DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No 298 Honderd en dertiende [aargang 1911 DINSDAG 19 DCCEMBE D© iii«i© musketiers» BINNElVLAjyi). Zijdie zich met 1 Januari op dit blad abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers franco en gratis. De Directie. H. Boots, POSTKANTOOR TE AT.KM A AT?. Lijst van de aan dit kantoor ter post bezorgde brie ven en briefkaarten, welke wegens onbekendheid van CL6 geadresseerden niet zijn kunnen worden uitgereikt. Ie Helft der maand December 1911. J. H. Heslinga, K. Schut, Letter B. v. R., C. Mienes, Pastoor Huilmand, J. v. d. Berg, Mej. F. v. d. Wiele H. Schipper, Jacob Schot, Brieven. Alkmaar. Amsterdam. Beverwijk. A. van Dam, van der Schaaf, Wed. R. Kofstra A. Vermeer, Groningen. Middelharnis. Oudcarspel. R'dam. Briefkaarten. Amsterdam. Hoorn. Leeuwarden. Scheveningen. ALKMAAR, 19 December. Een laffe aanslag is er te Londen gepleegd op den heer Lloyd George, den bekenden Engelschen minis ter. Men weet dat het onaanzienlijk mannetje, van de foto's wel bekend, een groot man is, die in korten tijd zich veel naam heeft gemaakt en die weer het bewijs leverde, dat men het met groote gaven en een beetje geluk ver in de wereld kan brengen, ook al is men van nederige afkomst. Hij is thans minister van financiën, bekleedt dus op een na de hoogste be- tiekking in het kabinet, is op het laatste station van het minister-presidentschap. Deze kleine man is een sohitterend! redenaar en werd dezen zomer dan ook als „spreekminister" tegen Duit-schlancl! gebruikt. Hij en de minister-president. Asquith stonden reeds lan gen tijd bloot aan de aanvallen der suffragettes, der Engelsche kiesrechtvrouwein, die zoo'n speebakel ma ken. Aanvankelijk was hij een principieel tegenstan- der van vrouwenkiesrecht, maar langzamerhand is hij van meening veranderd'. In tegenstelling met den heer Asquith, die dezer dagen een deputatie van te,- genstand'ers van het vrouwenkiesrecht dten raad gaf ^toch vooral de openbare meening te bewerken en deze te overtuigen van de gevarfen en de nadeelen, treedt de heer Lloyd George op als kampioen voor dat kies recht. Hij heeft er Zaterdag een warm pleidooi voor gehouden in de Tuinzaal van Westminster, waar hij met sir Edward Grey, de minister van buitenlandsche zaken optrad in een vergadering, welke door de fede ratie van liberale vrouwen was belegd. Hij verklaarde vrouwenkiesrecht van groote waarde voor de verder ontwikkeling van land! en volk. Al de groote problemen des levens, zoo zeide hij, zijn door mannen en vrouwen gezamenlijk opgelost. Zij deelden te zamen d© vreugden en smarten des le vens. Hun compagnieschap is de oudste, meest duur zame en meest succesvolle. En ik mag wel zeggen dat het een zegenrijke dag zal zijn voor dat Rijk in dien deze samenwerking zich ook zal uitstrekken tot de sfeer der regeering. Indien koningin Elisabeth thans leefde, ging hij voort, zou ook zij geen kiesrecht hebben. Zij zou een zeer bekwame bestuurderes eener groote zaak zijn ge weest, doch niet het recht hebben gehad, om mee uit te maken, wanneer haar winkel moest worden gesloten of hoe lang haar personeel mag werken, terwijl de man, die haar winkel veeg'de, wel daarnaar gevraagd werd! en d:at kon uitmaken. Die stand van zaken is totaal onverdedigbaar, kan niet blijven bestaan en zal niet voortduren. Uit deze paar aanhalingen blijkt reeds1, dat de kies rechtvrouwen in hem niet een aartstegenstander be hoeven te zien, gelijk zij doen. Toch gingen die vrou wen met haar mannelijk© helpers buiten tegen hem ageeren, stelden hem op een banier als blauwbaard voor en droegen allerlei voor hem beleedigende op schriften rond. Er waren strenge maatregelen genomen om- dit volk te weren. De vensters waren tegen werptuigen bevei ligd en eenige politieagenten hielden op het glazen dak van de zaal de wacht. Maar bij het naar huis gaan werd de minister ge molesteerd. Men jouwde hem uit en voordat de poli: tie het kon verhinderen, had een jongeman hem met een metalen doos. in het gelaat geworpen. De lezin gen over het