DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
mé
LIEFDESOFFER
V2
No. 2.
Honderd en veertiende jaargang.
1912.
WOENSDAG
3 JANUARI.
FE U ILLETON.
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
5
ALRMAARSGHE CODRANT.
tfi
ALKMAAR, 3 Januari.
„Eiken dag een draadje is een hemdsmouw in een
jaar".
Zoo zeiden onze voorouders, die in een gemoedelij-
ken tijd leefden en de dingen zoo eenvoudig' onder
woorden wisten te brengen. Onze tijd is niet zoo
gemoedelijk. Ook breit het vrouwelijk geslacht maar
weinig en sinds de scheper zoo goed als verdwenen is,
het mannelijk -hëe-lemaal niet meer. Het is dan ook
maar goed, dat het bovengenoemde spreekwoord er
is was het er niet, het zou er ook wel nimmer ko
men. Men zou iets anders hebben gevonden om de-
zelfdo gedachte spreekwoordelijk uittedrukke.n. Bijv.
eiken dag drie sigaartjes is tien kistjes in een jaar.
Of nog beter: „eiken dag een blaadje is een kalender
in een jaar." Deze laatste variatie heeft allereerst
het voordeel dat ze precies uitkomt hetgeen niet
door
RUDOLF STRATZ.
2) -o-
Georg Gis bert luisterde ali lang niet meer naar dat
voortdurende gebabbel naast hem. Verstrooid keek
hij de tafel eens rond al die gezichten dat ge
praat en gelach) dat' licht, die bloemen die blooto
schouders, dio uniformkragen en wit-glanzende over
hemden het schemerde hem alles voor de oogen.
En te midden van die bonte warreling' ontdekte hij
plotseling een dame schuin tegenover hem wel
tien, twaalf plaatsen van hem af en zijn hart
stond stil.
Eerst geloofde hij het niet. Toen keek hij nog eens
goed en nu wist hij het: daar tegenover hem zat
zijn gescheiden vrouw!.... Zes jaren geleden had hij
haar voor het laatst gezien.
Toen was. zij, geheel in het zwart en gesluierd;, voor
hem uit, de trappen van het gerechtshof, waar de
scheiding was uitgesproken, afgegaan; en zonder het
hoofd naar hem om te wenden, haar kleed bijeenvat-
tend, in een rijtuig gestapt. En toen had hij gedacht,
dat hij haair in zijn leven nooit weer zou ontmoeten.
De knecht bood hem aan zijn linkerzijde een schotel
aan; hij bediende zich werktuigelijk, hoorde, hoe de
kleine mevrouw Von Laitz, naast- hem, zeide: „Die
eeuwige snoekbaars is verschrikkelijk!.... Dat en die
gevulde kalkoen....," maar hij kon nauwelijks den
blik van zijn eerste vrouw afhouden.
Zij zou nu ongeveer dertig zijn. Hij vond haar nu
veel mooier nog" dan vroeger. Hij had1 zich haar blon
de. schoonheid niet meer zóó voorgesteld. Zij verraste
hem. Zij was bovendien opk veranderd-, rustiger,
meer tot rijpheid gekomen. De smalle, bleeke trekken
Waren door de jaren veredeld. Die kleine onderkin,
met de sigaartjes en vermoedelijk ook niet met do
draadjes het geval is. Eu dan zij is in overeen
stemming met den geest des tijds. Zij spreekt van af
scheuren, afbreken, vernietigen en is daarom voor de
zen tijd juister dan die van die hemdsmouw, waaraan
de gedachte van aanbreien, opbouwen, totstandbren-
gen verbonden is. Bovendien er zijn tegenwoordig
heel wat meer scheurkalenders in gebruik dan hemds
mouwen ia wording. Geen huis bijna of men heeft
een papieren jaar in blokformaat. Kalenders ze
zijn er, in legio soorten: miniatuurtjes voor het klein
ste damesportemonneetje, wandkale-nders, die een
kwart vierkanten meter beslaan, effen schilden en
schilden met teekeningen en foto's, een-kleurige en
veelkleurige, kalenders va.n levensverzekeringmaat
schappijen en brandverzekeringmaatschappijen, voor
handelaren in visch en van handelaren in kool (welke
die zij vroeger niet had, gaf haar nu iets vrouwelijks.
Maar haai- gestalte was nog even bevallig en slank
gebleven.
Zij droeg een wit kleed zonder eenigen- opschik. Ook
geen enkel sieraad. Alleen wanneer zij den blanken
arm uitstrekte, om het wijnglas aan haar lippen te
brengen, schitterde aan haar linkerhand een smalle,
gouden ring. Vóór ha,ar op tafel lag een bloemruiker
van viooltjes en meiklokjes. Zij was de eenige dame
in het gezelschap, die met een bouquet wasi vereerd.
