DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
(toudcn |ubiirum
der hm SUtuuaarsche
ranijiitflm.
m. 237
Honderd en dertiende Jaargang.
1911
ZATERDAG
7 OCTOBER.
BINNE1VLANP.
ALKMAARSCHE COURANT.
ALKMAAR, 7 October.
Zoo staan we dan aan den vooravond van het gou
den jubileum der twee Alkmaarsche ont-zetvereenigin-
gen, die. ieder in haar kring, vijftig jaar hebben stand
gehouden.
Onwillekeurig voert dit dubbele halve-eeuwfeest ons
terug naar het jaar 1801, toen beide vereenigingen, on
middellijk na elkaar, met andere als „Van Alkmaar de
Victorie,'' „Eensgezindheid," „de Vrijheid' „Men re
ken d'uitslag niet, maar tel het doel alleen werden
opgericht. De Victorie is verdwenen, de Vrijheid on
dergegaan en d'Uitslag heeït tot niets geleid., maar
toch wat een geestdrift in alle standen en onder
alle rangen ontvonkte er in dien tijd! Hoe diep en
breed was de overtuiging geworteld, dat Alkmaar aan
zijn verleden verplicht was het roemrijke feit van het
ontzet jaarlijks feestelijk te herdenken, wat stoelden
er op die wortels een historischen zin, een nationali
teitsgevoel, een geestkracht, een scheppingsdrang.
De historische roman, de romantische schets uit het
leven onzer voorvaderen komen de letterkunde verrij
ken, tooneeldichters der romantische school vinden hun
stof in Alkmaars verleden.
Wij vermoeden, dat in dien tijd behalve de schet
sen, welke in druk verschenen en de tooneelstukken,
welke werden opgevoerd, er heel wat in portefeuille
zullen zijn gebleven.
Al die werken hadden een bezielenden invloed eu
vonden een weerklank in de weldoordachte redevoerin
gen en in de spontane toasten, welke er op den ont
zetdag werden gehouden.
Maar als de voetzoekers, waarmede helaas,
zeggen we de ontzetviering nog altijd onafscheide
lijk gepaard gaat, is ook de geestdrift wel knallend en
fonkelend geweest, maar tevens gauw uiteengespat.
Ongetwijfeld zullen er onder onze oude, trouwe leze
ressen en lezers nog enkele zijn, die zich zulk een
mooie viering vau Alkmaars ontzetdag nog herinneren,
toen Hofdijk zijn feestrede hield, Arion zijn liederen
deed weerklinken, Biiderdijk het historisch drama
„Alkmaars Beleg" opvoerde en de Harmonie tot laat
in den nacht de feestvierende burgerij vereenigde. Zij
hebben den bloei gekend waarin de vereeniging tot
viering van den Gedenkdag van Alkmaars ontzet in
1573 en ter bewaring van andere belangrijke histori
sche herinneringen zich aanvankelijk mocht verheu
gen. Ook hebben ze ervaren dat de duur van den
bloei der vereeniging niet geëvenredigd is geweest aan
haar langen naam, zij. hebben de wisseling der tijden
moeten gadeslaan, zij zullen gewanhoopt hebben toen
zij den patiënt aan verval van krachten lijden zagen en
met leedwezen het oogenblik hebben zien komen, dat
zij het moede hoofd te ruste leggen zou. Triest en
druilerig als de dag van heden, zonder zonnige idea
len was die tijd voor de ontzetviering. Maar mannen
met lust en ijver, zin voor historie en geloof in de
toekomst, stonden op en luidden een nieuwe periode
in, waarin Alkmaar telkenjare de grootsche gebeurte
nis van 8 October 1573 herdenkt en bij het huidige ge
slacht de eerbied voor het verleden versterkt. Zij
namen liet initiatief tot een groot algemeen volksfeest,
dat meegevierd kon worden door alle maatschappelijke
rangen en standen. De oude feestbanier werd weer
ontplooid, om op te wekken tot nieuwe feestvreugde.
