeide de procureursvrouw, zich
trachtend© te verontschuldigen.
„Neeml, mevrouw, maar zij, die zoo goedkoop trach
ten te koopen, moeten andere® veroorloven1, edelmoedi
ger vrienden te zoeken1."
En Porthos, zich op zijn hiel omidraienlde, deed een
stap om zich te verwijderen.
„Mijnheer Porthos! mijnheer Porthos!" riep de ro-
eureursvrouw, „ik heb ongelijk, ik beken! het; ik bad
niet moeten dingen, ten aanzien dbr uitrusting vato
een dielman zooals gij."
Porthos, zander te antwoorden, deed een tweeden
stap. De procureursvrouw verbeeldde zich, hem te zien
in een schitterende wolk, omringd van hertoginnen en
markiezinnne.nl, die zakken vol goud voor zijn voeten
wierpen.
„Wacht toch in) hemelsnaam, mijnheer Porthos!
riep zij uit, „w'achrt toch en spreken wij eerst samen.."
„Miert u te spreken brengt mij ongeluk aato", zeide
Porthos.
„Maial' zeg' mij da.111, wat gij verlangt?"
„Niets!"
De procureursvrouw hing aan den arm van Porthos
en in de hevigheid barer smart riep zij uit: „Mijnheer
Porthos, ik weert volstrekt, nietsi van het gebeurde;
i weet ik iets Vato eeni paard, heb ik verstand va,® een
tuig?"
„Gij moest lïet aato mij hebben overgelaten, die er
mode bekend beul, mevrouw; miaar gij hiebt wil'len be-
zuinigen en dbrhalve op woekerwinst willen leetoen."
„Hierin heb ik ongelijk gehad!, mijnbeer Porthos;
maia,r ik zal bet herstellen, op mijin) woord van eer."
I „Ein, op wat wijze vroeg de musketier.
„Luister, redenavond gaart mijnheer Goquetoard
den hertog de Chanlate spreke®, die hem heeft doen
ï'oepem. Die samenkomst z'al ten) minste twee uren
dui'»n; kom dus, wij atollen alleen! zijn eto ku/nineto dan
allerliefste vrouw, die ook veel van hem houdt., maar
vre,eseli,jk voor indrukken vatbaar is ©to dientengevolge
in moeilijkheden geraakt, waai' haia.r echtgenoot- haar
dan tracht uit te helpen. Mevrouw Peiling is lijdende
aan Ibsenitis, zooals zooveel dame® uit ouzen tijd', dïe
de- stukken van den groote®1 Noor zien of lezen en be
wonderen, zonder te bevroeden, dart haar verstand niet
rijp of niet giroot genoeg is om dirt geestelijk maal te
verteren, zooclat zfe aan indigestie, lijden.
Peiling is o.p reis ito Rusland', als braaf Eing'elsch
koopman trachtend! de volhsmatigheid aldaiar te bevor
deren, door e,r zooveel mogelijk thee te verkoope®. Ge
durende zijne afwezigheid maakte zijn, vrouw, Sophie,
kennis met ©en ultra-voorstander en1 aanvoerster van
oen Vrouwenbond), Dulcie genaamd, en komt, geheel
onder dezer invloed. Bn dbze kennismak',itog leidt tot
eene andere met, den heer Clarence Woodhouse, e,e®
groot man in dien kring, djie, toaiar we vernemen, zich
verheugt in het bezit van een „groote, blanke ziel".
Woodhouse is een prachtig type vani zoo'n blanke zie
lenaar; maar Sophie's schoonzuster, de verstandige,
degelijke, Agathe Pelling, vertelt haar, dart ze hem een
voozein, ijdelen vent vindt, die hunkert naar een voet
stukje.
Sophie evenwel vindt, de blanke ziel aanbiddelijkna
een voorstelling van „No,ra" te hebben bijgewoond^ is
z© finaal veribsend'ze heeft Dulcie eto de Ziel bij zich
iin hui® genome® en ate1 Thomas! uit, Rusland terug
komt, dol blij weer thuis te zijn, krijgt hij 'm ontvangst
zoo kil als hert beate ibsetosche reoept haar maar kan
maken.
