DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
fc PllÉMiltl li
Honderd m dertiende Jaargang.
1911
MAANDAG
6 NOVEMBEjR.
op Woensdag 8 November 1911.
Herscliouw te honden
No. 261.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk fl,~-.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel !0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Uit den flaad.
musketiers*
B IJl H EN I AN I»
Telefoonnummer 3.
ALEXANDRE DUMAS,
HET PROTEST TEGEN" DEN OORLOG.
ALRMAARSGHG COURANT.
AANMELDING VAN LOTE'LINGEN VOOR EEN
BEREDEN KORPS.
j,Lotelmgen die aan den Burgemeester hunner ge-
„meente den wen-sch te kennen geven of hebben ge-
„geven om bij een bereden wapen te worden ingedeeld,
„worden door mij, in aansluiting- met hetgeen daar
omtrent in de publicatie van die autoriteit reeds ver
sneld is, bij deze nogmaals nadrukkelijk er op gewc-
„zen, dat het met het oog op het niet altijd genoeg
zaam beschikbaar aantal plaatsen bij een wapen en
„in een bepaald garnizoen, aanbeveling verdient
„méér dan één Korps aan te vragen.
De Majoor
Provincinle-Adjudnnt in Noord-1 folland, 5
HEISTERKAMP.
BURGEMEESTER en 'WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter kennis van belanghebbenden dat,
wegens den hoogen waterstand, liet hun college wen-
schelijk is voorgekomen, eene
op WOENSI>AÖ H NOVEMBER a en noodi-
gen mitsdien belanghebbenden uit, voor zoover zulks
niet reeds is geschied, hunne slooten vóór dien tijd
te zuiveren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
(Slot.)!
Vóór de behandeling der begrooting werd met
■zonder moeite trouwens op voorstel van den heer
van Buysen besloten, op de loonen der gemeentewerk
lieden, die tusschen 1213 verdienen, in verband
met de duurte gedhrende 3 maanden een toeslag te
geven, zoodat liet loon 13 bedraagt, en verder op
voorstel'van den heer Van den Bosch om aan de losse
werklieden in dienst van gemeentelijke bedrijven, die
per uur worden betaald in dien tijd een toeslag te ge
ven tot een maximum van 1 per week voor gehuw
den en 50 ets. voor ongeliuwden.
En dan kwam met vlag en wimpel het voorstel er
door om bij bet gemeente-slachthuis een ijsfabriek op
te richten. Het zal zeker niet vaak gebeurd zijn, dat
er door uitstel zooveel werd gewonnen, dat er in een
paar dagen tijdsi zooveel bezwaren uit den weg ge
ruimd werden. Wij wezen er in het vorig raadsover-
üicht op, dat deze zaak blijkbaar onvoldoende was
voorbereid toen zij in den Raad kwam. De redactie
wan bijlage 103 wettigde volkomen dié veronderstel
ling. Men kreeg immers uit de voordracht den in
druk, dat er een zeer kort rapport van de commissie
van bijstand! voor het gemeente-slachthuis was ver
schenen en dat er overigens slechts een rapport van
den directeur van het slachthuis over een tweetal in
gezonden plannen voor de oprichting eener ijsfabriek
ter visie lag. Die indruk is ons achterna ten eenen-
male onjuist gebleken. Er was heel' wat overtuigend
materiaal ter beschikking van de raadsleden ge-
steld. En wat er vooral op technisch gebied nog
ontbrak, is met bekwamen spoed aangevuld door het
inwinnen van deskundig advies. Verder is .er van
particuliere zijde hard gewerkt om dien raadsleden te
overtuigen van het wcnschelijke van deze gemeente
exploitatie. De voorzitter van den slagershond, een
hotelhouder en een banketbakker hebben alle leden
van den raad opgezocht, ten einde hen, zoo noodig, de
