DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Cacao
De beste voor den prijs
No. 5.
Honderd en veertiende Jaargang.
1912.
ZATERDAG
6 JANUARI.
Voor vijttiar jaren
BINNENLAND.
VAN HOUTEN'S
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
ZOO ZIET EEN BUS
ER UIT.
Met volle gerustheid
kan aan het publiek de
beoordeeling van dit
fabrikaat worden over
gelaten.
1 Kg. 1.50 /4Kg. Z0.42
0.80 Höm -0.18
J
ALKMAARSCHE COURANT
Ron a
ALKMAAR, 6 Januari 1912.
Wanneer personen over eenigen tijd een jubileum
zullen vieren, dan is er bijna altijd wel een gediensti
ge geest, die onze redactie daaromtrent even komt in
lichten, zoodat zij ertoe kan medewerken, dat die dag,
gelijk die term luidt, niet ongemerkt voorbijgaat.
Geheel iets anders dan met die personen is het met
de feiten. Ook deze hebben soms' hun jubilea, waard
herdacht te worden, maar als er niet bij toeval de
aandacht op gevestigd wordt, denkt niemand eraan
dat een bepaalde dag een jubileumsdag is van deze
of gene belangrijke gebeurtenis.
Gelukkig- bezitten wij een trouw medewerker, die
met groote kennis van zaken dingen uit liet verleden
in herinnering brengt en door zijn zeldzaam geheugen
in staat is van gebeurtenissen, die meer dan vijftig
jaar geleden plaats grepen, de eigenaardige bijzonder
heden te vermelden, welke bet mededeelen van „choses
vues" immer aanlokkelijk maken. Hij waarschuwt
niet slechts, maar verbaalt tevens in dit opzicht
verkeert onze redactie dus in een bevoorrechte positie.
Toch leek bet ons niet onaardig eens de gewichtige
feiten van het jaar 1862, voorzoover zij op Alkmaar
betrekking hebben, op te sporen ©n, nu ze weldra
vijftig jaar zullen worden, even kort te vermelden. En
kel wilden we dus een kleine opsomming aan het begin
van het jaar geven meer niet. Voor dit doel heb
ben we den druilerigen regenmiddag van gisteren zoek
gebracht met bladeren in het courantenboek van het
zooeven genoemde jaar.
Veel jubilea hebben we niet gevond'en, maar wel
zijn we er opnieuw van doordrongen, hoeveel er in een
halve eeuw niet kan veranderen en verouderen.
Welk een verschil al dadelijk tusschen de courant
van heden en die van vijftig jaar geleden! Toen was
het formaat een folio vel klein mediaan, werd dte cou
rant wekelijks uitgegeven en was zij verkrijgbaar op
Zondagmorgen tusschen 8 en 9 ure. „Om het te doen
beantwoorden aan de behoeften van den tijd" was
trouwens in den aanvang van 1861 het formaat van
het blad vergroot. De behoeften van den tijd!
Wij zouden niet gaarne de grootte van een courant
als maatstaf willen nemen voor de beschaving, maar
wel mag men een nummer van toen en een van thans
gebruiken voor de vergelijking van de verschillende
behoeften aan lectuur bij de Alkmaarders van een
halve eeuw geleden en die van dezen tijd. Hoe weinig
bekommerde men zich destijds bijv. over een snelle
berichtgeving, waarvoor thans een aanzienlijk deel
van een courantenbudget wordt besteed, om den le
zers toch vooral maar zoo weinig mogelijk „oud
nieuws" te kunnen geven. De berichten voor het
nummer, dat Zondagochtend verscheen, werden uiter
lijk Vrijdagmiddag 1 uur aangenomen. In het num
mer van 5 Januari vindt men bijv. melding gemaakt
van koninklijke besluiten van 11 December, in dat
van 12 Januari van gebeurtenissen welke reeds den
3den dier maand plaats grepen enz. enz. Opvallend
is het, dat de prijs destijds per jaar (voor 52 num-
mers) bedroeg 3.40, franco per post 4, enkele nos.
7 cents.
De couranten-lezers hebben dus in den loop der
jaren voor den zelfden of zelfs nog- minderen prijs
heel wat meer bedrukt papier en heel wat „nieuwer
nieuws' gekregen. Intussehen
menig opzicht
waren onze voorouders veel goedkooper uit dan onze
tijdgenooten. Benijden wij nu niet den predikant, die
in 1862 voor „een zeer logeabel woonhuis aan de Oude
gracht met 4 beneden- en 4 bovenkamers, marmeren
gang, met marmer bevloerde welingerichte keuken,
twee kelders, provisiekamers, ruime zolders en berg
plaatsen, „en wat al meer tot een gemakkelijke en or
delijke bewoning wordt vereischt," fraaien tuin en
grooten koepel enz. slechts 180 's jaars aan huur be
taalde? Staan we niet eenigszins verwonderd te kij
ken als we lezen, dat er voor dit perceel bij de open
bare verkooping slechts 1920 werd geboden?