De keten was opnieuw aaneengehecht. De feesten
kwamen weer, maar de oude geestdrift, die tot sponta
ne uiting leidt, de fantasie, die talrijke kunstwerken
schept en de gemoedelijkheid, die gezellige feest-
avondjes biedt, zijn weggebleven, zijn door de reali
teit van het leven op den achtergrond ..gedrongen.
Wij zijn te nuchteren geworden voor het pathetische
en de rhetorica uit het verleden, onze aard is minder
bespiegelend dan die van het vorig geslacht, wij staan
te veel in het teeken van beweging, wonderbaar snel
en steeds vermeerderd, ons denken en voelen is vlug'
en daarom veelal vluchtig geworden, wij bewegen
steeds en hebben deswege zulk een neiging- om uit el
kaar te gaan 1
Toch gaan we feestvieren, al neemt de stemmigheid
daarbij een eerste en de vroolijkheid een andere plaats
in. Bij voorbaat mogen we de vereenigingen, die ons
daartoe de gelegenheid bieden, naast onze gelukwen-
schen met het jubileum, dank weten voor het genot,
dat zij -ons zullen schenken.
Wij gaan de geschiedenis op straat kijken door
rijkversierde praalwagens, schitterende costumes, na
gebootste poorten en kluisjes een levende en levendige
voorstelling vormen van het leven onzer voorvaderen,
hun kloeke mannen, hun voornaamste vijanden, hun
strijd, hun worsteling, hun zegepraal. We gaan wat
we zagen op straat aanvullen door herinneringen te
aanschouwen, welke voor ons in het stadhuis worden
uitgespreid. We gaan luisteren naar de liederen uit
het verleden en naar den blijden zang van de toekomst,
getuigend dat er gelukkig althans iets van voor 50 jaar
in Alkmaar huist.
En aan allen van ons zal dit juhileumsfeest iets te
zeggen hebben.
Beluisteren wij die stem, dan zullen er in ons wel
licht gevoelens worden gewekt of aangewakkerd, die
'niet straffeloos kunnen worden overgelaten aan haar
lot.
Denken wij daarbij aan het schoone woord van ko
ning Willem III, die bij zijn inhuldiging sprak van
een bevolking „grooter in deugden, dan in het bezit
van een uitgestrekt grondgebied, krachtiger door eens
gezindheid, dan door zielental" eu aan de zinsnede
door dr. B. Schepers bij de eerste herleving der ontzet
viering aan den voet van het Victoriebeeld gezegd:
„Wees één in deze feestviering en de eenheid in uw
leven als burgers zal* er te inniger door worden, uwe
kracht te grooter en als vroeger zal Alkmaar als een
voorbeeld staan voor de oogen van het droevig ver
deelde Nederlandsche volk."
Ziedaar een doel, een ideaal.
Moge het aan onze ontzetvereenigingen, sterker, ge
zonder, energieker geworden, gegund zijn, zonder tijd
perken van inzinking, daarnaar te blijven streven.
En moge er bij het diamanten jubileum over tien
jaren kunnen worden getuigd, dat de gunstige voortee-
kenen van thans niet bedriegelijk zijn gebleken!
Het zij ons vergund een paar grepen uit de rijke ge
schiedenis van de beide jubileerende vereenigingei^ te
doen.
De „groote" ontzetvereeniging is een kind van twee
nog bestaande vereenigingen, van het departement
Alkmaar der Maatschappij tot nut van 't algemeen en
de rederijkerskamer „Biiderdijk," beiden oud, maar
niet verouderd moeder Hut kreeg- verleden jaar nog
een dochtertje en vader Biiderdijk trok er de vorige
week nog vol moed op uit, om in een wedstrijd naar
een prijs van uitnemendheid te dingen. Deze beide
plaatselijke vereenigingen namen n.l. het initiatief
voor de feestelijke herdenking van den 8sten October
in 1860, en de door haar benoemde commissie besloot
een blijvende vereeniging in.het leven te roepen.
