DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No 301.
Honderd en dertiende laargang.
1911
V R IJ D A G
22 DECEMBER.
Markt voor "VIEST vee te
Alkmaar.
ZATERDAGEN 23 eri 30
December tevoren.
BINNENLAND.
D« dpi® Musketiers.
Zijdie zich met 1 Januari op dit blad
abonneeren, ontvangen de tot dien datum
verschijnende nummers franco en gratis.
De Directie.
Burgemeester en Wethouders van
Alkmaar brengen ter algemeene
kennis, dat de markten voor VET
VEE in deze gemeente, wegens het
Kerstmis en den Nieuwjaarsdag,
zullen gehouden worden op
FEÏUI31.LE3TOW
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
sajiissaa
jS'csnsrai
ALKMAAR, 22 December.
De parlementaire verwarring te Ko-ustantinopel
schijnt zoo langzamerhand haar toppunt te bereiken.
De regeering en hare aanhangers hadden er bezwaar
tegen, dat het voorstel werd behandeld van het" 'op
positie-lid Basri, die Saïd pacha, den grootvizier be
schuldigde, de grondwet te hebben bestreden. De op
positie weigerde echter langer de vergaderingen bij te
wonen, als dit voorstel niet in1 behandeling- kwam en
toen is liet comité voor Eenheid en Vooruitgang, dat
nog altijd de lakens uitdeelt, gezwicht, heeft zijn te
genstand laten varen en het debpt toegestaan. Saïd
Pacha heeft ontkend, hetgeen hem ten laste gelegd
was. Hij heeft de Kamer het geheime rapport voor
gelezen, waarop de heer Basri had gezinspeeld. Hij
zeide dat 13 jaren geleden zijn advies gevraagd was
over het plan van Kemal om een constitueerende ver
gadering bijeen te roepen tot het uitwerken van een
lundamenteele wet. Hij had toen verklaard dat het
oogenblik hem ongunstig voorkwam omdat de binnen
lands che toestand zoo verward wa!S' en bovendien ver
wezen naar de nog altijd bestaande- grondwet van
1876. Ook andere geheime rapporten werden: door den
grootvizier voorgelezen.
Verder zinspeelde de Grootvizier er op dat Kemal de
-Tong-Turken had beschuldigd van slechte bedoelin
gen.
De minister van oorlog had het vervolgens over de
in het IJil'dis-paleis gevonden geheime stukken. Vele
daarvan waren gestolen. Ontijdige openbaarmaking
dier stukken zou tal van personen kunnen compromit-
teeren op een tijdstip waarop liet land behoefte heeft
aan rust. De minister richtte zich tot de verschillen
de nationaliteiten en spoorde de Mohammedanen aan
hun tweedracht te laten varen, daar anders Turkije,
dat het eenige nog- onafhankelijke Mohammedaanscho
laud was, zijn onafhankelijkheid zou verliezen.
Inderdaad het oogenblik voor zulk geharrewar is
slecht gekozen.
Na atloop der zitting heeft dan ook een samenepre-
king plaats gehad tusschen het comité en de liberale
oppositie, ten einde tot de gewenschte overeenstem
ming te geraken.
Uit Konstant-inopel wordt aan het Berl. Tagebl. ge
meld dat de oppositie besloten heeft met het jong-
Turksehe comité in onderhandeling te treden om een
einde te maken aan de crisis in de binnenl andsche po
litiek.
Zij heeft een commissie Van 5 leden benoemd om te
onderhandelen. Het is nog niet bekend hoe het jong-
Turkscbe comité erover denkt.
1 ntussehen houdt men zich druk bezig met een mo
gelijke ontbinding van de Kamer. De oppositie, die
Sterk is, wil hiervan niet weten. En het schijnt dat
d© grootvizier er ook niet voor is. Alleen wenscht hij,
naar het heet, voldoende vrijheid1 voor de regeering,
om vredesonderhandelingen met Italië aan te knoo
pen. Maar daarnaar heeft men in Turkije nog geen
ooren. De oorlogspartij is nogi even machtig als
vroeger en van een vrede wil men niet weten.
Erg prettig zijn de omstandigheden dus niet, waar
onder het Turksche parlement het jaar eindigt.