Verbazing, die soms groote oogen doet opzetten,
dan weer een medelijdend of zelfs'een spottend glim
lachje opwekt, maakt zich bij het bladeren in dit cou
rantenboek van ons meester. Wat zegt men van dep
echtgenoot, die per advertentie z ij n dank betuigt
voor de blijken van belangstelling ontvangen hij de be
valling zijner echtgenoote? Van de weduwe die ver
klaart dat haar overleden echtgenoot haar 42 jaar
„als verzorger en getrouw medgezel steeds terzijde
ging"? Hoe duidelijk spreekt er uit dit tweetal fami
lieberichten een tijdgeest, die niet meer de onze is
Is het niet merkwaardig dat het gemeentebestuur
de verkooping aankondigt der „in de maanden Octo
ber, November en December af te vallen bladeren?"
Lachen we niet, als er in de rubriek binnenland van
een kantonrechter wordt verteld, „die in de stadscou
rant klaagt over de activiteit der policie-beambten,
die de ingezetenen en hem geweldigen last veroorza
ken, zijnde in het vorige jaar meer dan 1000 zaken bij
hem aangebracht?" Als we zien aangekondigd1 he;t
vervaardigen van „Photographie-portretten," wij die
voor het schrijven en uitspreken van „graphie-portret-
ten" of van „photographic" geen tijd meer hebben?
Wat moeten wij denken van den adverteerder die
„heeren voorstanders van kunst en wetenschap" uit-
noodigt, „tegen eene geldelijke overeenkomst, ter be
oordeeling van eene machine, welke zonder ophouden,
gelieel en al door zich zelve draait en, bij eene goede
uitkomst de stoom kan vervangen?"
De zin loopt niet vermoedelijk had bedoelde ma
chine het zelfde gebrek; het perpetum mobile is het
in elk geval niet geweest.
Kostelijk is een artikel „over het gebruik der Kin
derwagens. Eenige begaafde jonge dames hadiden
enkele kleine geschriften uit het Engelsch in het Ne-
derlandsch vertaald en door welwillende belangstel
ling wa9 de redactie, naar zij in een noot verklaart, in
de gelegenheid een waarschuwing tegen den kinder
wagen, bepaald aan de lezeressen-moeders, aan te bie
den.
Evenals in vele andere opzichten, zoo lezen we,
moest ook hier meer gelet worden op de wenken, die
de natuur ons geeft. Oneindig beter dan alle kuns
tig gemaakte wagens is het hierin de natuur te vol
gen. Hoe? zal de lezeres-moeder der twintigste eeuw
met belangstelling vragen. Door zich een kindermeid
aan te schaffen, aldus luidt het antwoord der begaaf
de vertalende jongedames, die uitvoerig betoogen, dat
de meeste jonge kinderen aan de gevolgen van gevatte
koude sterven, dat kinderwagens aanleiding geven
tot kouvatten, tot doorbuigen van den ruggegraat, tot
hersenontsteking, tot oogziekte, tot een doodelijken
val, tot luiheid, traagheid, zwaarlijvigheid en zieke
lijkheid, hetgeen zich dikwijls eerst op later leeftijd
ontwikkelt. De kleine schepseltjes moeten niet op
zulk eene gemakkelijke wijze in kussens voortgetrok
ken worden, want zij moeten toch in een wereld leven
waar ieder, die iets wil zijn, wil weten, wil doen, hard
werken en op zich zelven staan moet; hoe eerder men
ze derhalve gewent hunne krachten te ontwikkelen,
hoe beter voor hunne maatschappelijke toekomst.
Men volge dus de natuur en neme een kindermeid.
Evenwel: „Men zorge, dat de kindermeid een jonge,
welontwikkelde vrouw is, die het kind zonder de
minste moeite of inspanning draagt, en goed oppast,
het niet te hard tegen haar aan te drukken, want die
teedere beenderen kunnen daar niet tegen en worden
er krom van. Kinderen te dragen is evenzeer eene
kunst als aardappelen te kookenHet is maar
al te zeer te betreuren, wanneer men in eene huishou
ding jonge onervarene meisjes daarvoor moet gebrui
ken. Deze bezuiniging is dan ook de laatste, waartoe
men ooit moet overgaan, liever geen vleesch eten,
eenvoudig in katoen gekleed gaan, dan een arm hul
peloos wicht naar ziel en ligchaam te laten lijden door
eene ligtzinnige, te jonge of onkundige kindermeid!"