De eerste algemeene vergadering der leden van de
vereeniging ter viering van Alkmaars ontzet had den
12den December 1861 plaats. Een en vijftig leden wa
ren er tegenwoordig'. Hun namen laten we hier vol
gen:
P. Spanjaardt, J%J. de Gelder, W. van der Kaaij,
E. Masdorp, W. Siemerink Schaap, A. Swart, I. D.
S. Toussaint, D. J. Cohen, A. Hirschig, I. L. van der
Kaaij, I. Krabbendam, I. A. Kluppel, IT. van de Yelde,
I. Masdorp, S. de Groot, M. A. Kluppel, W. Hols-
muller, Grinwois, G. Schuts, H. E. ten Kley, G. W.
Houkoop, I. Post, J. Pasman, W. Tiesing, v. Hasselt,
I. Beets, A. Siebert Coster, N. H. de Lange, W. F.
Euigrolt, G. Hendriks, C. J. Reiziger, van Heijst, I. de
Jong van Beek en Donk, C. W. Bruinvis, J. J. Mole
naar, J. Rentmeester, W. Bagge, Joh. Roem, J. Metz,
C. Duin, T. H. de Lange, W. F. Stoel, H- Bossert Gz.,
B. Switger, J. B. Liekeles Oebles, Corn. Joh. de Lan
ge, D. Bruin, S. A. de Lange, Van Dehn, H. Kleman
Spanjaardt, H. de Veer.
Weinigen van de genoemden zijn nog in leven, maar
hun namen leefden voort, en behielden een goeden,
Alkmaarschen klank.
Luisterrijke feesten werden er gevierd, herinnerin
gen aan het verleden opgewekt, kostbare daden ook
verricht, maar langzamerhand ging de vereeniging
kwijnen. Den llden December 1906 zou besloten wor
den, maar geen contributie langer te heffen doch
gelukkig werd er nieuw leven gewekt, werden er in
breeden kring nieuwe leden geworven.
Floris van ïeyiingen onderging een zelfde lot. Zij
werd opgericht den 21sten September 1861 met 120
leden, bepaalde de herdenking van den 8-Octo»berdag
echter hoofdzakelijk tot den liuiselijken kring, werkte
weinig naar buiten. Vier jaar geleden telde ze slechts
tien leden! Toen werd besloten met kracht aan den
bloei der vereeniging te werken, met het gelukkige re
sultaat, dat er thans 56 leden, 172 donateurs eu 2200
steunende leden zijn!
Zou aanvankelijk de feestviering der beide vereeni
gingen gescheiden plaats hebben, dank zij het bemid
delend optreden van het Dagelijksch bestuur der ge
meente, is het tot de zoozeer gewenschte samenwerking
gekomen, welke heeft geleid tot de grootsche herden
king, die ons thans te wachten staat.
Na er Middach ten drie vren
In haer oorden stonden sy radt
En quamen al totten mwren
Om te hestonnen den stadt
Het ghinck doen op een v-chten
Aan twee plaetss tseffers ghelijclc
Mannen, vrouwen en lantsknechten
Sy weerden haer vroom, arm endrijck.
By de P nesche poort en Roo tooren
Wast dat sy stormden dus Strang
En geduerde wel wilt ho ren
Stijf vier d#lf vren lang
Tot drie mael toe sy leyden
Versch volck aen en aff
En schoten noch sonder verheyden
Met haer grof schut euen straf.
Die burgers toonde couragie
Die knechten waren wel gemoet
Die vrouwen met haer coockeragie
Wer wachten hu er aencóomste met spoet
Die meyskens ende'knapen
Het was al aende vest
Wel voorsten met S. Stiuens wapen
Elck wilde doen syn best
Lof Princelijcke Vader
J of Heere gebenedijt
Wy dancken v alle gader
Dal qhy ons hebt bevrijt
A Is wy waren seuen weken
Omringt met groot gewélt
Ohy hebt ons riet bezweecken
Die viant moest ruymen twelt
Coupletten 10, 11, 18 en 21 van „Een nieuw
Liedeken van 't beleg der stede van „Alcmaer
achter „Een cort verhael Van de strenghe bele-
geringhe ende aftreck der Spangiaerden van de
Stadt Alcmaerwt het Latyn [van mr. Nan-
ning van Foreest] int Duytsch ouei'gesetGhe-
druct tot Delft, bij Aelbert HendrickzM D:
LXXIII."
F loris van Teylingen, uw vijftig jarig bestaan
L nat gij ons vieren op waardige wijze.
