DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Honderd en dertiende Jaargang, 1911 ZATERDAG 30 DECEMBER. Oudejaarsdag Uit den Raad» IN N EX LAM). No 306 Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon» en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl, Afzondei lijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Dit nummer bestaat uit 4 bladen. ALRMAARSCHE COURANT. ALKMAAR, 30 December. 31 December valt ditmaal op een Zondag'. Eigenlijk moest die dag elk jaar een vrije dag- zijn hij heeft ons zooveel te zeggen In den regel glijden we ongemerkt van het verleden door het heden naar de toekomst. Dezen dag echter is het anders, merken wij beter op, denken wij emsti gor over wat was, is en komen zal. Het is waar, gelijk Huygens dichtte,#dat het jaar een ketting' is, welke men bij alle schakels beginnen kan. Maar er is eenmaal een begin- en een eind schakel aangenomen en zoodra we die twee zijn gena derd, kijken we nog eens terug op den jaarkring, dien we bijna hebben afgelegd en gaan onze gedachten naar den nieuwen kringloop. En het zijn waarlijk niet de besten onder ons, die zorge- en gedachteloos over deze beide schakels heenglijden. Hoe onze stemming op den laatsten dag van het jaar zal zijn dat hangt voor een groot deel af van hetgeen het ons bracht en van hetgeen wij er zelf van hebben gemaakt. Hoe zou er vreugde kunnen zijn daar, waar men een bemind1 kind, een zorgenden va der, een liefhebbende moeder verloren heeft door den dood? Ho<e zou er vreugde kunnen zijn bij het oude renpaar, dat een kind dén verkeerden weg heeft zien opgaan, in de gezinnen, waar het gedrag van vader of moeder zoo geheel in strijd was met de schoone be g'rippen, welke aan deze klanken verbonden zijn? Hoe zouden we m,et blijdschap kunnen terugblikken op het afgeloopen jaar, indien we steeds alleen ons zelf heb ben gezocht, indien onze persoonlijke ijdelheid, onze eigen hebzucht d© drijfveer van onze handelingen w.as, of indien wij aan booze ingevingen en neigingen ge hoor gaven, deden wat wij niet gaarne zouden zien, dat anderen ons aandeden? Al dezulken zij hebben geen prettigen Oude jaarsavond. 1 Is smart over geleden verliezen de grondtoon van hun stemming' dan moge het hun tot troost strek ken, dat er velen vooral op dezen dag met hun geest bij hen zullen toeven, dat de gedachten aan dierbare overledenen gemeenschappelijk zullen zijn. Wie het evenwel aan zijn heb-- en zelfzucht te wijten heeft, dat hij d'en Oudejaarsdag in slecht© stemming ver keert hij mog'e gevoelen, dat hij op sympathie noch medelijden heeft te rekenen, 'alleen staat op de we reld. Hij mog'e inkeeren tot zich zelve en uit de smeltkroes zijner oudejaarsoverpeinzingen gelouterd te voorschijn komen, als een nieuw mensch het nieu we jaar begroeten. Ieder ernstig man wordt zich vooral op dezen dag van zijn tekortkomingen bewust. Hij plaveit het ko mende jaar met goede voornemens, dit zal hij zus doen, dat zoo, deze klip vermijden, zich buiten dat on veilig vaarwater houden. Als het jaar weer voorbij is, mag hij misschien d'e voldoening smaken, dathij niet vergeefs heeft gestreefd, maar ook zal hij tot de er kenning moeten komen, dat hij lang niet heeft.bereikt wat hij zich had voorgesteld. Hij zal gemerkt hebben, dat er hoogere machten en grootere invloeden waren, waaraan hij zich niet kon onttrekken, die hem hebben geleid, zonder dat hij dit wilde. Hoe men ook tegen over de raadselen van het leven-moge staan nie mand zal zich een