DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No.
11
Honderd en veertiende Jaargang.
1912.
ZATERDAG
13 ANUARI
Om i»ni heen.
BINNENLAND
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Oi* nummer bestast uit 3 bladen. Jat kikt er niet na
i.
Koppermaandagveiling.
ALKMAAR, 13 Januari.
,,'t Leek guster of we 'n wintertje krège zouë, maar
nou is 't aars, Arie
De aldus aangesprokene bromde iets langs liet
„slappie'' tusschien zijn tanden door, dat vermoedelijk
als bevestiging was bedoeld. Trouwens een ont
kenning van de weer-opmerking, inleiding natuurlijk
tot een praatje, was ook nilet wel mogelijk. ITet had
eerst een paar dagen geneveld, geregend en ge
sneeuwd, daarna een etmaal gestormd uit het noorden,
de wind was naar oost uitgeschoten, Zondag had liet
frissche winterweer de wandelende stedelingen gelokt
naar de even-besneeuwde bossehen, maar Maandag
morgen was het beginnen te „sauzen," zoodat de
boschpaden „pruttig" waren geworden en men er zon
der „hutten" kwalijk loopien kon „aars" was bet dus
wel!
De beide mannen, die vrijwel zwijgend liepen te
oonverseeren een echte, in zich zelf gekeerde
Noord-Hollandsche boer schijnt lange tusschenpoozen
als het voornaamste deel van een gesprek te beschou
wen, tenzij dit over zijn koeien gaat waren op weg
naar de Koppermaandagveiling in de bossehen van
Heiloo. Dra bevonden ze zich met tal van anderen
op de opene plek, waar de houtvorkooping beginnen
zou en het gekapt opgaand hout, parken geheeten, per
ceelsgewijze netjes naast elkaar gevlijd lag.
Hoeveel aardiger is zulk een veiling op het land
dan in de stad!
Toen er Woensdag ta Alkmaar boomen in het open
baar werden verkocht, was het een jachten en jakke
ren, hoorde men behalve namen en getallen, bijna al
leen de woorden: niet talmen, afmaken, opschieten.
Op een drafje was de veiler, nog in zijn mooie pak
vanwege een trouwpartij, waarbij hij als gemoentebo-
de had geassisteerd, den Steeweg komen ophollen, de
veilingscondities waren snel voorgelezen en de eento
nigheid van het tegen elkaar opbieden, waarmede da
delijk begonnen was, werd door geen enkel snedig ge
zegde of grappige'n inval gebroken. De haast van het
drukke stadsleven, de overweging, dat men nog veel
moest afdoen, dien dag, groote einden door en rondom
de stad had te loopen, sneden elke aardigheid, elke
als overbodig beschouwde uitweiding af.
In Heiloo daarentegen deed men het langzaam en»
gemoedelijk op het platteland kan men het er in
het wintergetij van nemen. De bezoekers hadden er
niet de loopschoenen aangetrokken, wandelden kalmp
jes op klompen rond en de veiler behoefde niet te»
haasten, kon alles heerlijk-bedaard afdoen, had gele
genheid te over om zich te laten gelden. Want de vei
ler hij is de hoofdpersoon dezen dag. Zonder nota
ris of deurwaarder zou de veiling niet mogen, zon
der veiler echter niet kunnen doorgaan. De no
taris heeft de veilingsvoorwaarden op het papier
de veiler in zijn hoofd. De notaris kan volstaan met
tegenwoordig te wezen de veiler moet niet slechts
„erbij", maar ook „erin" zijn. De veiler is zich bewust,
dat hij een stuk traditie heeft op te houden, zijn naam
van „het aarig te kunnen zeggen" moet handhaven, de
bezoekers, zonder hun clown te worden, moet laten
lachen, hen bovendien graag moet maken. Hij heeft
het publiek tevreden te stellen, maar den boscheige
naar tevens. Hij moet in het opbieden een meester
zijn, doch tegelijkertijd er voor zorgen, niet te blijven
„hangen", immers „de strop" is voor hem zelf; wat hij
mijnt, moet hij houden -dat is óók een veilingscon
ditie, al wordt zij niet opgedreund.
