DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. BLOOKER'S No 293 Honderd en dertiende [aargang. 1911 WOENSDAG 13 DECEMBER. CACAO ENGELSCHE BRIEVEN. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl, Afzondeilijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. DAALDERS H 1N N E ff h A N B Oe éwm musketiers» Telefoonnummer 3. MEN MOGE U NAMAAK OPDRINGEN, HOUDT VAST AAN GE WEET DAT DIE UITSTEKEND IS, FEniLIL.ETOM' ALKMAARSCHE COURANT. tlAVü i LONDEN", 11 December 1911. De vorige week las mea in de Engelsche bladen, dat de heer Henniker llea.ton op reis wasi gegaan naar Australië on slechts weinigen in Engeland, noch veel minder daarbuiten namen er kennis van. Toch heeft deze man, als lid van het Lagerhuis, een invloed uitgeoefend op het post- en telegra,afwezen, dien men niet hoog genoeg kan schatten en waarvan men in de geheele maatschappij de vruchten plukt. Twintig jaren lang heeft hij onverdroten gewerkt, plannen aan de hand gedaan, met ministers geconfe reerd en grootscher en moeilijker dan dit alles ambtenaren bij de post en de telegrafie uit hun bu- reaucratischen dommel gehaald en tot medewerking overgehaald. Man haalt post en telegrafie wel eens aan als be wijs, dat staatsexploitatie niet onvermijdelijk op fi nancieel nadeel bij een of ander bedrijf behoeft uit te loopen. En als men in 't oog houdt hoe onmethodisch, ouderwetsch, loom en langzaam dit bedrijf wordt ge ëxploiteerd, dan is 't zeker een krachtig bewijs; geen enkel particulier zou zijn zakan durven drijven op de iwijze door post en telegrafie gevolgd. Vlak vóór zijn vertrek heeft de heer Henniker Hea- ton ten minste de voldoening gehad, dat de tegenwoor dige minister van posterijen, de postmaster-general" Herbert Samuel, de trans-atlantische kabels ook 's nachts zal laten rendeeren, door ze tegen veel ver laagd tarief beschikbaar te stellen voor berichten aan couranten en particulieren, waarbij wel geen „gloeien de" haast is, maar die ook niet op de transatlantische booten kunnen wachten. Deze hervorming is wel de belangrijkste, die wij aan den heer Ileaton te danken hebben, evenals hij 't is geweest, die bewerkte, dat pien tegenwoordig een brief van uit Engeland na,ar alle koloniën e,n naar de Ver. St. van N.-Amerika voor één stuiver kan verzenden. Gelukkig is de tegenwoordige minister Samuel een zeer energiek man, vol ijver en werkkracht en, spruit uit een groot Jood'seh bankiershuis, vol natuurlijken aanleg om zaken te doen. Wa.nt er is nog heel wat te hervormen zoowel in het binnen- als1 het buitein- landsch post- en telegraafverkeer. Zooveel dat men hier reeds de vraag stelt of 't niet nuttig zou zijn de directeurs-generaal der posterijen in de verschillende landen jaarlijks tot eene internationale conferentie op te roepen. Men denke maar eens aan de geringe uitbreiding van het internationaal telefoonverkeer, die, bijvoorbeeld, tusschen Nederland en Engeland nog maar altijd door het lijdzaam publiek geduld wordt, hoe 'n groot mercantiel schandaal het zijn moge. Men schrijft dergelijke dingen toe aan de omstan digheid, dat geen enkel departement van algemeen be stuur zoo eigenmachtig is en aan zoo weinig toezicht van publiek en volksvertegenwoordiging onderworpen; en verder dat in geen ander de sleur zoo diep is inge vreten als juist bij de posterijen en de telegrafie. Terwijl nu intussehen het transatlantisch telegraaf- tarief een groote verlaging heeft ondergaan, is het niet onaardig eens stil te staan bij de verwarring in het binnenlandsch tarief en die voor buitenlanders soms heel lastig wordt. Als men, bijvoorbeeld, a>an een zee-officiér seint en de letters1 H. M. S. (His Majesty's Ship) in het adres gebruikt, gelden die drie voor één