vrij man durven noemen, die gaan en staan kan waar hij wil, doen en laten kan, wat hij wenscht.. Maar aan den anderen kant- niet slechts de ervaringen maken ons leven, maar ook de wijze waarop wij ze ondergaan. Op een dag als deze Zaterdag', de donkerste en som berste dag wellicht van het geheele jaar, kan men droevig' te moede zijn, zich overgeven aan zwartgalli ge overpeinzingen, toegeven aan een nare stemming' en een slecht humeur. Maar ook kan men zich in spannen, om dergelijke onaangename gedachten te verbannen, uit de hoop op meer licht, helderen zon neschijn en een vróolijk winterlandschap, opgewekt heid putten. Daardoor montert men niet slechts zich zelf op, maar voorkomt men ook, dat men zijn omge ving' aan zijn eigen slechten invloed blootstelt. Wie leed heeft gehad, dierbaren heeft zien heengaan, illusies heeft verloren, gunstige vooruitzichten heeft zien vernietigen, tegenspoed heeft ondervonden hij kan dat alles niet vergeten. Oudejaarsavond zal de wellicht sluimerende herinnering weer wakker roepen. Maar hij mag zich) daardoor niet laten teneerslaan. Altijd treuren brengt geen geluk, zwakte geen zegen. Wij moeten bij de droevige ervaringen ook aan de mooiere denken, moeten naast de werkelijkheid var, het verleden de illusie voor de toekomst plaatsen. Wij moeten bedenken, dat het leven nu eenmaal niet is zooals wij het gaarne zouden willen wenschen, maar een aaneenschakeling van aangename en smartelijke ervaringen. Wij moeten de kracht verwerven, om de smartelijke te dragen, soms zelf om er ons voordeel uit te trekken, wanneer 11 melijk mocht blijken, dat zij te wijten zijn aan onze eigen zwakheid, aan onze persoonlijke tekortkoming. Wij moeten inderdaad! Als we doen wat onze plichten en verplichtingen ons voorschrijven, dan zullen we ons 'niet blijvend bezwaard gevoelen door bit tere herinneringen, dan zullen we niet blijven staan, niet verslappen, maar moedig voortgaan.Dankrijgtons leven meer beteekenis voor ons zelf niet alleen, maar ook voor anderen. We zullen werkzamer, rechtvaar diger, verdraagzamer zijn geworden, weerbaarder ook tegen smart en teleurstelling. Onze Oudejaarsavondstemming zal niet alleen worden beheerscht door de vraag: wat heeft, het- jaar mij ge bracht, maar ook door de schoonere: wat heb ik met het jaar gedaan, wat er van gemaakt? En wanneer wij den dag daarna „veel heil en ze gen" zeggen dan zal dit niet slechts een wenseh zijn, maar tevens een belofte, om zelf zooveel mogelijk de vervulling van dien wenseh te verwezenlijken 1 Het was om meer dan een reden maar goed, dat de Raad Woensdag het voorstel inzake het Werkloozen- fonds van de agenda heeft afgevoerd. Voor een erns tige behandeling van dit belangrijke onderwerp was de stemming der vergadering weinig geschikt. En ook is, gelijk wij uitvoerig hebben aangetoond', de desbe treffende bijlage niet gelukkig uitgevallen. Ja wij kunnen ons voorstellen, dat een andere Raad de voordracht eenvoudig naar B. en W. zou hebben terug gezonden om een nieuw, beter prae-advies. Het ziet er dan ook wel naar uit, dat de verordening een brod dellap zal worden: eerst een bijlage van 'B. en W., toen een herziene bijlage van B. en W., toen amende menten van den heer van Buijsen, daarna (blijkens hetgeen de heer Van den Bosch zeide) verbeteringen voorzieningen in leemten door B. en W., verder amendementen van den heer van den Bosch, tenslot te Het is te hopen, dat de lieeren, die nog amendemen ten hebben, deze spoedig bij den