Zij nam in het geheel geen -notitie van- haar eersten
man, hoewel zij hem natuurlijk dadelijk bij liet bin
nenkomen in de kiyner moest herkend hebben. Zij
verwaardigde hem met geen enkelen -blik, maar had
zich tot haar linker-buurman gewend en- sprak heel
rustig op gedempten toon met hem, nu en dan even
glimlachend. Georg Gisbert kende dien teren, melan-
cholieken glimlach, die soms haar gelaat verhelderde
en d-e heer naast haar knikte en antwoordde zacht.
Die twee zaten daar zeer vertrouwelijk samen te
praten en schenen elkaar goed te kennen. Hij was niet
jong meer een goede vijft-iger groot en gezet,
met een goedig gezicht, eenigszins hoog gekleurd
door de buitenlucht en het gebruik van zwaren wijn;
zijn haar en snor waren reeds grijzend. Hij had een
kraak-stem en droeg op zijn jas het Johanniter kruis.
Ondanks zijn gezetheid maakte hij toch een voornamen
indruk. Nu boog hij zich geheel over naar zij-n buur
vrouw. Beiden knikten gelijktijdig, alsof zij het over
iets eens waren.
Georg Gisbert onderbrak plotseling het gebabbel van
mevrouw Van Laitz naast hem-, die hem zoo uitvoerig
mogelijk de wandaden van haar dienstbode zat op te
sommen, en vroeg eensklaps„Kent u ook dien
Johan-niter, die daar tegenover ons zit? Dien dikken
heer, die nu naar het menu kijkt?"
Eenigszins verbaasd over zijn onbeleefdheid, ant
woordde zij: „Dat is Freiherr von Ulerici majoor
op nonactiviteit, tevens landeigenaar. Zeer rijk. Hij
lag vroeger, geloof ik, bij liet 9e regiment kuras
siers.
En na «en poo« voegde zij er aan toe: „Hij i« ver-
artikelen naar Heyermans leert belde duur betaald
worden) van uitgevers van couranten en drukkers van
boeken.... Wij zull-en de opsomming maar staken.
Eigenlijk denkt men bij het woord scheurkalender
ook meer aan iets anders, aan de huiselijke kalenders
met een gelitografeerd schild en rechthoekige blaad
jes, piet zwarte cijfers voor de gewone en roode voor
de zon- en feestdagen, met die vermelding van opkomst
van zon en maan, met anecdotes, versjes, reoepten,
prijsraadsels e. d.
Voor dat het nieuwe jaar aanbreekt hebben de mees
te menschen de moeielijke keuze uit de veelheid der
kalenders reeds gedaan enkelen wachten, totdat d'e
boekhandelaren er mee verlegen zitten en ze gaarne
voor een prijsje van de hand doen.
Men denkt er zoo niet aan, maar wat een geweldi
ge industrie moet de alomverspredde scheurkalender in
l>et leven geroepen hebben en hoe lang vóór den
lsten Januari moeten de hoofden en handen en ma
chines, er al mee bezig geweest zijn. Het gaat er mee
als bij de geboorte van een kindje lang voordat dit
verschenen is, is alles o,p de komst voorbereid. Het
rijkversierde e-n bontgekleurde schild van den scheur
kalender dat is de wieg van het jongste Clironoskind-
je, het gekleurde dekblad met het jaarcijfer is het de
kentje.
Alleen tnet de scheurkalender wordt wat gauwer
begonnen. De groote kalen der fa bri ek^n loopen meer
dan een jaar den tijd vooruit. Zij hebben nu allang
den tekst en de kleur van de kalenders voor 1913 vast
gesteld i-n- Juli en Augustus va-n 1911 was dit'reeds
geschied. Half December werd een begin gemaakt
met het drukken van het blok. In die fabrieken be
hoort het jaar 1912 dus reeds weer tot het verleden,
houdt men zich enkel bezig met 1913
Dag in dag uit draaien de rotatiepersen, en nu al
worden er overuren gemaakt, om de geweldige massa
kalenders maar tegen den- zomer, wanneer de verzen
ding plaats heeft, gereed te hebben
Een Berlijnsche fabriek levert er volgens het Tage-
bl-att jaarlijks 20.000.000 af, niet slechts voor Duitsch-
land, maar ook voor Engeland, Frankrijk, Spanje,
Portugal em misschien ook wel voor Nederland. Na
tuurlijk is de tekst gesteld in de taal van het land,
waarheen de kalenders worden gezonden.