0 udt Alkmaer te stichten, gij hebt het gedaan,
R espectabel werk, waaroor wij u prijzen.
1 n tegenspoed dat schier alles u bood,
S tondt gij vast, bewust van uw taak,
V oltooidet gJ uw werk van opzet zeer groot,
A arzeldet nooit al vertwijfeldet gij vaak.
N edrige mannen van de Ontzetvereeniging van
T eylingen, ons past eerbiedige hulde,
E en eeresaluut voor het voltooide plan
I s onze plicht', nu gij uw toezegging vervulde.
L aat dan ook gij mogen terug zien in vreugde,
I n trotschheid op uw werk, van langen tijd,
N edrige mannen, gij bezit een der deugden,
G elijk onze vaad'ren, vasthoudendheid
E n durf. Succes met uw keuze,
,,N aar Oudt Alkmaer" zij thans aller leuze.
J. A. B. F.
TWEEDE KAMER.
Een enkele afdeeiing in de Tweede Kamer is giste- j
ren gereed gekomen met, het onderzoek der Staatsbe-
grooting op het Invaliditeitsontwerp. De andere sec-
tiën zijn uiteengegaan tot a.s. Dinsdag. Donderdag
a.s. zal vermoedelijk het onderzoek in alle afdeehngen
afgeloopen zijn.
In de volgende week wordt een korte openbare ver
gadering verwacht.
HAVENWERKEN SOEKABAJA.
De gouverneur-generaal heeft gisteren de havenwer
ken te Soerabaja ingewijd. De directeur van het de
partement van burgerlijke openbare werken hield de
feestrede, waarin hij een overzicht gaf van de vroegere
plannen, en de ontwerpers van het gevolgde plan her
dacht. In het bijzonder trok de aandacht zijne toezeg
ging, dat voorstellen aan de regeering zouden worden
gedaan tot verhoogiug van de productiviteit van Oost-
Java. Ik vermoed, seint de corr. van de N. R. Ct.,
dat dit eene aanduiding is, dat voorgesteld zal worden,
de Solo-werken te hervatten.
De gouverneur-generaal antwoordde in een gloed-
rijke rede, waarin hij o.m. zeide, deze havenwerken te
beschouwen als een bewijs van herleefden moed en her
leefd vertrouwen iu de toekomst. Voor mij sprak hij
symboliseert de opening van dit havenwerk eene pe
riode van onze koloniale ontwikkeling, die staat in het
teeken van nijverheid1, handel en verkeer.
Oeuiengd nienws.
GESTIKT.
De gezagvoerder van het te Rotterdam liggend
stoomschip „Oöln," de heer E. H., uit_ Hamburg, is
Donderdagavond in een café aan de Prins Hendrikka
de aldaar in een stuk vleesch gestikt. Geneeskundige
hulp mocht niet baten. Het lijk is naar Crooswijk ge
bracht.
DE KERKBRAND TE VLISSINGEN.
In hun voorstel om in principe te 'besluiten tot den
wederopbouw in den ouden vorm van den op 5 Septem
ber j.l. afgebrande St. Jacobstoren, spreken B. en W.
van Vlissingen als hunne meening uit, dat de vergoe
ding, die de maatschappij, bij welke de toren verzekerd
is, heeft te betalen, voldoende zal zijn om dien weder
opbouw te bekostigen. B. en W. vragen verlof van den
Raad om over te gaan tot openbare aanbesteding; zij
wenschen in 'beraad te houden, de bekapping van be
tonijzer te maken.
DIEFSTAL.
In verband met den diefstal van een belangrijke par
ttij fijne damasten en linnen goederen ten nadeele van
een reiziger uit 's-Gravenliage, zijn door de politie te
Enschedé als vermoedelijke daders gearresteerd de
kruier S. te Enschede en de arbeider St. uit Lonneker
en als heler de rijwielhandelaar C. R. uit Lonneker.
De gestolen goederen zijn in beslag genomen.
DOOR 'n BALK GETROFFEN.
