DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 229 Honderd en dertiende Jaargang, 1911 DONDERDAG BINNENLAND. De drie Rfluskefiera» Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Oroote Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. 28 SEPTEMBER. ALKMAARSCHE COURANT. ALKMAAR, 28 September 1911 Kaar 111011 weet wil de heer ran Kideirlen Wachter Duitsehlamd gelukkig maken met het. Eramsche Con go-gebied, dait indertijd d'oo.r vaste grenslijnen werd afgescheiden van Du-iltsch Kameroen. De onderhande lingen daarover zullen; naar verluidt, sitelTig duren tot half-October, en langer nog, zoo afgeweken wordt van de concessies, waartoe Frankrijk zich ini Augustus bereid verklaard heeft. Over dit Comgo-gebied heeft de Pransohmain de heer Feliciem Ch-allaye een be- tangwekkend1 'boek geschreven; „le Congo fraln§ais", dat bij Felix Alcan te Parijs verschenen is-. De schrij ver was lid der 'door db regeering uitgezonden -expedi tie, welke onder leiding stond vainl dien luitenant -ter zee Savorgnan de Bralzza; die er het leven bij verloor. De heer Ch'aM&ye beoordeelt objectief miaia-r scherp de ze streek en mocht men geneigd zijnl bij het volgende aan overdrijving te gaan geltooven, dan bedenke men, dait een Framschmam spreekt over Fr-ansch gebied van welks afstand nog geen spraike was, toen hij het be handelde. Het «equatoriale Afrika, zegt hij, stemt -diep-droe- vig. De geweldige eentonigheid vain zijnl uitgestrekte landschappen., van zijn somberen horizont, van zijn zwijgende eenzaamheid; zij-u donkere bosischen-, doodt het denken, doet bet voelen verstijven, het 'hart ineen krimpen. De loome, vochtige- hitte drukt- den blanke -a8 pue-jmippnooA iraaa sje raap; 8!pnooj[ ep '.raaunn vaar. Er zijn verder geen inboorlingen, primitiever, barbaarscher, trager, meer uitgehongerd!. Hier is het klassieke land der jachten op slaven, en menscheneters. Door de aanraking met die aangeboren dierlijkheid der zwarten ontwaakt die atavistisch© wreedheid der blan ken. Het Roek, dat men hier hemkwe.11 moet, is D,antes hel. Beelden, woorden-, zd-ns-wemdimgen vani D'anite doe men voor on-zen geest op. Hier is- geen hoop meer, be ken van bloed, land vain tranen, streken va.n eeuwig klagen Hetzelfde medelijden; dat den dichter in ile hel aangrijpt, maakt de trekken van hen, die door het midden' van Afrika reizen!, somber. Ik vrees, dat wie deze -elenide hebben) doorgemaakt, ze nimmer weer zullen kunnen vergeten, Mijn- leven tong zal ik db droe fenis onthouden, ondier welke ik met eigen oogenl een hel op aarde heb gezien. Zijn indrukken vat de. schrijver aldus kort tezamen: Overal woestijn, overal hongersnood. Nergens zijn dorpen, nergens ook aanptontingem, niets ie e-r te brijgen, geert melk, 'geein eieren, geen groenten, men leeft van conserven-, die op den. duur de maag bederven. Wreed tredbn die Era-nlsche maat schappijen, die hier concessies hebben', op. Regeeriings- - controle is er zoo g-oed als niet; de maatschappijen heb ben ook de politieke macht, zdjni politie- en belasting- - overheid, justitie en handefcmaiarttohappij', tegelijk. De heer Delcassé, thans minister van marline, heeft inder tijd een sj'acherhamdel met concessies- en monopolies gedreven, hetgeen tot verarming en onrtvo-lkinlg ram 't gebied' heeft geleid. Een paar staaltjes1 vam grenzen- looze willekeur en wreedheid noemt die schrijver. In het laaitSsib van 1904 weird het opperhoofd der Bi- digri's onder tot voorwendsel, „de