DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Honderd en dertiende Jaargang,
1911
WOENSDAG
6 DECEMBER.
ENGELSCHE BRIEVEN.
Musketiera.
INNENLAND
No. 287
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
De
Telefoonnummer 3.
ALKMAARSCHE COURANT.
SfiiAVi£i
LONDEN, 4 December.
Loaden gaat zij'U gang. Of de stembus-amazones
glazen ingooien en dienders krabben, of Rusland Per-
zië bezet, of liet Lagerhuis wetten aanneemt, die vol
gens den een de natie rijk en gelukkig en volgens den
ander arm en ellendig zullen maken, het doet er alle
maal niets toe: Londen gaat zijn gang.
Wie door de straten flaneert, door de winkelstraten
namelijk, ziet overal duidelijk, dat het Kerstfeest na
dert en, nu het gevaar voor een algemeene spoorweg*-
staking- in de kerstweek zoo goed1 als geweken is, ver
heugt men zich met onbezorgxl gemoed in al de genoe
gens bals, soirees, diners, enz. die het nationale
feest voorafgaan, vergezellen en volgen.
Vooral voor de winkelbedienden zullen de Kerstda
gen zelve welverdiende rust brengen. Niet alleen is
het in alle winkels zeer druk door de vele klanten,
doch het aanhoudend veranderen der étalages in de
winkelkasten maakt extra-werk noodig. In gewone
tijden wordt in de groote winkels eenmaal 's weeks
elke étalage-kast opnieuw uitgestald, doch nu gebeurt
het drie, zelfs soms viermaal iu de week; en als de
„suffragettes" voortgaan winkelruiten in te gooien,
naai- haar aanvoerste, Christabel Pankliurst,- wenscht,
dan wordt het nog- drukker.
Nu valt van 't jaar de eerste Kerstdag op Maandag
en zoodoende heeft men al vast 3 vrije dagen. Doch,
naar men weet, heeft men hier ook nog- elke week in
alle bedrijven een halven vrijen dag-, op Woensdag,
Donderdag of Zaterdagmiddag, van 12 of 1 uur af.
Die komt er dus bij. En waar hij op Woensdag' of
Donderdag- valt, zooals in de meeste voorsteden en
buitenwijken, daar blijven de winkels weliswaar Za
terdag voor Kerstmis tot 's avonds laa.t open, doch ze
blijven dén ook tot Donderdagmorgen na Kerstmis
dicht.
In de 'it.y en over het algemeen in de en-gros zaken
sluit men Vrijdagsavonds vóór en begint weer Woens
dag na Kerstmis. Ieder heeft dus tijd en gelegenheid
tot uitrusten en kan zich amuseeren naar hartelust.
Ook in andere opzichten gaat Londen zijn gang:
ik bedoel onder anderen met het bouwen van hotels.
Er komt er nu weef een aan Regent Street, dat ook
door Sir Joseph Lyons, den man van' 't bekende „Ly
ons' Pop.," zal worden geëxploiteerd. Hij zal dit doen
in denzelfden geest waarin hij het Strand Palaee Ho
tel drijft: goedkoop, goed, comfortabel en.fooi
loos. Doch dit nieuwe hotel wordt, veel grooter, ik ge
loof zelfs, dat het '1 grootste wordt in Europa, want
het zal niet minder dan duizend kamers bevatten.
Het schijnt een heele waag; doch Lyons is een slim
koopman, die voorzichtigheid paart aan ondernemings
geest. Waar hij nu dag aan dag in het Strand1 Palace
Hotel log'é's moet afwijzen en in g-rooten getale ook,
is hij vol hoop, dat deze nieuwe onderneming even
goed zal slagen als de andere, die van 't, jaar weer een
winst van bijna een half millioen guldens afwierp.