wenschelijkheidl van aanneming van het voorstel te
doe 11 inzien. Zij betoogden in de eerste plaats, naar
we vernamen, dat de slagers een zeer groot belang bij
de oprichting hébben en dat deze belanghebbenden be
reid zouden zijn al het ijs, dat ze nu van Amsterdam
betrekken, van dé gemeente te nemen, /.ij bereken
den, dat alleen de Alknraarsche slagers wel voor
2000 zouden afnemen, immers alleen de leden van
den slagershond hadden van 15 Mei22 October, dus
in 23 weken tijds; voor 1279.273 ijs gebruikt, zoodal
dit in een normaal jaar toch zeker wel voor 1500
zal worden, terwijl de niet-georganiseerde slagers
ook wel voor 500 noodig hebben. Zij konden verder
de toezegging doen dat slagers uit de omgeving' (Ber
gen, Egmond, van den I.angendijk, zelfs uit Zijpe)
afnemers zouden worden. Zij wezen er voorts op, dat
bet hier een groot belang gold, wijl men bij gemeen-
te^exploitatie de zekerheid! had! van billijke tarieven en
voortdurende levering, zoodat men tegen buitengewo
ne sehaarschte en buitengewone duurte was dezen
zomer voor één staaf niet 3.50 betaald? was ge
waarborgd. Zij zouden eindelijk aanneming van het
voorstel toejuichen, omdat de winsten, stellig veel
grooter dan de begrooting, welke gebaseerd is op een
omzet van slechts 3600, aangeeft, zullen komen ten
bate van het slachthuis. Ook het banketbakkers- en
hotellioudersbedrijf zouden in niet geringe mate van
een gemeentelijke ijsfabriek profiteeren. Voegen wij
bier nog aan toe het groote hygiënische belang, dat
verbonden is aan de levering van niet-te-duur en ten-
allen-tijde-verkrijgbaar ijs, dan mag uit dit alles ge
rust worden geconstateerd, dat het hier een algemeen
nut betreft, dat de exploitatie van gemeentewege heel
wat goedkooper is dan bij particulier bedrijf, dat de
ijsfabriek voordeel zal opleveren ten bate van het be
drijf, waarin zij wordt opgenomen, en dat zij tenslotte
de zekerheid van dat bedrijf nog zal bevorderen. Waar
het voorstel dusdanig gemotiveerd kon worden, be
hoefde.er niet slechts geen aarzeling meer te bestaan,
maar was er volop reden om het tenslotte met beide
handen aan te nemen, hetgeen de Raad dan ook
Dinsdag uit volle overtuiging heeft gedaan.
Ecnig verschil bestondl er nog ten aanzien van de
wijze, waarop het gefabriceerde ijs zal worden gedis
tribueerd1, maar dat isi een zaak van later zorg.
Wij moeten tenslotte nog even gewagen van de
herbenoeming van den derden wethouder.
Men herinnert zich, dat in de vergadering van 5
September de heeren Glinderman en Zaadnoordijk bij
de .eerste stemming allebei 9 stemmen kregen, terwijl
1 stem in blanco was uitgebracht, dat dé raadsleden
het toen aanvankelijk niet geheel eens waren over
hetgeen er moest plaats hebben, een nieuwe vrije
stemming of een herstemming en dat er tenslotte
geen bezwaar meer werd! gemaakt tegen de herstem
ming. Achterna schijnt er bij enkele leden opnieuw
j bezwaar te zijn opgekomen, althans na de vergadering
i van 23 October werd er een vergadering met gesloten
j deuren gehouden, waarin deze zaak ter sprake werd
gebracht. Van den kant, waar men do benoeming
niet in, overeenstemming met de wet achtte, werd
uitdrukkelijk op den voorgrond) gesteld, dat men niet
-0—
139)
Terwijl de officier milady zoo aandachtig be
schouwde, had' zij, zooals men wel denken kan, hem
va a hare zijdte niet minder dooi' haren blik verslonden.