resultaat van deze laffe daad! loopen uit een. Engelsche bladen verzwijgen het incident of spreken van een lichte verwonding, Duitsehe couran ten verzekeren, dat er weinig hoop bestaat, dat de minister het eene oog zal behouden, terwijl in de Fransche pers het geval als minder ernstig maar toch niet als onbeteekenend wordt voorgesteld'. Het is te hopen, dat de gevolgen van dezen la ff en, geheel omverdienden aanslag voor den minister niet van ernstigen aard mogen zijn. Hij is een persoon lijkheid, een krachtige, ferme staatsman, met wien men het misschien niet altijd eens kan zijn, maar dien men desondanks moet bewonderen. En zulk een man kan niet gemist worden op bet staatstooneel, dflar hij niet slechts zelf een groote rol vervult, maar ook anderen tot geestdrift opwekt en tot navolging aanspoort. 1 Door den heer Oosterbaan (A.-R.) werd reor ganisatie van het schooltoezicht vóór 1913 gevraagd. Spr. wilde uitbreiding van den kirng waaruit de exa minatoren in de commissies voor 'het L. O. worden ge kozen en klaagde voorts over de bezoldiging der schoolhoofden en onderwijzers, die geheel bij de wet moet worden vastgesteld. Ook bij het bijzonder onder wijs zijn de salarissen te laag. Ter verbetering van de salarissen zijn millioenen noodig die spr. zoo noo dig wil vinden door een schoolbelasting. De heer Kuyper (A. R.) bepleitte uitbreiding van het bijzonder onderwijs, dat met zijn opvoedend element alleen in staat is de tuchteloosheid der jeugd te keeren. Door de wet kan het bijzonder onderwijs zich echter nog niet ontwikkelen. Spr. vroeg den mi nister een oplossing voor te stellen. De heer De Visser (O. TI.) vroeg invoering van het stelsel, door de justitie gevolgd ten aanzien van d'e particuliere opvoedingsgestichten voor achool- bouw voor het bijzonder onderwijs. Voorts beklaagde spreker zich over de onvrijgevige toepassing van de wet tot subsidieering van die M. U. L. O. scholen. De heer Kooien (R. K.) ondersteunde d'it be toog. De heer Van Nispen (Rhedten) bepleitte on derwijs in de eerste beginselen van 'het eenvoudig boekhouden op de gewone lagere scholen. De heer Ter Laan hiel'di een betoog, dat de rechtspositie der onderwijzers zoo slecht geregeld is. 's Avonds om 8 uur werd voortgegaan met de be handeling van de Staatsbegrooting. Er werden geen algemeene beschouwingen gehouden. De heer De Wijkerslooth de Weerde- steyn (R.-K.) w'enschte meer overheidszorg voor het vakonderwijs aan den landbouwer en toerusting van den landbouwer met die algemeene kennis, waar door hij zich staande kan houden en aan zijn economi sche verplichtingen voldoen. Spreker betoogde, dat het onderwijs den landbouwer moet zoeken, niet omge keerd. De heer Duymaer van Twist (A.-R.) be val aan subsidieering van- vereenigingen, welke zich op cle fokkerij van trekhonden toeleggen. De heer Lieftinck (U.-L.), wenschte spoedige herziening van de jachtwet. De heer Vors terman van Oyen (V.-D.) beval o.a. aan, arbitragecommissie voor de oplossing van de kwestie der vrijwaring wegens verborgen ge breken bij koopovereenkomsten bij den handel in paarden en vee, en spr. beval ook aan verzekering van het onbeperkt jachtrecht voor elk eigenaar bij de in uitzicht gestelde jachtwetherziening. De heer Schaper (S.-D.)i vestigde nog eens de aandacht op het gebrek aan spoorwegwaggons en be pleitte de bevordering van de fokkerij in trekhonden Daarna beantwoordde de minister de sprekers. De beraadslagingen werden daarna gesloten. De beide wetsontwerpen werden z. h. st. aangeno men. Men was genaderd tot art. 50. Iel uur 16 werden de beraadslagingen verdaagd tot a.s. Woensdagavond. Hedenochtend voortzetting Binnenl. Zaken DE TARIEFWET. De Vereeniging tot ontwikkeling van den Land bouw in Hollands Noorderkwartier heeft een adres aan de Tweede Kamer gezonden, met bet verzoek, de Tariefwet niet aan te nemen tal van oude gebouwtjes eu torentjes heeft te onder houden en dat het hier niet ging over het Waagge bouw als waag, maar om het behoud van een gebouw van historische kunstwaarde. Een dergelijk monument