In elk geval zal het weer een interessant gebouw
meer zijn in Londen, evenals de nieuwe winkels van
Whiteley. 't Is volkomen overbodig die te beschrij
ven, doch het lijkt me niet onaardig de aandacht te
vestigen op twee echt-Londensche bijzonderheden bij
ile opening-. De eerste is, dat die opening plaats had
door den Lord Mayor der City. Nu is de burgervader
van die gemeente van 'tjaar een geneesheer. Doch dit
is een toevallige uitzondering, meestal kiest de raad
der City den een of anderen winkelier tot Lord Mayor,
die den eenen dag keizers en koningen en andere groo
te heeren recipiëert en den anderen een winkel plecli-
Uil
ALEXANDRE DÜMASL
164)
I)e vier jongelieden wisten dat nieuws een kwartier
uurs na den heer de Tréville, want zij waren de eer--
öan W'e mededeelde. Het was toen, dat
Artagnan de gunst waardeerde, welke de kardinaal
hem had geschonken, door hem bij de musketiers over
ie plaatsen. Zonder deze omstandigheid zou hij ge
noodzaakt zijn geweest in het kamp achter te blijven,
terwijl zijn vrienden vertrokken.
Het spreekt van zelf, dat liet. ongeduld om naar Pa-
iijs terug te keeren, het gevaar voor reden had, dat
P' ,louw Lonacieux liep, door in het klooster van
ethune milady, hare onverzoenlijke vijandin, aan te
treilen.
i i!00a^sr W/J Lebben gezegd, had Aramis onmid
dellijk aan Marie Miehon geschreven, aan die koop
vrouw in lijnwaad te Tours, die zulke voorname ken
nissen had, ten einde van de koningin het verlof te
verkrijgen, juffrouw Bonacieux het klooster te do-en
verlaten, om zich naar Lotharingen of België te be
geven. Het antwoord was miet achterwege gebleven en
acht dagen later ontving Aramis dezen brief:
„Waarde Neef!
„Hierbij gaat het verlof mijner zuster, om onze
jonge dienstmaagd uit het. klooster te Béthune te
halen, dewijl gij denkt, dat de lucht aldaar ongezond
voor haar is; mijn zuster zendt u die vergunning-
met veel genoegen, want zij is dat meisje zeer ge
negen, zich voorbehoudende haar in het vervolg nog
van dienst te zijn.
Ik omhels u.
MARIE MICHON."
Bij dien brief was een bevel van dezen inhoud ge
voegd
„De abdis van het klooster te Béthune zal aan
tig opent, of 'h hotel, 'n concertzaal of -wat dan ook.
Twee of drie jaar geleden zou Whiteley bijvoorbeeld
geopend zijn door een winkelier in koffers of een in
linoleum. Ik beweer volstrekt niet, dat dit geval
wijst op een demonstratiscben geest onder de Londen-
sehe winkeliers en kooplui; er zijn geen minder demo
cratische menschen denkbaar dan die heeren. Doch
het is een eigenaardigheid die men anders nergens
ziet.
ILet- tweede ding dat inij der vermelding waard
schijnt is, dat bij het lunchen na de opening de hoof
den van Whiteley's concurrenten mee aanzaten: John
Barker, Ilarroda, Maple, Selfridge, Peter Robinson,
Shoolhed, Marshall en Selgrove, Swan en Edgar, Wa
ring, om me nu maar te bepalen tot hen, die in Ne
derland Het best bekend zijn. Zij zaten er naast de
vertegenwoordigers van de Staatskerk, Rijks- en Pro
vinciale regeering-, Kunst, Letteren, Tooneel, Muziek
en gaven er blijk van een echt Engelsehen géést. Dit
is niet een uitzondering. Nog onlangs is 't voorge
komen, dat zich hier een jong- uitgever vestigde, wien
door de andere collega's een diner werd aangeboden,
om hun nieuwen concurrent een blijk va,n welgezind
heid te geven.
Nu zegge men niet, dat al die winkels zoo ver van
elkaar liggen, dat zij eigenlijk niet met elkaar concur-
reeren. Vooreerst bestaat een groot deel hunner
cliënt-Me uit honderd duizenden Engelschen uit de
provincie en buitenlanders die er geregeld komen win
kelen. In de tweede plaats ziet ook een Londenseho
dame er niet tegen op zich t-e verplaatsen en een uur
of zoo iii trein, tram of omnibus te zitten, om in den
winkel te komen, waar ze wezen wil.
E» de spoorwegmaatschappijen doen van hun kant
alles om de dames uit de voorsteden te halen en het
winkelen in de stad zelve gemakkelijk te maken, door
g-oedkoope matinee- en winkelretours uit te geven ge
durende de namiddaguren.
