DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Honderd en dertiende Jurgang. 1911 VRIJDAG 29 SEPTEMBER. DOEDESz. MEDENBL1K. De drie Musketier1». BINNENLAND. No. 230 Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzondeilijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3 Prijs der gewone advertentiën Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. FBUHjIjESTOM (Slot volgt.) ALRMAARSCHE COURANT. i. ALKMAAR, 29 Sei>t. Of' we hem in Alkmaar tijdemsi dein optocht dan wel op Gudlt-Alkmater gtedlijelnldte de feestelijkhedien zullen zien, weten) we niet, maar wel gefoovem we, dat de .per soon van Dotedlesz Medtenibllik, tijd- en ambtgenoot van Kloris van Teyllinlgemi, merkwaardig genoeg iel, otm ook hem een plaatsje onder dfe manned van beitteekemils in een van heide of in beid'e historische voorstellingen te geven. Sindls' j-aair en dag lag er op an® bureau een „afschrift, van een handschrift! v-an eten) te Alkmaar ge boren© dien 3 October 1510", daiti dalai' indertijd door een1 welwillend stadgenoot; werdl gtehrachit. „Bij gele genheid" zou ei' dens iefe vail) in die courant! worden opgenomen, mlaai" waar verleden jaar een) geschikte ge legenheid ons ointjglipte, itei er dhmfeti oris than®, nu op de belangstelling der lezers voor een persteen uit dte da gen van het beleg mee nnoig dlami ander® malg' worden gerekend, wel -nedteni om 'het verzuimde in te halen. Wij vragen dus eenige aandacht voor Adriaeni Doe- desiz, die veel in dte wereld! heeft -rondgezworven en na een avontuurlijk leven zich weer in zijn geboortestad vestigde, daiar het eerzaam beroep van apotheker uit oefende en verscheiden openbare betrekkingen be kleedde. Den 3dem October 1510 werd hij te Alkmaar gebo ren, zijn vader 'heette Doetdiets Jaoöz. Mtedenblik en zijn moeder Geeirtruyt Amdrieisd. Basgerisi. Toen ik* zes- maanden oud was, zegt hij in het hand schrift, welks afschrift, wij bij: die aanhalingen letter lijk volgen, werd ik door mijn oud-oom, heer Jan Can- memaker, die een! priester was, vaini de milnme t huis gehaald! eni miklelijk opgevoed. Hij vertelt verder dat hij op vierjarigen leeftijd, van een veulen1, dat hij had willen grijpen, een slag in het. aangezicht had gekre gen, waarvan hij altijd] een litteekeini heeft behouden, en, dat twee jairem en negen maanden daarna, daags voor dte St. Janisi mis „dte GeMersehe knechten" binnen Alkmaar gekomen zijn, hetgeen gemakkelijk ging. daar men toen ter tijd geen poorten en sloten had. „Mijn© ouders, mitsgaders de vooinmnaimstte burgers zijn door vrees; met dier haast, die stad1 ui-tgeloopem en ik bleef diaiair bi'ninemi met mijn! ooms meid, die mij uit nemend wel verzorgdetwee dagen nad-at die knechten in de stad gekomen waren, was er een groot gerucht o-nider 't' gemeen© volk, dat. men, na de plundering, de gansche stad zoude in brand' stekten, waardoor wij, met een grootte hoop vrouwen en kinderen zijn geweken in de bagijinein weid, aan die noordzijde van d© stad, 'al waar wij lagteni drie dlagem err twee n'aöhiton, verwach tende alle uren den brand'; tienlaaitsitle werld ön;s ge boodschapt, dlat die stad verbedein (d. i. afgckoeht) was, zoo zijn wij allien wiederota gegaan1 elk naar zijn huis, dat men wel opgeschikt vonld, behalve het groot geweld, roepen en kermen en, dte moedwil, dat men al lee in ts op de straten e,m elders hoorde, en zag. meid, zich te Alkmaar niogithariS' niet vteillig genoeg achtende, braigt mij in 'htetl Regnliersklboster', buit en die naar ALEXANDRE DUMAS. 