Damrubriek. m m Openbare Verkooping 1 Schaakroibpietei 4Èê, 111 mk. mm m m. A DY ER TEN TIEN. VioolMandoline, Fluit, Clarinet, enz. te Warmenhuizen I. Met Weiland, II. Het Rietland 1. 28—23 1. 19 28 2. 33 22 2. 24 42 3. 40—34 3. 17 28 4. 31—26 4. 42 31 5. 26 17 5. 11 22 6. 36 18 6. 13 22 7. 39—33 7. 28 30 8. 35 2!! 1. 11—17 2. 21—16 2. 17—21 3. 48—43 3. 21 32 4. 38—27 4. 25—30 5. 34 25 14—20 6, 25 23 6. 18 47 7. 40—34? 7. 6—11 8. 16 7 8. 812 9. 7 18 9. 13 31 10. 36 27 10. 47 321 M mm §H wm. GRONDIG en BILLIJK ONDERWIJS op is eon ongeluk gebeurd op de lijn bii Wallace.^ Ze zeggen dat het erg ie. De moet er dadelijk heen." Toen hij klaar was had ze het ontbijt klaar en zoo snel mogelijk werkten ze het maal naar binnen. In zijn spanning scheen hij het geval van den vorigen avond vergeten te hebben. „Goeden dag", zei hij nog, toen hij haastig de deur uitrende. Ze antwoordde niet, en toen hij weg was keek ze naar buiten, naar den natten, aanbrekenden dag. „Ik veronderstel dat hij ook zal gaanmompelde zij; en in haar oogen kwam de blik, zooals die maar ééns in de oogen van een jong meisje komt, een blik, geheimzinnig" en schitterend. Bill vond den dokter op den trein wachten toen hij er aankwam. Bill keek den kleinen man aan, maar diens oogen stonden koel en kalm. „Zeg", zei Bill, „u heeft niet weer naar mijn zuster te gaan zien. Ik heb een anderen dokter voor haar gehaald. Ik wil niet dat ze ziek wordt." De dokter klom zonder iets te zeggen in den wagen. Toen ze op de plaats des onheils aankwamen, zagen ze dat een personentrein en een goederentrein hevig met elkaar in botsing waren geweest. Zes mannen en een vrouw waren ernstig gewond. De dokter keek even naar de mannen. Toen wendde hij zich tot de vrouw; ze was bewusteloos met een ineengedrukte bostkas en een gebroken arm. Bill kwam toevallig voorbij, bleef staan en keek. De dokter behandelde de vrouw met een verbazingwekkende zachtheid. Toen hij voor haar had gedaan wat hij kon, wendde hij zich tot de mannen. Zijn bewegingen waren snel en zeker. Hij sneed en scheurde kleeren stuk met ruwe hand. Zijn lange vingers voelden en tasttten, zonder eenig blijk van de zachtheid, die Bill straks had gezien. Een man kermde van pijn, maar de dokter leek er wel doof voor. Een hulptrein kwam ten slotte en de gewonden wer den er in gebracht om naar Wallace te worden ge bracht, waar een ziekenhuis was. De dokter waschte zijn handen en ging in den wagen zitten. Toen de lijn opgeruimd was, ging de verongelukte trein terug. Bill en de dokter keken niet naar elkaar. Toen ze uit stapten, ieder aan een verschillenden kant, zagen ze Clara onder het afdak van het telegraafkantoor, be sehut voor den regen, staan. Zoodra ze haar broer zag snelde ze op hem toe. „Ruth is erg ziek", zei ze, „een uur geleden ijlde ze. Dr. Dickinson is weggegaan en ik kan niemand an ders vinden." De dokter hoorde toe, terwijl hij het meisje aankeek. Ze keek hem hoopvol aan. Bill keek van den een naar den ander. Zijn gedachten gingen terug naar de be handeling van de vrouw door den dokter; hij zag het geval nu als een visioen. Het stond hem tegen het leven van zijn zusje te leggen in de handen van den man dien hij haatte. „Ge deedt beter met naar haar te gaan zien", zei hij. „Jij moet ook gaan, Clara. Ik zal komen, zoodra ik andere kleeren heb aangetrokken." Hij keek niet naar hon om, toen ze samen heengingen. Hij