Wie weet hoeveel stadgenooten, die na 14 Septem
ber de vijf kruisjes halen het aan deze geduchte waar
schuwing mogen toeschrijven, dat ze geen rugge-
graatsverkromming, geen hersenontsteking, geen oog
ziekte in hun eerste levensjaar hebben gekregen of een
doodelijken val hebben gemaakt, hoe velen een eervolle
maatschappelijke positie die in een kinderwagen ver
loren zou zijn gegaan, hebben te danken aan de ar
men eener goede kindermeid, hoe ze door hierdoor te
worden gedragen, vroeg op zich zelf hebben leeren
staan
Wanneer er in 1962 eens mocht worden gebladerd
in het courantenboek van 1912, dan zal er waarschijn
lijk eveneens reden te over zijn voor verbazing, groote
oogen, medelijdende en spottende glimlachjes.
Mogen dan echter ook uit dat couranten-jaar den le
zer zooveel heldere, frissche denkbeelden tegemoet ko
men als wij in dat van 1862 ontdekten, moge er dan
ook zooveel aanleiding zijn tot bewondering en betui
ging van eerbied voor Alkmaars bevolking.
Voor kunst- en wetenschap had' men wat over, dat
jaar. Een groot zangersfeest van tien liedertafels
werd den 19deri Augustus gehouden door de liederta
fel Arion. Een zaal, groot genoeg om alle zangers en
bezoekers te bevatten, was er niet, Men bouwde geen
duur feestlokaal, maar huurde het paardenspel van
Wöllschlager, gaf dit een vriendelijk en gezellig voor
komen en kreeg aldus ruimte voor ongeveer 1100 men-
schen.
Den 21sten Juli was op het koor der Groote kerk in
tegenwoordigheid van de leden van Physica en van
vele andere belangstellenden, door de zorg der heeren
dr. de Gelder en Leguit met een slinger van 100 voe
ten lengte de proef genomen van Foucault, om de
omwenteling der aarde te bewijzen.
Een paar maanden later werd door hetzelfde ge
nootschap een hoogstbelangrijk besluit vastgesteld.
Het stelde zich voortaan ook ten doel „de versprei
ding van Natuurkennis, in hare onmisbare toepassing
op nuttige kunsten en handwerken, onder de verschil
lende standen van Alkmaars handwerks- en am
bachtslieden en van allen, die zich daartoe opgewekt
gevoelen, te verspreiden." Het is alleszins te wen-
schen, teekende de redactie terecht bij het bericht
aan, dat het voornemen tot uitvoering komen moge.
In de courant van 1862 werd hierop echter niet weer
teruggekomen.
Toen den 7den Mei de fabrieksstad Enschede (4420
inwoners) door een brand bijna geheel vernield werd
(liet- vuur ontstond' in een arbeiderswoning door het
stoken van dennentakken, die tot versiering bij 's ko-
nings bezoek gediend hadden) en de bevolking de
nachten in het open veld moesten doorbrengen, was
men te Alkmaar dadelijk klaar om den nood te helpen
lenigeneenige heeren vormden een commissie tenein
de gelden te verzamelen, eenige dames een sub-com
missie voor een te houden loterij, de heer J. H. Ezer-
man gaf ten bate van de slachtoffers een concert op
het orgel der groote kerk en blijkbaar was men er van
overtuigd dat „spoedige hulp in deze dubbel helpt."
In het nummer van 26 October gaf de heer 0. W.
B. het denkbeeld ter overweging, om in Alkmaar een
museum op te richten. Hij wekte burgerij en ge
meenteraad tot medewerking op. O. a. schreef hij
„Onze gemeenteraad, die zoo uitnemend gezorgd
heeft voor de behartiging van het lager onderwijs, zou
in dat geval, (wanneer n.l. het denkbeeld! bijval mocht
vinden van allen, die prijs stellen op kunst en geschie
denis), wij hopen en gelooven het, ook verder zijne
roeping en de behoeften van onzen tijd beseffen, door
even volijverig mede te werken tot vestiging eener in
stelling, welke tot hoogere beschaving zoude leiden,
door de zoo noodige opwekking van het hier te lande
te sluimerend kunstgevoel en door de vermeerdering
der kennis van hot verleden, waaruit alleen het heden
te verklaren is."
liet zou eerst 1875 moeten worden voordat de geach
te inzender zijn wensch vervuld zag en een stedelijk
museum werd geopend maar in elk geval werd het
denkbeeld reeds in 1862 geopperd door den man, die
later zóó verbazend veel voor de instelling zou doen,
dat zijn naam er door de inrichting van een Brninvis-
kamer terecht voor immer aan verbonden werd.