woord'; doch komen ze in het telegram zelf voor dan betaalt men voor drie woorden. De letters M. P. (memher of. parliament, .Kamerlid) worden als twee woorden gerekend, doch als één, wanneer men ze omkeert en p. m. (post meri dian namiddag) seint- Zoo kost Charing Cross twee, doch St. Pancras slechts één woord evenals St. Peter, terwijl Peter St. (hier is. St. eene afkorting van „Street") voor twee telt.; en hetzelfde verschil in prijsberekening vi.ndt men tusschen New Brighton en New Brouighton, ITerne Bay en Herne Hill. Dat is evenwel nog allemaal niets vergeleken met het lot van woorden als „twenty five" (vijf-en-twin- tig). Seint men dit, zooals ik het hier voor schreef, dan zijn het twee woorden, doch zet men er een streep je tusschen: „twenty-five;dan zijn 't er niet drie, doch wordt het één. Men geeft dus den telegrafist do helft meer werk en betaalt slechts half den prijs. Al deze malligheden kan de heer Samuel natuurlijk in vijf minuten uit de wereld helpen; doch er wordt al zoo ontzettend lang op gehamerd; zoowel binnen als buiten het parlement, dat ze hoogst waarschijnlijk nog wel een aantal jaren tot ergernis zullen blijven strekken. De ambtenaren verzetten zich tegen alles onder voorwendsel, dat de post en telegrafie winst, moeten .afwerpen; en het gevolg' is niet zuinig beheer en kloeke ondernemingsgeest, doch klein-burgerlijke krenterigheid', 't Is onder anderen nog niet zoo heel lang geleden, dat men 't rijk een enorme overwinst betaalde op het carton voor de briefkaarten gebruikt en er slechts 10 van 2% ct. elk kon krijgen voor 6 stuivers. Nu heeft intussehen elke hervorming, die het publiek financieel voordeel gaf, ook den staat è'r'ooter baten bezorgd'; daiarom zijn .gedurende de laat ste zes jaren of zoo de ministers wat. moediger ge worden tegenover hun beambten. Men heeft het nu pas weer gezien bij de invoering van de stuiverspost naar de koloniën ,en de Ver. St. van N.-Amerika, die grooter baten afwerpt. Doch oiok daar heeft, de sleur- zucht nog een overwinning weten te behalen: de brief kaarten daarheen deelen niet in de prijsvermindering en kosten nog een stuiver, dus .evenveel als een brief nu doet. Zoo ziet men wel op tallooze stations automaten, waar men zijn biljet kan nemen, doch de automaten voor postzegels en briefkaarten, die, vooral in Lon den natuurlijk, zooveel tijd zouden besparen, ziet men nog nergens. Een andere abnormaliteit vindt men bij de dag- en weekbladen aan de eene zijde en de maandbladen aan de andere. De eersten mogen zoo dik en zwaar wezen .als ze willen en de Kerstnummers van Graphic, Sphere, 111. Lond'. News etc. wegen zoo iets ze kos ten niet meer dan V2 stuiver het stuk. Doch de maandbladen worden belast volgens het tarief voor drukwerk, dat hier weliswaar begint met stuiver voor 2 Eng. o,ns, doch overigens gelijk is aan 't brief- porto: 1 stuiver voor 4 ons (1/4 pond) en verder V2 st. voor elke 2 ons daarboven. Er bestaat natuurlijk geen enkele reden om 'n maandblad) duurder te belasten dan een dag- of weekblad1, maar zoo is de bureaucratie nu eenmaal: nadeel voor 't publiek, dus voordeel voor den staat» Ook op 't gebied der postspaarbank ziet men ook de gekste dingen. Terwijl elk bankier uw cheque int in ongeveer 24, hoogstens 48 uren, kost dit de post 12 volle dagen. Als gij meer dan 1 pd. st. uit de bank wilt nemen, gaan er 3 a 4 dagen mee heen en als gij geld inlegt krijgt gij eerst na, een dag of vijf van het hoofdbestuur bericht, dat gij er voor gecrediteerd zijt. En welk een wanhoop is 't niet een buitenlandschen postwissel te moeten ontvangen! Men zou zoo zeggen als ik vandaag het geld er voor stort in Londen, dan moet het zonder eenige moeite den volgenden dag in