DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 285
Honderd en dertiende Jaargang.
1911
MAANDAG
4 DECEMBER.
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10, Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Voorbereidend Militair-onderricht.
9e drie Musketier-!»
Telefoonnummer 3.
^■3S5XJXXJXJJEl*3?Q3Sr
DE BOOMEN AAN DE WESTZIJDE ZAANDAM.
ALKMAARSCHE
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
brengt, naar aanleiding van een desbetreffende circu
laire van den commissaris der Koningin in deze pro
vincie, ter kennis van belanghebbenden, dat het on
derzoek naar de geoefendheid van:
lo. LOTELINGEN, die dingen naar het bewijs,
hetzij voor militaire bekwaamheid', hetzij voor licha
melijke geoefendheid, den wel voor beide,
2o. JONGELIEDEN", die dingen naar het getuig
schrift, vereischt tot het aangaan eener verbintenis1 bij
het reservekader, hetzij der Infanterie of Vesting-
Artillerie, dan wel der Genie,
zal plaats vinden in het tijdvak VAN EN MET 2
TOT EN MET 13 JANUARI 1912;
dat het onderzoek voor eiken deelnemer in één dag
afloopt en voor lotelingen en jongelieden, woonachtig
en verblijf houdende in de gemeente ALKMAAR zal
worden gehouden te HELDER;
dat tot het onderzoek uitsluitend worden toegela
ten
a. zij, die hebben deelgenomen aan de loting voor
de lichting 1912;
b. de lotelingen der lichting 1911, die, ingevolge
het bepaalde bij de tweede zinsnede van art. 99 der
Militiewet 1901, in 1912 worden ingelijfd';
c. de reeds ingelijfde lotelingen, in het genot van
uitstel van eerste oefening, die, om in aanmerking te
kunnen komen voor verlenging van uitstel, in ver
band met de bepaling van het op 2 na laatste lid van
art. 2 van het. K. B. van 2 December 1901 (Staatsblad
No. 230), zooals dit artikel is gewijzigd en aangevuld
bij de K. B. van 1Y October 1904 (Staatsblad No. 234)
en van 9 Januari 1909 (Staatsblad No. 10) hun bewijs
van voorgeoefendheid wenschen te vernieuwen;
d. jongelieden, adspirantien-vrijwilliger voor het re
servekader der Infanterie, Vesting-Artillerie of Genie.
Belanghebbenden, die zich niet VOOIt DEN lOen
DECEMBER 1911 ter gemeente-secretarie tot deel
neming aan het onderricht hebben aangemeld, worden
niet tot dat onderzoek toegelaten.
ZIJ, DIE BIJ DE: SCHIETOEFENINGEN TOT
VERIIOOGING VAN 's LANDS WEERKRACHT
EEN „SCHIETBEWIJS" HEBBEN VERKRE
GEN, LEGGEN DIT BIJ DE AANMELDING
OVER.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
HINDERWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis, dat heden op de ge
meente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen inge
diende verzoek met bijlagen van W. F. STOEL Jr.,
handelende onder de firma W. F. STOEL en ZOON,
aldaar, om vergunning tot het uitbreiden van de
werf „Nieolaas Witsen", "door het maken van eene
helling in het perceel Eilandswal, wijk C No. 12.
Bezwaren tegen deze uitbreiding kunnen worden
ingediend ten raadliuize dezer gemeente, mondeling
op Zaterdag 16 December e.k., 's voormiddags te elf uur
en schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie
dagen vóór gemelden dag kan de verzoeker en hij,
dje bezwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer
gemeente van de terzake ingekomen schrifturen ken1
nis nemen.
Alkmaar, 2 December 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
L. v. d. VEGT, R Secretaris.
naai
ALEXANDRE DUMA»,
o
uit, eenige
162)
„O, dat is te erg!" riep Buckingham
schreden de deur naderende.
Eelton trad hem in den weg. „Ik smeek het u ne
derig", hernam hij, „teeken het bevel, om lady de
Winter in vrijheid te laten. Bedenk, dat het eene
vrouw is, die gij onteerd hebt." r
„Verwijder u, nlijnheer", zeide Buckingham, „of ik
roep, en laat u door mijn bediende de deur uitwerpen."
„Gij zult niet roepen", zeide Felton, zich tusscben
de deur en een met zilver ingelegd spiegeltje plaat
sende, waarop een schel stond; „geef acht, mylord, nu
zijt gij in mijn hand."