Maar hoe gewoon die vrouw met liare vlammende
oog-en ook was in de harten van hen te lezen, van wie
zij de geheimen wilde doorgronden, vond zij nu een
zoo onbeweeglijk gelaat, dat niet de minste ontdek
king op haar onderzoek volgde. De officier, die voor
haar was blijven staan en haar stilzwijgend! met zoo
veel nauwkeurigheid had! gadegeslagen, kon vijf- of
zesentwintig jaar oud! zijn geweest, was blank van ve],
met helderblauwe, een weinig diep liggende oogen;
zijn- kleine en welgevormde mond! bleef onbeweeglijk
ir, zijn gewone omtrekken, zijn sterk geteekende kin
gaf die wilskracht te kennen, welke bij den gewonen
Engelschman gewoonlijk niet meer dan hoofdigheid
is; een min of meer achteroverhellend! voorhoofd, als
dat eens dichters, eens geestdrijvers of krijgsmans,
werd beschaduwd! door kort en zeer dun haar, dat,
evenals de baard, welke het onderste van zijn gelaat
bedekte, van een schoone, donkere kastanjekleur was.
Toen men de haven binnenkwam, was de avond reeds
gevallen. De mist verdikte nog meer de duisternis en
vormde rondom de vuren en lichten der havenhoofden
een kring als dien, welke de maan omringt, wanneer
het weder tot regenen dreigt over te gaan. De lucht
was treurig', vochtig en koud. De officier liet zich
de goederen van milady aanwijzen en het haar behoo-
ren.de in de boot laden; na het eindigen dezer werk
zaamheid verzocht hij haar er zelve in te gaan, terwijl
hij haar hiertoe de hand bood.
„Wie zijt gij, mijnheer?'' vroeg zij, „clie zoo goed zijt
zich zoo bijzonder met mij bezig te houden?"
„Gij kunt het aan mijn uniform zien, mevrouw. Ik
wilde reageeren tegen een 'besluit van de meerderheid,
maar enkel het gevaar en den last duchtte, die zouden
kunnen voortvloeien uit een mogelijk geachte vernie
tiging- der benoeming. Nu zou de meest voor de
hand liggende oplossing geweest zijn, dat zij, die op
het standpunt stonden, dab de benoeming niet. con
form de voorschriften der wet had plaats gehad, bij
de Kroon vernietiging aanvroegen. Daarvoor waren
zij echter niet te vinden. Men zat dus in een im-
posse do minderheid was van meêning, dat de wet
tigheid der benoeming aan twijfel onderhevig was,
maar wenschte niet zelf daartegen op te treden, de
meerderheid achtte haar met den voorzitter volkomen
correct. Toen werd) het denkbeeld geopperd, dat, om
een einde te fhaken aan dezen eigenaardigen toestand,
de heer Zaadnoordijk zou kunnen bedanken en onmid
dellijk toonde deze wethouder zich hiertoe bereid.
Zoo is, naar we vernamen het verloop in de niet-
publieke vergadering geweest, waarin geen geheim
houding werd opgelegd.
De heer Dorbeck, optredende namens de rechterzijde
men zal uit het bovenstaande alreeds begrepen
hebben, "dat deze wetskwestie tot een zaak tusschen
rechts en links is geworden sprak Dinsdag zijn
verwondering er over uit, dat de heer Zaadnoordijk,
hoewel zijn benoeming wettig achtend, na de opmer
king van enkele raadsleden onmiddellijk zijn ontslag-
heeft- genomen. Waar de blijkens den aanhef nog al
breed opgezette eerste redevoering van den woord
voerder der rechterzijde nu niet zoo bijster gelukkig
werd uitgesproken, zullen we het er maar voor hou
den, dat de spreker verwondering heeft gezegd, maar
eigenlijk bewondering heeft bedoeld.
De rechterzijde waaraan zich voor dezen keer
vermoedelijk de hr. Ringers heeft onttrokken heeft
bij de benoeming van Dinsdag blanco gestemd en
heeft dus gedaan wat van haar in dezen verwacht
mocht worden, immers na de voorgeschiedenis van de
ze benoeming was het te voorzien, dat zij den heer
Zaadnoordijk niet zou tegenwerken, terwijl van baai-
niet gevergd kon worden, dat zij den heer Zaadnoor
dijk zou steunen nu er de zekerheid was, dat hij her
kozen zou worden, ook al werkte zij tot de herbenoe
ming niet mede.
