DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Honderd en dertiende Jaargang. 1911 ZATERDAG 28 OCTOBE ÏNNENLAND. No, 254 Uit den Raad. Dit nummer bestaat uit 3 bladen. AANGEHOUDEN. EEN GEMEENTERAADSLID VEROORDEELD! Verlangt hieromtrent een van' de heeren het woord? Verlangt een van de heeren stemming? Zoo niet, dan is conform besloten' Op deze wijze gingen Woensdag de meeste trou wens ook weinig- belangrijke zaken onder den ha mer door. Minder glad ging dit evenwel, toen de voor zitter had aangekondigd: „En dan is nu aan de orde de oprichting van een ijsfabriek bij het gemeente slachthuis, bijlage 103, mij neheeren." Daar kwam op rustige wijze de heer Vau Buijsen eenige niet onbe langrijke bezwaren ontwikkelen, daar pleitte de lieer Van den Bosch op zeer goede gronden uitstel van be handeling, daar verklaarde tenslotte de voorzitter ge heel ongemotiveerd, dat z. i. d© heeren beter deden maar dadelijk het voorstel af te stemmen, dan te tre den in hetgeen het laatstgenoemde raadslid nog meer wenschte, n.l. overlegging van een gedrukte exploita tie-rekening enz. De heer Van Buijsen vreesde in de eerste plaats, dat de gemeente, door de ijsfabricage en -leverantie op zich te nemen een eerste schrede deed op een ter rein, waarop, indien er eenmaal de voet gezet is, zoo graag meerdere stappen worden gedaan, waardoor het particulier initatief wordt ondervangen. De gemeen te gaat, temeer waar het behalen van winst niet in de bedoeling ligt, aan het particulier initiatief concur rentie aandoen, terwijl omgekeerd de mogelijkheid be staat dat particulieren terzijner tijd en hier onder- streepen we gaarne de verklaring van den heer Van Buijsen: stel dat we binnenkort krijgen de eleetrifi- catie van Alkmaar en dat hoop ik van harte met de gemeente gaan concurreeren, hetgeen tenslotte zou moeten uitloopen op een nadeelig saldo der gemeente. Een tweede bedenking opperde de heer Van Buijsen tegen de meening der commissie dat de oprichting vau een ijsfabriek meerdere bedrijfszekerheid zou geven aan de koelinrichting. Spreker had dezen zomer ge zien en hij noemde dit een succes voor het slacht huis dat de beschikbare koelruimte bijna geheel was ingenomen, zoodat men bedacht moet wezen op uitbreiding. Zou, vroeg hij, in verband met het ver mogen van de stoomketels en -machines, die uitbrei ding niet minder goed mogelijk kunnen' zijn, als er eerst een ijsfabriek wordt opgericht? Later merkte de heer Van Buijsen op, dat uitstel van behandeling ook met het oog op deze vraag wel gewenscht zou zijn. De heer de Wit toch, aan wiens wethouderlijke zorg meer in het hijzonder het slacht huis is opgedragen mogen we de volgende week bij de behandeling der begrooting vernemen, of en in hoeverre de functies der wethouders zijn verdeeld, daar B. en W. nu toch zeker wel voldoenden tijd heb ben gehad om den in de vorige vergadering geopper- den wensc'h te overwegen? zou wel niet dadelijk alle gegevens, de over paardekrachten en zoo, bij de hand hebben en zeker daarover nog wel eens gaarne met den directeur Van het slachthuis willen spreken. Wel zeide de betrokken wethouder de verzekering te kun nen geven, dat de machines in het algemeen krachtig genoeg zijn voor de uitbreiding der koelmachine en voor een ijsfabriek, maar het wil ons voorkomen, dat de lieer Van Buijsen, die blijkens zijn eigen gezegde vermoedde, hoe moeielijk het was een bevredigend antwoord op zijn vraag te geven, beter had gehandeld, indien hij .te voren even had gewaarschuwd, dat hij in de openbare zitting om die en die gegevens zou vra gen. Reeds dikwijls wezen we er op, dat met een paar regels schrift, met een kort bezoek te voren, het ge meentebelang misschien, maar een goede behandeling van zaken zeker gediend zou zijn. Ook het argument, dat de heer Van den Bosch op nieuw ten bate van een goede behandeling aanvoerde, werd reeds herhaalde malen in deze raadsoverzichten besproken en het is onze vas'te overtuiging van den beginne af aan geweest, dat zal moeten worden ge broken met de methode, die