Amsterdam of waar ook in Nederland kunnen uitbe taald worden. Doch niets daarvanzoowat een week weten onze ambtenaren er mee zoek te brengen. Hoe? Ja, dat weet de hemel! Doch men ziet, dat een krachtig bewindsman hier hoog noodig is, om opruiming te houden en orde te scheppen in dezen rommel. TWEEDE KAMEK. In de zitting van gisteren vervolgde bij de voortzet ting van het begrootingshoofdstuk Binnenlandsche Zaken de heer Fles kens (R. K.) zijn rede over de Drankwet, waarvoor hij partieele herziening' on voldoende acht. Een nieuwe Drankwet wilde spr. en zijn grieven richtten zich tegen het thans vigeerend maximum-stelsel voor vergunningen, tegen de gebrek kige regeling van de vervanging van vergunninghou ders en tegen de slechte toepassing' van het dwingend voorschrift op het intrekken van vergunningen. De heer Van Doorn (U. L.) vroeg urgentie voor de oplossing van den toestand van Hoek van Holland, welke onhoudbaar is. De heer Vliegen (S. D. A. P.) vroeg naar -de regeeringsplannen nopens de regeling van de financi- eele verhouding tusschen rijk en gemeenten. De heer J a n 11 i n k (U. L.) was het met den mi nister eens-, dat de kiestabel van Zuid-Holland tegelijk met de geheele provinciale kiestabel herzien behoort te worden en zette uiteen, dat met de motiveering van de politieuitbreiding- in Henelo niets tegen de arbei ders bedoeld) was. Spr. wilde ook een nieuwe Drank wet en besprak het ontslag van den veldwachter te Gorssel. De heer Van Nispen tot Sevenaer (R. K. Rheden) drong eveneens op een nieuwe Drankwet aan. Spr. wil een staatscommissie voor het ontwerpen van een nieuwe wet met mannen der tech niek en der practijk. De heer Vors ter man van O y e n (V. D.) sloot zich aan bij het betoog van den heer Fleskens betreffende de Drankwet!. De heer Van Ids inga (C.-H.) vroeg of het na de bepaling der Haagsche verordening op de in komstenbelasting nopens de verplichte aangifte niet tijd is, om de artikelen der Gemeentewet, welke be- lastingovertred'ingen 'betreffen, te herzien. Spr. had OÏ8J8.-J ALEXANDRE DUMAS. 169) _o— „Gij? Wanneer zijt gij er dan nog geweest?" „Ik ben er opgevoed." „Gij ziet, dat het tot iets nuttigs is ergens te zijn opgevoed." „Gij zult mij dan wachten?" „Laat mij een oogenblik ove-iïvegen. Wel, te Ar- mentières." „Waar is dat, Armentières?" „Een kleine stad aan de Lijs. Ik behoef slechts de rivier over te steken en ik ben in een vreemd land." ..Goed, maar het is bepaald, dat. gij de rivier niet zult overgaan dan in geval van nood." „Dat is overeen'gekomen." „Hoe zal ik dan weten, waar gij zijt?" „Hebt gij uw lakei niet noodig?" „Neen." „Is hij een vertrouwd persoon?" „Beproefd." „Laat hem mij, niemand kent hem; ik laat hem aan de. plaats,die ik verlaat en hij brengt u waar ik ben." „En gij zegt-, dat g-ij mij te Armentières zult wach ten „Te Armentières." „Schrijf mij die naam op een stukje papier, opdat ik hem niet. vergeet, De naam ee.n-ex stad' kan ons vol strekt niet benadeele-n, nietwaar?" „Wie weet? Maar om het even", zeide milady; en zij schreef den naam op een half vel papier; „ik stel mij bloot." „Goed", zei Rochefort, het papier van milady aan nemende, dat hij vouwde en in de kap van zijn hoed borg. „Bovendien, wees gerust, ik zal doen gelijk de kinderen en ingeval ik dit papier mocht verliezen, zal ik den naam langs den geheelen weg herhalen. Is dat nu alles?" „Ik geloof van ja." „Zien wij eens: Buckingham dood of zwaar ge kwetst, uw gesprek met den kardinaal door de vier musketiers beluisterd, lord de Winter gewaarschuwd voor uw komst te Portsmouth, d'Artagnan en Athos in de Bastille, Aramis de minnaar van mevrouw de Chevreuse, Porthos een gek, juffrouw Bonacieux we- dergevonden en de sjees zoo