burgemeester indie nen, opdat ze nog gedrukt, rondgezonden en rustig be studeerd kunnen worden. Eigenlijk zou men wel mo gen verwachten, dat B. en W., gezien de amendemen ten, nu uit zich zelf den Raad) een derde, herziene, editie van de verordening gaven, opdat de discussie niet behoefde te gaan over allerlei peuterigheden, maar alleen kon worden gevoerd over principieel e en belangrijke kwesties. Tegen het voorstel van den heer Van den Bosch, waartegen, naar de voorzitter uitdrukkelijk opmerkte, de meerderheid van het college van B. en W. geen bezwaar had, verhief geen derraadsleden zijn stem. Trouwens ook de afwezigheid van den voor steller van eenige amendementen, den heer Van Buij sen, mocht in dit geval als motief tot uitstel worden aangevoerd. En met het oog op de stemming was liet mede maar goed, dat de behandeling van dit punt werd verdaagd. Die stemming ze deed denken aan- een laatsten schooltijd voor do vacantie. Eerst vreeselijk saai, dan buitengewoon jolig, zoodat er ongeveer om alles wordt gelachen, om kleine vergissingen, om gezegden, die, om met koningin Louise uit Vorstenschool te spreken, „wel wat louches" zijn. Wat die saaiheid betreft drie kwartier ging er verloren met benoemingen. Wel had de voorzitter weer een lange lijst laten drukken van alle voorgedragenen, waardoor met een keer stem- cphnlen kon worden volstaan, maar het oplezen vroeg veel ie veel tijd. De voorzitter las van alle briefjes voor een bepaalde benoeming de desbetreffende namen op en had dus zooveel keeren dezelfde briefjes ter hand te nemen en do namen op te lezen als- er benoemingen waren. Elders hebben wij het wel eens anders zien doen. Daar zei de voorzitter enkel de eerstvoorgedra- genen en noemde alleen die gevallen op, waarin niet nummer één was gestemd. En dit kwam maar zelden voor, want de gewoonte bestond, dat de raadsleden wanneer ze zelf op no. 1 stonden, geen verandering in de lijst brachten. Zoodat men in stede van drie kwar tier slechts vijf minuten voor al die stemmingen noo- dig had. Nu men hier thans reeds met- één stembiljet volstaat, zal men stellig ook wel de mogelijkheid van het bekorten van het oplezen willen overwegen. De behandelde punten dei' agenda bieden overigens geen stof tot schrijven. Alleen ging aan de benoe ming van een stadsapotheken een zitting met gesloten deuren vooraf, waarin het eigenaardige feit werd toe gelicht, dat er op de aanbeveling slechts één naam, dien van een dame, voorkwam. Dat dit feit op bevre digende wijze werd toegelicht bleek, toen de voorgedra- gene met algemeene stemmen voor de vaste betrek king werd benoemd. De vraag ligt voor de hand, of nu, bij de benoeming van een stadsapothekcr, die wel voldoende salaris krijgt voor het te verrichten werk, maar toch geen schitte rende bezoldiging heeft, niet het oog-enblik was aan gebroken om althans een begin te maken met een keuringsdienst op levensmiddelen. De mogelijkheid van combinatie dezer beide takken moet wel zijn over wogen, maar daarbij moet het zijn gebleken, dat. zij niet gewensclrt is. Inmiddels is bet te verwachten, dat don Raad eerlang een voorstel betreffende het in richten van een dergelijken keuringsdienst zal berei ken. Aan het slot der heropende vergadering werd door den voorzitter medegedeeld, dat het land over het N II. Kanaal nabij d[e spoorbrug door de gemeente ge- gekocht is en bestemd is voor eventueel© verplaatsing van de gasfabriek. Toen we onlangs melding maakten van den aankoop van dit