Gisternamiddag was men bezig den steiger van den
toren van Watergang af te breken en planken en bal
ken naar beneden te werpem Hoewel gewaarschuwd,
kreeg toch de 14-jarige zoon van de wed. Vennik al
daar een der balken op zijn hoofd, met 't treurig' i
volg dat hij op de plaats dood bleef.
INBRAAK.
Gisternacht zijn ongewenschte gasten bezig geweest
in de villa „Electra" van den heer Bronkers aan den
Soerenschenweg te Apeldoorn. De dienstbode vond
gistermorgen in de keuken een ledige byouteriedoos.
Een groot aantal sieraden zijn ontvreemd, onder meer
een gouden dameshorloge bezet met brillanten. Van
de daders geen spoor; van braak is niets te bemerken,
„EEN MOOIE RIJKSBETREKKING."
De N. Rott. Ct. schrijft:
Het is bekend, dat er in de jaren 1901 tot 1905 soms
zonderljng is rondgesprongen met ridderorden. Wist
men, dat ook de rijksbetrekkingen tot doeleinden wei
den gebezigd, waarvoor zij niet precies geschapen zijn?
Het is bekend, dat het in' de jaren 1901 tot 1905 voor
een rijk man niet moeilijk was als „man van rechts" te
worden geëerd. Wist men, dat ook soms rijksbetrek
kingen op den koop toe werden gegeven?
Zie hier wat gisteren onder eede voor de rechtbank
te Amsterdam is verklaard. Wij citeeren het verslag
uit ons Avondblad van gisteren, dat zakelijk met het
verslag in het Ilbïd. overeenstemt:
„Vroeger was de verhouding tusschen beklaagde en
zijn vrouw eii aangenomen zoon zeer gelukkig. Maar
een jaar of tien geleden ontstond er tusschen hem en
zijn zoon groote oneenigheid om politiek meeningsver-
schil. Beklaagde's zoon was n.l. redacteur van Het
Anker. Nu had beklaagde volgens dezen getuige, van
het ministerie-Kuyper, hetwelk destijds aan het be
wind was, het aanbod gekregen van een mooie rijks
betrekking voor hemzelf en van een positie voor zijn
zoon aan de Rijksverzekeringsbank, indien hij er in
slaagde zijn zoon te bewegen tot staking zijner sociaal
democratische propaganda onder de marine-matrozen.
Beklaagde is hiervoor bij den toenmaligen minister van
marine Ellis geweest. Het mocht hem echter niet ge
lukken, zijn zoon over te halen, en hij heeft hem daar
na steeds verweten, dat zij geen van beiden de betrek
king gekregen hebben.
Commentaar is hierbij, dunkt ons, overbodig.
UIT IIOORN.
Woensdag en Donderdag hield de kolfvereeniging
„de Vriendschap" te Binnenwijzend, die ruim 100 le
den telt, over geheel N. II. verspreid, een jaarlijkschen
wedstrijd.
De uitslag, heden bekend geworden, luidt als volgt:
le kt. kolvers le prijs W. Oteman, Bovenkarspel 149
p. 2e pr. P. Meereboer, II. Hugowaard, 148 p. 3e pr.
D. Bloemendaal, Bovenkarspel, 145 P- 4e pr. A. Kist,
Zuid-Scharwoude, 145 p.
2e kl. kolvers: le pr. R. Bloemendaal, Venhuizen,
155 p. 2e pr. J. Groot, H. Hugowaard, 145 p. 3e pr.
L. Hagenaar, Hensbroek, 142 p.
3e kl. kolvers: le pr. C. Bakker I)z., Bovenkarspel,
142 p. 2e pr. S. Schekkerman, Venhuizen, 127 p. 3e
pr. M. Onneweer, Grootebroek?, 126 p.
Serieprijs W. Kraakman te Zuid-Scharwoude, 56 p.
Twaalvenprijs :B. v. d. Oord, Andijk. W. Kostelijk,
Oudkarspel.
GEARRESTEERD.
Naar de gevangenis te Maastricht is overgebracht
de dader van den moordslag op vrouw Hendriks te
Eslo'o. De verdachte heeft bekend en uit justitieel on
derzoek is gebleken dat de schedel der vrouw met knup
pels in elkaar is geslagen.