„In des duivels klauw, wilt gij zeggen!" riep Buc
kingham uit, de stem verheffend, om volk toit zich te
trekken, zonder nochtans juist te roepen."
„Teeken, mylord, teeken voor de vrijheid van lady
de Winter", zeide Eelton, den hertog een papier toe
schuivende.
„Ik bukken voor geweld! Zijt gij gek!? Hier,
trick!"
„Teeken, mylord!"
„Nooit! nooit! Hier!" riep de hertog, tevens
degen grijpende.
Maar Felton liet hem den tijd niet dien te trekken;
hij hield een blank mes, het. mes, waarmede milady
zich had gekwetst, onder zijn buis verborgen en in
één sprong viei hij op den hertog aan.
In dit oogenblik trad Patrick, met den uitroep:
„Mylord! een brief uit Frankrijk!" de zaal binnen.
„Uit Frankrijk?" riep Buckingham, alles vergetende
door de g-edachte aan haar, van wie de brief kwam
Eelton nam deze gelegenheid' waar en stak hem het
mes tot aan het hecht in de zijde.
„Moordenaar!" riep Buckingham uit, „gij hebt mij
Pa
zijn
ALKMAAR, 4 December 1911.
liet meest besproken werd deze week de redevoe
ring, welke Sir Edward' Grey, de Engelsche minister
vau buitenlandsche zaken, Maandag in het Lagerhuis
heeft uitgesproken. De hoog gespannen verwachtin
gen in deze rede, waarin Engelands houding in de
Fransch-Duitsche Marokko-onderhandelingen en als
van zelf Engelands houding jegens Duitschland ter
sprake zouden komen, zijn geensdeels vervuld. De
man, aan wiens lippen heel Europa hing, sprak koel
en zakelijk. De rede geeft den indruk, dat Duitsch
land in de Marokko-onderhandelingen teruggeweken
is voor het besliste optreden van Engeland op een
goed gekozen oogenblik. En voor de toekomst? On
vriendelijk was Sir EdWrd Grey jegens Duitschland'
niet, maar het zinnetje: „Duitschland heeft een
groot leger en een groote vloot; zoodra het ons be
wijst, dat het daarmede geen aanvallende bedoelingen
heeft, kan de verhouding tusschen ons vriendschappe-
lijker worden", is wel geschikt om in Duitschland
wantrouwen te zaaien. Maar aan den anderen kant
verklaarde de spreker toch ook, dat, wanneer de geest
van de Duitsche politiek is, gelijk deze sprak uit van
Bethmann's redevoering in den Rijksdag, binnen twee
of drie jaar het gepraat over een Europeeschen oorlog
verstomd! zou wezen. De minister wil wel in vrede en
vriendschap met Duitschlandl leven, doch geen
nieuwe vrienden ten koste van oude.
De veelbesproken redevoering geeft de overtuiging,
dat een toenadering tusschen Berlijn en Londen den
weg over Parijs zal moeten nemen.
Voorloopig heeft de .rede geen ander gevolg dan
dat zij het uitgangspunt van nieuwe bewapenings
plannen is geworden. In Engeland spreekt men al
weer over nieuwe Nooitbenauwds, die da kleinigheid
van 24 róillioen gulden per st.uk kosten eu in Duitsch
land verluidt, dat de vloot voor een bedragje van 216
millioen gulden, verdeeld over eefi tijd van 6 jaar, zal
worden versterkt.
Vermoedelijk zullen de Duitsche heereu Bethmann
Hollweg eni von Kiderlen Wachter morgen in den
Rijksdag nog het een en ander te zeggen hebben naar
aanleiding van Sir Edward' Grey's rede, maar de be
wapeningsplannen zullen, geheel onafhankelijk hier
van, aan de orde van den dag blijven. totdat men
eindelijk zulk een zwaar vfapen krijgt, dat men het
bijkans niet meer dragen "kan.
De internationale hemel zag er dteze week ook ove
rigens even somber uit als: het uitspansel in deze don
kere dagen. De oorlog tusschen Turkije en Italië,
welke tót dusverre zoo goed als geheel werd beperkt
tot Tripolis, waar de Italianen, door een omtrekkende
beweging, een overwinning hebbeh behaald, dreigt
zich uit te breiden. Wel hebben de mogendheden en
in het bijzonder Rusland1, dat zijn graanhandel be
dreigd ziet, zich tot Italië gewend en laten weten, dat
ze een blokkade van de Dardanellen niet geoorloofd
zouden achten, wel hebben ze aan Turkije de bood
schap gezonden, dat het niet te pas kwam, mijnen in
gedood!"