In het nummer aan het zooeven genoemde vooraf
gaande, werd door Monticola, een andere medewer
ker, als „een schoone zaak voor Alkmaar" een leesmu
seum aanbevolen.
Aan voorstanders van openbare leeszalen, het mo
derne kindje van het vroegere leesmuseum zal het bij
zonder genoegen doen te lezen, dat die schrijver reeds
betoogde dat het buitenshuis lezen in gezelschap van
eenige zwijgende personen, ook een kwestie van ge
woonte is en dat de contributie niet is een uitgave van
weldadigen of philanthropisehen aard, maar wel de
gelijk mag worden gesteld op de rekening- der uitga
ven voor eigen nut en genoegen.
En wat kwam er toen reeds een belangstelling tot
uiting in het ontwerp van een Hollandsch-Frieschen
spoorweg! Hoe werd er op aangedrongen zich „die
voordeelen te verzekeren, welke de stad onzer inwo
ning als het. middelpunt van Noord-Holland voor hare
bloei en ontwikkeling onontbeerlijk zijn."
Ook het gemeentebestuur zat niet stil. Zoo werd
in de vergadering- van 16 October het beginsel tot
demping der lange Nieuwesloot aangenomen en den
23sten December werd1 (aan J. H. Middendorp voor
17.398) gegund „het afbreken van de Geesterpoort
met het afgraven van de vest daar ter plaatse en het
dempen met de afkomende specie van de Lange Nieu
wesloot."
Er werd! dus in 1862 voortvarendheid getoond, er
werd gearbeid aan de welvaart, men had het oog
open voor de toekomst, er waren verschijnselen, die
getuigen van een opgewekt geestelijk leven, van
menschlievendheid en hulpvaardigheid.
Het is waarlijk geen slecht getuigenis, dat het oude
courantenboek aan onze voorouders van voor een halve
eeuw geeft!
Wij zouden schrijven over jubilea. Gelukkig voor
ons, die op den Aprilschen Januari-middag al blade
rend stof voor een lang artikel opdeden, valt er weinig
met goud te bejubelen. Alleen behoeven we nog te
herinneren aan de verplaatsing van de wekelijksche
Maandagsche markt van kalveren, schapen, enz., met
uitzondering van varkens, van den Dijk naar het
Waagplein (krachtens gemeenteraadsbesluit van 2
April), aan den openbaren verkoop van de voormalige
infirmerie en den daarbij behoorenden grond, aan
de uitbreiding van het Huis van verbetering en opvoe
ding, en ten slotte aan het feit, dat den 20sten Juli de
nieuwgebouwde kerk der Chr. Afgescheiden gemeente
meteen inwijdingsrede van ds. Ie Grom voor den
dienst geopend werd.
SABOTAGE
De correspondent van de N. Ct. te Utrecht meldt:
„Naar aanleiding van het bericht in de N. Rott. Ct.
van gisteravond over een geval van sabotage op den
spoorweg bij Utrecht, waar de rails defect zouden zijn
gemaakt, kunnen wij uit de beste bron mededeelen,
dat van sabotage geen sprake is geweest. liet defect
op de lijn bij Utrecht was te wijten aan het stuksprin
gen van een eind' rail, wat meermalen gebeurt. Dit
defect had bovendien plaats vóór het ontvangen van
den ongeteekenden brief, waarin sabotage werd aan
gekondigd. Na ontvangst van dien brief heeft de
Staatsspoor dadelijk maatregelen van veiligheid ge
nomen. Er is evenwel nergens iets gebeurd, althans
bij de Staatsspoor was gisterochtend geen enkel feit
van sabotage bekend. Het geval bij Utrecht werd ons
met alle beslistheid als sabotage gelogenstraft; het
was een gewoon defect, waarhij opzet volkomen bui
tengesloten was."
Het Volk noemt het geval „een vervroegde April
mop."