112) o— „Ik weet het niet", zeidte Ket-ty. „Op baar ge schreeuw zijn die knechts toegeschoten, zij wals in to- vigen toorn eml alle mogelijk© vervtloekinigeinl heeft ze tegen, u uitgeschreeuwd. Toen dacht ik, d!at zij zich zou herinneren, dat h,e;t laingsi mijn kamer was, dait gij in de hare kwaiamt ©n derhalve bemerken, dat ik uwe handlangster was. Ik heb het, weinige gteldj, dat ik bezit, tenl mijn beste klteedeireinl genomen en ben ge vlucht." „Arm kind! Maar wait met u te beginnen? Ik ver trek overmorgen." „Al wat .gij wilt, heer ridder! Do© mij Parijs,'zelfs Frankrijk verlatten." „Ik kan u toch niet naiair het belieg" yam la Roebelle rnedenemen", zeide d'Artagmari. „N-eem; maar gij kunt mij een dienst inl de provincie bij een of andere dame uwer kennissen bezorgen; in uw land bij voorbeeld." „Ac'h, mijn lief kind, in mijn land hebben de dames geen kamenier®. Miaiar wacht, ik beib iets gevonden. Planchet, ga Aramis ro-ejpem; verzoek hem dadelijk hier te komen. Wij hebben hem iets zeier gewichtigs te zeggen." „Ik vat het nu", zeilde Athens; maar waarom niet Portos? Ik geloof, dat zijn mair'kiieizim „De markiezin van Porthos zou zich liever door de klerken van haar man laten kleedtein, dan een kamenier te nemen", hernam d'Artagnain glimlachende„Bo vendien, Ketty zou in de Beerenstraait niet willen wo men, nietwaar Ketty?" „Ik zal gaan, waar men wil", antwoordde Ketty, „als ik goed verborgen ben en men niiet wet©, waar ik mij bevind." stad, dte procurator van mijn ooms kennis zijimdte, deze bewaarde mij inl zijn cel, maar door dte GteMterscton, die allies doorstruindien, gievaridem, werd ik do-or zijn schoon© .praatje®, uit hunne hainidlem gered. Het ver trek der Geldersohe geschiedde op Mkria! Viisitatied'ag, na. het welk ik met dte procurator maar die stad ben ge gaan, die wij ga.nisch desolaat bevoelden; het, Ritse voort was afgebrand, behalve een olieslagers huis, staande aan dte Oostzijde, mididten i.ni de straat, met iet gedtekb, en dte wegigtevlugte burgerij is wederom t huis geko-miem." Op veertienjarilgen leeftijd kwam Doedlesz op school eii wel te Bracht, een groot dorp zegt hij zonder aan te geven waar liet ligt, dcch zeer waarschijnlijk is Breeht in die buurt van Antwerpen bedoeld. Twee jaar kreeg hij onderwijs van mr. JohannteS Brtechtialnus en na diens dood eveneens twee jaar van mr. Ludo-vicus, een geleerd man. Zijn Heer-oom besteedde hem daarna in den kost bij een „ondermeester dte.r scholen" t© Haar lem, maar hij was tiaar zooi kwalijk gehuisvest dat hij zich zonder verlof maiar Alkmaar begaf. Nadat hij hier van een ziekt© was genezen), weird hij op zijn oud ooms begieeren door een oom, mr. Rioter Basgenis te Ha arlem, n a ar dte La t ijmsohe school gezonden en „daar behoorlijk geoefend zijnd©" trok hij, ttwiintig jaar oud, a-ar Leuven „om in de reigten tie istiudeeren". Evenwel van de studie kwam niet veel terecht: „Haar, met een gespektem buidel, mijn brteedlea' Class Doedesz Meden-blik, goed gezelschap en geen stuurman vin dend begaf ik mij tot een los studentenleven en ver kwisten mijne tijd in wellust, daar mijn broeder, mij in voortging en verw-aarlooisicLeml de boekoefening." Zijn wangedrag bleef niet onbekend, en wekte, in den fami liekring begrijpelijk eontsttemming„Mijn oom ver staande dlat ik geen priester- wilde wezen en verders vaiu. mijn beleid oridlerrigt, on'tbotodl mij te