hierop neerkomt, dat den raadsleden te hooi en te gras een bundeltje bijlagen thuis wordt gezonden en dat zij, vaak .geheel onver wacht, op een goeden Zaterdag bericht krijgen, dat den volgenden Woensdag die en die bijlagen zullen worden behandeld, zoodat zij dan ook niet meer in staat zijn, zich behoorlijk voor te bereiden. Komen daarentegen de bijlagen zij het wellicht soms ook nog maar in geschreven vorm de eene vergadering in, om in de volgende te worden behandeld, dan we ten de raadsleden precies waaraan ze zich te houden hebben en is er tot een alleszins gegronde klacht, ge lijk er Woensdag weer werd gehoord geen aanleiding. Met- een ironische opmerking, dat bijv. de woorden „in het voor de leden uwer vergadering ter lezing liggende rapport" met rooden inkt op de bijlage zouden worden gedrukt, kan men zich er natuurlijk niet meer afma ken. Wat de heer Van den Bosch verder wilde, was zich op de hoogte stellen en daarvoor vroeg hij, de stukken te laten drukken. Of hij nu bevriende ingenieurs wil de raadplegen, of wie ook, doet o. i. niet ter zake, hij eischte voor zich slechts, de -gelegenheid op, om een oordeel te vestigen en nu lijkt het ons al heel onjuist van den voorzitter gezien, om het vermoeden te uiten, dat er geen andere bedoeling in het spel was, dan om de voordracht te verwerpen. De raadsleden verkeerden in een eenigszins lastig geval. Zij werden vrij plotseling voor een beslissing gesteld, welke geenszins van belang is ontbloot. Het geldt hier immers een voorstel, komend uit een jong, energiek gemeentebedrijf, dat op een nieuwe baan leidt, dat beoogt een vorm van gemeente-exploitatie, welke tot dusverre in Alkmaar nog niet was inge voerd. Allereerst mag dus worden geëischt, dat vol doende redenen worden opgegeven, om de oprichting- van deze fabriek te rechtvaardigen. Leden die, gelijk de heer Van Buijsen, ter wille van het principe aar zelen en wij voelen veel voor di't standpunt moeten over die aarzeling heen gebracht worden, moeten door argumenten overtuigd worden, dat ge meente-exploitatie in dezen gewenscht is, hun theorie ten spijt. Die argumenten zoekt men in de bijlag tevergeefs. Alleen wordt gezegd, dat een voldoend aantal ingezetenen en belanghebbenden het op prijs zouden stellen, wanneer tot de oprichting zou worden besloten en dat de fabriek tot groot voordeel van de meerdere bedrijfszekerheid der koelinrichting zal strekken. Van liet in dezen stellig zeer groote hygië nische belang wordt in dezen om slechts één ar gument te noemen -zelfs niet gerept, niets wordt ge daan om theorethische tegenstanders tot andere ge dachte te brengen. En verder ontbreken ten eenen- male zoowel financieel© als technische gegevens. De raadsleden moeten zich tevreden stellen met de mee ning der slachthuis-commissie, dat de financieele re sultaten van ijsfabrieken aan slachthuizen verbonden en de uitkomsten van eenige coöperatieve ijsfabrieken haars inziens de oprichting van een ijsfabriek voor gemeente-rekening volkomen wettigen. De gegevens, die de commissie verzameld heeft, zijn blijkbaar niet ter beschikking van de raadsleden gesteld, immers de bijlage meldt alleen, dat .een rapport van den direc teur van het gemeente-slachthuis ter visie ligt, waar in een tweeta) ingezonden plannen voor de oprichting eenei' ijsfabriek worden besproken. Wij kunnen ons dan ook heel goed voorstellen, dat de raadsleden op deze bijlage niet bereid zijn een be drag van 23000 te voteeren, zich zelfs niet in staat achten een prineipieele uitspraak te doen. Kaar alle waarschijnlijkheid zal het in den korten tijd van Woensdag op Dinsdag niet mogelijk zijn geweest, al de ontbrekende argumenten en gegevens te verzame len en onder de oogen van den Raad te brengen. De kans lijkt ons dan ook groot, dat Dinsdag met of zon der woorden de dood over het voorstel zal worden uit gesproken. En dat nu zouden we betreuren, rndat een dergelijke vernietigende maar bovendien ntmoedigende uitspraak onvoldoende gebaseerd en overwogen zou zijn. Zou het- daarom geen ernstige