„Moord, moord!" brulde Patrick.
Felton. sloeg de oogen rond, om te vluchten en de
deur onbewaakt ziende, stormde hij de aangrenzende
kamer binnen, waarin, zooals wij gezegd hebben, de
afgevaardigden van la Rochelle wachtten; hij doorliep
ze in haar geheele lengte en bereikte de trap, maar
op de eerste trede ontmoette hij lord de Winter, die
hem bleek verward, woest, met! bloed aan de handen
en aan het gelaat bevlekt ziende, bij de keel greep,
uitroepende:
„Ik wist het! Ik had het geraden! Een minuut te
laat. O, ongelukkige, ongelukkige, die ik ben!"
Felton bood geen den minsten weerstand.
Lord de Winter gaf hem over aan de wacht, die hem,
in afwachting van nadere bevelen, op een klein terras
bracht, vanwaar men het uitzicht op de zee had, ter
wijl lord de Winter zich naar 't kabinet, van Bucking
ham spoedde.
Op den kreet van den hertog, toen deze Patrick had
geroepen, snelde de man, dien Felton aan de deur had
ontmoet, het kabinet binnen. Hij vond den hertog op
een sofa liggende, zijn wonde met een krampachtige
hand drukkende.
„Laporte!" zeide de hertog met een bevende stem;
„Laporte! komt gij van harentwege?"
„Ja, Uwe Excellentie!" Sntwoordde de getrouwe
dienaar van Anna van Oostenrijk, „maar misschien te
laat."
„Stil, Laporte, men zou u kunnen hooren. Patrick!
laat niemand binnen. Ach! ik zal niet weten, wat zij
laat zeggen. Mijn hemel, ik sterf!" En de hertog
viel in onmacht.
Intusschen waren lord de Winter, de afgezanten, de
oversten der troepen, de officieren vau het huis van
Buckingham de kamer binnengedrongen; overal weer
galmden wanhoopskreten; het nieuws, dat het palei
met weeklachten en zuchten vervulde, drong- weldra
naar buiten en verspreidde zich in de stad. Een ka
nonschot kondigde aan, dat er iets nieuws en onver
wachts plaats had. T.ord de Winter trok zich de haren
uit liet hoofd. I
de Dardanellen te leggen, wijl ook daardoor de inter
nationale handel gevaar zal loopen, doch veel zullen
deze vertoogen wel niet baten.Italië heeft tot dusverre
het plan van een dergelijken aanval officieel noch te
kennen gegeven noch bestreden en Turkije heeft ver
klaard, dat het maatregelen moet nemen, zoolang het
niet den waarborg heeft, dat Italië hier niet zal blok-
keeren of aanvallen. Gevreesd' wordt algemeen,dat
het tot een actie in de Dardanellen zal komen en dat
het gevaar grooter wordt, dat ook andere mogendhe
den in den strijd zullen yrorden betrokken, wanneer
deze zich tot zulk een gevoelige plek uitbreidt.
Een dergelijk lot als de Noordkust van Afika dreigt
thans Perzië, met dit onderscheid', dat Rusland en
Engeland de rollen hebben verdeeld en dat Rusland,
in tegenstelling- met het overhaaste optreden van Ita
lië in Tripolis, dfen opmarsch naar de hoofdstad uit
stekend heeft voorbereid.
Scheen verleden Maandag* Perzië voorloopig een
periode van rust tegemoet te zullen gaan, d'e afgeloo-
pen week is in het rijk van den Shall veelbewogen ge
weest.
Nauwelijks toch had men in Teheran het Russische
ultimatum ingewilligd', of men zond van uit St. Pe
tersburg een nieuwe aanzeg-ging, waaruit bi-eek dat
men aan de Newa nog niet bevredigd was. Rusland
eischte niet slechts het onmiddellijk ontslag' van den
Amerikaanschen financieelen agent, den heer Mor
gan Shoester, die in den, warboel der Perzische geld
middelen zou trachten eenige orde te scheppen, maar
tevens de toezegging, dat het in alle aanstellingen
vau Europeesche functionarissen zou worden gekend
en bovendien schadeloosstelling- voor de expeditie,
welke het had' gezondten. Tweemaal vier en twintig-
uren had Perzië tijd te antwoorden. Tegen de raad
gevingen van het ministerie besloot de Perzische
volksvertegenwoordiging de Russische eischen niet iu
te willigen, maar Rusland! uit te noodigen, die feiten
nauwkeuriger te onderzoekeu en dan opnieuw met ei
schen te komen. Thans' zijn de Russische troepen, die
zich nog steeds op Perzisch grondgebied bevinden, op
weg naar de hoofdstad. Rusland wil nu eenmaal een
militaire actie. En Engeland mc^t het zenden van
het laatste ultimatum hebben goedgekeurd. Is deze
laatste medted'eeling, aan d-e Temps ontleend, juist,
dan zal de bezetting vanPerzië, de verdeeling van het
Oostersehe rijk door Rusland en Engeland in de naas
te toekomst te wachten zijn.