De leuke Aga.the kent haar lief schoonzusje tot in
hart en nieren en) raadt baar broer eletovoudig mee te
doem, maar daarbij de blanke ziel iin zielige blankheid
te overtreffen. De blanke ziel heeft een! leerlinge ge
vonden, in de d'wepemdle Sophie e® heit eerste vereischte
i-s dus, dab Thomas ook soort ziel en ook een leer
linge in zijn huis installeert.
Maar wie?
Daar herinnert hij zich, dat hij een juffrouw met
rood haar, e,en gewezen schildersmodel, dat aan de
schrijfmachine geraakt was, had moetan wegsturen,
omdat ze iu brieven over thee stukken van gedichten
invlocht, 'n Juweel van een) zilel du®.; eni waar d'e heer
Clarence een blanke heeft, voorziet zich juffrouw
Margaret Green die haar toalam verandert van
Grietje Groen in „Kallbia", dat „de Schoon©" schijnt
te moeten beteekeneni vam een, Grieksche dito.
Natuurlijk raken de poppen aan 'rt danisen. Sophie
is, furieus, voelt zich beleedigd, diep gekwetst. Maar
Thomas beantwoordt elk van haar) verwijten kalm met
'n citaat uit Ibsert, bombardeert liaar met blokstukken
uit de ph'ilosophie van d'en poseur Clarence en slaat de
manhaft© en manachtige Dulcie aan tafel d'ood met
aanhalingen uit de eigen boeken dezer geëmancipeer
de dame, die, volgens den eenzamen en bijzonder fat
soenlijken bottelier der Pellings1, zich aan God noch
gebod stoort.
't SpreOkt van zelf, dart de Blank© Ziel bet aflegt
met al haar zalvende gemeenplaatsen, terwijl Sophie
bekeerd wordt van de dwalingen haar® weegs en leert
niet meer geestelijk hooi op haar vork te neme® dan ze
verstandelijk vertieren) ka®.
Sutro heeft ©Ik karakter uitstekend volgehouden,.
We verliezen nooit dien kijk op de wezenlijke Sophie:
een lieve, aanhankelijk© vrouw. Dulcie als „geavam
eeerde" isi ook naar het leven. Doch die amusantste fi
guur is Kalleiai, mat haar Ilelleensche ziel, d'ie dweept
met de oude marmetren beelden ito het Britsch Muse
um, door Lord Ugito daar geplaatst en die rondloo.pt in
onze rekening opmaken1."
„Zoo is het goed, dat heet! ik spreken, mijn lieve."
„Zult gij mij: vergiffenis: schenken?"
„Wij zullen) zien", antwoordde Porthos majestueus.
E|n scheidende herbalaMbto beideto:
„Töit van avond1!"
„Duivels1!" dacht Porthos, zich verwijderende1, „hert
schijnt), dat ik db geldkist van die® heer Coquenard be
gin te naderen."
XXXV.
DES NACHTS ZIJN ALLE KATTEN GRIJS.
D'ie door Porthos eto d'Ai't.agtoam! zoo. ongeduldig ver
wachte avond kwam eindelijk.
D-'Arta.gnaito vertoornde zich als gewoonlijk tegen me
gein uur te® huize va® miladly. Hij vomld haar in ©en
heerlijke 'lium; nooit had zij hem zoo; -goed ontvangen
Onze Gaskonjer bespeurde bij den eersten aanblik, dat
het voorgewende briefje vato die® graaf de Wardtes,
door Ketty aato haire mfeesteresi was bezorgd geworden
en zijn uitwerking had gedaiain. Ketty trad nret eeni
ge sorbets binnen. Hare meesteres' glimlachte haar
met een allerbekoorlijkst gelaart, allervrienidielijkst toe
maar het arme meisje was zoo; treurig" over dfArtag-
nan's tegenwoordigheid bij mlilady, dat zij niet eens db
goedheid van deze bemerkte.