Het verkeersvraagstuk interesseert ons publiek even
wel ook, afgescheiden van die goedkoope retourtjes;
en al uit het zijn ontevredenheid niet- op de manier
der Parijzenaars, die dezer dagen aan het „betoogen"
sloegen, naar men weet, toen de treindienst vastliep.
Het Ministerie van Bedrijven heeft weer een ver
slag- uitgebracht en daaruit blijkt, wat we allemaal
wisten, dat ingrijpende maatregelen noodig zijn. Het
verkeer neemt aanhoudend toe en. niet alleen voor den
tegenwoordigen toestand1, ook voor de toekomst moet
gezorgd worden. Zoowel in eigenlijk Londen als in de
buitenwijken, heeft men, volgens het verslag, niet al
leen gebrek aan groote wegen, doch die er zijn, zijn
niet breed genoeg. Om daarin te voorzien wil men
niet alleen verbetering aanbrengen in de reeds be
bouwde deelen dezer reuzenstad, doch ook bepalingen
vaststellen omtrent den aanleg van straten, die, bij
liet' maken van nieuwe plannen van uitleg, zullen voor
komen, dat mc-ii later in de nieuwe wijkeu met dezelf
de moeilijkheden te doen krijgt, welke nu zoo enorm
veel g'eld zullen kosten en die- toch uit den weg' moe
ten geruimd worden.
Om maar een paar cijfers te noemen: In 1904/5
vervoerden de trams in Londen nog geen 10 millioen
menschen, doch in 1910/11 meer dan 42 millioen: en
in de laatste jaren neemt dat aantal met. zoowat 6
millioen per jaar toe. Met andere woorden het aan
tal „reizigers" in Londen neemt naar verhouding
sneller toe dan het aantal inwoners. Meer ondergrond-
sclie sporen zullen waarschijnlijk niet aangelegd wor
den, terwijl ook het tramnet voor niet veel uitbrei
ding- vatbaar is. Onze, straten zullen dus veel voller
worden, als de middelen ontbreken om de mensehen
den persoon, die haar dezen brief zal ter hand stél
len, dé novice overleveren, die in1 het klooster op
mijne aanbeveling en onder mijn bescherming is op
genomen géwordén.
In het Louvre, den 10 Augustus 1628.
ANNA."
Men begrijpt, dat deze bloedverwantschap van Ara
mis met een linnenkoopvrouw, die de koningin hare
zuster noemde, niet weinig den lachlust der jongelie
den opwekte, doch Aramis, na een paar malen tot in
het wit der oogten gebloosd te hebben, déor een lompe
scherts van Porthos, bad zijn vrienden verzocht, niet
meer op dat onderwerp terug' te komen, verklarende
dat, indien hierover nog een woord werd gesproken,
hij niet- meer in die zaak zijn nicht als onderhande
laarster wilde gebruiken.
Er werd bijgevolg over Marie Michon door de vier
musketiers niet- verder gesproken, die nu bereids had
den, wat zij begeerden, namelijk: de volmacht, juf
frouw Bonacieux het Karmelieten nonnenklooster te
Béthune te doen verlaten. Het is waar, dat dat bevel
hen weinig- baatte, zoolang zij in het kamp vóór la
Roebelle waren, dat is aan het andere einde van
Frankrijk. Ook was d'Artag-nan gereed1 een verlof
aan den heer de Tréville te verzoeken, door hem een
voudig de gewichtig'heid van zijn vertrek te vertrou
wen, toen de tijding hem zoowel als aan zijn vrienden
werd medegedeeld, dat de koning naar Parijs zou ver
trekken, met een geleidte v.an twintig musketiers, en
zij onder dat geleide begrepen waren. D-e blijdschap
was groot. Men zond de knechts met die bagage voor
uit en men vertrok den 16en des morgens. De kardi-
naar geleidde Zijne Majesteit van Surgères tot aan
Mauzes, en daar namen de koning en zijn minister
van elkaar mét groote vriendschapsblijken afscheid.