NIET-TOELATING VAN EEN GEMEENTE
RAADSLID.
In de gisternamiddag gehouden vergadering van
den gemeenteraad te Vlissingen is de geloofsbrief on
derzocht van den heer C. T. Lindeijer, sociaal-demo
craat, die bij de periodieke verkiezing in district III
gekozen is en langen tijd gewacht heeft met de inzen
ding van zijn geloofsbrief, omdat de burgemeester hem
geen bewijs van ingezetenschap kon verstrekken. Over
eenkomstig het advies van de commissie van onderzoek
besloot de raad tot niet-toelating op grond, dat ge
noemd bewijs niet bij den geloofsbrief gevoegd is.
NA DEN STORM.
Nog iedereu dag komen er berichten van de schade
of de wanhoopstooneelen, die de storm veroorzaakt
heeft. Zoo meldt men thans uit Stavenisse:
Tijdens den hevigen storm van j.l. Zaterdag heeft
zich op de hoog opgezweepte Soheldegolven vóór deze
gemeente een tooneel afgespeeld, waardig te worden
geboekstaafd.
Een eind uit den wal lag de ijzeren aak van schip
per van Wijnen, uit Papendrecbt, om steenen te lossen
op het onlangs vóór den Oud-Kempenshofstedepolder
gezonken oeverstuk. De schipper was, na geankerd te
zijn, met de boot naar den motor geroeid-, terwijl z'n
vrouw met drie jeugdige kinderen op het schip bleef.
De wind zwelt aan, meer en meer, maar dat geeft
noch de vrouw, noch den man reden tot onrust. Maar
plotseling, daar1 steekt de storm op, en maakt het Van
Wijnen onmogelijk naar de zijnen terug te keeren, zoo
dat aan de vrouw alléén de zorg voor hare kleinen en
zichzelf is opgedragen. De toestand van beiden, niet
ver van elkander, maar toch volstrekt gescheiden, ge
heel onmachtig tot vereeniging, het ware 'n onderwerp
voor een tragedie.
Bij het steeds feller1 bulderen van den storm en de
hooger en sterker aanloeiende golven houden de ankers
van de motorboot zich goed, maar het anker van de
aak zal het spoedig begeven, dat voorziet de vrouw. En
wat doet zij, de manmoedige? Zij tracht het kritieke
oogenblik vóór te zijn: zij bindt hare twee oudste kin
deren stevig aan den boegspriet vast, en het jongste,
2V2 jaar oud, vóór haar borst, en wacht dan, wel angs
tig, maar besloten, den slag, die vallen zal. En de slag
valt: het anker laat los! Reeds vóór dit rampzalige
oogenblik heeft zij met sterke hand het roer omklemd,
en stuurt zij het vaartuig recht op den zeedijk aan,
voortgestuwd door wind en golven, en botst met den
boeg tegen den wachter onzer polders, den zeedijk. Het
was toen nog in den vóóravond, vóór het invallen dei-
duisternis. In doodsangst eu verkleumd heeft die
manhaftige moeder met hare kleinen daar, op die wan
kele plaats, eenige uren doorgebracht, toen zij, na mid
dennacht was het reeds, licht ziende, haar hoogen nood
boven het bulderen van den storm uit vermocht te
doen hooren. De hulp kwam in den persoon van J.
Moerland, van Sint-Annalandi, die den toestand van
.den dijk kwam verkennen. Onderwijl haar man, die de
stranding heeft gezien, de zijnen verdronken waande,
werden de moedige moeder en haar kleinen van het
schip gehaald en onder een gastvrij dak ondergebracht.
Uit Heeg wordt gemeld:
Van een der aalaken alhier (schipper L. Albertsma),
27 September van Nieuwediep uitgezeild met bestem
ming naar Londen, en die in den stormachtigen nacht,
van 30 Sept. op 1 Oct. j.l. zich op de Noordzee bevond,
heeft men tot nu toe nog niets vernomen.
Enkbuizer visschers hebben gisteren in dë haven
te Enkhuizen binnengebracht een ijzeren tjalkschip,
geladen met mais, dat in de Zuiderzee nabij Pampus,
gezonken was. Dit is het vaartuig waaromtrent vau