TWEEDE' KAMER,
In de zitting van gisteren werd de nagedachtenis
van het overleden Kamerlid van Heemstra geëerd
door een rede van den voorzitter. Daarna kwam dfe
ooriogsbegrooting en de positieverbetering- der officie
ren aan de orde.
De heer P ass tours (R. K.) klaagde bij de al
gemeene beschouwingen over het geval-van der Breg--
gen en het medisch stelsel te velde.
De heer Scheur er (A. R.) dankte den voorzit
ter namens1 zijn club voor de woorden aan wijlen den
heer van Heemstra gewijd. Spr. ging de toedracht
der zaak-van der Breggen na en kwam tot de slotsom,
dat het geschokt vertrouwen in den militairen genees
kundigen dienst moet worden hersteld.
De heer Thomson (U. L.) vroeg een statistische
afdeeling, werving uitsluitend1 met het oog op goede
kadervorming, en steun voor onderofficiesrvereenigin-
gen. gen. Spr. zette uiteen hoe hij de opleiding voor
het examen voor de voorgeoefendheid] geregeld wil
zien en 'drong aan op vereenvoudiging in den dienst,
geeft beschouwingen over de waarde van stoot- en
vuurtaktiek en waarschuwde om aan de landweer het
karakter van volksleger niet te ontnemen. Spr. wees
op het gevaar van influenza onder paarden. Uit het
geval-van d'er Breggen trok spr. de conclusie, dat- of
ficieren te weinig medeleven met hun manschap. Ook
is het corps officieren van gezondheid niet zooals het
zijn moet.
Daarna kwam spr. tot de officierstraktementen.
Wat de minister ter verbetering van. de promotie voor
stelt, achtte, spr. als organisatie in den grond ver
keerd. De infanterie is er de dupe van. Er is geen
werk voor een vergroot getal hoofdofficieren. Spr. be
val de instelling van verlofsofficieren aan; er komen
nu te veel beroepsofficieren.
De minister van oorlog (de heer Colijn) zei van
plan.te zijn, den achterstand in te halen met verlofs
offieieren, waarop de heer Thomson vervolgde, dat be
zuiniging alleen mogelijk is door beperking van het
beroepspersoneel. Spr. bepleitte ook voor de kwartier
meesters verbetering in de promotie.
De beer 1 ydeman (V. L.) behield.zich zijn oor
deel voor ten aanzien van de aangekondigde pensioen
regeling. Spr. vroeg omschrijving van 's ministers
plannen nopens de luchtvaart.
De heer Elan d (U. L.) besprak de verbetering-
van officierstraktementen, ten aanzien waarvan hij
dankbaar, doch niet voldaan is.
De heer Ter Laan (S. D. A. P.) besprak de
houding van den minister, die na zijn oppositie tegen
generaal Cool nagenoeg hetzelfde voorstelt. Spr. wilde
dat de tegenstanders van den vorigen minister zich
nu eens uitspreken zullen.
Voor zich vindt spr., dat er reed's officieren te veel
zijn.
Spr. bestreed o. a. uitvoerig' de voorgestelde organi
satie, de terugwerkende kracht voor de regeling en de
voorgestelde pensioensbedragen. Voorts critiseerde
spreker de stijging dér oorlogsuitga ven en de on-
menschkun-dige wijze, waarop den miliciens in den
zomer is medegedeeld, dat zij voor herhalingsoefenin
gen langer onder de wapenen moesten blijven. De ge
neeskundige dienst in het leger is in alles ten achter
176)
1M1
-ALEXANDRE DUMAS,
o
D'Artagnan gehoorzaamde, want Athos met zijn
plechtige stem en gebiedenden blik, scheen een afge
zant des hemels. Achter dfArtagnan traden Porthos,
Aramis, lord de Winter en de man met den rooden
mantel binnen.
De knechts bewaakten t venster en de deur.
Milady was op haar bankje neergevallen en strekte
oo handen uit, als om deze vree-selijke verschijning te
bezweren. Haren schoonbroeder ziende, slaakte zij
een angstigen gil.
gij riep milady uit.