Intusschen bleef de koning, die uitspanning zocht,
hoewel zoó snel mogelijk zijn reis voortzettende, daar
hij te Parijs op den 23-sten wenschte te zijn, zich bij
wijle ophouden, om op jacht te gaan met de ekster,
een vermaak, voor hetwelk hem vroeger door de Luy-
nes, den eersten man van mevrouw de Clievreuse,
smaak was ingeboezemd, dien hij steeds er voor be-
vlugger te vervoeren dan nu mogelijk is; en hoe voller
de straten ho-e langzamer en tijdroovender het verkeer.
Het brengen van de fabrieken en werkplaatsen naar
de buitenwijken, dat hoe langer hoe algemeèner wordt,
maakt ook daar de toestanden op den duur onhoud
baar; het einde zal dus wezen öf kostbare onteigenin
gen, om meer en breeder verkeerswegen te maken, of
luchtspooren, öf tunnelstraten, zooals er nu alleen en
kele onder de Theems zijn aangelegd.
Doch al is de toestand lastig, Londen als geheel
agiteert zich er niet over en blijft zijn gang gaan.
TWEEDE KAMER.
In de zitting' van gisteren zette de Kamer de alge
meene beschouwingen over de Staatsbégrooting voort.
De heer Troelstra (S. D. A. P.) was aan
het woord. Hij betuigde zijn ongenoegen over de op
drijving van militaire lasten, over het streven der re
geering naar invoering of verhooging'Van indirecte
belastingen (belasting van den consument), over hare
onbeholpenheid en onzekerheid bij het ontwerpen van
sociale wetgeving', en over het gebrek aan steun van
de zijde der regeering voor de vakorganisaties, met
name voor die van ambtenaren en beambten. Spr. wees
met beslistheid het verwijt af, dat door het vele en
lange spreken in de Kamer de arbeid zoo slecht op
schiet. Het ligt aan de regeering. Als deze en de
rechterzijde willen, kan het werk wel afgedaan worden
getuige de Milit-iewet.
Vervolgens behandelde spr. de R. 0.-„reclame-mo
tie," te Utrecht ten gunste van minister Talma aange
nomen, waarover hij heftig uitvaart.
Hierna besprak de heer Troelstra dé duurte. Spr.
heeft, geene bedenking tegen- den door de regeering
voorgestelde toeslag- van 20 voor sommige rijksamb
tenaren en beambten. Waarom echter die loongrens
van -J 1000? Beter ware die grens voor den toeslag te
bepalen bij ambtenaren die 1200 en daarbeneden
ver-dienen, en dan alle kostwinners den toeslag' t-e ver
kenen, rekening houdend met het aantal kinderen.
Een meer algemeene salarisherziening blijft urgent.
Spr. zal daartoe een motie indienen.
Eindelijk behandelde spr. de stakingstroebelen te
Amsterdam. De daden van terrorisme neemt hij niet
in bescherming, doch hij meent wel, dat zij zijn uitge
lokt door de handelingen der overheid, die niet het
juiste begrip van het „posten" had1, en er te zeer tegen
inging, ja, het posten onmogelijk maakte. Hij diende
een motie in, om de regeering uit te nood'igen maatre
gelen te nemen om het „recht van posten," waar dit.
uitgeoefend wordt zonder schending van wettelijke
bepalingen, te handhaven.
Wat denkt dé- regeering te doen ter verbetering van
den toestand der zeelieden? De wetgever moet ingrij
pen. Spr. hekelde het optreden tegen de vakvereeni-
gingen, met name tegen die van het spoorwegperso
neel.
Het wegblijven van de Koningin bij de opening van
de Sta ten-Generaal vormt een volgend punt van be
spreking. Was do reden er een van privaten aard of
hing zij samen met de kiesrechtbetooging? Spr. wijt
liet- wegblijven aan de reehtsche pers, die de Koningin
beeft willen uitspelen tegen die betooging'. Hij kan
zich daarom begrijpen, dat de Koningin ten slotte ge
weigerd heeft zich te leenen tot eene anti-socialisti
sche betooging, gelijk de rechter pers van de opening-
der S. G. had willen maken.
Spr. betoogde verder, dat d'e betoogiug voor het al
gemeene kiesrecht niet een anti-monarchaal, doch een
hield'. Van de twintig musketiers waren er dan zes
tien, die zéér verheugd waren, wanneer dat vermaak
plaats vond1, terwijl vier van hen het hartelijk ver
vloekten.