Perzië, geheel aangewezen op zichzelf, zal daar wei
nig- aan kunnen veranderen. Het ontbreekt aan mid
delen, om kraehtigen tegenstand te kunnen bieden,
een staand leger bijv. is er eigenlijk niet. Wel wordt
er gesproken over een heiligen oorlog tegen Rusland,
worden leuzen aangeheven als „den dood! of de vrij
heid", maar Rusland) zal wel' niet zoo'n heel lastig
spel hebben lang zoo lastig niet als Italië!
Intusschen heersclit op het oogenblik in Perzië de
grootste wanorde, welke eiken dag leid't tot moord
aanslagen op bekend)© persoonlijkheden.
„Eén minuut te laat!" riep hij. „Ach, mijn hemel,
mijn hemel! welk een ramp!"
En waarlijk, men wast hem te zeven uur des morgens
komen berichten, dat: een touwladder buiten eeu der
vensters van het kasteel liing. Daarop' was: hij onmid
dellijk naar de kamer van milady gg^neld, had' die le
dig-, het venster open en da traliën uitgevijld gevon
den. Hij herinnerde zich toen de mondelinge aanbe
veling, welke d'Artagnan hem door zijn bode had-over
gezonden; hij had voor den hertog gebeefd en naai
den stal loopende, was hij, zonder zich den tijd' te gun
nen een paard te doen zadelen, op het eerste het beste
gesprongen en had zich spoorslags verwijderd, waarna
hij, op de binnenplaats aangekomen, onmiddellijk af
gestegen en de trap was opgesneld, waar hij op de eer
ste trede, zooals w gezegd hebben, Eelton ontmoette.
De hertog was echter niet dood'; hij kwam wedter tot
zijn bewustzijn, opende de oogen en de hoop keerde in
aller harten terug.
„Mijne heeren!" zeide Buckingham, „laat mij alleen
met Patrick en la Pórte.O, zijt gij daar, de Win
ter? Gij hebt mij hedenmorgen een zonderlingen gek
gezonden; zie eens in welken staat hij mij gebracht
heeft."
„O, mylord!" riep de baron, „mylord! Nooit zal ik
er mij over kunnen troosten
„En gij zoudt ongelijk hebben, mijn goede de Win
ter!" hernam Buckingham, hem de hand reikende.
„Ik ken niet één enkel menseh, die verdiend betreurd
te worden, gedurende het geheele leven van eeu ande
ren mensch. Maar laat ons alleen, als ik u mag ver
zoeken."
De baron vertrok, in gesnik uitbarstende.
In het kabinet bleven niemand anders dan de ge
kwetste hertog, la Porte en Patrick. Men zocht een
geneesheer, dien men niet kon vinden.
„Gij zult. in 't leven blijven, mylord'! Gij zult iu 't
leveu blijven", herhaalde, voor de sofa geknield, de
bode van Anna van Oostenrijk.
„Wat schrijft zij mij?" vroeg Buckingham met een
flauwe stem, van bloed druipende en om van haar te
spreken, die hij beminde, yreeseüjke smarten onder-
In China is de groote zuidelijke hoofdstad Nanking
in handen der opstandelingen gevallen. Door bemid
deling van den Britschen consul en gezant is er -een
wapenstilstand) van drie dagen gesloten. In de stad
Woetsjang zijn vertegenwoordigers van acht oproeri
ge provincies samengekomen; zij besloten te trachten
d'en wapenstilstand nog veertien dagen verlengd te
krijgen, ten einde gelegenheid! te hebben met den mi
nister-president Joean Sji-Kai over het toekomstige
lót van China te spreken. Voor bet oogenblik ver
keert men nog geheel in het onzekere omtrent dat lot.