vrijheid van handel tie tobben aangerand", inl hechtenis genomen in waarheid wijl hij geiweigeirid had, aan de maatschappij caoutchouc te levexeji. Eeini maand daarna overlijdt hij ito gevangenschap. De Bidilgri'-s komen in op -staind, dooiden 27 zwarte belasting-beambten en eten dez-e op. D'e Europeanen, die dadelijk met wa-penge weid optraden, vonden in die hutten der inboorlin gen, de setodteds'der beambten, gevuld met caoutchouc ballen. Aangrijpend zinnebeeld, zegt de schrijver, dat uitstekend de werkelijke oorzaak van all deze wreede maar gerechtvaardigde opstanden uitdrukt, In Bamgi stond een buit-, zes meter lanlg, vier metei' breed, zonder a-ndere opening dan de 'deur; hier wer den 68 gegijzelden opgesloten, vrouwen en kinderen. Deze gevangenis, verpest eru zoinlder licht, is afschuwe lijk. De vrouwen en kinderen krijgen onvoldoende vo-e ding en in de eerste. 12 dagen stierven er 25. De lij I ken wonden in de rivier geworpen. Bij tot vijf en twintigste sterfgeval besluit men- de overblijvende-li een ru'imer lokaal te geven, maar men voedt ze niet beter en de doodl gaat voort zijn werk te voltooien. Op eeinl goeden dag hoort elen pas. aangekomen dok- tier kreten en zuchten in een gesloten hut, hij iaat. haar openen en vi.nldt eenige vrouwen en kinderen, tot raamtem vermagerd:, een vrouw, die juis-t een kindje tar wereld1 bracht, en een doolde. Hij protesteert met a-lle kracht, edsciht die vrijlating der ongelukkigen.. Van de 68 gegijzelden! zijn er nog 21 in tot leven), de ove rigen zijn gestorven bij gebrek aato lucht en voedsel De over-b-lijvenden worden maar hun dorpen terngge bracht, verscheid enen zijn zoo zwak, dat ze kort 11a hunne i n vrij hei ds l eüi. 11 g' sterven. Een vrouw keert bij haar familie terug en zoogt -een vreemd' kind: haar kleintje is- d'ood etu zij he-ef't tot kind van een d-ood'e aangenomen. In dit'ontzettend drama zijn het de vrouwen van menscheneters; die den) wreedtem blanken onderwijs in menscheulitefde -geven. De schrijver, verkla'art, dat zelfs die goede wil van den ede-len minister van koloniën Guil'la-in; die in 1&90 aan het bewind kwam, er eléohtsi in slaagde in die wan daden van -den heer DelCasisé en die met dezen verbom dein maatschappijen voor een heel kl'eim dee'l te voo-r zien. De concessie-verdragen werden in het geheim gesloten, nooit werden ze officieel gepubliceerd. De re-geeringsambten® ren in de 'kolonie durven niet krachtig op te treden, wijl' ze weten dat te Pa-rijs de beambten aan tot ministerie met de -directies der maatschappijen onder één) hoedje spelen. Alle po;gin gien dier Fransche regeerimig' o-m de maatschappijen te dwingen hare verplichtingen, na te karnen, mislukten: de rechtbanken tobben) steedisi geweigerd, co-nces-sies- in te trekken. De heei' Chal'aye berekent, dat de eenige mogelijk beiid om den ondergang- van tot land te voorkomen (er komt veel ivoor valnda-an, maar de hoeveelheid, vermin dert onder de vervolging: der odifa-ntenkuddem van jaar tot jaar geducht en het caoutchouc lijdt ook onder den roofbouw dei' Eranschen) is, die indertijd gratis ver strekt© concessies door den Eranschen staat te doen terugkoo-pen' voor 50 m-illioen guidlen. Dni'tschland zou d-usi thaimsi ook minstens dla-t bedrag moeten beta len. En wat. heeft men, dan? Een uitgemergelde bo dem, uitgeputte of nog miilet ito cultuur geuomen na- tuursChatten, zieke en: s-ulkkelende menischein, een woest rijk zonder wegeni, zander