„Wij willen", zeide Athos, „Anna de Breuil, die
zich daarvoor heeft genoemd Gravin de la Fère, ver
volgens lady de Winter, Baronesse van Sheffield.
"1Jat oe-n ik", stamelde zij, met stijgende verwonde
ring. „Wat wilt gij?"
„Wij willen u oordeelen naar uwe misdaden", zeide
Athos; „gij hebt het recht u te verdedigen; rechtvaar
dig u, zoo gij kunt. Mijnheer d'Artagnan, gij zijt het,
die het eerst als beschuldiger zult optreden."
D'Artagnan trad voor.
„Voor den hemel en de menschen", zei hij, „beschul
dig ik de vrouw, Clémence Bonacieux, die gister
avond! is overleden, te hebben vergiftigd."
Ilij wendde zich tot Porthos en Aramis.
„Wij bevestigen 't", zeiden beide musketiers.
D'Artagnan vervolgde-:
Voor den hemel en voor de menschen beschuldig ik
die vrouw, mijzelven te hebben willen vergiftigen door
wijn, dien zij mij van Villeroy had gezonden met een
\alsehen brief, alsof die wijn van mijne vrienden kwa-
me. Ik ben gered, doch een man, Brisemont genaamd,
is in mijn plaats gestorven."
„Wij bevestigen," zeiden wederom tegelijkertijd
Porthos en Aramis.
oor den hemel1 en voor de menschen," ging d'Ar
tagnan opnieuw voort, „beschuldig ik die vrouw, mij
tot t vermoorden van den graaf de Wardes te hebben
aangezet, en daar er niemand is, om de' waarheid de
zer beschuldiging te bevestigen, bevestig ik die. Ik
heb gezegd."
En d'Artagnan begaf zich met Porthos en Aramis
naar de andere zijde der kamer.
„Aan u, mylord 1" zeide Athos.
De baron nadterdb nu op zijn beurt.
„Voor den hemel en voor de menschen," zei hij, „be
schuldig ik die vrouw, dien hertog van Buckingham te
hebben dben vermoorden."
„De hertog van Buckingham vermoord 1" riepen uit
één mond al de omstanders.
„Ja", zeide de baron, „vermoord! Volgens het be
richt, in uwen aan mij geschreven brief vervat, had ik
deze vrouw laten aanhouden en haar in bewaring aan
een trouwen dienaar gegeven; zij heeft hem den dolk
in zijn handen gesteld en hem den hertog deen ver
moorden; misschien boet Felton reeds in dit oogenblik
met zijn hoofd de misdaad dezer helsche furie."
Een siddering- doorliep de rechters1, bij de, openba
ring dtezer nog onbekende misdaden.
„Dat is niet alles", hernam lord de Winter, „mijn
broeder, die u tot, zijn erfgename had gemaakt, is bin
nen den tijd van drie uren aan een ziekte gestorven,
welke op het gansche lichaam zwarte vlekken achter
liet. Waaraan is mijn broeder gestorven, zuster?"
„Afgrijselijk!" stamelden Porthos en Aramis.
„Moordenaresse van Buckingham! Moordenaresse
van Felton! Moordenaresse mijns broeders! Ik eiseh
wraak tegen u, en verklaar, dat, indien men mij die
niet geeft, ik die zal nemen
En lord de Winter rangschikt© zich naast d'Artag
nan, de plaats inruimende voor een anderen beschuldi-
ger.
Milady liet haar hoofd in haar beide handen zinken
bij den burgerlijken geneeskundigen dienst. S-pr. vroeg'
gelijke behandeling van de sociaal-democraten in de
kazernes als alle anderen.
De heer Van Sasse van IJsselt (R.-K.)
betreurd© o.a. wat met v. d. Breggen is' gebeurd, de
schuld gevende aan de inrichting van den dienst.
De lieer Marchan't (V. D.) besprak de beoor-
deelingslijsten, welke hij overbodig achtte, eu vroeg
een bepaalde toezegging tot inkrimping der formatie,
opdat spreker zijn stem aan tractement-sverhooging
kan geven.