was een kartier na hen in 't huis van zijn tante. Toen hij binnenkwam zat zijn tante met een spierwit gelaat, terwijl Clara haar hoofd in haar armen op de tafel verborg. „Wat is het?" vroeg Bill. „Diphtheritus", zei de dokter, zijn oogen voortdu rend op het meisje gericht. Bill's hart stond stil. Zijn kleine zusje was hem zoo dierbaar sinds zij onder zijn hoede stond' na den dood van hun vader en moeder. „Ik verwonder mij er over, waarom dokter Dickin son er vanmorgen niet geweest isl" zei hij boos. Clara keek op. „Je kunt hem gaan zoeken", snauwde ze hem toe. Bill ging door de deur in de kamer waar het kind lag en keek naar haar. Ze hadden haar haar echter over het kussen geborsteld' en het spreidde zioh daar uit in een overvloed van gouden krullen een erfe nis van haar moeder. Haar oogen waren gesloten. Bill's keel werd dichtgeknepen. Hij keerde zich om naar de andere kamer. „Zal ze beter worden?" vroeg hij. De dokter keek hem koeltjes aan: „Diphtheritus is gevaarlijk", zei hij. Bill wenschte dat ze nooit woorden gehad hadden, want hij had nu steun noodig van dezen rostigen be daarden man. „Wat is dat?" vroeg hij, op een medicijnfleschje wijzend. „Anti-toxine." „Sommige menschen zeggen dat die drank niet goed is." „Sommige mensehen weten niet wat ze zeggen." Bill voelde geen wóede. Hij durfde den dokter nu niet boos maken, of iets hatelijks tegen hem zeggen. De dokter had nu het leven van Ruth in zijn hand. Of ze zou blijven leven of sterven het hing van den dokter af. Bill herinnerde zich de behandeling van de vrouw en trachtte daarvan een grond van vertrou wen t.o maken. IIij hoopte dat de dokter getrouw zou zijn; en deze hoop werd langzamerhand een bede in zijn hart. Do dokter was' getrouwer dan Bill had' gedacht. Er waren dagen en nachten, waarin hij verwachtte dat de teere ziel het kinderlichaampje zou ontvlieden. Hij bracht uren door bij het bed van de kleine Ruth, als t ware grimmig vechtende, om iederen afgrond, die voor haar gaapte, te overbruggen. Bill bleef van zijn werk weg en begaf zich telkens naar het huis van zijn tante. Hij was een gezonde, krachtige men en on danks zijn verdriet, sliep hij 's nachts den langen, die pen slaap, die hem altijd gezegend had. Hij wist niet dat de dokter zelf slechts uitrustte in een korte slui mering na middernacht of later. Hij kon dat niet we ten, want de dokter stapte er even vroolijk om als an ders, zijn oogen waren even helder en zijn hand was even vast, als altijd. Toen kwam er een morgen waarop de dokter er al vroeg was. Toen Bill beneden kwam, vond hij hem naast het bed van de kleine Ruth, haar, met de ar men over elkaar, aandachtig gade slaande. „Is ze minder vroeg Bill. „Als ze de volgende vierentwintig uren doorkomt, zal ze beter worden." Bill's trots verdween geheel en al. „Zou u bij haar kunnen blijven tot ze er door is vroeg hij, en zijn stem klonk zacht en smeekend. „Ik heb besloten dat te doen", zei de dokter doodbe daard. „Dank u!" zei Bill. Hij ging naar de keuken en nam er in een donker hoekje plaats. Vierentwintig uren! In dien tijd hing het leven van de arme, kleine Ruth aan een draadje, terwijl zij niets konden doen dan wachten. De. hoop in zijn hart was maar een klein vlammetje, toen hij daar zoo zat, met zijn handen ineengevouwen. Om negen uur dien avond zei de dokter hun dat ze allemaal maar naar bed moesten gaan. „Is ze iets beter?" vroeg