in de hoofdstad van West- Friesland, meende de meerderheid, moest evengoed bewaard blijven als de St. Bavo te Haarlem, die ook met steun van de. provincie is gerestaureerd-. HEEMSCHUT. Het adres van den Bond Heemschut aan de Provin ciale Staten van NoordLHolland', waarbij wordt ver zocht, het bekende voorstel van mr. Hazelhoff Roelff- ze ma tot het vaststellen eener verordening tegen de ontsierende reclames aan te nemen, gaf aan vele li chamen aanleiding' tot het zenden van adressen van gelijke strekking. TWEEDE KAMER. In de zitting van gisteren was1 aan de orde de be handeling van het begrootingshoofdstuk Binnenland- scbe Zaken. De heer Van V u u r e n (R.-K.) besprak de sa menstelling van examencommissies voor het L. O., waarbij spr. op misbruiken wees. De minister van binnenl. zaken (de heer Heemskerk), beantwoordde de grieven van den heer Van Vuuren. 174) naai ALEXANDRE BUM Ai, o Gelukkig kwam een bedelaar daar langs, die Athos naderde om hem een aalmoes te vragen. Athos bood hem een kroon, zoo hij hem wilde brengen werwaarts hij ging-. De bedelaar aarzelde een oogenblik, doch het goudstuk ziende, dat in de duisternis blonk, ging hij er toe over en ging voor Athosi uit. Aan den hoek eener straat gekomen, toonde hij hem in de verte e'en eenzaam, afgezonderd treurig 'huis. Athos naderde het, terwijl de bedelaar, die zijn loon ontvangen zoo hard) hij loopen kon, zich ervan verwijderde. Athos ging bet huis rondl alvorens de deur te be speuren, die door de roode kleur, waarmede het huis was geverfd, bijna onzichtbaar was. Geen enkele licht straal blonk door d'e reten der vensterluiken, niet een enkel gerucht gaf blijk, dat het werd bewoond'; donker eu stil was het er als, in een graf. Drie malen klopte thos, zonder dat men hem antwoordde. Op den der den slag naderden eindelijk voetstappen; de deur werd een weinig geopend en een man van een groote gestalte, met bleeke kleur, zwarten baard en hoofdhaar verscheen. Athos- en hij wisselden 'eenige woorden in stilte met elkander, waarop de man des huizes den musketier een toeken gaf, dat hij kon binnenkomen. Athos maakt© zonder verwijl van het verlof gebruik en de deur viel achter hem dicht. De man, dien Athosi van zoo verre was komen zoe ken en met zooveel moeite had' gevonden, deed' hem in een werkplaats binnengaan, waar hij bezig was met ijzeidiaad de rammelende knoken van een geraamte samen te hechten. Geheel het rif was reeds in elkan der gezet-, alleen het hoofd stond! nog op een tafel. Het overige van het huisraad duidde aan dat hij, bij wien hjj zich Jgévond, de natuurkunde beoefende; men zag er glazen flesscben met slangen, welke alle naar volg orde in klassen gerangeschikt waren; gedroogde hage dissen blonken als smaragden in groote, zwart hou ten ramen. Eindelijk hingen aan de zoldering, in- de hoeken van het vertrek, bosser. met wilde, welriekende kruiden, zeker een voor het gemeen der menschen on- bekende hoedanigheid bezittende. Overigens geen huisgezin, geen knechts; de man van de lange gestalte bewoonde alleen het huis. Athos wierp een koelen, onverschilligen blik op al de beschreven voorwerpen, en op uitnoodiging van hem, dien hij bezocht zette hij zich voor hem neder, loen verklaarde hij hem de oorzaak van zijn bezoek, en den dienst om welken hij hem verzocht; doch nau welijks had! hij hem zijn vraag' voorgesteld; of de vreemdeling', die voor den musketier overeind' was blij ven staan, deinsde vol ontzetting achteruit en weiger de. loen haalde Athos uit zijn zak een klein papier te voorschijn, waarop eenige regels stonden geschre ven en hetwelk met een zegel was voorzien,, en ver toonde het d'engene, die te voorbarig die teekenen van afkeer had! gegeven. De lange man hadl nauwelijks, de paar regels gelezen, de handteekening gezien en het zegel herkend, of hij boog, ten toeken dat bij niet de minste tegenwerping' meer te maken bad) en hij gereed was te gehoorzamen. Athos begeerde niets meer; hij stond! op, verliet het huis, ging denzelfden weg, dien hij gekomen was, tradi de 'herberg* binnen en