gehuchten, -zander arbeiders, miet een klimaat, dat dooideind isi voor blainkön. Een oorlog -had het bezit va.n dat gebied Duitsehland kumme-n kosten terwijl het, naar de klassieke uit spraak, blijkbaar nog niet eens die beenderen van een Pommersc-h grenadier waard is TWEEDE KAMER. Het onderzoek in die afdeeltagem van de Tweede Kamer van de Indische begrootding van 1912, Dinsdag voormi(ldag* beigioirbneni, is vkiig" van sitapel gpelootpen. Op den eersten -dag zijn reeds drie sectiën met tot wem gereed gekomen, en verwacht Werd', -dat in die twee overige afdeelinge-ra gistermiddag liet onderzoek zou afloopen. Aanstaande Dinsdag komen de afideedlimigem weer bij een tot overweging van de St-aatsbegro-oitimg, e-n-z. De afdeeliingem dier Twefede Kamer tobben benoemd tot rapporteurs over de hieirma. te noemen wetsontwer p-en: omte-i.geniing vo-o,r een gemeentehuis te Grijp-s- kerk; verkoo-p van diuingromd te Katwijk alain Zee; rui ling van grond aan de H-ofstraiait te s-Grnvenhage; onteigening voor den atainieg va.n- havens en los- en laadplaatsen te. Tilburgidem voor de verruiming van twee b-ochtcn inl -dien H-oillandlscheii IJsel; wijziging van die wettelijke bepalingen omtrent, dein zoultaccijns, de heeren Van der Molen, T'eenist.ra, Veirtoy, vain- Vliet en V-lliegen; en ove-r de wetsontwerpen tot goedkeuring v-an net verdrag met Frankrijk nopens, die overneming van armlastige krankzinnigentot goedkeuring Van de te Parijs oindbirtle-ekendb regeling tot beteugeling va-n- de vetnsipreiidlihg van ontuchtig© uitgaven; tot goedkeu ring van het te Parij-s- onderteekemld verdrag tot be strijding van den z,.g. handel in vrouwen en meisjes, toit aanvulling van het tarief van uitvoerrechten in jSTed-Indliëtot kwijtschelding van vorderingen -en van een opgelegde vergoeding en tot naturalisatie, de toeren Kooien, Van Karmebeek, Tydeman), die Merité Ver Loiren en Heemskerk. DE OBSTRUCTIE DER SOCIAAL-DEMOCRA TEN. In de afdeielingeu deir Tweede Kamer is Dinsdag en gisteren door die sociaail-democr-aitera gee,n obstructie gevoerd. Het schijnt db.t, ze besloten tobben al hun krachten te sparen voo,r -de open-bare .behandeling der Miltiewet, die op 17 October aanvangt, Obstructie in de afdeel ingen heeft tro-uWens' z-eer weinig effect De indruk i n parlementair© kringen is, dat de rechterzij de niet zal toegeven, dloch door tot houden van zee,r lan ge en van avondvergaderingen brachten zal die obstruc tie als tot. waire af te: maften. HET INKOMEN DER KROON. Binnen enkele maanden is- te verwachten het rap port der Staatscommissie voo,r de- Grondwetsherzie ning, en zal o. m. d-e wens-chelijktoiid worden betoogd; om het jaairlijksch inkomen der Kroioiy van rijkswege met minstens 200.000 te verhoogeni naja n"¥ i1^ Mf ALEXANDRE DUMAB, 111) x -0- „At.hosantwoordldle dPArtlag-nan, „bereid1 u, ee-n ongelooflijke; ongehoorde geschiiédlenjs te hooiten." „Spreek dlain", zeidle Athos. „Wel-n-u", 'ging: d'Art-agniaini vooirt, het 0.0-r vaar Athos naderende en' hem zacht influisterende: „Mi-lady is met een lelie op den schoiudiar gebr-andlmeii'kt." ■„O, hemelTiet dC musketier hooran; alsof eau ko gel hem tot. hairt hadl dborbooi'dL „En nu", zeilde d'Artaginain, „zij t gij wel zelcer, dat d'e andere wezenlijk dood is?" „De anidiare!" henha-aild© Athos- met een gesmoorde stem, zoodia,t dfArtagnan -hem nauwelijks verstond. „Ja; die van wie g'ij mij op zekeren, -dag te Amiens apra.akt." Athos slaakte een zucht an liet