Bill. „Ik zei u vierentwintig uur", zei de dokter; en zijn stem was bijna hard. „Er zijn er nog maar veertien van om." Bill toonde niets van den toorn dien deze toon eenige dagen te voren hij hem zou hebben opgewekt. „Ik wil blijven'zei hij, „u zou eens iets noodig kunnen hebben." ,Xaat u mij als het u belieft ook opblijven", smeek te Clara, De dokter keek haar aan en Bill zag dat zijn ge zicht nu een zachtere uitdrukking, kreeg. „Ik heb het liefst dat u naar bed gaat", zei hij, en zijn stem klonk vriendelijk en zacht. „Het zou mo gelijk kunnen zijn dat ge al uwe krachten noodig hadt." Het meisje beantwoordde zijn. blik en een diepe blos kleurde haar bleeke wangen. „Ik zal gaan", zeide ze. Ze hoorden haar en haar tante de trappen ttp, naar boven gaan en kort daarna heerschte er doodsche stil te in het huis. De dokter nam iets uit zijn medicijn kast en ging de kamer van 't zieke kind binnen. Bill zag, door de geopende deur, dat hij ging zitten, zijn oogen strak gericht op het gezichtje van de kleine Ruth; hij zat daar doodstil, do armen over elkaar. Bill viel neer in een stoel en kruiste zijn groote, zware ar men over de tafel. Er werd hier een hevige strijd ge streden. De dokter streed met zijn hersenen tegen de enorme krachten van Het Groote Onbekende. De klok van de eetkamer sloeg tien, half elf, elf uur. Toen kwam de slaap langzaam en ongemerkt over het vermoeide lichaam van Bill en hij dommelde in. Met een schok werd hij wakker. Terwijl hij zijn oogen uitwreef, sloeg het twaalf uur. „Ik heb een uur geslapen", bekende hij zichzelf met schaamte. Hij stond op en keek weer door de deur van de zie kenkamer. De dokter zat daar alsof hij zich in 't ge heel niet bewogen had. Zijn handen waren nog altijd gevouwen, zijn oogen op het gezicht van het kind ge richt. Bill bemerkte dat zijn oogen wijd open waren, alsof slaan datgene was, dat in dat uur het minst ge duld kon worden. Bill ging weer zitten. Zijn hoofd viel weer op zij en zijn brein begon beneveld en suf te worden; maar hij betrapte zich zelf nog juist bijtijds. „Ik moet wakker blijven", zei hij. Hij stapte naar de keuken en dompelde zijn gezicht in koud water. Toen opende hij de deur en ademde de zachte avondlucht in. Yerfrischt en wakker, keer de hij naar zijn stoel terug. Eenmaal hoorde hij den dokter opstaan, de kamer doorgaan, en weer terug naar het bed gaan. Bill keek en zag dat hij zich over zijn patiënt heenboog, met alle oplettendheid' luiste rend. Bill's hart hield een oogenblik op te kloppen. Maar de dokter nam zijn vroegere houding weer in. En toen begon hij hetgeen de dokter deed te appre- cieeren. Dat hij zelf wakker was, was ingegeven door liefde, maar de dokter deed slechts zijn ambtsplicht een beetje meer zorgzaam en geduldig' dan gebruike lijk was. Ilet was Bill's vleesch en bloed, welke om het leven vocht en toch zou hij alles gegeven hebben om te kunnen slapen. Zijn hoofd viel weer op zija borst. Slaap kwam in golven over hem. Hij streed er tegen, gaf een oogen blik toe, werd wakker en strekte toen zijn armen op de tafel uit en liet zijn hoofd er op zinken. Stemmen deden hem opstaan. Hij opende zijn oogen bij het grijze licht van dep vroegen dag. Opnieuw be schaamd, lichtte hij zijn hoofd op. De dokter en Cla ra stonden bij het venster. De dokter hield Clara's handen vast. Bill ging wankelend naar hem toe. „Hoe is het met haar?" fluisterde