De mogendheden hebben het middelerwijl noodzakelijk
geacht veiligheidsmaatregelen te nemen ten bate van
hun onderdanen.
DE DERDE VREDESCONFERENTIE.
Gisteravond heeft aan het Ministerie van Buiten-
landsshe Zaken door minister De Marees de installa
tie plaats gehad van de commissie tot voorbereiding
der derde Vredesconferentie, waarvan de samenstelling
dezer dagen werd medegedeeld.
PROVINCIALE STATEN VAN NOORDHOLLAND.
Ged. Staten van Noordholland hebben een voorstel
rondgezonden om aan daarin met name genoemde in
zendingen voor vakonderwijs, aan wie tot nu tce tel
kens voor drie jaar subidie werd verleend, die subsi
die toe te kennen tot wederopzeggings toe mits zij
elk jaar voldoen aan de door de Staten te stellen
voorwaarden.
Gemengd nieuws.
EEN STAKING.
Het personeel van Heineken's Glazenwasscherij te
Gravenhage heeft hef werk gestaakt, omdat, aldus
wordt in een door d'e Glazenwasschersvereeniging
„Door Eendracht Verbetering" verspreid strooibiljet
medegedeeld, de voorzitter van die organisatie was
ontslagen wegens het ronddëelen van convocaties voor
eene ledenvergadering.
Vanwege de directie wordt medegedeeld, dat het
ontslag gegeven werd, omdat het verspreiden van de
convocaties geschiedde in werktijd 'en in een werk
plaats, waar de thans ontslagene niets te maken had
en waartoe de toegang verboden is aan hen, die er
niet voor werkzaamheden moeten zijn.
De werkstaking omvat 65 man.
VAN EEN BOOM.
Een ijzerhandelaar, wonende op dén Singel bij den
Ileiligenweg te Amsterdam, kreeg onlangs van het
gemeentebestuur een aanschrijving: om, in het belang
van het verkeer, den boom te verwijderen, die voor
zijn, hem in eigendom toebehoorend, magazijn stond.
De ijzerhandelaar weigerde dit, ook na1 herhaalde aan
schrijving en grondde zijn weigering op een eeuwen
oud recht, volgens hetwelk eigenaren van huizen op
het Singel boomen mogen planten voor hun perceelen.
De gemeente bleek voor dit aloude voorrecht evenwel
geen eerbied te hebben, want Zaterdag verschenen
eenige stadswerklieden, die den boom verwijderden.
De ijzerhandelaar heeft, ofschoon overtuigd van zijn
goed recht, geen termen gevonden de gemeente aan te
spreken.
Ook eenige andere eigenaars werden door de ge
meente aangeschreven om boomen voor hun perceelen
te verwijderen; zij hebben daaraan dadelijk voldaan.
Aan den Raad d-er gemeente Zaandam is het vol
gend adres g-ezonden door den Bond „Heemschut"
„Het Dagelijkscb Bestuur van den Bond) „Heem-
drukkende. „wat schrijft zij mij? Lees mij haar
brief voor."
„Ach, mylorf', riep Laporte.
„Maar ziet gij dan niet, Laporte, dat ik geen tijd te
verliezen heb?"
Laporte verbrak het zegel en stelde het perkament
onder -de oogen van den hertog; maar Buckingham
trachtte vruchteloos het schrift te lezen.
„Lees dan, lees d'anzeide hij, „ik kan niet- meer
zien. Lees! want dra zal ik niet meer hooren en ik zal
sterven zonder te weten, wat zij mij heeft geschreven."
Laporte weigerde niet langer, maar las:
„Mylord
Bij hetgeen ik sedert ik u ken door u en voor u lijd,
bezweer ik u, indien gij mijne rust liefhebt, de groote
wapeningen, die gij tegen Frankrijk voorbereidt, af te
breken, en een oorlog te doen ophouden, van welke
men luide zegt, dat de openlijke reden de godsdienst
is, terwijl men fluisterend zegt, dat uw liefde voor
mij de verborgene drijfveer is. Deze oorlog kan niet
alleen voor Frankrijk en Engeland groote gebeurte
nissen ten gevolge hebben, maar tevens op uw hoofd,
mylord, rampen halen, over welke ik mij niet zou
kunnen troosten. Wees op uw hoede, want uw leveu
wordt bedreigd, uw leven, dat voor mij van zooveel
waarde is, van het oogenblik, dat ik niet verplicht ben
in u een vijand te zien.
Uw toegenegene
ANNA."
(Wordt vervolgd).