De Utrechtsche correspondent van het Hbld.
seint, dat de overtuiging hoe langer hoe meer veld
wint, dat men te doen heeft met een misplaatste grap
of met eene handeling van iemand, die niet wel bij
het hoofd is. De betrokken autoriteiten hebben voor
alle zekerheid onmiddellijk alle noodige maatregelen
genomen, om een aanslag te voorkomen, hoewel men
van het eerste oogenblik af twijfelde aan de waar
heid van de waarschuwing. Onjuist moet zijn de be
wering, dat verschillende dreigbrieven bij de directie
zouden zijn ontvangen. Naar de(n) schrijver(s) van
het epistel wordt inmiddels ijverig gezocht.
ZAANDAM 100 JAAR.
Met 9 tegen 7 stemmen besloot Donderdagavond
het Centraal-comité tot feestviering te Zaandam ter
herdenking van het 100-jarig bestaan dier gemeente
de feestelijkheden drie dagen te doen duren en werden
daarvoor aangewezen 12, 13 en 14 Juli.
VROEGE MEIKEVERS.
Men schrijft aan de N. R. Ot.
Van tijd tot tijd komen Meikevers, die officieel -
hun naam zegt het reeds in Mei verschijnen, doch
meestal half April 'al op de vlakte zijn, reeds zeer
vroeg te voorschijn, zóó vroeg, dat men dit ontijdig
verschijnen in verband brengt met de mildheid van de
wee rsges teldheid.
In werkelijkheid bestaat er geen verhand tusschen
het weer en de vroege Meikevers. De zaak zit zoo.
De Meikever leeft als jong dier (engerling) in den
grond gedurende 3 a 4 jaar. In Augustus of Septem
ber van het laatste volle jaar als grondbewoner ver
popt de engerling, en reeds twee maandten daarna ko
men uit deze poppen de Meikevers gekropen, zoodat
het in October en November al wemelt van Meikevers
in den gtond. Pas uit de pop gekomen is de Meike
ver eerst week en bleek gekleurd, doch na een paar
weken is hij hard en op kleur. In dezen toestand blij
ven de dieren zonder eenig voedsel te gebruiken, tot
half April, Mei in den grond, op een diepte van 2 tot
5 d.M. Alle Meikevers, die in het a.s. voorjaar zullen
rondvliegen, zitten dus nu al een week, zes of acht
stilletjes in den grond.
Wanneer men thans in den grond gaat werken
en de zachte weersgesteldheid! laat het. werken in den
grond zeer goed toe dan is de mogelijkheid zeer
groot dat hier en daar Meikevers naar boven worden
gewerkt. Wie niet het leven van deze kevers kent.
vindt hierin iets ongewoons en brengt het allicht in
betrekking tot den zaehten winter, waarover zooveel
wordt gesproken.
Een vroege Meikever"is geen weerprofeet. Zijn ver
schijnen is alleen een bewijs, dat hier of daar wat
vroeg in den grond is gewerkt.
ILMENAIT.
Het Thuringsche Technicum Ilmenau, een hoogere
technische school voor de studie voor ingenieur, waar
aan verbonden is een middelbare vakschool voor de
studie voor technicus en werkmeester, telt in het loo-
pende wintersemester 604 leerlingen, tegen 550 in dat
van het vorige jaar. Behalve in de beide hoofd-vak-
ken „machine-bouw" en „electro techniek" is men op
genoemd technicum in de gelegenheid zich te bekwa
men in verschillende speciale constructies van ijzer
en gewapend beton, in bruggenbouw, in de auto-fabri-
cage en in het verwarming- en installatievak.
UIT HENSBROEK.
Bij de verkiezing van een lid van 't dag. bestuur
van den polder en banne Hensbroek zijn als zoodanig
gekozen de heeren P. Wit en S. Schuit.
HET GALABAL TEN HOVE.
Onze Haagsche correspondent, aldus schrijft de
Nieuwe Gron. Ct., die ons zooveel jaren trouw heeft
ingelicht, heeft zich vergist bij de Hofberichten en de
Koningin laten optreden op een oogenblik, dat zij er
niet was. Het is een ernstige vergissing, waarop de
„Nieuwe Rotterdamsche Courant" met nadruk wijst.
Dat was niet noodig. Wij hebben het. Rotterdam
sche orgaan erger dingen zien doen. Of hoe was die
oratie aan de Amsterdamsche universiteit, die als
door een talrijk publiek bijgewoond in het Rotter
damsche blad vermeld stond, terwijl zij 20 uur later
nog moest gehouden worden? Hoe die radevoering,
waarvan niet een dag, een week, een maand, maar
zelfs nog veel langer van tevoren bericht was gege
ven En hoe tenslotte de voordracht, die, volgens
een verslag in hetzelfde blad, mr. D. C. Salomonson