Hoort hem aan het werk en verneemt ge uitdruk
kingen, welke u bekendi zijn uit de Camera, dan
moogt ge u met ons erover verbazen, hoe sommi
ge gezegden door den eenen veiler van den ander zijn
overgenomen en daardoor nog telkenjare op Kopper
maandag worden gebezigd.
„Wie mot dat mooie park? Drie gulden, da's te
kort, dan motte-we te lang praate. Ik zeg zes. Ja.i zes-
n'half Ik zeuven. Zeuven n'half. Zeven driekwart!
Wie maakt 't gaatje vol? Acht, acht, eenmaal, ander
maal, derdemaal. Voor wie is 't? Dekker? Ze hiete
vandaag allemaal Dekker of Bakker. Dat kost je 'n
gulden, man, want die naam is valsch."
De kooper verzekert glimlachend, dat er geen gul
den af kan. Hij mijnde het park voor 'n kennis; zou
dien nu wel een dag te gast en z'n twee paar
den op den kost krijgen, en dan nog een gulden boe
te, dat was van het goede te veel 1
„Dan gaan we maar weer naar 'n volgend nummer.
Aou heere, kaik hier, daar hoort 'n half bosch bai.
Allemaal essenhout.
.D'r leggen beuken tusschen en die mot ik
niet"
„Da s minder, kaik-es, der zijn erge beste jongens
in dut park. Nou mense, wie kan dat hebbe?"
„Drie gulden Piet? Te kort man.
.We motte beginne oor"
„Nou, maar as we zóó beginne, worden we 't gauw
loof. Ze valle niet teuge, ze benne lang.
klaar als het park verkocht is: „Ik mos ze niet
hebbe. Deuze, die nou an de beurt sain, benne beter,
Onder dezen titel zullen we af en toe schetsjes op
nemen, waarin gebeurtenissen ef eigenaardigheden uit on?e
omgeving, dus uit de stad en deu omtrek, worden beschreven.
Mochten de lezers en in het bijzonder onze correspon
denten ous onderwerpen voor deze rubriek aan de hand
willen doen, ons eens willen waarschuwen, wanneer er iets
bijzonders zal gebeuren, naar hun meening, geschikt voor
behandeling in die rubriek, dan zullen we dit natuurlijk zeer
op prijs stellen. Red. Alkm. Ct.
„Voor wie is 't? Zonderzorg van Akersloot? Man
had ze maar niet kocht, want nou hey-je en hiele boel
zorg. Je mót ze opmake, naar huis jage, kappe en
betale.
Weer motte we nou na toe? Het begint op het end
te loopen. Wie nou z'n geld bewaerd en zich be
decht heit, heere.
Vijf en 'en kwart voor dat gnappe park. Niemand
meer? Geluk er met Piet. Jae, hai mos ook es en
koopie hebbe." j
't Volgende park brengt elf gulden op. Wie is de
kooper? „Wie zait wat?" Niemand zegt iets. De veiler
is even beduusd, maar 'n vriendelijke geest wijst op
den man naast hem. „Hoe is 't jong," zegt de veiler
onder het gelach der omstanders, „hoe is 't jong. Hai
je der spait van? Helpt niks, je ben bakkeran."
't, Gebeurt niet vaak, dat den veiler een bod ontgaat.
Verwonderlijk is het, hoe goed hij waarneemt wie er
biedt." 'n Enkele bieder zegt een duidelijk woord, de
meesten spreken precies zoo verstaanbaar als het zwe-
vend pijpje of de afgekauwde sigaar liet mogelijk ma-
ken, sommigen knikken slechts met het hoofd en soms
ontstaat er tusschen een mijner en den veiler een spel
van lonkjes en knipoogjes, dat zelfs een aandachtig
toeschouwer niet kan volgen. De veiler kent zijn
menschen. Hij schijnt te voelen, wie liefhebber voor
een bepaald park is. Hij weet, wie „het wel een kwar
tje duurder kan hebben dan een ander."