huis en wat zoo vergramd, dlat hij mij niet meer tot zijn einde wil de leidtem, dm ging ik malar het huis van mijn vader, daar ik ook niet zeer welkom was; doch dbor voor spraak werd aangenomen." Andermaal trok hij naar Leuven en past© thans1 betier op twee jaren besteed de hij er aam „tot letere-n) van die kunst der apothekers Blijkbaar waren zijini oudters1 nu meer met hem ingeno men], hij kreeg, ma ©Sn maand) thuiö Vertioefd te heb ben, verlof en gelid, om maar Frankrijk te reizen en daar d'e kunJst verder tte leere-ni. De reis was evenwel niet voorspoedig hij was de Framische tialal niet meester, kom geeni diemSit krijgen zoiöder iets tb© te ge ven, em daar zijngeld begon tte, niiridterem. keerde hij halverwege terug em besteeddtei zich bij teein) weduwe t© Gent als wiukieOJkneeht voor den tijd van één jaar. Wijl hij zich schaamde zoo spoedig weer thuis t© komen:, be gaf hij zich maar maar heit leger voor Munster, toen ter tijd diooir de Wederdoopers bebeiersdht, Tegen den herfst toog hij naar Utrecht om dli'emi winter bleef hij er, in dienst van een apotheker. Eten1 broeder van zijn patroon haidl veel gereisd en door zij'm vertellingen de reislust in den jongeman wakkeir gemaakt. Met de zen bereisden verttelle-r, Aart van! Beusecheiii en nog oen dterdle gimg Doedlesz op reils em daarmede ving een buitengewoon lavontnurllijke Hevensperiodte aan. Eters,t togen Ze naar Antwerpen', vandaar naar1 Parijs, ver volgens over Rouaaid naar Dieppe-. In deze laatst© 'ha ven vondtem ze etemJ schip, dait pas Van stapel gelloopen was. De eerst© reis zou een bedevaart zijn naar S. Ja cob (Santiago die Coimpositiella.) in Spanje, optefet het schip daarna altijd gelukkig zou va-remi Dte drie reis makkers maakten: die rteis medle. Eersit werd eenl Erigel- sche haveai aahgledaian, waar een week werd vertoefd. Over Corunai ging de reilsi naar Compasteiia, waar het heiligdom bezichtigd werdl Bij een s't-ieremge'Vecht al daar liep db jeugdige avonituriei' veel kans' liet leven te verliezen, wijl het getergd© beest op hem afkwam, Ook kreeg hij daar eten verschil mlet zijn makkers, zoo- dat hij besloot alleen over hiefc gebergte naar Leon e vertrekken.. Zoo gedacht zo© gedlaan en t© Leon ver huurde hij zich bij een apotheker, bij wien hij ongeveer twee maanden in dienst Weef. Van Leon rteisdte hij vervolgens naar Santorijn, een stedeke in Portugal, en g'ing per schip naar Lissabon. Zijn geld was hier spoedig o,p. Geven wij hem thans zelf weer het woord om te vertielleni, lie© liij daar bij een Duitschar te herberg geraakte en besloot, nevens andere Buit'scbers, d'e gelegenheid, die zich hier aan bood:, waar te mennen), welke deze, wasi n de 8 of 0 da gen tijd, dat ik daar stil wais, werdl del trom gereten! tot een werving van volk, om naiar Barbarij© te zen- dtennevens nog 12 Duitischers nam ik dienst, voer eersit naar eene haven iini Algarie, daiar ik, met mijn gezelschap te lang onder tot glas getoefd1 tobbende men merkt, da t die verballen' er geen -doekjes om windt zijn eigen zanden nitet' tracht te bemantelen met de boot omtraakte, maar mogthans het gevaar ontkwam en beland© ten laatst© te S'affij, in tot koningrijk Ma rokko. Daar o-mtremdl 2 jaren als soïdiaat gelegen heb bende, maakte diet koning vain, Portugal bestand met de Maarten en, na Velerlei gevallen e ngevareni, haid' ik het geluk met Sjpaanscto stehepen, die aldaar havenden, ter sluik uit dte krijgsdienst, te ontkomen, en met de zelve tie C'aidlix t-e btelandten-. Toen reisde ik naar Sevi'lite (Sevidla veirmlotedlelijk), daar ik in diteniat geraakte bij een geneesheer, mr. Juain Toledoi genaamd^ daiar ik, in goed© achting en van mijn, meester bemind, dien ik voor apotheker ditem dte, etendlg© tijd woondte. 