hij. „De crisis is een uur geleden geweest", zei de dok- ter, en zijn lip krulde een weinig. „Er was geen mo gelijkheid je wakker te krijgen. Het zal nu beter met haar gaan." Bill steunde met zijn hand op de tafel een heele mi nuut lang en keek in de oogen van den dokter. Die oogen zag hij. smeekend om de slaap, dien zij dien nacht niet gekend hadden. De dokter alleen was ge trouw geweest. „Ik zal dit niet vergeten", was al wat Bill zeide. En toen Bill zijn verhaal verteld had, kwamen zij er allen toe den dokter „den kleinen dok" te noemen en nooit meer „den slager". Hun achting voor hem was hooger gevtorden en nog meer, toen zij zagen hoe gelukkig hij zijn vrouw maakte, Bill Donovan's zuster Clara. No. 333. A. VAN EELDE te Alkmaar. ,,'t Vliegende Blaadje" 1911. Mat in 2 zetten. Oplossing van No. 320 (G. HEATHCOTE). 1 De3 f3 enz. Goed© oplossingen ontvingen wij vanP. J. Boom, F. Böttger, O. Bramer, G. Imhülsen, J. H. Mühren Jr. en C. Visser te Alkmaar; G. van Dort te Leusden, Mr. Ch. Enschedé en P. Fabriek te Haarlem, J. W. Le Comt© en J. Vijzelaar te 's-Gravenhage, P. Bakker en Jo's, de Koning te Amsterdam, G. H. B. Hogewind te Utrecht, J. Tates te Heiloo1), J. Reeser te Voorburg, S. te S., J. Deuzeman te Fnederiksoord, H. Strick van Linsckoten te Rijswijk en O. Boomsma te Kampen. Ad. No. 323. De Schaakrubriek in het „Vliegend Blaadje", dat, zooals den meesten onzer lezers wel bekend zal zijn, in den Helder uitkomt, wordt geredigeerd door den overbekenden Hoofdklasse-speler K. Geus en ver schijnt om de 14 dagen. De rubriek bestaat nog niet lang, naar wij meeineu, doch schijnt veel tot dte opwekking van het plaatselijk schaakleven bij te dragen. Dit laatste is ook alleszins natuurlijk, daar zij ook partijen geeft, die uit den aard der zaak goed ver zorgd zijn. Wij troffen er behalve ©ene „eerste publi catie" van den redacteur ook een dusdanige aan van den heer J. Chr. Reeders, die tegenwoordig in den Helder woont. Deze partij was niet meer of minder dan die, welke in den jongsten Bondswedstrijd den schoonheidsprijs in de Hoofdklasse verwierf. De heerem Geus en Reeders zullen dezen winter een ernstige match spelen. CORRESPONDENTIE, A. T. te H. Uwe oplossingen kregen wij eerst deze week in handen. J) Van wien nog een goede oplossing van No. 319 inkwam. Aan de Dammers. Met dank voor de ontvangen oplossingen van de op gaven uit de vorige rubriek. No. 157 en 63 waren beide slagzetten, door den heer Lisser in de partij uitgevoerd'. Stand van No. 157: Zwart: 1, 3, 5, 6, 8/11, 13, 16, 17, 19, 20, 21, 24. 25. Wit 28, 29, 31, 33, 35/41, 43, 44, 48, 49, 50. Wit speelde: Inderdaad een fraaie combinatie. Zeer eigenaardig was de slagwending' in vraagstuk 63. Stand: Zwart: 3, 7, 8, 9, 12, 14, 16, '17, 19, 20, 24. Wit: 23, 27, 28, 31, 33, 34, 37/40, 45. Wit speelde 1. 27—21 1. 16 36 (2 slaan) 2. 37—31 2. 36 27 3. 28—22!! 3. 27 29 (2 slaan) 4. 34 23 4. 19 28 5. 33 4! Van deze combinaties ontvingen wij goede oplos singen van de heeren: G. Clock, D. Gerling, J. Iffmtkooper, J. K., G. van Nieuwkuijk te Alkmaar, S. Homan, Wijde Wormer, 11. E. Lantinga, Haarlem. Van de vorige problemen ontvingen wij nog een goede oplossing van den heer J. P. de R. te Alkmaar. Een tweetal aardige slagzetten troffen wij deze week aan bij 't doorbladeren van een Damtijdschrift. In den volgenden stand: TA. Uit een wedstrijdpartij gespeeld te Enkhulzen ontwik kelde de heer Korff met zwart bet volgende spel S. heel mooi! In den volgenden standi, dien wij slechts in cijfers aangeven, Zwart: 13, ld, 17, 18, 21, 24. Wit20, 27, 28, 29, 32, 33. heeft zwart als laat-sten zet 1924 gespeeld. Deze zet is onmiddellijk verlies, want wit speelt: 1. 