Leiest hij somwijlen van de onbewogen gezichten af,
wat er in de hoofden omgaat? Een grove, forsche
boer heeft almaar door staan kijken, doch geen mond
opengedaan, is van park tot park meegegaan, maar
mijnde tot dusverre niemendal, 't Parkje waar ze nu
bij staan is niet duur, de veiler verhoogt het bod met
een kwartje, waarzin er niet meer geboden wordt.
„Voor Jaap Slooten, is 't niet Jaap?"
„Ja Vos, 't is goed 'oor," zegt de aangesprokene, en
dichterbij gekomen, zachtjes,,'k dank je, ik ken er
maar niet an, beginnen."
Wie had er in zoo'n reus van een kerel zooveel
schuchterheid verwacht?....
....'t Leste park, heere. 't Koekpark. Daar mosten
we 'n guldentje koekgeldi op leggen. Meneer...."
Mijnheer, die zelf voortdurend aanwezig is, als ge
moedelijk landedelman nu eens dezen dan genen aan
spreekt, en de boeren graag te woordl staat, wanneer
ze hem naderen met een ,,'k wou mijnheer weleis en
vraag doen," naderen, houdt zich doof, schudt op het
aandringen echter neen met het hoofd.
,,'s Jonge, 's jonge, meent de veiler, 'k had ut haast
oit me zelf dein. Vooruit dan maar. Op vijf gulden zet
ik in. Zes gulden zes aan bod. Wie skeidt dat? Zes
en 'en kwart. Eenmaal andermaal geluk."
Met de mededeeling, dat er Woensdag over een week
weer veiling zal worden gehouden van „erreg best es
senhout," neemt de veiler afscheid van het publiek
dat al aardig is gedund 't is bij tweeën en de maag
der meeaten maant reeds een paar uur.
Enkelen schrijven op een hakgleuf hun naam, ande
ren bekijken nog eens met kennersblik hun hoop, zijn
het er over eens dat het „puur praizig" was vandaag.
Een oud-manneke monkelt vergenoegd: „Ik zeg maar
met Teeuwisbuur, hoe minder je hew, hoe minder je
hewwe te doen, hoe minder je hewwe te geven, hoe ge
makkelijker 't is"
Langzaam slenteren, ondanks de regen, die bij
stroomen neervalt, de laatste bezoekers weg en weldra
heerscht- er alom de stilte van het winterbosch.
Het zal er echter spoedig opnieuw bedrijvig worden,
wanneer de koopers komen „opmaken," dat is afkap
pen, snoeien, takkenbossen maken, rijzen samen bin
den, het gekochte wegnemen hetgeen vóór Maart
moet geschieden.
Een der dikste stammen wordt dan tot „hakspriet."
uitgekozen, want op de stompen mag niet worden ge
kapt. Niemand neemt een spriet, die hem niet rech
tens toekomt, 'n Heel enkele maal gebeurt het, dat
een 'verkeerd park wordt meegenomen, maar zoodra de
vergissing gebleken is, wordt het verschil in prijs al
tijd dadelijk verevend. Het gaat alles op wederzijdsch
vertrouwen en dat wordt nooit beschaamd!
Als het laatste park verdwenen is, is de natuur hier
weer de ongestoorde meesteres van het terrein. En
terwijl andere bossehen hun ka pi a ar krijgen, groeit
uit de witte gelige en oranjekleurige stobben een
nieuw bosch op van versch hout, dat over twaalf, zes
tien jaar weer vallen moet te midden zijner ontwikke
ling, als hakhout zal neerliggen
De vraag wat er met het verkochte hout wordt ge
daan, brengt ons bij de koopers, leidt tot een vergelij
king tusschen de veilingen voorheen en thans.