z-ijn hoofd) in zijn beide handen- zinken. „Deze is een vrouw", vervolgidte d'Artagnan, „van zes- of achtentwintig jaar." „Blonid?" vroeg Athos. „Ja." „Heldere blauwe oogen; zonderling va-n halderheid, met zwarte wenkbrauwen ©11 oogharen?" „Ja." „Groot en welgevormd? ILa-air ontbreekt een t-a-nd naast dan linker oogtand?" „Ja." „De lelie is klein, rosachtig en bijna uitgewis-ebt door lagen van blanketsel, waarmede zij die dekt?" „Ja." „Gij zegt echter, dat d'e vro-uw een Engelsche is?" „Men noemt haar milady, maar zij kan desniettemin een Fransch© zijn, lord d» Winter is slechts haar schaonbroedeir." „Ik wil haar zien/', zeidle Athos'. „Wees op uw hoede, Athoisi, wöes op uw -hoede, gij h-ebt ha:a,r willen om he:t leven brengen, en zij is een-e vrouw om heitl u betiaaldbte zetten en niet te falen „Zij z-al niets durven openbaren, want dan maakt zij zich bekend." „Zij is tot alles inl staat, hebt gij ha-ar ooit in woede gezien „Neen", zeddb Athos. „D'ain; is zij als ieen tij-gier, als een painter. Ach, mijn waande Athos! Ik v-rees zaeir, ons beiden- een verschrik kelijke wraak op den halts tie hebben gehaald." I D'Artagnan verhaalde toen allesde ontembare woe de vam milaidy eni haiair moordbedreig-ingen. „Gij hebt gelijk, mijn- leven hangt aan een haair zeide Athois. „Gelukkig veriaten wij overmorgen Parijs; volgens alle waarschijnlijkheid gaan' w ij-naar la Roebelle en eenmaal Vertrokken. .Zij zal u tot het einde der we reld vervolgen; Athos, indie n-zij u herkent. Laat daar om haiair haat zich op 111 ijkoielen." „Wél, mijn- waarde; wat komt tot e-r op aan of zij mij om het leven brengt?" zeide Athos. „Zoiudt gij u bij toeval verbeelden; dat ik aan- het leven ben ge hecht?" „Er schuilt ondier dat alles een vreeselijk geheim, AthosDie vrouw is een bespiodste-r in dienst, van den kardinaal', hilervam ben ik zeker." „In d-a't geval, wees- op uw hoede. In-diern de kardi na-al u al -n.iet bewomdert, draagt bij u althans wegenis de zaak van' Loin-dén een hevigen 'ha-at toe, maar dewijl bij slo-t van rekening hij n met grond n'iefs kan ten laste leggen, moet di'e haat langs een- omweg geko-end wo-nd'em; wees dus op uw toiedé! Wanneer gij uit gaat, ga dan niet alleen; wa-nine-er gij -eet, neem dan cto uocdi-gie voorzorgen-; hoetd u voor alles, zelfs voor uw schaduw." „Gelukkig", zeide -d'A-rtagnan, „da-t wij slechts t-ot evermoii'geinavonid vr-ees- behoeven te koesteren, wamt. eenmaal bij bet leger, zullen wij. hoop ik, niet anders dan, m-airmen to vreezen- bobben." „Intus-scton", zeaidb Atho-s, „zie ik vara mijn plan va,11 opsluiting af en zal u overal' vergezellen. Gij moet u'a-ar de Doodferaverstraiat' terugkoeren. Ik zal u ge leiden." „Het zij zoo; mijn waia-nde Athos; maiair laia-t mij u vooraf den ring teruggeven, dien ik vain die vrouw tob gekregen. Die saffier -behoort u. Hebt gij mij niet ï-ezegd', dat dat juweel c-ein familiestuk was?" „Ja, mijn vaid'er kocht dien ring vooir tweeduizend lu-onera, zoo-als hij mij eertijds heeft, ge-zeg-d; bij maakte een deel uit vani den brui-dis-s-ohat, d'ien- hij mijn mo-edex ten geschenke gaf; 't is een kostbaar voorwerp, mijn moeder gaf 't mij, en ik, -dwaas die ik was-, ira p-la-ats van het als een heilig aaindenken te bewaren; -gaf het op mijn beurt a.ara -die eerlooize vrouw." „Welnu, neem hem terug, ik begirijp, -dat gij er aan getocht moet zijn." „Ik, diien ring terugnemen; m-adiat hij in haimden dier eexlo-oze is geweest NtooitDie