overweging verdienen, dat Dinsdag de zaak opnieuw werd uitgesteld en dat eerst nog eens een uitvoeriger toelichting verscheen, dan die, welke blijkbaar zeer overhaast werd opgemaakt? De voordracht tot het geven van een bijslag van loon voor gemeentewerken ondervond niet slechts geen bestrijding, maar werd bij hoofdelijke stemming zelfs met algemeene stemmen aangenomen. Er valt inderdaad ook alles voor te zeggen. Nu onder den invloed van den heeten zomer, door het afnemen van den invoer, verder door het toenemen va.n den uitvoer en bovendien ook zeker wel door speculatie, de prijzen van tal van levensmiddelen een aanzienlijke stijging- hebben ondergaan, wordt in vele gezinnen met bange zorg de komende winter tegemoet gezien. Vooral dreigt de duurte in de gezinnen, die van een karig inkomen moeten leven, zoodat bezuinigen wel haast niet meer mogelijk is, zonder dat dit wordt gevoeld in de magen. Wie meer heeft te verteren, weet gemak kelijker zijn uitgaven in overeenstemming te houden met zijn inkomsten, vindt in de huishoudelijke be- grooting wel postjes, die in geval van nood kunnen' worden verkleind of geschrapt. liet is daarom volko men te verdedigen, dat de overheid hare minst-bezol digde werklieden met een tijdelijken hijslag op het loon door den duren tijd heen helpt, te meer omdat daardoor een mooi voorbeeld wordt gegeven, dat een gunstigen invloed kan uitoefenen op de particuliere patroons. Niet vergeten moet worden, dat de ge meente-werklieden door den toeslag in gunstiger con ditie komen dan de werklieden in dienst van particu lieren. In theorie kan de stelling verdedigd worden, dat van deze bijslagen verdere prijsverhooging het ge volg zal zijn (wijl door loonsverhooging meerdere vraag- ontstaat, waardoor bij de heerschende schaarsch- te de prijs noodzakelijk zal moeten stijgen), hetgeen weer tot gevolg heeft, dat minder-bevoorrechten in nog slechter conditie komen en de gemeentewerklieden .tenslotte het voordeel van den bijslag weer zullen derven. In theorie, wel te verstaan, want de groep der verhoogde inkomsten is betrekkelijk zoo gering, dat het theorethische kwaad in de praktijk niet valt te duchten. En zoo gelooven we dan ook niet, dat vooral zij, wier bezoldiging hooger doch vast is en dus niet in overeenstemming met de hoogere prijzen voor levensmiddelen wordt gebracht, bevreesd) behoeven te zijn, dat er nog meerdere stijging uit deze overheids maatregelen zal voortvloeien. Toch mogen we niet vergeten, dat ook „deze" kleine luyden" ©en zeer on- gunstigen tijd tegemoet gaan, evenals trouwens tal van neringdoenden en nijveren, die va,n geringe in komsten moeten leven en die deze niet verhoogd zien. En ook zullen er wel tal van particulieren zijn, die gaarne de loonen van hun ondergeschikten zouden willen verhoogen, maar daartoe in verband met de re sultaten van hun bedrijf eenvoudig niet in staat zijn. Of er voor de gemeente nog meer te doen staat, zal de toekomst leeren. Reeds wordt er hier en daar aan de regeering geadresseerd om tijdelijke verlaging te verkrijgen van accijnzen, reeds wordt het denkbeeld geopperd, dat de gemeenten in het groot zouden moe ten koopen en tegen den kostenden, zelfs lageren prijs weer van de hand! zetten, of het verbruik van bepaalde artikelen billijk trachten te regelen. Men kan in principe afkeerig van zulke overheidsbemoeiing zijn en haar toch als tijdelijke maatregelen tegen een tij delijken noodstand accepteeren. Moge het echter niet zoo ver komen, dat men invoering moet overwegen Logisch, om op het raadsbesluit terug te komen, sloot zich het voorstel van den heer Yan den Bosch, die ook aan losse werklieden in dienst der gemeente een toeslag wilde schenken, aan 'bij het voorstel, waarmede B. en W. zoo prijzenswaardig vlug zijn aan gekomen. Alleen bleek het begrip „losse arbeiders Woensdag niet te definieeren bedoelde men eigen lijk niet vaste losse arbeiders, personen die vast ge noeg in lossen gemeentedienst zijn, om daar hun voornaamste inkomsten te vinden? maar wij twij felen er niet