't Gevieil, tien-wijl' ik daar woomdle, dla,t. men een Vloot naar Rioi dte la Plata toterustt©, toen vraiagdl© mij dte Doctter, of ik rmeh hem dterwaairtis wiiklte gaan, hij meem- I de er groot© winisit© te dloem; algtewoon de ver.anideri.n- gein te omhielzten, luisitierdte ik vlijtig1 naar dien voorslag en overkwam met hem voor 4 jaren, voor homdterd du- caten 'si jiaara, en dat ik twee silavten tot mijn dienst zoudte tobben -ein vijftig ducaitien op dte band; hiervan werdl bezigheid gemaakt en alles toit die redz© vervaar digd, d'i© nogtihans door ©enig toeval, nitet voortging. Hierdoor besloot ik ditentet tte riemen! op zeker konvooi schepen, daar ik afgedankt weird voor dte reis was be- j gonnen; evenwel ging ik naar C-adix an mij daar bij i een schipper voor tolk venhiuiurd hcibbcnd© met die zelve naar Zeeland". Te Armemuidten kreeg Dotedleisiz na zijn omzwiervimgen voor tot eerst siridte' la.ng den vaderlandschen bodtem ondter de voeten. Wij hebben hem h&dteni op zijn jeugdreizen gevolgd, maair wanneer wij morgen zijn, levensbeschrijving voort tten, zal blijken, dat hij ook op Tateren leeftijd niet onafgebroken bet beroep van apotheker te Alkmaar heeft Vervuld), ma,ar ook toen nog steeds bleef reizen en trekken. „Thans, Ketty, niu wij scheiden en gij bijgevolg niet meer op mij jaloersch behoeft t© zij'n. „Mijnheer die ridder, van verre of riaibij, ik zal u steeds blijven beminnen", zeidte Ketty. .„Waair duivel nestelt zich die: trouwmompelde Athos. „Ik ook", zedd© dPArtagnlan1, „ik ook zal u stteeds be minnen, wees er vain verzekerd!. Maia'r zeg mij eens, ik hecht veel' gewicht aian tot antwoord), dat gij mij zult geven. Hebt ge' nooit van' eenl jong© vrouw hoo- riort spreken, die men, gedurende zekeren nacht, heeft vervoerd?" „Wacht. maar ach, mijnl hemel, mijnheer de rid der, bemint gij 'die vrouw nog?" „Neen, het is een mijner vriendten, die hlaar bemint, Athos, dien gij hier ziet." „Ik?" riep AJthols, op eeta tbon, alls van1 iemand', die geVaiar loopt van ojp eenl raitelfelang te trappen, „Wel ze'kei', g'ijhernam dfArtagnian, de hand van Athos drukkende. „Gij weet wel1, welk belang wij al len inl die 'kleine, arme juffrouw Bonacieux stelten. Bovetaditeinl, Ketty zaïl niets doten blijken, nietwaar Ketty?" „Gij begrijpt, mijn kind", ging dfArtiagnan vooirt, „zij is de vrouw van dien) leeiijben aiap, dlien gij, hier biinnenJiomende, voor de deur hebt gezien." „Ach, mijn femel!" rileip Ketty, „gij maalct mij op nieuw angstig; a.te bij. mij maiair niet herkend heeft." „Hoe! Herkend? Hebt gij dien mam nog meter ge zien „Hij is twee malenJ b ijmilady geweest." „G i'steiremavond „Ja, een oogenblik vóór dlat gij kwaamt." „Mijn waard© Atho®, wij zijn in een net van bespie ders Verward'!- En gij gelooft, dat hij u herkend heeft, Ketty „Tk heb mijn kap latten vallen, toen ik hem bespeur de, maar misschien was ziïlks reeds te laat." „Ga naar beimedteni, Athos, men wantrouwt u minder dan mij en zie eenls of hij nog altijd voor de deur staat." Athos ging naar berieden, maar kwapi dadelijk weer AMBTENAREN DEPARTEMENTEN. Naar het' „Dagblad v. ZniidsHollland" velrneemt, toeft de Staatscommissie vomr dte inwendige organisa tie valn dte departementen) valn.' 