De heer V. erhey (U.-L.) drongi aan op het in
standhouden en bevorderen van de weerbaarheids-
korpsen. -Spreker hoopte, dat de minister d'e kame
ra adschappelij ken omgang- van officieren en minderen
zal bevorderen.
De heer Lieftinok (U. L.), betreurde de ach
teruitstelling van de paardenartsen.
De heer Duymaer van Twist (A.-R.) be
klaagde zich over de behandeling die een sergeant-
heeft getroffen, die gestraft is omdat hij, door het
onderteekenen en verspreiden van een brochure, pro
paganda had gemaakt voor de Christen-nationale on-
derofficiersvereeniging.' Spr. verzoekt onderzoek.
Spreker vroeg het oordeel van den minister over de
beschouwingen van generaal Snijders.
Hierna gaf spr. -een beschouwing over 't eindcijfer
der begrooting, thans 30.225.000 bedragende. Binnen
vijf jaar zal 't eindcijfer gestegen zijn tot 34 millioen
Spr. noemt dat bedenkelijk. De instelling van 'n be
zuinigingscommissie ontheft den minister niet van
den plicht, zuinigheid te betrachten en d'e Kamer niet
daarop aan te dringen. Spr. vroeg hierna heden zijn
rede te mogen voortzetten.
De vergadering werd verdaagd tot gisteravond 8
uur.
In de avondvergadering' werd met de behandeling
van Hoofdstuk X (Landbouw, Nijverheid en Handel)
voortgegaan.
De heeren Van der Voort van Z ij p
(A.-R.) en Schaper (S. D. A. P.), bespraken o.a.
den rechtstoestand van schepelingen.
Minister T alma zeide er naar te zullen streven,
de zaak zoo spoedig mogelijk in orde te brengen.
Bij de afdeeling Handel sprak de heer Jannink
(U.-L.) over electriciteitsvoorzieni-ng.
De minister zeide, dat de instelling van de
staatscommissie uitgelokt is door verschillende plan
nen betreffende electriciteitsvoorziening. Naar de
vraag- op welke wijze de electriciteitsvoorziening' rati
oneel kan geschieden, moest, naar spr. meende, in het
algemeen een onderzoek ingesteld worden.
Bij art. 146 (vreemdelingenverkeer) besprak de
heer S m e e n g e (U. L.) d'e subsidie aan het cen
traal bureau voor vreemdelingenverkeer te 's-Grave-n-
hage. Spr. pleitte voor verhooging der subsidie en
betoogde tegenover do meening, in de Memorie van
Antwoord uitgesproken, dat ook particulieren wel de
gelijk van hun belangstelling blijk geven.
De minister gaf toe, dat bet met 't oog op de
komende jaren zeer zeker gewenseht is, d'at we de
aandacht vestigen op ons land, maar de velen, die di
rect hierbij belang hebben, moeten van hun belang
stelling blijk geven. Spr's indruk daaromtrent is niet
zoo gunstig als die van den lieer Smeenge, Er is
echter van spr's zijde een voortdurend pogen om de
zaak op gezonde basis te brengen.
Bij de Vde afdeeling- (Arbeid) besprak de heer
Arts (R. K.)1 de gedwongen winkelnering- in de
Langestraat.
Ook de heeren Drucker V.-D.) en Schaper
(S. D. A. P.) behandelden dit ondterwerp.
De minister weigerde het rapport van den
heer Staalman over te leggen.
De heer de V 1 ug t (A.-R.) drong aan op verbe
tering- van de positie van het personeel der rijksverze
keringsbank.
De Minister betoogde, dat er nu eenmaal
werk aan de Bank is, waarvoor geen hoog salaris kan
worden betaald. Hij kwam er tegen op, dat de heer
de Vlugt het deed voorkomen als zouden leerlingen
van een ambtenaar van de Bank geregeld slagen voor
het examen.
De beraadslaging werd hierna gesloten; de overige
artikelen werden z. h. et. aangenomen.
Vervolgens werd hoofdstuk X zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Aan de orde was hierna het wetsontwerp tot wijzi
ging van de Visscherijwet, dat zonder hoofdelijke
stemming werd aangenomen.
De verg-adering werd om IOV2 uur gesloten.