aan of B. en W. zullen inmiddels wel een weg hebben opgespoord, om ook deze categorie te gemoet te komen. Bij de over dit punt gevoerde discussie klonk eenigs zins vreemd de juichtoon van den heer Ringers, over het feit, dat er hij het voorstel verschil werd gemaakt tusschen gehuwden en ongehuwden, omdat, zooals hij zeide, men in de praktijk daarvan vaak niet wil weten, doch gehuwden en ongehuwden bij loonregelingen ge lijk wenscht te beschouwen. Het wil ons voorkomen, dat de heer Ringers vergat, dat het hier niet geldt het toekennen van een loon naar bekwaamheid, doch het verschaffen van tijdelijken steun naar de behoefte, die in een gezin natuurlijk grooter is en dus meer ver- eischt dan voor een enkeling. Tenslotte dienen we nog even van de discussie tus- chen de heeren Fortuin en den voorzitter te gewa-. gen. De heer Fortuin vroeg of het niet wenschelijk was, politieagenten met een loon beneden de 12 gulden ook den toeslag te geven (deze dus niet enkel te be palen tot de werklieden van de gemeentewerken, rei niging, gasfabriek, plantsoenen en begraafplaatsen en slachthuis) en zeide, dat hij zelfs wel iets verder had willen gaan dan B. en W. en meerdere personen wilde laten deelen in de gunstige bepaling. Die vraag was natuurlijk alleszins geoorloofd en zij werd op volko men correcte wijze gesteld. In het antwoord van den burgemeester lag echter die ironie, welke een minder gewenschten gemoedstoestand verraadt. Wij kunnen ons voorstellen, dat de voorzitter zich wel eens geprikkeld heeft gevoeld door het optreden van den heer Fortuin, maar wij wenschen hieraan ter stond toe te voegen, dat we ditmaal hiervoor niet de minste aanleiding kunnen vitoden. De heer Fortuin bedierf zijn zaak door zelf weer heftig tegen den voorzitter uit te vallen en dezen een verwijt te doen over zijn gedrag als hoofd der politie. Wel sommeerde de voorzitter het raadslid daarvan be wijzen te leveren, maar dank zij mede de tusschen- komst van den heer Dorbeck, die betoogde dat noch het veTwijt noch de sommatie hier op hun plaats wa ren, werd de discussie niet voortgezet. Ons is evenwel nog niet recht duidelijk geworden waarom, zoo er politie-agenten zijn, die naar de voor zitter verklaarde, als minimum-salaris 575 hebben, dus nog geen weekloon van 12, deze van de verhoo ging zouden moeten worden uitgeslotoen. Te Arnhem, waar B. en W. weigerden een bijslag te geven op de loonen der gemeente-werklieden, heeft de burgemees ter blijkens een bericht in de Geld., zelfs den politie agenten met het oog op de duurte der levensmiddelen een extra-gift in geld gegeven. Tenslotte zij, nu we toch over de politie spreken, nog even opgemerkt, dat het naar onze meening van een politie-vereeniging, welke natuurlijk niet met een gewone vakvereeniging valt te vergelijken, niet juist gezien is, zich met een adres tot den raad te wenden, zonder tevoren den commissaris of het hoofd der gemeente daarin te hebben gekend. meuten werden behandeld. Ka eenige discussie over deze amendementen werd de vergadering verdaagd tot Dinsdagmorgen. TWEEDE KAMER. In de vergadering van gisteren was aan de orde ar tikel 0 bepalende den diensttijd voor de zeemilitie op 5 jaren; voor bereden wapens op 8, en voor onbereden wapens op. 6 jaren. De heer Ter Laan betoogde dat de miliciens die bij bereden wapens geplaatst worden, er toch reeds slechter aan toe zijn. Immers, hun eerste oefentijd is veel langer dan die der infanterie. Zelfs deskundigen, die overigens met minister Colijn's legerplannen zijn, achten dien eersten oefentijd der cavalerie veel te lang. Het tweede oefenjaar wordt feitelijk gebruikt voor vervulling van allerlei huishoudelijke diensten, liet moest in 's ministers lijn dus veeleer liggen om verbetering van toestanden en soldijverhooging der vrijwillige dienstneming bij de bereden wapens te be vorderen. Spreker wees er bovendien op, dat de mi nister in zijn oorspronkelijk ontwerp den diensttijd voor de. bereden korpsen op 6 jaar had bepaald en eerst later 8 jaren heeft voorgesteld. De heer