Boeren en tuinders van Alkmaar, Heiloo, Limmen,
Castrieum, de Egmonden, Akersloot, den Langendijk,
doen hier hun voorraad hout op, om palen voor af
schutting te maken, of wel rijzen, waar de boon
tjes en de Oost-Indische kers in den zomer tegen op
groeien. Vroeger was de verscheidenheid der be
zoekers grooter. Toen kwamen bij mooi weer Alk-
maarsche heenen en als het weer slecht was zonden
ze hun knechts om hout te koopen voor den hiiise-
lijken haard, de kaasboeren van rondom, die houtvu
ren onder de ketels stookten, de slagers, die zelf van
essehenhout vleeschpennen maakten, de bakkers, die
de takkenbossen noodig hadden.
De Alkmaarsehe heeren of hun knechts men ziet
ze er niet meer; vulkachels verbranden geen hout en
ook zijn wij nog niet moedig genoeg om terug te kee-
ren tot de gezellig-knappende haarden, stellen ons te
vreden met de namaak-intimiteit van gaskachels met
gloeiende nootjes. Uit de Boeketer meer mogen er nog
een paar kaasboeren komen opdagen, in dezen tijd van
coöperatieve zuivelfabrieken worden de kaasketels
schaarsch. Slagers ontbreken op de veilingen sinds de
vleeschpennen machinaal worden vervaardigd. En een
plaatselijke bakker koopt wellicht een enkel parkje
de anderen nemon do takkenbossen over van de boe
ren, die enkel de palen kunnen gebruiken, ruilen mis
schien wel brood voor takken.
Zoo is dus het aspect van de Koppermaandagveilin
gen wel veranderd!
En waar zijn de zoetelaars gebleven, die met hun
„koue koek en warme melk" oud en jong de kinde
ren, die vroeger krijgertje speelden tusschen de stron
ken zitten nu op de schoolbanken, alsof er geen vei
ling was! versterkten en verwarmden? Waar het
marketens ter vaatje van den boscheigenaar, waaruit
gratis-glaasjes werden geschonken aan de koopers?
Waar de mand met koffie voor notaris, klerk en
veiler, die in het bosch hun twaalfuurtje gebruikten
als het pauze was
Mèt de pauze is dat alles en zooveel nog bovendien
verdwenen. Men had de pauze niet meer noodig, om
dat men het eerder af kon. En men kon het eerder
af, omdat het karakter der veilingen zich wijzigde. De
Tijdgeest heeft kapmes en hakbijl er aan gelegd, lang-
zaam-aan gaat er een stuk plattelandstraditie en
dorpspoëzie verdwijnen, helaas zonder dat er in de
leege plek iets nieuws zal opgroeien
Gemengd nieuw».
UIT SCIIAGEN.
De burgemeester onzer Gemeente, jhr. J. P. W. van
Doorn, heeft welwillend het Beschermheerschap aan
vaard, hem aangeboden door „Euphonia," zangveree-
niging van de afdeeling van Toonkunst alhier. In de
vergadering dier vereeniging, waartoe tot deze aan
bieding besloten werd; werd den heer M. Visser, oud
directeur en oud-voorzitter van „Euphonia," het eere
lidmaatschap aangeboden. „Euphonia" heeft na de
uitstekende uitvoering van „De Schepping" haar le
dental met 22 zien. vermeerderen en telt thans 67
werkende leden.
UIT IIEER-HUG OWAARD.
Alhier geraakte de heer P. B. uit deze gemeente,
nabij den heer Wolfswinkel met zijn ket en kar in het
water. P. B., die onder de kar lag, is niet zonder
moeite door een zoon van Wolfswinkel er bewusteloos
onder vandaan gehaald en kwam na eenigen tijd, na
aldaar in huis gebracht te zijn weer bij, en is verder
per rijtuig thuis gebracht.
Misbruik aan sterken drank is vermoedelijk dc oor
zaak van dit ongeluk.
UIT St.-PANCRAS.
Vrijdag vergaderde „De Tuinbouw" ten huize van
den heer D. Stammes met 40 leden van de 127.
Na opening door den voorzitter, den heer Jn. Mad-
derom, las de secretaris, de heer T. Engel, de notulen,
welke onveranderd werden goedgekeurd.