2923 1. 18 38 (neerslag) 2. 32 43 2. 21 23 (weer neerslag) 3. 20 9en wint, Eenvoudig, maar mooi. Ter oplossing ditmaal een probleem van J. Noome Mzn. en een zeer eenvoudig vraagstuk voor eerstbe- ginnenden (anders bladprobleem). Probleem 158 van J. NOOME Mzn., Purmerend. W it: 17, 21 27, 30, 32, 34, 5 38, 39 43, 14, 4'». Zwart6, 10. 11, 13, 14, 15, 18, 19, 20, 23, 24, 25, 28, Vraagstuk 64 van J. L. MAASSEN, Heiloo. Oplossingen vóór of op 30 November. VOOR DAMES. Kijkjes in de modewereld. Het seizoen van de wintervermaken is weer aange broken, comedie, concert, five o'clock tea, partijen enz. hebben weer een aanvang genomen. Bovendien is het weer geworden, om zich niet meer met dunne mantels buiten te wagen. Het is jammer, dat hst zoo lang geliefd© lailleur-costume niet tneer zoo'u opgang maakt als dit jaren lang het geval is geweest. Het is tegelijkertijd practisch en chic en onderging bijna geen veranderingen. De laatste modellen hebben rokken, die weer wat wijder zijn, wat het loopen wat vergemakkelijkt. De manteltjes zijn wat langer en niet zoo glad meer. De mouwen zijn zeer lang en nauw, om den pols echter wijd en met een reepje bont omrand. De rok is dik wijls tunica-achtig en opgeknipt. Do groote shawl-opslagen, die een pelerine vormen, de spit.s toeloopend© kragen, die aan een monnikskap herinneren en van de keerzijde van het weefsel ver vaardigd worden, zijn de moderne versiering voor deze costumes. Sommige jakjes hebben het model van een Russi sche blouse en worden van boven op zij met een reep je bont, dat ook den hals omgeeft, gesloten. Voor deze costumes wordt een zeer soepel ratiné, dat- in verschillende kleuren -rood en blauw, zwart en wit, zwart eD rood verkrijgbaar is, gebracht, en is daar voor dan ook de aangewezen stof. Voor gekleede toiletten, om op middag-partijen of five o'clock-tea's te dragen, is d'e nieuwste stof, het zoogenaamde „Charmeuse", een soepele zijden stof; tevens wordt Bengaalsche of Turksche zijde hiervoor gebruikt, terwijl bovendien fluweel zeer in de gunst staat. De modellen dezer toiletten zijn vele. Bij en kele wordt de mode van 1830 gevolgd, waarbij de met uitgetande strookjes bezette rokken en de nauw-om- sloten taille weer hoogtij vieren. Deze toiletten heb ben dikwijls een sierlijk vallende tunica en zijn van boven afgemaakt met een fichu, die van voren over elkaar kruist. Avondtoiletten worden vervaardigd' van warme, glanzende stoffen als zijde, fluweel, zijde-damast en brocaat, dat een weinig uit de mode was geraakt. .Voor het lijfje gebruikt men nog al veel mooie, oude guipure-kant of kant, waarvan het patroon met smal le bontreepjes kan worden bezet. De stof van den rok wordt in bevallige plooien gedrapeerd en eveneens met bont gegarneerd. De mouwen zijn nauw en kort. Het toilet wordt door een smal sleepje, dat als een shawl vol gratie over den arm gedragen kan worden, vol tooid. Modern zijn de tunica's, van oude goud-kant op een fond van ivoor-kleurige zijde en omrand met marter- of sabelbont. De piouwen van deze kant zijn altijd lang, terwijl de halsuitsnijding diep is. In het rijk van de hoeden heerscht nog dezelfde grilligheid. De kleine hoedjes, die dikwijls slechts groote toques zijn, worden zeer hoog gemaakt, de groote hoeden daarentegen zeer plat. Zij worden van gewone Turksche zijde, fluweel of pluche vervaardigd en met aigretten of andere veeren gegarneerd. Het al lernieuwste is een groote baret, van zwart of paars fluweel. ÏIERINNERINGSDAGEN. Maandag 27 November. 