Duymaer van Twist juichte juist deze door deu minister aangebrachte wijziging- ten zeerste toe. Spr. was stellig tegen het amende ment-Ter Laan en bepleitte een verlenging van diensttijd voor. onbereden wapens van 6 tot 7 jaren, en inkorting van hunnen diensttijd bij de Landweer van 5 op 4 jaren. Minister C o 1 ij n opperde bedenking-en tegen dit denkbeehl, omdat daardoor de sterkte der Land weer te krap zou worden en bestreed het amendement Ter Laan uit het oogpunt van legerbelang en wegens verzwaring van de financieele lasten welke daarvan een gevolg zouden zijn. Het amendement ter Laan werd verworpen met 58 tegen stemmen, en daarna artikel 6 goedgekeurd. Bij de regeling- der werkzaamheden werd, op voor stel van den heer K o 1 e n s, besloten de, in den loop van de volgende week te houden, avondvergaderingen tc beginnen om half acht en te eindig-en om half elf. De behandeling van de Militiewet werd hervat bij art. 7. De minister van binnenlandse he zaken (de heer Heemskerk) trok het art. in en bracht in verband daarmee eenige wijziging in het ontwerp. De heer Van Karnebeek (U. L.) verdedigde een door Jhem en eenige andere leden voorgesteld amendement om de bepaling in art. 13, dat hij, wiens ouders een van beiden in de koloniën of bezittingen in andere werelddeelen verblijf houden, niet voor de mi litie worde ingeschreven, te doen vervallen. De heer Van Doorn (U. L.) wilde, in het be lang der koloniën ook hier studeerende, voor Indië bestemde jongelui vrijstellen, om hen niet naar bui- tenlandsche hoogescholen te drijven en zoodoende van ons te vervreemden. De heer Ter Laan (S. D. A. P.); wil' de jongens ir. kwestie laten dienen als ieder ander. Of men stel le. om consequent te zijn, ieder die later naar Indië zal gaan, vrij, al wonen zijn ouders daar ni«t. De minister van oorlog heeft voor het amende ment noch voor de bepaling in het artikel bizondere voorkeur en laat de beslissing aan de Kamer over. De heer Bogaardlt (R. K.) bestreed het amen dement, dat de jongens naar het buitenland zal drij ven. De heer Scheurer (A. R.). betoogde in gelij ken geest als de heeren Van Doorn en Bogaardt. De heer Van Karnebeek handhaafde zijn amendement, dat na eenig debat werd aangenomen met 35 tegen 32 stemmen. Vervolgens werd art. 13 en eenige volgende zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Bij art. 15 kwam een amendement in behandeling- van den heer Van Lynden van Sandenburg, om te be palen, dat indien de voogdij is opgedragen aan een rechtspersoonlijkheid bezittende vereenig-ing, aan een stichting of aan een instelling van weldadigheid, deze verplichting rust op het hoofd van het bestuur. De regeering nam het amendement over, waarna het artikel zonder hoofdelijke stemming werd aange nomen. Art. 17 werd aangehouden, 18, 19 en 20 werden aangenomen, waarna bij art. 21 een viertal amende- HET TARIEEOKTWERP. Op de bondsvergadering van de Middenstandsveree- niging dato 16 dezer te Utrecht gehouden, werd door afgevaardigden van de afdeeling Hilversum van ge noemden bond, in strijd met de hun gegeven opdracht, vóór de motie afdeeling Amsterdam gepleit en blanco gestemd. Hun mandaat luidde: „met kracht ageeren tegen het ontwerp!" Verschillende leden zijn zeer ontstemd over de hou ding der betrokken afgevaardigden, de bestuursleden Van Hooft, voorzitter der Afdeeling, en Spijker, se cretaris. Wij vernemen dat men voornemens is een buitenge wone ledenvergadering- met spoed te beleggen om de betrokken afgevaardigden te interpelleeren en een voorstel in te dienen om bij de 2e Kamer instemming- te. betuigen met de te Utrecht aangenomen motie. (Hbld.) Gemengd nienws. AANKLACHT TEGEN EEK RIJKSVELD WACHTER. Ka afloop van dé najaars-veemarkt te Medemblik ontstond tusschen een drietal personen uit Twisk en Opperdoes eene woordenwisseling, welke nog ernstige gevolgen kan hebben. Door den rijksveldwachter E. Veldmeijer werd een einde aan de ruzie gemaakt, door met den sabel tus- schenbeide. te komen; volgens getuigen geheel onnoo- dig. Daarbij werd