Uit het jaarverslag van den secretaris, den heer Tr
Engel, bleek, dat het ledental van 111 tot 127 was
gestegen, dat 5 leden- en 13 bestuurs-vergaderingen
waren gehouden, dat een 4-tal vergaderingen waren
gehouden met de besturen van tuinbouw-vereenigin-
gen uit den omtrek en dat voor gezamenlijke rekening
vele benoodigilheden werden aangekocht.
De rekening en verantwoording der gelden werd
goedgekeurd. Ontvangen was 162.645, uitgegeven
was 231.575, alzoo een nadeelig saldo van 68.93.
Herkozen en gekozen werden tot bestuursleden de
heeren Jn. Madderom, voorz., T. Engel, secr.-penning-
meester, P. Gootjes, C. Kloosterboer, D. v. d. Woude,
A. Verduin en K. Duif Cz., die hunne benoeming aan
namen.
Goedgevonden werd aan het bestuur over te laten
de regeling van den gezamenlijken aankoop van tuin-
bouwbenoodigd'heden en het aardappelbesproeien.
't Bestuur kreeg machtiging de contributie voor de
Federatie af te dragen, terwijl aan de Bestuursleden
1.50 presentiegeld werd toegekend.
Voor politietoezicht werd 5 en voor schuitenhuur
4 toegekend1 aan den heer J. F. Dekker, waarna de
voorzitter de vergadering met dank sloot.
De ziekteverzekering „Onderlinge Hulp" verga
derde ten huize van den heer J. Tamis.
De penningmeester bracht verslag uit van zijn be
heer. Ontvangen was 547.48, uitgegeven 431.67,
alzoo een saldo van 115.81. 't Kassaldo steeg daar
door tot 796.79.
De heeren P. Mooy, C. Nol en C. Groen werden als
bestuursleden herkozen.
UIT EGMOND AAN ZEE.
Naast die gymnastiek-afdeeling voor jongeren is er
nu ook een opgericht voor dames, met aanvankelijk 14
leden. Deze afdeeling, alsmede die der jongeren en
grooteren, zijn niet alleen opgericht voor Egmond aan
Zee, maar ook voor de Binnen Egmonden.
Gisteren vierden in de Prins-Hendrik-Stichting
twee oudjes hunne 50-jarige echtvereeniging, het wa
ren Jacob Groen en Maartje Schol. Door den huis
meester was hun woonkamer aardig versierd, terwijl
er door den directeur voor gezorgd werd, dat de beide
oudjes den geheelen dag in een feeststemming bleven.
UIT HENSBROEK.
De gymnastiekvereeniging U. d. I. gaf hier gister
avond een welgeslaagde uitvoering bij den heer Man
tel.
De belangstelling was als gewoonlijk zeer groot.
Het programma, dat zestien verschillende nummers
bevatte, zorgde voor heel wat afwisseling. Netjes lie
pen de vrije- staaf- en knodsoefeningen van stapel.
Flink werd er gewerkt aan brug en rek. Aardig wa
ren ook de groepen. Veel succes had' ook de meisjes-
afdeeling onder leiding van mej. Ilavinga, vooral met
de sierlijke boogreiën.
Algemeen bijval vonden eveneens de leuke voor
drachten van den heer Leegwater en die van zijn „fij
ne" familie.
De beide slot.tableaux, marmergroepen met bengaal-
sche verlichting, voorstellende de Krijg en de Vrede,
waren heel mooi. 't Was èn voor de vereeniging èn
voor de leiders een succesvolle avor.d.
EEN OUDJE.
Janneke van Dijk, de oudst© inwoonster van Bun-
derliamrik bij Nieuweechans (Gr.), is heden 102 jaar
geworden.
GEEN MEINEED.
Den 18den December j.l. werd op de strafzitting der
rechtbank te Assen de getuige L. J. J., arbeider te
Barger-Oosterveen, als verdacht van meineed gevan
gen genomen. Woensdag is genoemde J. op vrije voe
ten gesteld, omdat die instructie geen genoegzame
gronden had opgeleverd, om hem voor het afleggen
van een valsche verklaring onder eede, verder te ver
volgen.
WEER PLATZAK TERUG.