8 v. Chr. De Romeinsche dichter Quintus Horatius Flaceus te Rome overleden, Hij was 65 jaar v. Chr. geboren, Een kernwoord: „Een scherts, een lachend woord beslist vaak de grootste zaken treffender en beter dan ernst en scherpte." 1701. De sterrekundige Anders Celsius te TTp- sala geboren. Hij overleed in 1744, Dinsdag 28 November 1820. De socialist Eriedrich Engels to Barmen geboren. Hij overleed in 1895. 1830. De componist Anton Rubinstein tq.Wech- wotynetz geboren. Hij overleed in 1894. 1851. Vincent Priesznitz, stichter van de wa tergeneesmethode, te Griifenberg in Oostenrijk- Sile- zië overleden. Hij was in 1799 geboren. Woensdag 29 November 1802. De dichter Wilhelm Hauff te Stuttgart geboren. Hij overleed in 1827. Een kernwoord: „Er is een gevoel in de menschelijke borst, dat wee moediger maakt dan elk ander verdriet. Ik zou het medelijden met ons zelf willen noemen. Het overmant ons, als wij- aan het graf van vernietigde verwachtin gen terugzien op de dagen, toen de hoop nog bloeide, als we de blijde gedachten terugroepen, waarmede wo een vroolijke toekomst tegemoet gingen." 1839. De dichter Ludwig Anzengruber te Wee- nen geboren. Hij overleed in 1889. Een kernwoord: „Wanneer men oud wordt, houdt men zich aan het gegevene en eerbiedigt de feiten." 1856. Dc rijkskanselier Theobald von Bethniann- Hollweg in Hohenfinow geboren. Donderdag 30 November 1667. De Engelsehe sa- tyricus en politicus Jonathan Swift te Dublin gebo ren. ITij is in 1745 overleden. 1835. De Amerikaansche humorist Mark Twain in Florida geboren. Hij overleed in 1910. 1900. De Engelsehe dichter Oscar Wilde te Pa rijs overleden. Hij werd in 1856 geboren, Een kernwoord: „Een idee wordt nog niet waar, omdat iemand er zich voor heeft opgeofferd." Vrijdag 1 December 1521. Paus Leo X (Giovanni de Medici) overleden. Hij was in 1475 geboren. Zaterdag 2 December 1852. Louis Napoleon als Na poleon III tot erfelijk keizer geproclameerd Een kernwoord: „De -historische waarheid moest niet minder heilig zijn, dan de godsdienst. Verheffend© voorschriften van het geloof onze ziel boven de belangen dezer we reld, de lessen der geschiedenis schenken ons d© liefde tot het mooie en rechtvaardige, den haat tegen alles wat den vooruitgang der mensehheid belemmert," door H. A. MAAS, Dir. Sted. Orkest en Muziekschool Spoorstraat 58. op Woeusdag den O December löll, des mid dags 1 nar, in het Café van den heer H. MOSCH, ten overstaan van den te Alkmaar gevestigden Notaris Mr. A. P. H. DE LANGE, van: genaamd „DE POKKEVEN", gemeente Warmenhui zen, kadaster Sectie C, no. 175, geheel groot 3.41.60 Hectaren. Zeer geschikt als BOUWLAND. Te veilen in diverse perceelen. aan de Damsloot te Warmenhuizen, kadaster Sectie D No. 315, groot 47 A. 20 c.A. Te aanvaarden bij de betaling der kooppenningen. Eigendom van den heer N. J. BERGER Inlichtingen worden gegeven ten kantore van ge noemden Notaris aan de Breedstraat A 10 te Alkmaar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 6