V. uit Twisk ernstig aan de hand verwond, waarvoor onmiddellijk heelkundige hulp moest worden ingeroepen; V. zal waarschijnlijk één of meer vingers moeten missen. Ook S. uit Opperdoes werd nogal gewond. Tegen het volgens hen onbekookt optreden van den veldwachter is een aanklacht bij de justitie ingediend. In een hotel in de Kalverstraat te'Amsterdam is aangehouden een weesvader uit Leeuwarden, wiens opsporing door den officier van justitie te Leeuwar den was verzocht, wegens gepleegde onzedelijke han delingen met minderjarigen. DE TILBURGSOHE INDUSTRIE- EN HANDELSBANK. De boekhouder B., van de Industrie- en Handels bank te Tilburg is bij zijne familie teruggekeerd. Hij begaf zieh dadelijk naar de justitie te Breda. UIT DE RIJP. Donderdagavond 8 uur vergaderde de afd. de Rijp van den Bond voor Staatspensionneering in „Het Rij per Wapen." Aanwezig waren 12 leden. Het punt „Bespreking propaganda" lokte uitvoeri ge discussies uit. Door het Bestuur werd voorgesteld een spreker uit te noodigen en een propaganda-too- neeluitvoering te laten geven. De heer Schouten was tegen dit laatste. Hij zag, voor de afd. de Rijp èn voor de bondsidee, geen nut in een tooneeluitvoering. De heer de Moes wenschte één of meer sprekers uit te noodigen om over de ziektewet van Talma te spre ken, liefst een voor- en een tegenstander. Ten slotte werd het bestuursvoorstel met 111 stem aangenomen. Besloten werd wederom het Reciteer-Collegie „Nieu- wentijt" te Graft uit te noodigen tot het opvoeren van een propagandastuk, terwijl' de verg. als spreker den heer Janssen (Berio) wenschte. Kan deze niet komen, dan zal het Bestuur een anderen spr. uitnoo- digen. Thans was aan de orde de verkiezing van een afge vaardigde voor de a.s. federatie-vergadering te Alk maar. Bij herstemming zagen de hh. P. Rot en F. v. Straten ieder 6 stemmen op zich uitgebracht. Laatst genoemde werd bij loting gekozen, waarna eerstge noemde verklaarde niet voor plaatsvervanger in aan merking te kunnen komen. Als zoodanig werd de heer v. d. Meulen (voorz.) aangewezen. De heer Eisma bracht thans het, den afgevaardigde mede te geven mandaat ter sprake. Spr. was van oordeel, dat de Rond van Staatspens. op den verkeer den weg is en thans vrijwel op het doode punt staat. Slechts door een flinke actie, zoo noodig ook op poli tiek gebied, achtte spr. hier verandering in te bren gen. Voorshands wilde hij den afgevaardigde opdra gen ter federatievergadering het vormen van districts federaties naar de verkiezingstabel voor te stellen. Dit zou eventueele verkiezingsactie zeer vergemakke lijken. Nadat de heer de Moes de meening, dat de Bond tegenwoordig weinig of niets' uitwerkte, had bestre den, werd het voorstel van den heer Eisma (pogingen in het werk te stellen tot het vormen van districtsfe deraties) met algemeene stemmen aangenomen. UIT BERGEN. Vrijdagmorgen is aan het Noordzeestrand onder deze gemeente aangespoeld het zich in vergevorderden staat van ontbinding verkeerende lijk van een onbe kend manspersoon, gekleed als volgt: blauwe kiel, donkerbruin vest met 2 rijen zwarte knoopen, effen blauwe trui, grijs gestreept overhemd, grijs jaeger- hemd, donker linnen bovenbroek met draagbanden, grijs trico onderbroek, zonder schoenen en aan een der voeten een zwarte sok, alles ongemerkt. Alle gegevens omtrent de herkomst van het lijk ontbreken. UIT STOMPETOREN. Vrijdagavond werd in het lokaal van den heer Brak eene verg-a dering gehouden van. de afdeeling Oterleek- Stompetoren van den Bond voor Staatspensionneering onder voorzitterschap van den heer H. Zeeman. De vergadering was, vermoedelijk door het ongunstige weer, slecht bezocht. Er werd o. a. eene bespreking gehouden over districtsfederatie. Besloten werd om dezen winter een propaganda- avond te houden en bij die gelegenheid het vaandel te overhandigen; tevens zal aan mej. HopAkkerman een zilveren horloge met inscriptie ter herinnering worden aangeboden. De rechtbank te Middelburg heeft gisteren het 28-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 1