sloot zich m zijn kanier op. Toen de dag aankwam, trad dPArtagnan bij hem binnen en vroeg wat er gedaan moest worden. „Wachten," antwoordde Athos. Eenige oogenblikken daarna liet de abdis van bet klooster de musketiers berichten, dat de begrafenis van milady's slachtoffer op den middag zou plaats hebben. Van de giftmengster bad men niets meer vernomen. Alleen bleek het, dat zij langs den tuin was ontvlucht, daar men op- het zand' hare voetstappen had herkend, terwijl men de deur gesloten vond'; de sleutel was. nergens te vinden. Op het bepaalde uur begaven lord! de Winter en de vier vrienden zieh naar het klooster: het klokgelui HET WAAGGEBOUW TE HOORN. Het voorstel van Gedeputeerde Staten van Noord- Holland' om in de herstellingskosten voor d'at waagge bouw een subsidie te verleenen tot een maximum van J 7750, heeft in de commissie van die staten besprekin gen tengevolge gehad', waaruit de vrees sprak, dat een herstelling als hier bedoeld, het monumentale van het gebouw zal wegnemen en een nieuw gebouw in eigen vorm leveren. Wanneer Hoorn die herstelling eischt, moest de ge meente haar uit eigen mididelen tot stand brengen, werd. gezegd. De waaggelden brachten nog al wat op. Hiertegenover werd opgemerkt, dat Hoorn reeds kondigde de treurige plechtigheid aan, de kapel was reeds geopend, alleen het ijzeren hek van het klooster was gesloten. In het midden van het koor was het lijk van het slachtoffer in haar nonnengewaad' ten toongesteld. Aan beide zijden van bet koor en achter de hekken, die den toegang tot het klooster verleen den, waren al de nonnen vereenigd, die daar den heili gen dienst hoorden en hare gezangen aan het gezang des priesters paarden, zonder de oningewijden te zien of door hen gezien te worden. °°r de deur dter kapel voelde dfArtagnan zich op nieuw den moedl ontzinken; 'hij wendde zich om Athos te zoeken, doch Athos. was verdwenen. Zich gehëel overgevende aan dien last, op zich ge nomen om de wraak te volvoeren, had Athos zich naar den tuin doen brengen en daar op het zand de zwakke indruksels volgende der i^rouw, die oveiral' waar zij hare schreden zette een bloedig spoor achterliet, bereikte hij de deur, die in het bosch uitkwam, liet ze openen en drong het hout in. Toen werd al zijn twijfel opge heven; de weg, langs welken het rijtuig was verdwe nen; liep om 'het woud. Athos volgd'e dien weg, de oogen op den grond gevestigd' houdende; eenige kleine bloedvlekken, die van een verwonding' voortkwamen, betzij den man, die het rijtuig als koetsier vergezelde of een der paarden toegebracht, spikkelden den weg. Na ongeveer drievierde uur» te zijn voortgegaan, op vijftig schreden van Festubert, lag een grootexe bloed vlek, en de grond' was door paarden ingetrap't. Tus- schen het woud eu deze beschuldigende plek Èiervond men dezelfde kleine voetindfuksels als die vlan den tuin; hij rijtuig had' hier stilgehouden. Hier was milady uit het bosch gekomen en in 't rij- tuig^ geklommen. Voldaan over deze ontdekking, die al zijn veronderstellingen bevestigde, keerde Athos naar de herberg terug eu vond daar Planchet, die hetn met ongeduld wachtte. Alles had zich toegedragen, zooals A,thos had! voor zien. Planchet had, den weg afleggende, evenals Athos, de bloedvlekken bespeurd en oo)r de pjlaats op gemerkt, waar de paarden hadden stilgestaan; doch hij was verder gegaan dan Athos, zoodot hij du, da her- DE DUURTE-TOESLAG. In zake de tegemoetkomingen wegens duurte van levensmiddelen aan lagere ambtenaren en beambten, verklaarden blijkens het Voorl. Verslag vele leden der Tweede Kamer met de strekking van deze wetsont werpen allerminst in te stemmen. Zij vreesden vooral liet precedent en waren ook op financieel© gronden tegen deze uitgaaf van 450.000. Vele leden betwij felden ook, of de tegenwoordige stand' der prijzen van de levensmiddelen een wezenlijk buitengewone om standigheid oplevert. Toch oordeelde een groot aan tal leden het toch zeer bezwaarlijk de voorstellen niet aan te nemen. Zij hebben bij talrijke personen ver wachtingen opgewekt, waarmede