D'Artagnan vooral had bijna een onafgebroken ge
suis in de ooren, hetgeen Porthos aldus1 verklaarde
„Eten zeer voorname dame beeft mij beduid, dat zulks
is, wanneer over u hier of daar gesproken wordt."
Het geleide ging door Parijs, dten drieëntwintigsten
des nachts; de koning bedankte den heer de Tréville,
en veroorloofde hem zijn musketiers beurtelings een
vierdaagsch verlof te geven, onder voorwaarde, dat
geene zijner begunstigden, op- een of ander publieke
plaats mochten verschijnen, o-p straffe eener gevan
genschap in de bastille.
De vier -eerste verlofpassen waren, zoo-als men licht
kan begrijpen, onzen vrienden toegestaan, en nog
meer.Athos verkreeg van den heer de Tréville zes
in plaats van vier dag-en, ©n voegde bij die zes dagen
nog- twee nachten, want. zij vertrokken den vieren-
twintigste-n, des morgens.
„Wel.' zeide d'Artagnan, die, zooals men weet,
nooit aan zijn zaak twijfelde, „liet schijnt, dat wij te
veel omslag maken met iets zeer -eenvoudigs; binnen
twee dagen, en een paar paarden doodrijdende, ben ik
met de hulp van mijn geld te Béthune, ik geef den
brief der koningin aan de abdis, en breng den kostba
ren schat, dien ik ga halen, naar naar Lotharingen,
niet naar België, maar naar Parijs, waar hij het best
zal verborgen zijn, vooral gedurende het verblijf van
den kardinaal voor la Rochelle. Vervolgens, eenmaal
van dien tocht teruggekeerd, zal het ons, gedeeltelijk
door de bescherming barer nicht, anderdeels ter be
looning voor hetgeen wij persoonlijk voor ha-ar hebben
gedaan, niet moeilijk vallen, van de koningin te ver
krijgen, wat wij wenschen. Blijft dus hier en vermoeit
u niet vruchteloos. Ik en Planchet zijn voldoende voor
een zoo eenvoudige boodschap.
Hierop antwoordde Athos bedaard!„Ook wij heb
ben geld, want ik heb het overschot van den diamant
nog niet verdronken en Porthos en Aramis hebben
het hunne nog niet geheel verteerd. Wij kunnen dus
anti-kapitalistisch karakter droeg, en dat dus de wei
gering van den minister, om een deputatie te ontvan
gen tot aanbieding van het adres, ongemotiveerd was.
Tenslotte constateerde hij vertraging in de sociale
wetgeving door deze regeering, die niet anders kon
doen, dan het kapitalisme beschermen. Het dient eeu
motie in ten g-unste van de pensionneering van arbei
ders, die thans 70 jaar zijn, met 2 per week, in af
wachting van invoering van de pensioenwet in haar
geheel.
De kosten van dezen maatregel, die reeds in art.
357 van het verzekeringsontwerp is voorzien, zouden
dit jaar ongeveer 2 millioen bedragen. Spreker dringt
aan op onmiddellijke behandeling van de motie, of
uiterlijk bij hoofdstuk X.
De voorzitter achtte dit onmogelijk, met het
oog op den beschikbaren begrootingstijd en stelt: voor
de motie later te behandelen.
Dit voorstel, door den heer Troelstra bestreden,
werd aangenomen met 49 tegen 7 stemmen.
De heer De Klerk (U.-L.) zal niedegaan met
den duurtetoeslag voor de onvermogende ambtenaren;
hij dringt aan op accijns- en belas ting-verlaging- voor
de minvermogende bevolking, die eveneens onder de
duurte lijdt.
De heer D o-1 k besprak de viering van het hon
derdjarig bestaan van Nederland's Onafhankelijkheid
in 1913. Spr. vraagt niet den bouw van een paleis
voor de Koningin in Den Haag of Amsterdam. Die
zaak is daarvan onafhankelijk. Maar wel zou spr. een
blijvend aandenken wenschen aan die feestviering. De
Regeering zou daarvoor op de Begrooting van Bin-
nenlandsche Zaken een memoriepost kunnen opnemen.
Heden half elf voort-zetting.
PROVINCIALE STATEN VAN NOORD
HOLLAND.