Het rangschikken van de dag-blaadjes, dat dooi'
mcnschenhanden niet vlug en niet nauwkeurig genoeg
zou gebeuren, geschiedt machinaal. Een snijmachine
doet dit werk fabelachtig snel en juist. Aan den eenen
kant van de rotatiepers rolt het papier-zonder-eind in
de tweekleurendrukmachine en de daaraan grenzende
snijmachine levert de kalende-rblokken af, nog los wel
is waar, doch dag voor dag in de juiste volgorde. Bo
vendien is elk blok door een duidelijk zichtbaar tee-
ken van het volgende afgescheiden. Een paar mcn
schenhanden heeft slechts de blokken weg te nemen
meer niets. Vier duizend van zulke blokken van ge
woon formaat levert deze machine per uur. Deze pa
piermassa's worden in andere zalen samengeperst en
loofd-, zoo u ziet op zijn ouden dag.
„Met wie?"
Het kleine vrouwtje begon te lachen.
„Maar, kapitein- natuurlijk met de dame naast
hem! Een verloofd paar zit toch altijd naast elkaar!
Een zekere mevrouw vonvonik heb den
naam niet goed verstaan."
„Mevrouw von Vogt", zei kapitein GiSbert werktui
gelijk voor zich heen.
„Neen. Zij is een ge-boren von Vogt-Neetzow. Zoo
heet haar vader. Maar zij.
„Zij heet ook zoo."
„Neemt u mij niet kwalijk: maar zij al® weduwe.."
Georg Gisbert keerde zich geheel uaar zij-n- tafel
dame en met die eigenaardige openhartigheid, die hij
wel meer tegenover vreemden betoonde, zeide hij: „Zij
is geen weduwe, maar mijn gewezen vrouw?"
„Wat?"
„Ja, zeker! Daarom vroeg- ik naar den heer, die
naast haar zit."
„Vertel nu geen dwaasheden, mijnheer Gisbert!.."
Bruusk hernam hij„Waarom zou ik het u niet
zeggen? Straks fluisteren zij het toch allemaal el
kaar in het oor. Er zijn genoeg' menschen, die ons
kennen. Kijkt u maar eens naar die gezichten!"
Mevrouw von Laits was geheel van haar stuk ge
bracht. Zij legde de handen in haar schoot en zweeg.
En dat was wat voor haar! Eindelijk bracht zij er
bedremmeld uit: „Ik wist in li-et geheel niet, dat u al
eens getrouwd geweest zij tl"
„Juist nu tien jaar geleden ben- ik getrouwd. En
vier jaar daarna was het uit."
„O, zoo. daarom ging u toen.
„Daarom ging ik naar de koloniën! En zou nog
daar geweest zijn, als ik niet door mijn verwonding in
Oost-Afrika gedwo-ngen werd-, t-erug te keeren
Zij zwegen' beiden. Toen begon de kleine luite
nantsvrouw; „Nu, dat is een mooie geschiedenis! Ik
begrijp die Muthardt's niet! Men moet toch weten,
wie men bijeenbrengt!"
Georg Gisbert haalde de schouders op. „Mijn beste
mevrouw hos kunnen de Muthardt's dat weten? Zij
zuiver afgesneden. Eigen machines maken de meta
len klemmen voor de blokken ongeveer zeventigdui
zend per d-ag. Het metaal wordt door middel van een
cl-ectroinagneet naar de machine getrokken, waar het
met één ruk tot een klem gevormd! wordt.
Meisjes en vrouwen leggen deze klemmen om het
papieren jaar, dat met twee metalen draden door een
machine in één slag aan-eengehecht wordt.
Zoo ziet men dus, hoe verig er nu reeds gewerkt
wordt om den menschen voor 1913 een scheurkalender
te kunnen leverent
NIEUWJAARSBAL TEN HOVE.
Ten Paleize te 's-Gravenhage waren gisteravond
een 1000-tal genoodigden vereenigd op het bal, door
H. M. de Koningin ter gelegenheid van het Nieuwjaar
gegeven.
Kort na 9 uur tegen den aanvang van den cerel»
vernam men, dat II. M. de Koningin niet zou tegen
woordig zijn.
Z. K. H. de P-rins onderhield zich bij een rondgang
in verschillende zalen- met velen van de bezoekers.
Wegens de afwezigheid der Koninklijke gastvrouw,
werden de honneurs toen waargenomen door II. M. de
Koningin-Moeder, zoowel bij het cercle als in den ver
deren loop van den avond, bij het toespreke-n van tal
van dames en heeren.