Hoe de gang van zaken den eersten Dinsdag van
September ook was geweest wij matigen ons om
trent de wetskwestie geen oordeel aan bet prac-
tisch resultaat zou zeker geen ander zijngeworden.Im
mers had er toen, in -stede van een'herstemming een
vrije stemming plaats gehad, de heer Zaadnoordijk
zou toch evenals zijn tegencandïdaat deed; op zich
zelf hebben moeten stemmen en was dan met één
stem meerderheid' gekozen (in plaats-van 99 en '1
blanco was het resultaat dan 10-9 geworden).
Met belangstelling zal men zeker hebben vernomen,
dat B. en W. met- de behandeling- van het adres der
Ken nemer EleCtriciteit.-Maatschappij zoover zijn ge
vorderd, dat ze deskundige voorliëhting noodig heb
ben, en dat de, Raad het college een crediet heeft ver
leend om zich deze te verschaffen. Daarbij zal na
tuurlijk de bedoeling voorzitten om bet vraagstuk der
electrificatie van Alkmaar van alle kanten te bezien
en zich dus niet slechts te bepalen tot het aanbod dér
KMA M.
Den 2Gsten October j.l. werd de brief aan H. M. de
Koningin van Italië verzonden en daarbij ingesloten
ben Engelsch zee-officier," antwoordde de jonge man.
„Maar is het dan gebruikelijk, dat Engelsche zee
officieren hun diensten hun landgenooten aanbieden,
wanneer deze in een der havens van Groot-Brittanje
aanlanden, en zoover de beleefdheid uitstrekken van
hen aan land te geleiden?"
„Ja, milady, het is de gewoonte, niet uit1 beleefd
heid1, maar uit voorzichtigheid, dat in oorlogstijd de
vreemdelingen naar een daartoe bestemde verblijf
plaats worden gebracht, teneinde, tot na d'en afloop
van een volkomen onderzoek nopensi hen, onder het
toezicht van het gouvernement te blijven."
Die woorden werden met de grootste beleefdheid en
de volmaakst-e bedaardheid uitgesproken. Echter had
den zij het vermogen niet milady te overtuigen.
„Maar ik ben geen vreemdelinge, mijnheer," zeide
zij in het zuiverste Engelsch, dat ooit van Portsmouth
tot Manchester gesproken is geworden; „ik heet lady
de Winter, en die maatregel
„Die maatregel is algemeen, milady en gij zoud.t
vruchteloos trachten er u aan te' onttrekken."
„Ik zal u dan volgen, mijnheer." E-n de hand! des of
ficiers aannemende, begon zij de ladder af te klim
men, beneden welke de boot haar wachtte. De officier
volgde haar; een groote-mantel was aan den achter
steven uitgespreid, de officier deed haar er op plaats
nemen en zette zich naast haar.
„Roeit voort!" beval hij den matrozen.
De acht roeispanen vielen in zee, slechts één slag
voortbrengende, en de boot scheen over de oppervlakte
des waters te vliegen. Binnen vijf minuten raakte
men aan wal. De officier sprong- op de kade en bood
zijn hand aan milady. Een rijtuig wachtte.
„Is dat rijtuig voor ons?" vroeg milady.
„Ja, mevrouw," antwoordde de officier.
„Ts dan de heiberg zoo ver \Vn hier?"
„A^n de afldere zijde der stad."
„Welaan!" zeide milady, en zij stapte moedig in
het rijtuig.
De officier zorgde, dat de bagage behoorlijk achter
op werd vastgemaakt en dit verricht zijnde, zette hij
zich naast milady en sloot het portier. Onmiddellijk
de namenlijst der 1900 kaartjes, welke ingekomen zijn
als bewijs van sympathie dér Nederlandsche vrouwen
met het protest tegen den Italië-Turksehen oorlog.
Den 29sten Oct. j.l. is volgens, postbericht het stuk t«
San Rossore bij Pisa aangekomen.
Een afschrift van dit schrijven is gericht tot H. M.
de Koningin van Roemenië met verzoek: of ook II.