'al^emeelni besituur baiar rapport uitgebracht.. De voornaiaiinst© beisllilsisingen, w>a(aT'toe dte commissite is giekomen', zijn idlez© 'dte werk tijd vain d© ambtenaren zal zijn van 95 uur; de sala rissen tot 2000 zullen met 20 pet', verhoogd worden. „RECHTS" IN DE OBSTRUCTIE. Men meldt uit. Dien Haag" aan dte „Telegraaf", dat mannen van im,vloed uit dte partijen! der rechterzijde voornemens zijn volstrekt geten toteriadeireinde houding jegens dte soci'aahdlemiocratils'cto Kamerfractie aan te 'riemen. Indien niet dte obstructie;, igefetl op het be perkt© aantal, betrekkelijk spetedig veirlcoptl hetgeen men altijd nog heit meest aianlnemelijk acht dan meent „rechts" heit; ei" geruist! op te kutainem 'laten aan komen, dat dte beginoitiilnigenl niet tijdig zuilen zijn be handeld. Ook voor dat geval is> dte gedlragsliijn reeds vastgesteld). Dte woede tegen dte soriaiai-dtemiocratem ia vooral bij enkelen buitengewoon) groot; zoo zelfs', dat gtesprcton werd van een st.rijidl tot het uiterste, en des- nood©. Kamer-ontibinditag. Wat de beweerde bemiddeling-Drudker betreft, stond de zaak alduls De toter Valn Bylamd't was dloor lievige hoofdlpijnen buiten staat dte vengadterimg na_ de -pauze te leiden. Dlaar dei lsitte oindler-voo-rziltter, jhr. Van Nispeu, dite van dei o.ngeeittelidlh;eid Van dien presi dent geein. kenmiia droeg, eten oögeniblik afwezig was, confereerde dte heer Vain Bylaindlt met dten 2dten onder voorzitter,—mr. D'ruckeir, dite reedb tte vorten -gelijk trouwenisi meerdere ltedeni ter linkerzijde -hadl over wogen of eir geen middel z-on zijh om den geregeldten arbeid te herivaititten. Echter zonidtem ï-esuiltlaait, daar men vooreerst aialu dte reohtlerizijdte daartoe alleen be reid was, wanneer dte socialisten; zouden beginnen met hun excuus; aan te bitedem, en in die tweede plaats, om dat in dien stand van het „dtebat" het stellen bijvoor beeld van een motie van ordte uütgesilotteni was. Daar de heie-r Van Niispem spoedig weder aanwezig en hij de eers-t-a-angewezene was om den voorzitters- zetel iu te nemen, verviel uit dten aard der'zaak elke mogelijkheid voor mr. Druoker o-m als president be middelend op te tredten. ROZEN BIJ TIET VREDESPALEIS. Het bestuur van dte vemeeiniging ttati bevordering van rozenteelt in Nederland „Nbs Jumgunit Rosae" ont ving van; tot bestuur der GaimlegierStichting te VGra- venhagc bericht, dat het. vriendelijk aanbod om bij het Vredespaleis eeni perk met rozen tte planten, gaarne werdl aangenomen. Gemengd iilenws. DOOD DOOR SCHULD. F. van W., te Haarlemmertrieter, dite zijn kameraad boven. „Hij is vertrokken en het huis is .gesloten.' „Hij i,s zijn verslag gaan dloe.nl en zeggen, dat de duiven in dit oogtemblük in d'e duiVentii bij elkander zijn." „Welniu, vliegen wij dam weg", zei Atto-s, „en laat Planchet dan. hiter blijven, om Oinis heit nieuws; te be richten." „Ben ocgenblikEn Aramis, dien1 wij 'tobben doen roepen „Dat is waar ook", zeiidte A'ttos, „wachtten wij Ara mis." Inl hetzelfde oogembHik ta-arf) Aramisi binnem. Men gaf hem kennis Van de zaak, terwijl mein torn dte nood zakelijkheid deed igtevoelieu, om bij zijn aanzienlijke vrienden) ee.ni plaat® voor Ketty te vinldten. Aramis overwoog een oogeinblik en zeide: „Zou ik u hiermede inidterdiaiaid van dienst kunnen zijn, d'Artagnan?" ..Ik zal er u geheel mijn lieven- voor eirkiemiteilijk