belanghebbenden reeds rekening hielden. Andere leden 'hadden de indiening met voldoening gezien als een maatregel van recht aan het zedelijk element in de verhouding van d'e Staat tot zijn diena ren. Dat sedert de indiening' van de wetsontwerpen de prijzen van verschillende levensbehoeften zijn gedaald; was niet te vermoeden. Het plan dter Regeering werd voorts in bijzonderheden besproken. Men vroeg o. a., of de vele rijkswerklieden in vasten dienst de tege moetkoming zullen krijgen. Een onderscheiding van de ambtenaren naar de samenstelling hunner gezin nen achtten verschillende leden weinig aanbevelens waardig als grondslag voor een loon- of toelagerege ling. En eenige leden wilden ook de rijks-gepension- neerden voor een bijslag op hun pensioen in aanmer king brengen. De grens van 1000 werdi te laag geacht en men wenschte die t'e verhoogen1 tot 1200 óf 1400. Verscheidene leden achtten de keuze van 20 al« bijslagbedrag gelukkig gekozen. Men hoopte dat de uitkeering der bijslagen zoo mogelijk nog vóór het begin van het nieuwe jaar zou plaats hebben. Gemengd nieuws. EEN INBRAAK VERIJDELD. In den nacht van Zaterdag op Zondag arresteerde een politie-agent te 's-G raven ba ge, met behulp van zijn hond, twee personen, die aan dte Delftsche laan be zig waren in te breken. Later vond de hond in een weiland een vijl, die daar waarschijnlijk door een hun ner was weggeworpen, toen hij was achtervolgd. DE MOORD TE STANDAARDBUITEN. Door de leden der Ned. Ilerv. kerk te Standaard buiten is op bet graf van de op 22 Sept. 1.1. vermoord® mffj. K., een zerk gelegd1 met het opschrift: In dankbare herinnering aan Barbara Knook, in den avond van 22 September 1911, op 27-jarigen leeftijd, in den strijd voor haar eer gevallen. De gedachtenis des rechtvaardigen zaliitot zegening zijn. Spreuken 10:7a. De Ned. Ilerv. Gemeente. EEN „HELDERZIENDE VROUW." Twee dames in den Haag zijn de dupe geworden van een sluwe opliehtster; van „een helderziende berg van Festubert, terwijl bij daar iets dronk, boor de, zonder noodig te hebben gehad eenige vragen te doen, dat d'en vorigen dag te half negen uur des avonds1 een gewond' man, die een in een sjees reizende dame vergezelde, genoodzaakt was geweest, niet ver der kunnende gaan, zi'ch déar op te houden. Het on geval was op rekening der dieven gesteld', die de sjees in het bosch zouden hebben aangerand. De man was in het dorp gebleven, de vrouw had van paarden ver wisseld en hare reis vervolgd. Planchet deed onderzoek naar den postillon, die de ■sjees had gereden, en vond hem. Hij had de dame tot aan Fromelles gebracht en van Fromellesi was zij naar Armentières vertrokken. Daar was slechts één herberg, tevens 't posthuis. Planchet begaf zich derwaarts als een buiten dienst zijnde lakei, die een plaats zoekt. Ilij had nauwelijks tien minuten met de lieden der herberg gesproken, of hij wist reeds, dat een vrouw alleen, des avonds te elf uur, was aangekomen, eten kamer had genomen, den herbergier had doen komen en dezen gezegd, dat zij eenigen tijd in de omstreken wilde blijven. Planchet had niet noodig- 'iets meer te weten. Hij begaf zich naar de afgesproken plaats, vond de lakeien nauwkeu- ris op hun post, nam ze mede, plaatste hen als schild wachten voor al de uitgangen van het hotel en keerde toen naar Athos terug, die juist met het aanhooreu der berichten van Planchet eindigde, toen zijn vrien den binnenkwamen. De aangezichten van allen waren betrokken, zelfs het zachte gelaat van Aramis. „Wat moet er gedaan worden?" vroeg d'Artagnan. „Wachten", antwoordde Athos. Iedereen keerde naar zijn kamer terug. Ten acht ure des avonds gaf Athos bevel de paarden te zadelen en lord dé Winter en zijn vrienden te waar schuwen, dat zij zich tot den tocht moesten gereed maken. In een oogenblik waren alle vijf gereed. Elk voor zich onderzocht zijn wapens en bracht ze in orde. Athos kwam het laatst en vond d'Artagnan reeds te paard, ongeduldig het oogenblik des vertreks verbei dende. (WovscH Terrein^.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 1