land, knoopten we daaraan de veronderstelling vast, dat die grond bestemd zou zijn voor degasfabriek en de gemeentelijke electrische centrale. Het eerste deel is uitgekomen en het tweede? Daar valt na tuurlijk nog niets naders van te zeggen. Allereerst dient afgewacht het advies van B. en W. inzake het aanbod der Kennemer Electriciteits-Maatschappij Op lret'oogenblik wordt naar deze aanbieding een on derzoek ingesteld door-den deskundige, die d-oor B. en W. werd benoemd, den lieer N. J. Singels, ingenieur, directeur van het electrisch bedrijf te dien Haag. Intusschen doet reeds nu de vraag zich voor, of het inderdaad wel zoo bijzonder gewenscht is de gasfa briek over het kanaal te brengen, dan wel of het de voorkeur verdient haar verder buiten dte stad te ver plaatsen. Tenslotte zij met leedwezen geconstateerd, dat aan het einde van het jaar de raadscommissie, benoemd om een onderzoek in te stellen naar het beheer van publieke werken, nog altijd niets van zich heeft laten liooren. Vergissen we ons niet, dan werd destijds als voordeel van het benoemen van een raad scommis- sie aangegeven, dot zij vlug zou werken. Van die vlugge werkwijze is tot dusverre niemendal gebleken. Laten we hopen, dat er nu haast zal worden gemaakt en dat het rapport zoo spoedig mogelijk in 1912 zal verschijnen EERSTE KAMER. In de zitting van gisteren werden de algemeene beschouwingen over de Indische begrooting voortgezet door den heer van Deventer (V. D.), die aan drong op verbetering van den rechtstoestand van den inlander en het opiumvraagstuk besprak, waarbij spr klaagde over te weinig afnemend verbruik. Spr. wilde versterking van de politie voor de veiligheid, - vooral tegen brandstichting). Bij zijn goedkeuring van het be leid in de Buitenbezittingen had spr. andere controle op de landschapskassen gewenscht. Spr. meende, dat men den Sultan van Asahan te kort heeft gedaan bij de nieuwe regeling van de landschapskassen. Spr. laakte ten strengste het deelnemen van ambtenaren op wachtgeld aan land- of mijnbouwondernemingen. Hij beval voorts bevordering van volksopvoeding- vooi den inlander aan. Dit heeft- nog onvoldoende plaats. Spr. critiseerde de organisatie en werking van het volksonderwijs in zijn verschillende takken op Java, West-Sumatra en in d'e Minahassa. Spr. kwam op voor het neutraal beginsel in de scholen voor den in lander; de toestanden in Indië leenen zich niet voor bijzonder onderwijs. Hij wilde alleen actie van het Christendom in streken, waar de Islam nog geen vas ten voet heeft. De heer H o v y (A.-R.) wilde spoedige bekeering van de inlanders en vreesde daarvan geen opwekking van Mohamedjaanscb fanatisme. De scholen moeten dienstbaar zijn aan d'e kerstening. De Sultan van Asahan heeft het- nog goed na de nieuwe regeling van de landschapskassen. De heer Kr a us (U.-L.)i wilde een verhoogd aan vangssalaris vooi' Indische ingenieurs bij den water staat en burgerlijke openbare werken. Geen vreemde lingen lokken! Spr. wilde voorts toelagen voor Delft- sehe studenten ter verzekering van geregelde aanvul ling van het Indisch ingenieurskorps, dat overal te korten heeft. Ook moeten er meer geologen naar In dië. De heer Woltjer (A.