spoedig mogelijk te zen den, mijn lakei te uwer beschikking stellen, van u een slachtoffer des kardinaals maken, ten einde de abdis geen kwaad vermoeden koestere; Armentières aan de Lijs; is het niet zoo?" „Waarlijk, mijn waarde graaf, gij hebt een bewon derenswaardig' geheugen. A propos, voeg er dit nog bij." „Ik heb een fraai boseh gezien, dat den tuin van het klooster moet begrenzen. Verzoek dat het mij vergund worde in dat bosch te wandelen; wie weet, misschien ben ik wel genoodzaakt een achterdeur uit te gaan." „Gij denkt aan alles." „En gij, gij vergeet nog iets." „Wat „Te vragen kif ik geld noodig heb." „Dat is ook waar. Hoeveel wilt gij hebben?" „Al wat gij aan contanten bezit," „Ik heb ongeveer vijfhonderd pistolen." „Ik heb ook zooveel. Met duizend pistolen bestrijdt men alles. Leeg uw zakken." „Ziedaar." „Goed, vertrekt gij nu?" „Binnen een uur, den tijd om iets te eten, geduren- de welken ik een postpaard zal doen komen." „Voortreffelijk! Vaarwel, graaf!" „Vaarwel, gravin!" „Beveel mij aan den kardinaal." „Recommandeer mij aan Satan." Milady en Rochefort wisselden een glimlach en scheidden. Een urn- later vertrok Rochefort te paard in vollen draf; vijf uur later ging hij Atrecht door. Onze lezers weten reeds, hoe hij door d'Artagnan was herkend geworden en hoe die herkenning, door de heerein musketiers te beangstigen, hen hun reis deed bespoedigen. LXIV. EEN WATERDROP. Nauwelijks was Rochefort vertrokken, of juffrouw Bonacieux trad binnen. Zij vond milady met een glimlach op 't aangezicht. „Wel!" zeide de jonge vrouw, „hetgeen gij vreesdet is dan gebeurd? Zal de kardinaal u hedenavond óf morgen doen halen?" „Hoe weet gij dat?" „Ik heb het uit den eigen mond van den bode ver nomen." „Kom eens naast mij zitten", zeide milady. „Wacht even, dat ik mij verzekere, dat niemand ons beluistere." „Waartoe al die voorzorgen?" Milady stond op, begaf zich naar de deur, opende ze, overzag de gang en zette zich daarna weder naast juffrouw Bonacieux neder. „Dan", zeide zij, „heeft hij zijn rol goed gespeeld." „Wie?" „Hij, die zich aan de abdis heeft vertoond als een bode van den kardinaal." „Het was dan een rol, die hij speelde?" „Ja, mijn lieve!" „Die man is dan niet. „Die man", zeide milady fluisterend, „is mijn broe der." „Uw broeder!" herhaalde juffrouw Bonacieux. „Alleen gij kent dat geheim, mijn kind, indien gij het, aan wien het ook zij, openbaart, zou ik, en mis schien ook gij, verloren zijn," „O, mijn hemel!" „Luister; ziehier de foedracht der zaak: mijn broe der, die, mij ter hulpe snelde om mij hieruit te oxxtruk- de goedkeuring' aan die zien op grond van het niet geheim houden van de kor hieren. Spr. wil voorts den vrijdom van plaiatsel. be lastingen voor gezanten gewaarborgd zien in een alg. maatr. van bestuur. De heer Rink (U. L.) vroeg hoe de minister denkt over indiening van een nieuwe Drankwet door de regeering en hoe over een door parlementair ini tiatief in te dienen ontwerp-Drankwet. Spr. wêes de redenen aan, waarom hier urgentie is voor een nieu we wettelijke regeling. De minister van binnenlandsche Zaken de heer Heemskerk) lichtte de instelling van buiten- gew. leden vau Ged. Staten toe. De regeering wilde- de pensioneering van gemeente ambtenaren bevorderen, maar de minister kan er ver der niets van zeggen. Over de bezoldiging der ge meenteveldwachters wacht de minister nader advies. Een nieuwe Drankwet is van de regeering niet te wachtenhaiar program is reeds lang. Spr. noemde de critiek gemakkelijk, maar wees op de bezwaren, die de nieuwe wet zou moeten overwinnen. Bij het ont werpen zijn de inspecteurs niet bruikbaar en. is een staatscommissie het Wiellicht oneens met de regeering. Tegenover een parlementair