ring" i-s beisimeit; d'Ar tagnan I" „Welnu, verkoop tem dam, of verpand hem, men zal er u wel duizend kronen op lee-ne-n. Met dii-e som zijt gij volkomen gered, vervolgens kunt gij hem, zoodr-a gij weder bij kas- zijt, lossen era hem, va-n zijn besmet ting gezuiverd, terugnemen-, nadat hij door de h-anden der woekera-ars zal zijn gegaan." Athos glimlachte. „Gij zijt een beste jongen, mijn waarde d'Artagnan! Gijwekt doott* uwe o-nveir-a-nde-iiijke vi-oolijktoid de to d-rukten vara geest wed-er uit hum dro-efiteid op. Welnu ja, verpanden wij d-era ring, di-e, mij behoort, ma-ar op één© voorwa-airde." „Dat -er vijfhonderd kroin-en voo-r mij en vijfhoradierd voor u zullen zijn." „Wat denkbeeld-, Athoe! Ik tob het vierde, gedeelte va-n de som'n-i-et noodig", dewijl ik bij de g-ard-es be-n, zal ik mij tot noodig©, door tot verkoopen van mijn zadel, wel bezorgen. Wait he-b ik noodig Een pa-aiyi vo-r Planchet, ziedaar alles. Vervolgens vergeet gij, dat ik ook een ring bezit." „Aan we-lken g'ij nog meer zijt gehecht, meen ikdan ik aan den mijne, ten minste ik meen tot te zien." ZEGELGELDEN TREKHONDENWET. De vraag op welke wijze die ten) onrechte reeds- be taalde zegelgelden; voor aummlerbewij-zen krachtens de Trekhonden-wet waire-n te re'sti-tuleeretn, is door den mi nister van filn-anciëni aldus beantwoord; dait alani de ge- meemtebeBituremi welke iniummieirbewijzen), voolr-zien van buitengewoon zegel, afgaven, de gelegenheid zal wor den geschonken om voor het-bedrag der voiotr de nium- m-erbewijzem betaalde zegeHgeMlen andere stukken, wel ke gezegeld moet-en wor-dbn; kosltdloos te doen zegeleiii, mits bedoelde nummeribewij-zen aiain- de administratie worden afgestaan. In dien ziin- is- door den- minister -aian de ontvangers van het buitengewoon zegel de nootdige machtiging verstrekt. De gemeentebesturen z:ijn tbans verzocht te bevor deren, dat aan de houders va-n toiudemkairren, die ten on rechte zegelgelden bet-aaiden, datbedrag ui t de g e meente-kas worde gerestitueerd; DE TARIEFWET. Het bestuur der Nedlerlandsch© Vereenigiug va.n Electro,technisch© werkgevers- omvattende^ die voo-r- niaiam-ste werkgevers op electroteobniisch gebied in. IN e- de-rland en als zoodanig die koopors van de groot© meerderheid van! -da electro-tedhnlisCto airtikelc-n heeft zich, ter zake van die Tarief wet, met een adres tot de Tweed© Kalmer geWendi Acl'ress'ante'ii' wijzen er o>p, diait ini lioofdlaaialk htm ar- zetgebied' ligt bij de verschillende fabrieken, vo-olr wel ke eeht-er d'e aanschaffing van eleetrrsdte insltallaitie® bij invOeri-ng van die nieuwe tarieven bdainlgiijk tliiui d-er zal worden, waardoor -die ka-ns geiiHng-er wordt, dat zij tot. aanschaffing zullen- kunnen oveirgaaini, zoodht niet alleen de werkgevers en werklieden; op electro- teclmisch gebied in bun bedrijf gi-schaad zul-enl war den, doch ook -de industrieën Zich die voord-eelen v-an electirische verlichting en beweegkracht minder -gemak kelijk zullen kunnlen versohaffen, Overgaande tot eenige oaiderde-dl-en, marken zij op, dla-t er, wat dtynamo's en) motoren batrief-t, slechts één fabriek van eeiniig belang bestaat, die bij lang© na niet in die behoefte kan voomzliem; en d© eigenaiardigheden van het bedrijf medebrengen, dat fedtelijk slechts zeer groote ondememingen o-p dit gebied' bestaiambaiar zijn, Wiaarvoor in ons larnd ge-en plaa-tis- is, 'z-oodiat, daar d-e kans op het scheppen van nieuwe, ondernemingen ui terst gering is; de