Hedenochtend 0111 IOV2 uur wordt voortgegaan met
de oorlogsbegrooting.
Gemengd nieuws.
HET CLAXON-SIGNAAL.
In hooger beroep gaf de Haagische rechtbank een
voorloopige beslissing in de zaak van den heer Joh. E.
Visser te Utrecht (het gebruik van het claxon-signaal
voor do automobiel). De rechtbank achtte het ter za
ke ingesteld onderzoek niet volledig. Den 18en Ja
nuari te 2 uur zal in een andere zitting mr. H. Viotta,
directeur van het Koninklijk Conservatorium voor
muziek, gehoord worden over de vraag of de claxon als
hoorn moet beschouwd worden.
BOND VOOR STAATSPENSIONNEERING.
Woensdag heeft de Koningin in particuliere audiën
tie ontvangen de commissie ter aanbieding van liet
volkspetitionnement, bestaande uit de heeren pastoor
N. Prins, voorzitter van den Bond; A. Voorbrood; alg.
secr., en H. J. Hagelen, secretaris van de commissie
voor het petitionnement. De heer Fr. Netscher, voor
zitter van deze commissie, kon niet tegenwoordig zijn.
De heer Prins gaf een toelichting tot het aangebo
den adres, waarnaar H. M. met belangstelling luister
de en waarop zij met eenige vriendelijke woorden ant
woordde.
MOORD?
De 70-jarige R. v. d. Velden, te Hasselt, werd bij
een buurman geroepen voor een zieke koe. Daar hij
niet terugkeerde, g-ing- men zoeken en vond men hem
verdronken in een sloot. De buurman' heeft geen koe
ziek, heeft v. d. Velden ooit niet geroepen. Bekend is,
dat de v. d. Velden», drie broers en een zuster, er
warmpjes inzitten. Men vermoedt, dat hier een moord
is gepleegd, want dienzelfden avond is gepoogd, de
andere familieleden ook uit huis te lokken. Men had
wellicht roofmoord in den zin. Het parket uit Zwolle
wordt, te Hasselt verwacht.
DE STORM.
Door een hevigen storm is te Kaatsheuvel het huls
van J. Netten omver gewaaid. Persoonlijke ongeluk
ken kwamen niet' voor.
Gisternacht is de Terschellinger loodskotter No.
5 door den storm nabij de Vliefloot omhoog gevaren.
Het roer van den loodskotter is defect en het schip
maakt water.
De opvarenden zijn gered; de kok door de sleepboot
Neptunus en de overigen door de reddingsboot. Allen
zijn op Terschelling geland.
EEN GOEDE VANGST.
De Amsterd-nmsche politie heeft een goede vangst
gedaan. Zij arresteerde namelijk in een bank van lee
ning een jongmensch, die in het bezit was van een
barometer, welken hij, kort tevoren, met eenige klee-
dingstukken, gestolen had uit een huis aan de Von
delstraat. Bij fouilleering werden een vijftal loopers
en een stukje kaars op hem bevonden.
INBRAAK.
In den nacht van Dinsdag op Woensdag' is in de
La ge-Peel' (gem. Escharen, N.-B.) ingebroken in de
afgelegen boerderij van den alleenwonenden landbou
wer Bergmans. Uit een gesloten kast heeft men 500
aan bankpapier ontvreemd. Van de daders geen spoor.
MISHANDELING VAN EEN ARRESTANT.
Het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft tot 14 da
gen gevangenisstraf veroordeeld den agent van politie
te Dordrecht S. K., beklaagd van mishandeling van
een arrestant, voor welk feit de rechtbank te Dord
recht hem 20 boete, subsidiair 20 dagen hechtenis
had opgelegd.
en trachtte haar door een doodelijke benauwdheid ver
wal-dé denkbeelden te verzamelen.
„Op mijn beurt", zeidte Athos bevende, gelijk de
leeuw bij het zien van een slang, „ik huwde die jonge
vrouw, toen zij nog meisje wasj ik huwde haar, on
danks mijn geheele familie, ik schonk haar mijn bezit
tingen, mijn naam; dbch op zekeren dag bespeurde ik,
dat die vrouw gebrandmerkt was, op haren linker
schouder stond een lelie ingedrukt."