-R.) sprak zijn dank uit voor de bevordering van d'e zending en van het bijz. onderwijs; hij vroeg een verlofregeling voor de chris telijke onderwijzers na zes jaar dienst. Het bijz. on derwijs moest in Indië zijn achterstand inhalen. Het Nederlandseh worde de voertaal voor het onderwijs. Spr. wilde invoering van het m. u. 1. o. op Java na voorafgaande wettelijke regeling van dat onderwijs hier te lande. Spr. wilde het onderwijs in Indië in iangzaam tempo uitbreiden, omdat anders het bijzon der onderwijs de kans wordt ontnomen in Indië wor tel te schieten. De heer van Löben Seis (A.-R.) bepleitte de vorming van een zelfstandige Indische Marine. De heer Van N i e r o p (L.) betoogde, dat de be grooting niet het beeld geeft van den gunstigen fi- nanei-eelen toestand, welke toch bestaan moet. Spr. meende, dat men tot versterking der middelen moet overgaau. Financieel© zelfstandigheid van de spoor wegen heeft spr. reeds verleden jaar aanbevolen. Ook de pandhuisdienst kan een afzonderlijk instituut wor den, met het recht leeningën te sluiten, desnoods on der waarborg der Indische regeeriug. De heer B awinck (A.-R.) wenschte een opmer king te maken naar aanleiding van de red© van den heer Van Deventer. Spr. meende, dat de cultuur niet los te maken is van den godsdienst, en dat geldt ook, waar men de cultuur aan den Javaan brengt. Dat geldt dan niet alleen voor het gewone onderwijs, maar voor de cultuur in lïaar geheel, m. a. w. voor de na tuurwetenschappen en voor de geschiedwetenschappen. Spr. hoopte, dat men met wederzijdscbe waardeering, zij 't langs verschillend© wegen, zal medewerken tot ontwikkeling van Indië, ook op geestelijk gebied. De lieer Staal (L.) wenscht^ Indië zelfstandig te maken, ook wat d'e vloot betreft, or% strategische en tactische overwegingen. Om 4 uur 20 min. werd) hierna de vergadering ver daagd tot hedenochtend' 11 uur, wanneer de heer Van der Does de Willebois aan het woord komt. Gemengd nieuwe. IJSBOND HOLLANDS NOORDERKWARTIER. Bovengenoemde Bond hield gisteren in de serre van Krasnapolsky te Amsterdam haar algemeene vergade ring. Voor deze gelegenheid' fungeerde de Overtoomsche IJsvereeniging, onder-afdeeling van den IJsbond, als gastvrouwe. De zaal was aardig gedrapeerd) aan den ingang was een feestelijke versiering aangebracht. Een strijkje bracht een goede stemming onder de van ver en dichtbij komende afgevaardigden-. De ontvangende vereeniging onthaalde haar gasten tevens op „koffie met koek." De voorzitter van den Ijsbond, de heer S. Th. Min- nema, was door ziekte verhinderd, zoodat de heer W. M. van Vliet, vice-voorzftter, d'e vergadering presi deerde. Door den eere-voorzitter van de Overtoomsche ijs- vereeniging, jhr. Van Suchtelen van de Ilaere, werd een welkomstrede gehouden. Spr. zeide o.a., dat de Overtoonmsche IJsvereeniging als gastvrouw opgetre den is, omdat er in Amsterdam nog geen afdeeling van den IJsbond gevestigd is. De heer W. M. van- Vliet opende daarna de verga dering. Spr. deelde mede, dat de voorzitter, de heer S. Th. Minnema, ongesteld was, hoewel gelukkig niet ernstig'. Hij sprak een bijzonder woord- van welkom tot de ter vergadering aanwezige eere-leden. Daarna speelde de muziek het Bondslied van den IJsbond, door allen meegezongen, waarop de werk zaamheden een aanvang namen. Het jaarverslag, uitgebracht door den secretaris, sprak zijn leedwezen uit over den winter van 1910'11, die geen winter was. Het- aantal afdeelingen onder ging geen verandering en bedraagt thans nog 135, verdeeld over 13 districten, n.l.: Noorderdistrict, Schagen, Niedorp, Alkmaar, Zaanstreek, Ursem, Hoogkarspel, Medemblik, Hoorn, Purmcrend, Haar lem, Zuiderdistrict, Amstelland. Het jaarverslag werd) met applaus beloond. Medege deeld werd, dat de Koninklijke