M., als eene der Balkan-Koninginnen, Haren invloed
ten gunste van dén vrede zou willen aanwenden.
daarop, zonder dat het bevel hiertoe werd! gegeven,
of zonder hem zijne bestemming aa-n te duiden, ver
trok de koetsier in vollen draf en reed de straten dei-
stad in. Een zoo zonderlinge ontvangst moest milady
veel stof tot nadenken geven en ziende dat de jonge
officier volstrekt niet genegen scheen in gesprek met
haar te treden, dook zij diep in den hoek van het rij*
tuig en ging achtereenvolgens al de veronderstellin
gen na, die zich aan haar geest voordeden.
Na verloop van -een kwartier was zij intusschen over
do lengte van den weg verwonderd en zij boog zich
uit het po-rtier om te zien, waarheen men haar voerde.
Maar ge-en huizen bespeurde men meer en alleen hoo
rnen verhieven zich in de duisternis als groote, zware,
elkander naijlende spookgedaanten.
Miladiy ontroerde.
„Maar wij zijn niet meer i.n rle stad, mijnheer!"
I)c jonge officier zweeg.
„Ik zal niet verder gaan, indien gij mij niet zegt,
waarheen ik word' vervoerd', dat- verzeker ik u, mijn
heer 1"
Die bedreiging verkreeg niet het minste antwoord.
„O, dat is te erg!" riep milady. „Help! Help!"
Ge,ene stem beantwoordde de hare; het rijtuig- bleef
snel voortrollen. De officier geleek een beeld. Milady
beschouwde den officier met een dier vreeselijke uit
drukkingen, haar aangezicht, zoo .eigen, en die zoo
zelden hare uitwerking- misten. De toorn deed hare
oogen in de duisternis schitteren. De jongeling bleef
onbeweeglijk. Milady wilde het portier openen en
uit. het rijtuig springen.
Milady zette zich neder, schuimbekkende van woe
de. Dc officier wendde zich tot haar, beschouwde
haar op zijn beurt en scheen verwonderd, dat vroeger
zoo schoon gezicht, nu bijna afschuwelijk geworden
en door razernij misvormd te zien.
liet doortrapte schepsel begreep, dat zij zich in het
verderf stortte door op die wijze in haar ziel te doen
lezen; zij verzachtte daarom haar gelaatstrekken en
dp zuchtenden toon sprak zij:
„In 's hemels naam, mijnheer, zeg mij toch, of ik
aan u, het gouvernement of aan een vijand de geweld-
Gemengd nieuw».
GRATIE GEWEIGERD.
Door H. M. de Koningin is afgewezen het verzoek
om gratie, ingediend door II. A. van DaLsum, notaris
en lid der Provinciale Staten te Hulst, die bij arrest
van den Hoogen Raad van 29 Mei j.l. is veroordeeld
tot 300 boete of 60 dagen hechtenis, ter zake van
het beleedigen van den burgemeester van Hulst in
het door hem geredigeerde blad' „De Volkswil."
EEN DRIJVEND BUREAU VOOR DE
POLITIE.
De rivierpolitie te Rotterdam heeft Zaterdagmid
dag- bezit ge-nomen van het nieuwe drijvende bureau,
ten haren behoeve gebouwd en ligplaats hebbende in
de Parkhaven bij den Westzeedijk. Een veilige lig
plaats heeft zij daar tevens gekregen voor haar boo
ten, terwijl de bouw van het nieuwe bureau dienstbaar
is gemaakt aan het met bekwamen spoed en op een
gemakkelijke wijze aan den wal brengen van gekwet
ste^
Een twee meter breede loopbrug verbindt het bu
reau met den vasten wal. Loopbrug en bureau rusten
op een achttal tanks. Een op de loopbrug aansluiten
de, eveneens twee meter breede gang, verdeelt het ge
bouwtje in tweeën en vormt een pad, waarlangs de
brancards met de te vervoeren gekwetsten direct van
de langs zijde komende boot, naar d'en vasten wal ge
reden kunnen worden.