groot- e nklein-indlusitrie hier te lande de kosten) van db invoerrechten zial moeten dira- ge-n. Geldt dit i ngering© ma-te voo-r de dynamo's en electro-motoren, in groote mate geldt di,t vooir boog lampen, instlrumenten, afslixiteiris; apparat-eu; en!z.. Waarvoor -een recht van 12 pet. wordt voorgesteld, wat- dus een belangrijke verhoogiinlg op de installiatiekasten beteekent, zoo,dla-t, dlaiar er geen indbs-tirie van eenige be'teakenis hier te llande Vaini deze artikelen bestaat en ook, n-a,ar de meening van adressanten, -zich grondend op hunnie ervairilng op dit ge,bied, niet te verwachten is, o-ek bij een inkomend recht van 12 pcit. tot geheel zal neerkomen! olp een verhooging Van de kosten voor de wihkeliers, particulieren en fabrieken, waarvan adressanten 'iiru hun bedrijf db schade zullen ondervin den). Adressanten meenan dan o-olk te mofgem -opmerken-, d'at hetzelfde motief, hetwelk vdgenis de memdrie van toelichting gegolden- beeft om vo-oir te stól-letn buizen, pij-pen en buisvormige fittings onbelast te l'aite-n, name lijk „omdat zij1 ovier het algemeen- in hoofdzaak uit bet buitenland moeten- w-ord'en betrokken", in even sieiks miate zou mo-etbn gelden voor bovenSta-anda el eotiro- I technische artikelen. Een uitzondering hierop malkeu db dlectriteche gloei lampen, waarvan' -hier te lanld-e een bloede-nidb indnstTi» bestaat, d'ie zele-r zeke-r in db -geheele behoefte ka-n voorzien. Het komt -adressianiten echter zeer bedehka- „Ja; want in een buitenlgewone omstandigtod-d kan hij ons n-iet alleen uit een -groote verlegenheid, ma,ar zdfs uit ©ein groot gevalar reiddbn. Het isi niet alleein een eenvoudige diamant, maar tev-eins eep toover-, een beho-ed m id-del. „Ik begrijp u niet; ma-ar ik igeloof wat gij ze-git; Kee- r-en wij dus tot onzen rinlg -ter-ug -of liever toit. d-en uwe, gij zult dè 'hblft nemen -de-r som; welke mem e-r ons voor zal geven, of ik werp torn iin de Sein© en ik twijfel er aan o-f ©en of andere visch beleefd genoeg zaïl wezen, hem ons, zooal-s aan Polyorateis, te-rag te bezorgen-." „W-elaian; ik silem er dn toe", zei dPArtiagwam. In, da-fc o-olgenhliik' trad Grimaud bihnein met. Plan chet, die omtrent zijn meester ongerust, nieuwsgierig was te weten, wait vain -hem gewo-rdbn: was-. Athos kleedde zich en- gereed om te vertrekken-, gaf I hij Grlniaiud een t-eekein; namelijk de beweging niaton- de va-n iemaind; -ci-ie zijn geweer op i-eitis aanlegt. Deze ma mdaia-r-o-p zijn miu-sket van den wand en ma-akte zich gereed zijn meester te vergezellen. D'Art-agnan en Athos, de-o.r hun lakeien gevolgd', kwamen zonder eenig' c-ngevail in db D-o-odlgraveiristraiait. Boinacieux stond voor de deur; hij be-z-ag d'Artagnan met e-en spottend gelaa-t. „Wel, mijn beisite heer, haiast u toch. Elr is boven m uw kamer teen schoen meis-je; dia-t; u w-aeht, en d-e vrou wen-, zooals gij weet-, houden ter -niet, v-an, -dla-t. men ha,a r laaf wachten." ,JDat. is Ivot-ty!" riep d'Artagmam, de g'ang i-nsnel- lemde. En waarlijk op het p-artaial zijner 'kamer tegen de deur geleund; vond hij het airme kind, bevende van angst. Zcodra zij hem ontwaarde, z-eiide zij: „Gij hebt mij uw bescherming beloofd1,, gij hebt mij beloofd, mij voor hn-r-en t-oora te behoeden, herinner u, dat gij het zijt, die mij in het verderf gestort liebt." „Zeiter", zeide d'Artagnan, „wees gerust, Ketty, maar wat is er n:a mijn vertrek gebeurd?" (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 1