goedkeuring op de sta tuten en Huishoudelijk Reglement 6 October is afge komen. De kleur der bondskaarten zal, mede in overeenstem ming met den IJsbond Zuid^-Holland en den Sticht- schen IJsbond, voor het seizoen 1911-1912 paars zijn. De secretaris, de heer J. Cock, deelde verder mede, dat nog toegetreden is de afdeeling 't Gein, onderge bracht onder 't district Amstelland. Spr. besprak voorts het collectief contract, strek kende tot verzekering der werklieden in dienst der af deelingen en noemde eenige afdeelingen, die zich nog niet bij dat collectief contract hadden aangesloten. Hij spoorde de tot nu toe nalatige afdeelingen aan, toch vooral toe te treden. In de pauze hadden de stemmingen plaats. Tevens was toen gelegenheid tot bezichtiging van verschil lend© reddingsmiddelen, o.a. een nieuw soort reddings ladder, gedemonstreerd door den heer Westerik te Nieuwer- Amstel. De verkiezing voor leden van het hoofdbestuur had tot resultaat dat gekozen werden de heeren W. M. van Vliet (aftr.), J. Cock (aftr.), Joh. Hille (aftr.), W. 0. Visser (aftr.), jhr. H. W. M. v. C. v. Sminia (aftr.), R. Pool (aftr.), J. Metselaar te Twisk, D. Stam te Oudendijk, W. Dil Jz. te Zaandam, M. Visser te Schagen. Hierna werd besloten, dat de volgende algemeene vergadering te Alkmaar zal gehouden worden. De heer W. C. Visser, hoofdbestuurslid, hield hierop een voordracht, luidende„Enkele punten uit de praktijk." Spr. besprak het doel van den IJsbond) Hollands Noorderkwartier: het behoorlijk inrichten en doen on derhouden van banen in de provincie, maken van over gangen enz. Tevens behoort tot de taak van den Bond te zorgen, dat van den toestand van het ijs vol ledige berichten spoedig de leden bereiken. Dit kan bij doorgaande vorst gemakkelijk geschieden door het zenden van briefkaarten, doch bij plotseling invallen den dooi of andere plotselinge verandering in het weer moet er geseind' worden. Doordat er in zoo'n geval een werkelijke stroom van telegrammen komt, is het licht mogelijk, dat daardoor verwarring ontstaat. Daarom betoogde spr. de wen- schelijkheid van combinatie van afdeelingen. Eenige bondsafdeelmgen' kunnen dan, van één centraal punt uit, de telegrammen betreffende den ijstoestand in die afdeelingen verzenden. Bovendien, wanneer daarbij een code gebruikt wordt, zijn de onkosten per afdee ling slechts zeer gering. Spr.'s rede wérd langdurig toegejuicht. Door een der districts-voorzitters werd in overwe ging gegeven den directeur-generaal der posterijen en telegraphic te verzbeken, de telegrammen betreffende den ijstoestand tegen verlaagd tarief te mogen ver zenden. De afgevaardigde van Alkmaar stelde voor in de groote bladen alleen de ijsberichten te vermelden, be treffende de groote verkeerswegen; en in de plaatselij- ko bladen die der omstreken eener plaats to doen opnemen. Daarna hield de heer J. Gock, secretaris van den Bond, een aardige voordracht over een paar reclame- middelen ten dienste der afdeelingen. Spr. h'ad een twintigtal rijmpjes bijeengebracht, dienstig om recla me to maken voor den Bond. Al deze rijmpjes slaan op het zichtbaar dragen van de bondskaart. Deze rijmpjes worden op groote aanplakbiljetten gedrukt, welke dan goed) zichtbaar kunnen worden opgehangen opdat telkens weer de niet-leden deze reclame voor zich zien. Bovendien vertoonde spr. een reclamebriefkaart. De heer Cook stelde zich veel voor van dezé reclamerend-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1911 | | pagina 1