Gistermorgen word de winterzitting geopend.
De geloofsbrieven van het nieuwgekozen lid mr. H.
J. van Ogtrop, gekozen voor Amsterdam VII, werden
onderzocht door een commissie, bestaande uit de hee
ren Van Hamel, Wildschut en Verkouteren. Deze com
missie adviseerde tot toelating, omdat het protest
van den- kiezer Merk, dat een vijftal kiezers in etem-
district III door den voorzitter verhinderd! waren gé
wordén binnen den wettelijken sluitingstijd hun stem
uit te-brengen, op een misverstand van den protesteer
der moet berusten, terwijl, indien het voorgevallene
door Merk juist is voorgesteld, deze vijf stemmen
geen invloed op heb resultaat der stemming gehad
zouden hebben.
Op dit adVies werd zonder discussie tot toelating-
besloten.
De heer Van Ogtrop werd beëedigd en door den
Voorzitter gelukgewenscht met het vertrouwen, dteor
de kiezers in hem gesteld.
De afdeelingen werden getrokken; een subsidie
aanvraag voor eeii ambachtsschool in het Gooi werd in
handen van Ged. Staten gesteld) om praeadvies.
Besloten werd het voorstel van mr. Hazelhoff
Roelfszema, inzake een verordening op het inbreuk
maken op natuurschoon (het voorstel is onzen lezers
bekend), aan te houden, tot de volgende vergadering.
Een vooT-stel-Bar.nstein om aan de beambten en
werklieden der provincie, die minder dan 1000 ver
dienen, een toelage- te geven van 25, verdeeld in vijf
bedragen van 5, werd in handen gesteld! van Ged.
Staten. Zoo mogelijk zullen deze iu de volgende zit
ting' advies- daarover uitbrengen.
De voorzitter stelde voor om de voorstellen niet in
de afdeelingen te behandelen, maar in commissies.
even goed vier paarden als één doodrijden. Maar,
wees er op bedacht, d'Artagnan!" voegde hij er bij met
een zoo sombere stem, dat haar klank den jongeling
een rilling door het lijf joeg; „wees indachtig, dat Bé
thune een stiad is, waar dé kardinaal de vrouw moet
aantreffen, die overal waar zij hare voeten zet, onheil
na zich sleept. Indien gij slechts met vier mannen te
doen hadt, dan, d;Artagnan, zou ik u laten gaan, doch
nu gij met die vrouw hebt te doen, moeten wij met ons
vieren gaan, in de hoop dat het den hemel believe, dat
wij met onze vier knechts talrijk genoeg zijn."
„Gij jaagt mij angst aan, Athos!" riep d'Artagnan
uit, „wat vreest gij d:an toch?"
„Allesantwoordde Athos.
D'Artagnan raadpleegde de gelaatstrekken zijner
vrienden, welke, zoo-als- die van d'Artagnan zeiven,
den indruk eener hevige onrust vertoonden. Men ver
volgde nu de reis in snellen draf en zonder een woord
te spreken.
Den 25sten des avonds bereikte men Arras; terwijl
d'Artagnan voor de herberg- „de gouden Egge" af
steeg om een glas wijn te drinken, kwam een ruiter
van de binnenplaats, waar hij zijn paard had verwis
seld, en reed in vollen draf met zijn v-ersch paard den
weg naar Parijs op. In hetzelfde oog-enblik, dat hij
uit de koetspoort de straat opreed', sloeg de wind den
mantel open, waarin Hij zich had gewikkeld, hoewel
men in de maand Augustus was, en. nam zijn hoed
weg, dien de reiziger echter nog tijdig genoeg vast
hield en weder op het hoofd drukte. D'Artagnan, die
zijne oogen op dien man hield! gevestigd, werd zeer
bleek en liet zijn glas vallen.
„Wat deert u, mijnheer?" zeide Planchet-, „Hier,
heeren, mijn meester bevindt) zich niet wel."
De drie vrienden snelden toe en vonden d'Artagnan,
in plaats van zich onpasselijk te bevinden, bezig- naar
zijn paard te loopen. Zij hielden hem voor de deur
staande.
„Wel, waarheen loopt gij in duivelsnaam?" vroeg
Athos.
(Wordt vervolgd).