zijn, „Welnu, mevrouw de Bo-is-T-raey toeft mij, vo-o-r een h-aren' vrieudinniein, die geloof ik, op het land woont, een vertrouwde kamenier gevraagd en wanneer gij, d'Artagnan, veraintwoordielijfc voor mejuffrouw blijft? „Ach, mijnheel*", riep Ketit-y uit, „weie-st verzekerd van mijn onkreukbare trouw voor dten peirsoon, die mij dc- middelen zal verschaffen) Parijs te verlaten." „Dan", hernam Aramis, „schikt alles zich wel ten bes'tie." Hij Zette zich aan een tafel en schreef eern paa-r re gels, die hij met- oe nrimg verzegelde, en. gaf het briefje aan Ketity. „Thans, mijn kind!" zeide d'Artagnan, „weet gij, dat liet voor ons hier evenmin -raadzaam is o-m te blij ven als voor u. Dus scheiden wij. Wij zuillen- elkander in gelukkiger dagen wederzien." „En wanneer het zij, dat wij elkander aantreffen", zeide Ketty, „zult gij mij steeds' terugvinden), met die zelfde liefde voor u vervuld, als die ik u nu toedraag. „Een droin'kemainse-edl"^ zeide Athos, terwijl d'Art-ag- mam Ketty de trap afbracht. Een O-ogenblik later scheidden de drie jongelieden; hun samenkomst bij Athosi bepalende ien Planchet ach- teirlatienidte, om het hhte tie bewiakeni. Aramis keeirdte naar zij-n kamers tierug en Athos en d'Artagnain giingteini zich met (die. verpainidin'g* van dten saffier1 bezighouden. Zooafe onze Gaskomjer hadl voorzien-, vond men ge makkelijk een opkooper, diite dlriehoindlerdl pislfcollen op den ring wild© geven. En wait meter' is, dte man veir- klaardte, dat, indien men torn diiten wildte verkoopen, hij er vijfho.ndter dp-istolten voor. zou gteven, aangezien tot juweel, met een dte-rgelijk, dat hij bezat, voor eten paar oorringten torn biijzondler geschikt seteen. Athos en d'Art'agnainl, mtetl -dte bedrijvigheiid' van twee krijgs'ij en de kunde van) tiwtee koopliedieni, hadlden', in minder dan drie ur-en tijds1 zich de bemoedigde nit-rus- tinlg eens musketiers -aönlgieschaft. D-aairenboven blad A'tihos' een goedieln smaak en was hij een groot; lieer 'tot in de toppen dier vingers. TaLkente, watnmeter iets -hem behalagde, bteta-aide hij dien daiairvoor gevraagdten prijs, zomidteir zelfs te beproeven, ieit^' er -op. aftedingein, D'Ar tagnian wildte hem deswege wel ©enige aialnmterkingen maken, maiar Athos liegldte hem dan giimlateh-eind de hand o-p den schouder ©m dFArbagnain begnteep dlaiaruit, dait zooidainige handelwijze gloed wa-s volar een ge-ringen Ga-skonsehen edelmani, zooals hij, miaiar niet voor iemaindl die zich het a'anziein van een prins gaf. De musketier voin-d -een1 voortreffelijk Andialousisch git zwart paard', melt vurige neusgaten, fijne, sierlijke boenen en nog geen zes jaar oud. Hij .onderzocht het en bevond het zonldeir gebrek-eri. Men vroieg hem dui zend livres. M-isschiten bad 'hij -het vooir iets minder gekregen, naar, terwijl -d'Ai-tagman over den -prijs met den paardenkoopman hlandeldle, telldte Atho® reie-ds. de honderd! pistolen op tafel. Gri'maud kreeg een Piear- disch, ineengedrongen, stterk pa'airdl, dla-t d-ritehenderd franken kost,te, Zoodlat, na, heit. ko-open van dien zadel i voer het laatisite pa-airdl en die wapens van Grimand, aian Athos geen stuiver meter van die bondterdvijftig pistolen overbleef. 'ITArtagniain boor zijn vriend een gedeelte va-ni hetgeen hem toekwam, om, tos verkiezend hem tot geleemd© laiter terug' te geven. Maar Atlios «ntwoordd© alleen- door zijn schouder® op te balen. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 1