Z. K. H. de Prins deed mede een rondgang in ver
schillende zalen en onderhield zich met vele va-n d«
bezoekers.
DE MTLITTEWET.
Het Voo-rloopig Verslag der Eerste Kamer over da
Militiewet zal spoedig verschijnen. Mein verwacht, dat
de openbare behandeling zal plaats hebben tegen het
einde dezer maand, wanneer de Kamer voor beraadsla
ging der St-aatsbegrooting bijeen komt.
DE EERSTE KAMER EN DE TOESLAG-
ONTWERPEN.
De Haagsche correspondent van de Leeuwarder Cou
rant schrijft:
Naar ik verneem, zullen de zoogenaamde toes-laa-
ontwerpen in de Eerste Kamer op zooveel verzet «tui
ten, dat verwerping er van zoo goed als zeker is.
STAATSCOMMISSIE GRONDWETSHER
ZIENING.
De Staatscommissie voor de Grondwetsherziening)
komt Maandag 8 Januari tot voortzetting der werk
zaamheden bijeen.
Gemengd nieuws.
OUDE JAAR-SCHIETEN.
Te Winschoten is Zondagavond- het dienstmeisj»
M. S. in het linkerbeen geschoten. Tegen den dader,
G. G., aldaar, is proces-verbaal opgemaakt-.
OPSPORING VERZOCHT.
De commissaris va-n politie in de 2e sectie te Am
sterdam, verzoekt namen® den voogd, opsporing en
aanhouding van den minderjarigen Hendrik Ekhard,
oud 17 jaar, lang colbertcostuum, donkergrijze d-emi-
saison, jockeypet en zwarte rijgschoenen.
Hij is op 1 Januari j.l. de woning van zijn voogd
ontloopen en tot op heden daarin niet teruggekeerd,
terwijl niet nagegaan kan worden waar hij zich ver
moedelijk zal ophouden.
zijn pas i-n Berlijn. Ik ben ook nog maar sinds kort
naar hier overgeplaatst. Kan mem het dan iemand,
dien men nauwelijks kent, aanzien, dat hij zes, acht
jaar geleden- in West-Pruisem in garnizoen heeft ge
legen e-n in Dantzi-g gescheiden is, en bovendien nog
den meisjesnaam van zijn toenmalige vrouw kennen?
Dat is te veel gevergd in een stad als Berlijn!"
Zoo sprak hij. Ma-ar hij dacht toch b- zichzelf:
Duitsehland is toch -zoo- groot, E-n ik ben de wereld
ingegaa-n, onder Chineezen en Hotten totten, om die
daar te vergeten en nu zitten wij weer im dezelfde
kamer bij eikaar!
„Wat zal die arme Mnthardt dat verschrikkelijk
vinden!" zeide zijn buurvrouw.
Hij antwoordde niet. Terwijl hij zoo ernstig met
zijn tafeldame had zitten praten, had mevrouw von
Vog-t ee-n seconde lang haar groote, grijsblauwe oogen
op hem gevestigd, niet heimelijk, maar trot-sch en on
verschillig. Toen hadden zij d'e zijne ontmeet. Zij
ontweken elkaar niet. Rustig en open zagen zij el
kander in het gelaat. Hij meende op te merken, dat
zij op dit oogenblik even verbleekte, maar dat kon
pok verbeelding va-n hem zijn. Zij draaide haar hoofd
weer om en richtte lachend een vraag tot haar ver
loofde. En de gemoedelijke, oude „Lebemann" lachte
verrukt terug, met een gelukkigen glans in1 zijn klei
ne, waterige oogjes. Hij was blijkbaar tot over de
ooren verliefd op zijn mooie verloofde.
En Geo-rg Gisbert dacht: „Wat is een mensch toch
een zonderling wezen!" Ilij had daareven duidelijk
iets van jalouzie gevoeld, toe-n hij dat stralende, roode
gezicht van Freiherr von Ulerici zag, al-s wilde deza
iets nemen, wat hèm, kapitein Gisbert, toekwam! Dat
was nog uit- oud© gewoonte, trots deze zes jaren! Het
was een voudig belachelijk! Zij was nu toch geheel
vrij! Kon zij niet dien ouden, amechtigen jonker hu
wen en zijn bezittingen erven? Hij, Georg Gisbert,
was toch drie jaar geleden get-rouwd met mejuffrouw
Otti Dörsam, van de firma Dörsam, Fröhlich Co.,
en-gi'oshandel van Rijn- en Moezelwijnen. Zij had toch
evengoed recht om voor haar toekomst te zorgen, al»
hij.
T«*wo(g«L