„O!" zeide milady opstaande, „ik tart u de recht
bank aan te wijzen, die over mij die onteerende straf
heeft uitgesproken; ik tart u hem te vinden, die de
zelve heeft uitgevoerd."
„Stil! sprak een stem. „Aan mij behoort het,
hierop te antwoorden."
En de man met-den rooden mantel naderde op zijn
beurt.
„Wie is die man? Wie is die man?" riep milady uit,
van angst stikkende, en met losrakende haren, die
door ontzetting op haar lijkkleurig hoofd' te berge re
zen, als1 leefden ze.
Aller oog-en vestigden zich op dien man, want. voor
allen, behalve voor Athos, was hij onbekend. Maar
ook Athos beschouwde hem met evenveel verbazing als
de anderen, want hij wist. niet op welke wijze hij be
trokken was in dat vreeselijke drama, dat i-n deze
oogenblikken de ontknooping naderde.
Na milady met langzame, plechtige schreden gena
derd' te zijn, zoodat alleen dé tafel hem van haar
scheidde, nam de onbekende zijn masker af.
Milady beschouwde eenige oogenblikken, met klim-
menden angst, dat bleeke gelaat, omringd' van zwart
hoofdhaar en zwarten baard en welks eenige uitdruk
king- een ijskoude onbew-egelijkheid vertoonde; vervol
gens tot tegen den muur achteruit deinzende, g-ilde
zij eensklaps
,,0, neen, neen! dat is een helsche verschijning! Hij
is het niet. Red] mij! red mij!" riep zij met een
holle stem, -en tegen den muur zich dringende, alsof
zij met hare handen, zich door dezen een doorgang- had
willen banen.
UIT STOMPETOREN.
De uitslag der "bp 20 dezer gehouden aanbesteding-
door de Noord-Hol'landsche Tramweg-maatschappij
van het maken van een veelading te Stompetoren was
„Maai- wie zijt gij toch?" riepen al de getuigen van
dit tooneel.
„Vraag- het aan die vrouw", antwoordde de man met
den rooden mantel, „want gij ziet wel, dat zij mij
heeft herkend."
„Do beul van Rijssel! De beul van Rijssel!" riep
milady, ten prooi aan een krankzinnige vrees en zich
met hare handen aan den muur vasthoudende om niet
te vallen.
Allen weken ter zijde en de nuan met den rooden
mantel bleef alleen in het midden der kamer staan.
„Ach, genade! vergiffenis!" riep de rampzalige, op
de knieën vallende.
De onbekende wachtte totdat er stilte heerschte.
„Ik zeide het u wel, dat zij mij herkend' had", her
nam bij. „Ja, ik ben de scherprechter der stad Rijssel
en ziellier mijn verhaal."
Aller oogen waren op dezen man gevestigd, naar
wiens woorden men met een angstige spanning wacht-
te. „Die jonge vrouw wasi vroeger, toen zij nog meisje
was, even schoon als thans. Zij was leerlinge in. de
meisjesschool te Teinplemar. Een jong leeraar, met
een eenvoudig- en geloovig hart, gaf daar onderricht;
zij ondernam liem te verleiden en het gelukte ha-ar. Zij
zou een heilige hebben verleid. Zij hiaaldei hem over
om het land te verlaten, om samen te vluchten, om een
ander gedeelte van Frankrijk te bereiken, waar zij ge
rust konden wonen, omdat zij daar onbekend zouden
zijn; hiertoe was g-eldl noodig- en de -een noch de an
dere had het. De leeraar stal de gewijde vazen, ver-
kocht ze, doch -op het oogenblik van hun vertrek wer
den beiden in hechtenis- genomen. Acht dagen latei-
had zij den zoon des cipi'ersi verleid en was gevlucht.
De jonge leeraar werd tot tien jaren dwangarbeid en
liet brandmerk veroordeeld. Ik was de scherprechter
der stad Rijssel, zooals gij van die vrouw hebt ge
hoord. Ik was verplicht den schuldige te brandmer
ken, en de schuldige, mijne, heeren, was mijn broeder.
éWVi4i T*i-r»l§.j|