De slagersknecht te Leiden, die met 100 en eon
nieuw rijwiel er van door gegaan was, is platzak, doch
met het rijwiel bij zich, teruggekeerd: en door de poli
tie aangehouden.
HEVIG VERZET.
Bij de ontruiming van een herberg te Aardenburg,
hebben de marechaussees gisternacht lievig verzet on
dervonden pn werden zij met steenen geworpen. Na
herhaalde sommatie moest van de vuurwapens gebruik
gemaakt worden. Het is niet bekend of er iemand
gewond is, daar alle deelnemers aan het verzet op
vlucht gingen.
KOPPELARIJ.
De zedenpolitie te 's-Gravenhage heeft aangehouden
een man en een vrouw, houders van een z. g. hotel in
het Jagerstraatje aldaar, die verdacht worden zich
schuldig te hebben gemaakt aan koppelarij.
Zij zijn ter beschikking van de justitie gesteld en
naar het huis van bewaring overgebracht.
UIT BROEK OP LANGENDIJK.
Werd over 1910 ter veiling verhandeld voor
1.131.134.89, gedurende het jaar 1911 beliep dit
2.780.667.71. Wel een bewijs van de belangrijkheid
dezer groentemarkt!
IJS.
Door de vorst is de scheepvaart in de Friesche veen
derijen gestremd.
DIEFSTAL.
Aan boord van het klipperschip Eben Haezer is,
ter hoogte van het Kralingseheveer, uit de roef een
kistje met koperen beslag gestolen. Dit kistje hield
in een gouden dameshorloge met zilveren ketting, een
zilveren armband gemaakt van stuivertjes, twee gou
den en een zilveren damesring, een zilveren knip, dito
sigarenpijp, vingerhoed, rammelaar, broche en ket
tinkje, alsmede 35 aan bankpapier en zilvergeld.
VERDUISTERING.
Opsporing wordt verzocht van den chauffeur R. II.,
die verdacht wordt van de expeditiefirma R. Co., te
Kattowitz in Galicië, een bedrag van 30.000 roebel te
hebben verduisterd. Op de aanhouding van den voort-
vluclitigen chauffeur is een belooniug van 5000 roe
bel gesteld.
TREINBOTSING.
Gisteravond om half zeven heeft op het stat'ionster-
rein te Haarlem een botsing plaats gehad tusschen
een goederentrein en een losse rangeer-locomotief.
Een goederentrein met 26 wagens kwam uit Am
sterdam, zou aan het station Haarlem niet stoppen,
maar doorrijden naar liet goederenstation aan de
Leidschevaart. Deze trein had dus goede vaart. Bij
den ingang van het Haarlemsche station stond een
losse rangeer-locomotief bij een kruispuntwissel te
ver over de lijn. De trein uit Amsterdam kreeg eeu
schok en vloog schuin uit de rails. Het was een
groote ruïne. Alle lijnen naar Amsterdam waren ver
sperd.
De treinen die reeds uit Amsterdam onderweg wa
ren stopten voor de plaats des onheil®. De reizigers
stapten over. Te Haarlem werden doorgaande trei
nen uit aanwezig materieel gemaakt. Toch gaf het
veel oponthoud.
Het verdere verkeer AmsterdamHaarlem werd nu
over Uitgeest geleidt
Dadelijk werd met opruimen begonnen. Het is een
wonder, dat geen persoonlijke ongelukken hebben
plaats gehad. Het machine-personeel kon van de lo
comotieven springen. De conducteurs en remmers in
de goederenwagens moesten door een opening klim
men, door de versplintering veroorzaakt.
EEN AANKLACHT.
Het „Ilaarl. Dagbl." schrijft:
Op 27 December j.l. werd de lieer H. S. P. Robin,
die a.nders op 29 December 37V2 jaar in dienst der fir
ma Joh. Enschedé Zonen, te Haarlem, zou geweest
zijn, op staanden voet ontslagen.
Als reden van dit ontslag werd opgegeven overtre
ding van art. 27 van het algemeen reglement op de
dienstbetrekking van genoemde firma. Dit artikel