initiatief voorstel zou de minister volkomen objectief staan. Als1 er niet te ergerlijke feiten zijn gepleegd, wor den de burgemeesters in den regel herbenoemd1. Te genover den burgemeester van Zaandam doet de mi nister niets voor de rechterlijke beslissing er is. Ten aanzien van de wijziging van de Gemeentewet wat betreft de gem. financiën zou de minister spoedig beslissen, of hij het overleg met de commissie van voorbereiding nog zal voortzetten, dan wel die zaak voorleggen aan de Kamer. Herziening van de kiestabellen wijst de minister af. De bezwaren moeten een oplossing vinden bij de in voering van evenredige vertegenwoordiging. Alle adviezen strekken tot niet toekenning van va catiegelden aan de leden van de stembureaux. Er werd niet gerepliceerd:. Het algemeen debat werd gesloten. Bij artikel 15 (subsidie aan het Nederlandseh Gym nastiek Verbond) betreurt de heer Verhey (U.L.) het, dat de minister geen termen heeft kunnen vin den, dit subsidie te verhoogen. Dit Verbond heeft ja renlang de belangstelling in de volksontwikkeling hel pen verhoogen. De heer Thomson wees er op, dat er op het gebied van lichamelijke opvoeding een groot tekort bestaat. En nu staat er een organisatie klaar, gereed om te beginnen, maar de regeering.... overweegt. Spr. vraagt daarom alsnog den minister: verhoog alsnog art. 15 met 10.000. De- minister antwoordde dit verzoek eerst eens op zijn gemak te moeten bekijken. Bij artikel 18 (jaarwedden personeel centraal bu reau voor de statistiek) drong de heer Ter Laan (S. D. A, P.) op betere salarisregeling voor die amb tenaren aan, de heer Vliegen (S. D. A. P.) op uitbreiding van het personeel aan dit bureau. De heer Fles:kens (R. K.) klaagde over de on voldoende geneeskundige hulp te plattelande, de heer Van Lennep (C.-H.) sprak over de diphteritis- epidemie te Zandvoort» Daarna: werd', de vergadering verdaagd tot heden morgen. Gemengd nieuws. II. W. MESDAG. De kunstschilder II. W. Mesdag is gisternacht erns tig ongesteld geworden. ken, zelfs met geweld, indien zulks noodig mocht zijn, heeft den zendeling desi kardinaals ontmoet, die mij zou komen afhalen. Hij is hem gevolgd. Aan zekere eenzame en afgelegen plek gekomen zijnde, trok hij den degen en eischte van den zendeling de papieren, die hij bij zich had. De bode heeft zich willen verde digen; mijn broeder heeft hem doorstoken." „Ach!" zuchtte juffrouw Bonacieux sidderend'. „Ge begrijpt, dat dit het eenige middel was. Toen besloot mijn broeder, liever tot, list dan tot geweld over te gaan; hij heeft zich van de paarden meester gemaakt en zich hier als des kardinaals zendeling vertoond, en binujen een paar uren moet een rijtuig mij, namens Zijne Eminentie, komen afhalen." „Nu begrijp ik, het- rijtuig wordt- door uw broeder gezonden." ..Juist, maar dat is niet alles; de- brief, welken gij hebt ontvangen en dien gij meent- dat van mevrouw de Chevreuse komt). „Welnu?" „Hij is valsch." „Hoe?" „Ja, valschhet is een valstrik, ten einde gij geen weerstand zoudt bieden, wanneer men u komt halen." „Maar d'Artagnan zal komen." „Misleid u niet d'Artagnan en zijn vrienden kun nen het legerkamp voor la Roebelle niet verlatend' „Hoe weet gij dat?" „Mijn broeder heeft lieden van den kardinaal in musketiersgewa-ad ontmoet» Men zou u voor de deur geroepen hebben, en meenende met vrienden te doen te hebben-, ontvoerde men u e,n bracht u naar Parijs terug." „Ach, mijn hemel, ik word zinneloos, te midden van clie ongerechtigheden. Ik voel, dat- indien zulks langer duurt", hernam juffrouw Bonacieux, haar handen voor haar voorhoofd brengende, „ik krankzinnig zal worden." „Luister eens»" „Wat?" (Werdt vervolgd). t

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 1