Rechts van het gangpad heeft men, gelijkvloers, een
wachtkamer voor de agenten met een afzonderlijk ver
trek voor de ehef-agent-en en bovendien twee arres-
tantenverblijven. Links bevinden zich een kleedka
mer en ee-n waschgelegenheid.
Boven dit geheel zijn gelegen een bureau voor den
inspecteur, een seinkamer voor den marconist en een
slaapgelegenheid waarvan, zoo noodig, door het per
soneel gebruik gemaakt kan worden. Op het dak,
met een torentje v-ersierd, zal een inrichting voor
draadlooze telegrafie worden aangebracht.
De omgeving wordt door gasbooglampen verlicht.
GROENTIJD.
Het Nieuws van den Dag meldt, dat prof. mr. W.
van der Vlugt, als plaatsvervanger van het rector-
magnificus te Leiden, het Collegium van het L. S. C.
vóór zich heeft gedaagd, en dit bestuurslichaam der
studenten hem de volledige toedracht der gebeurtenis
sen in den jongsten groentijd heeft medegedeeld.
EEN VOORWERELDLIJK DIER.
Een abonné uit Kerkdriel meldt aan de Tel.:
Als curiositeit en ook uit wetenschappelijk oogpunt-
meld ik u, dat alhier een dijbeen opgegraven is van
een voorwereldlijk monster. Ik kan er geen anderen
naam aan geven. Het been in kwestie weegt 52 pond
en heeft de- respectabele lengte van 1.10 M. De dikte
aan het boveneind is 0.40 M., in 't midden 0.20 M. en
aan bet ondereind 0.31 M. Men vond! het in een waard,
op nog geen 3 M. diepte en zag het voor een boom
stronk aan. Als ik naga, dat zoo'-n dijstuk bij een
koe 4 pondj weegt, dan dunkt me, dat het been afkoms
tig moet zijn van een zeer groot en zwaar dier, dat
of hier in dat voorwereldlijk tijdperk leefde, öf waar
van hot geraamte van elders door de Maas is meege
voerd.
dadigheid' moet- toeschrijven, welke men mij aandoet?"
„Men pleegt, geen de minste gewelddadigheid jegens
u, mevrouw, en hetgeen u wedervaart, is het gevolg-
van een zeer -eenvoudigen maatregel, welken wij ver
plicht zijn jegens allen, die in Engeland aankomen in
acht te nemen.
„Dan kent' gij mij niet, mijnheer!"
„Het is de eerste, maal, dat ik de eer heb u te
zien."
„En hebt gij, op uw eer, niet de minste reden van
haat jegens mij?"
„Volstrekt niet-, dat zweer ik u."
Er lag- zooveel op-rechtheid; kalmte, zelfs zachtheid
in de stem van den jongeling, dat- milady zich gerust
stelde. Eindelijk, na ongeveer een uur te zijn voort
gereden, hield! 't- rijtuig voor een ijzeren hek stil, dat
een hollen weg sloot, die- den toegang verleende tot
een'eenzaam, groot kasteel van strenge bouworde. De
wijl de wielen toen het fijne zand doorwoelden, hoorde
milady oen hevig gedruisch, hetgeen zij voor dat dei-
zee herkende, wier golven zich voor een steile kust
komen breken.
Het rijtuig- reed1 onder twee gewelven door, en bleef
eindelijk op een vierkante," donkere binnenplaats
staan. Bijna onmiddellijk hierop werd het portier ge
opend, de jongeling sprong vlug op den grond en bood
milady dé hand, die, erop steunende op hare beurt ta
melijk bedaard uit het rijtuig stapte.
„Het is in allen geval zeker," zeide milady, rondom
zich ziende en haar oogen met den bevalligsten glim
lach ter wereld op den jongen officier terugbrengen
de„dat ik gevangen ben; maar ik zal het- niet voor
langen lijd zijn, hiervan ben ik zeker," voegde zij er
bij. „Mijn geweten en uwe beleefdheid, mijnbeer, zijn
mij er borg voor."
fWorit T»rv»lgJ.)