D'Artagmam bescbouwdb beurtelings die t.we© vrou
wem en hij was gedtvomgem ziclrzelf te bekennes®, dart
d.e natuur, baar vormende, zich bedrogen had; aain de
voorname dam© had z;ij een laigei, valsche ziel gegeven
aa.n de kamenier daarentegen een beminnend ©in) trouw
hart gesohoinkein.
Te tien ure began milady eenige ongerustheid te
döen blijken; d'Artagman raadde zeer goed1, wat zulks
beteekende, zij zag op de pendule1, stond op, ging wees*
zitten en glimlachte d'Artagnan toe, op een wijze, die
te kennen g"af: „Gij zij.t zeer beminnelijk, maar gij
zoudt nog beminnelijker zijn, irtdicto gij u verwijder
det."
D'Artagnan stond op en nam zijn hoed; mlilayd gaf
hem har© band t© 'kuss'en. De jongelling beispreuirdH
da> aij «li» drtukf* »n bwgffwp., «lal» «ulk» •iBtetond «U
een Grieksch kostuum, dart haar prachtige vormen uit-
s'tekenld tot haar recht' doet kome®.
Sutro is hier, vóór 'hij de „Wallis1 of Jericho" schreef,
vooral bekend geworden door zijne vertalingen van
Maeterlinck, hij is van PortugeesCh-Joodsche afkomst
en getrouwd met ©eto zuster van d'en minister Sir Ru-
fus Isaacs. Hij heeft eerst zijm opleiding genoten in
diezelfde Mineitog Lane, vandaar dat èml Thomas Pel
ling èn Margaret Green, de malle schrijf machiniste,
naar het leve® zij® geteeketod'.
Meto vindt natuurlijk ook in Mincing Lane groot
handelaren1 in koloniale, waranl, die meer va® Ibsen,
Euripides e® Praxiteles1 gehoord hebbe® dato Tom Pel
ling, die er niets van weeit; db vraag is zelfs geoor
loofd of Sutro zijn „perplexed husband?' aato den een&u
ka,tot niet wat te beschaafd heeft voorgesteld, om diens
gebrek aan1 kennis1 op 't gebied vami literatuur en kunst
volslagen geloofwaardig te maken. Doch hij moest een
gewonen man hebben), met voldoend fijn! gevoel1, om
dien te stellen tegen db overspannen Sophie, die zich
arbeelddle, dart ze een) Ibseni-fi'guur bon zij®, zondbr in
't minst te begrijpen wat „gelijkheid van man en
vrouw" eigenlijk wil zegge®. Als zooveel vrouwen en
meisjes, doet ze maar mee aan de Ibsen-mode, die1,
hier in Engeland!, wat later dato bij oinls begonnen, i»
ongenoegen, ongeluk en verdlriet te brengen) irn tal van
gezinnen.
Ik zei, dat Grietje Groen1, de schrijf machiniste, naar
het leven geteeketod i.s. Diiit1 i& evenwel slechts gedeel
telijk juist; doch iedbr, die de „City" kant1, weet, dat
er onder de duizenden meisjes1, die daar heur brood
verdienen,, een groot aantal i.% dat zibh het. hoofd' vult
met allerlei roniantischen onzin, prulromans leest en
pruldrama's' gaat zien. Sutro heeft Margaret Green
belast met. al die overdlrijvinlgetto, waartoe zulke zieke
lijke overspannen bloeideloiozen ii® staat zijn1.
Sutro heeft vaak uitigesprolcert dat hij *t tooneel niiet
als 'n kansel beschouwt en 't geen goede kunst acht,
die van achter bel voetlicht trouw preekt. Ook in dit
situk is bij dart beginsel trouw gebleven. Hij laat otoa
zien tot welke dwaasheden, we kunnen komen, ate w*
niet blijven binnen de perken vain on© geestelijk eto ze
delijk kunnen, E.n dat laat hij ons zie® op een wijze,
d'ie hoogst amusant en door en door geestig is, terwijl
li ij het zuiver, gezond, fijn gevoelen zoo volkbmen tot
zijn recht laat komen,, dat het geen wotocllefr is, dat zijn
stuk zoo insloeg als liet deed.
EERSTE KAMER.
Gistermiddag vergaderde de Eerste Kamer, in welke
vergadering de nieuw gekozen leden de heeren prof.
Bavinck, mr. van Deventer en Zijlma werden geïn
stalleerd.
Nadat baron Schimmelpenninck van der Oije het
voorzitterschap aanvaard had, deed de griffier voor
lezing van een brief van mevrouw de weduwe mr. J.
C. de Marez Oyens, haudende kennisgeving van het
overlijden van liaar echtgenoot.
De voorzitter herdacht den overledene, waarna voor
lezing werd gedaan van het bedanken als Kamerlid
door mr. van Leeuwen, tengevolge van zijn benoeming
tot commissaris der Koningin in Noord-Holland.
Vervolgens ging de Kamer over tot het trekken van
de afdeelingen en tot het benoemen van voorzitter#
en ondervoorzitters, waarna de vergadering werd ver
daagd tot hedenochtend.
een gewaarwording, niet vaini koketterie, maar vato er
kentelijkheid weg-ems zij.nl vertrek.
„Zij1 bemint hem tot dolwordbn's1 toe!" mompelde hij.
Ketty wachtte hem niet in -die voorkamer, itooch i®
de g'ang, noch aan de koetspoort. D'Artagtoiani moest
zich alleen naar d© trap en de Meime kamer begeVeto.
Ketty zat, met hare hatodbnl Voor d© oOgen' e® Weendb-
Zij hoorde d'Artagniain binnenkomen, maar zij richtte
het hoofd niet op. Dë jongeling trad uaair haar toe
en nam har© handen; toen barstte zij ito gesnik uit.
Zooals d'Artagtoato vermoeddb, ha,dl milady, dbn brief
ontvangende, die® zij meemidb, het antwoord va® graiaf
de Wardes te zijn, in db dronkenschap barer vreugd,
alles aan de kamenier verhaald; vervolgens1 had zij
haiar, Der beloönimg vo.or de wijze; op welke zij dezen
keer hare boodschap had verricht, ee® beur» gegeven.
Ketty, in hare kamer komendtev had) db beurS' in ©ein
hoek geworpen, waar ze, geheel open) was blijven lig
gen,* terwijl eir d'rie of vier goudstukke® op het vloer
kleed wanen uitgevalle®. Het arme mleiisje, de stem
van d'Aria,gtoam hoorendb, richbt© eindelijk het hoofd
op. D'Artalgnaini schrikt© over d© verandering va®
ha;ar gelaat. Zij vouwdle haar handen op een smee-
kende wijze, maar zonderl woord te durven spreken.
Hoe weinig gevoelig" dAArtagnian's hart ook ware,
toch gevoeld© hij zich verteederd dooi' dbze stomme
smart; doch hij was te zeer gehecht ala® zij® plannen!
en vooral aan het laa.ts'tb, 0111 iets ito zijne voornemen»
te veranderenhij gaf aan Ketty niet db minste hoop
van zijn roekelooz© onderneming te zulle® afzien, die
hlij besloten haid' tem uitvoer t© bre,ng©®; alleen stelde
bij haar die voor, zooals z,ij werkelijk wias, namelijk als
een eenvoudige wraakneming op milady voor bare ko
ketterie en als het eenige middel, dat hem overbleef,
om va® haar door vrees1 voor sehandb, de verlangd© be
kentenissen nopens, juffrouw Bonaoieux t© verkrijgen1.
Dit plan was: overigens t'e gemakkelijker uit te voe
ren), daar miladty, uithoofde vato iredbue.nl, welke men
zich ndert kom verklaren,, maar dib van veel gewicht
schenen, Ketty had aanbevolen, ail de lichten van haar
vertrek, zelfs die i® db kamei' der kamenier, uit t»
do'oV«n
(Wordt Tsrvolgd).