DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. LIEFDESOFFER im. No. 20 Honderd en veertiende |aargang. WOENSDAG 24 J A N U A R I. FEUILLETON. BI N N E N i A N B Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f 1,—. Afzondei lijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. ALKMAARSCHE COURANT. HINDERWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alk maar brengen ter algemeene kennis, dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen in gediende verzoek met bijlagen van A. GOVERS, al daar, om vergunning tot het oprichten van een heete- luchtoven in het perceel Houttil, wijk B No. 42. Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden in gediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op Maandag 5 Februari e.k., 's voormiddags te elf uur en schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie dagen vóór gemelden dag kan de verzoeker en hij, die be zwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer ge meente van de terzake ingekomen schrifturen kennis nemen. Alkmaar, 22 Januari 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. HINDERWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeen© kennisi, dat zij bij be sluit van heden onder voorwaarden vergunning heb ben verleend aan S. FRAIJMAN, aldaar, tot het uit breiden van zijn timmermanswerkplaats, door het ma ken van een droog-, slijp-motor en generatorlokaal en tot het plaatsen van een© zaiggasinstallatie voor hout afval van 42 P.K. ter vervanging van dien bestaandeu gasmotor van 11 P.K. in het perceel Laat wijk I) No. 15. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 22 Januari 1912. ALKMAAR, 24 Januari. Heden wordt te Pruisen feestelijk herdacht de dag, waarop twee eeuwen geleden de grondlegger van Prui- sen's grootheid, Frederik II, bijgenaamd de Groote, werd geboren, die beschouwd! wordt als de voorbereider van het tegenwoordige Duitscbe Rijk. Veel is er over hem geschreven vooral de laatste dagen, toen het' er op aankwam de aandacht te vestigen op het voor beeld van een vrijzinnig staatsman, die zijn land tot bloei bracht. Aan veldheerstalent paarde hij bestuur derstalenten en hij was verder niet slechts krijgs- en staatsman, maar ook beschermer en beoefenaar van de kunst. Zijn vrijzinnige denkbeelden zijn neerge legd in het bekende: „in mijn rijk mag elk op zijn eigen wijze trachten zalig te worden." Zijn op vatting van het koningschap getuigen zijn woorden: „Ik streef er naar nooit te vergeten, dat ik de eerste dienaar van den staat, ben." Zijn liefde voor het recht blijkt hieruit, dat een molenaar tegen hem durfde zeg gen„Sire er zijn nog rechters te Berlijn." De Duitschers zien terecht met blijmoedigheid op dien tijd terug en een geestig man heeft gezegd, dat het de taak van de twintigste eeuw moest zijn, zich vast te knoopen aan de achttiende! Juisd thans, nu de Europeesche groote mogendheden niet erg vriend schappelijk gezind zijn jegens Duitschland, wenden onze Oostelijke buren gaarne den blik naar dien tijd, waarin Pruisen zich in denzelfden toestand bevond van alle kanten door vijandelijke legers werd omringd, door RUDOLF STRATZ. 20) o Middernacht was reeds verstreken. Er was niets meer voorgevallen en hij zat weer in sombere afwach ting van het beslissende lot.... als dit besliste. Daar hoorde hij Vera's voetstappen, lichter en vlugger nog dan anders. Hij sprong op, toen zij binnenkwam; haar gelaat stond vroolijk en haar oogen schitterden. Zij zeide vlug: ,,IIet" gaat vooruit! Al een uur lang is de koorts aan het afnemen 1" Samen gingen zij terug naar hun kind. Het kleine, bleeke gezichtje zag- nog vuurrood, de oogen stónden flauw, maar haar ademhaling was veel rustiger. Zij lag heel stil, maar nog stiller zat naast haar de ver pleegster met gesloten oogen. Deze was van uitput ting in slaap gevallen. „Men heeft haar veel te veel afgetobd!" zeide Vera. „Zij heeft mij zelf verteld, dat zij in geen drie nach ten een oog heeft dicht gedaan. Zij kan mij onmoge lijk meer helpen. En alleen kan ik het niet! Wij moeten het nu samen maar doen Zij wees hem, hoe het laken uit het water gehaald en om het lijfje van het kind moest geslagen worden. Zij hielpen nu elkaar, heel gewoon, en begrepen elkaar met een enkel, kort woord. Zij konden niet beletten, dat hun handen elkaar soms raakten, maar zij sloegen er geen acht op; zij waren nu alleen twee menschen, die beiden streden om het behoud van het leven van een derde. Eens keken zij elkaar plotseling eenigszins verschrikt aan, toen hij in zijn ijver opeens in zijn ouden, vertrouwelijken toon verviel en zachtjes fluis terde „Neenleg de punt van het laken nu rechts er over heen.... zoo!" maar meteen werkten zij weer door en deden of er niets was gebeurd. door een coalitie van vijandige machten werd be dreigd. De Duitsche couranten hebben hem dan ook deze dagen beschouwd als groot veldheer. Maar ook hebben ze anecdoten van hem verteld. Zoo werd er aan herinnerd, dat hij eens aan een officier, die ver gunning vroeg een huwelijk te mogen aangaan, schreef: „Als huzaren vrouwen nemen, zijn ze zelden een schot kruit meer waard." De onafhankelijkheid van de officieren scheen hem bedreigd door de vrou wen, vooral daar deze destijds vaak mee naar het slagveld trokken en daardoor de bagage vergrootten en de bewegingsvrijheid van het leger verkleinden. Maar hij was anders geen tegenstander van het huwelijk. Een mooi en lief meisje wilde in een kloos ter en toen de koning dit hoorde zeide hij„Mijn kind, zij is niet geschikt voor non, zij moet een man ne men." Het meisje zei, dat ze arm was: „Niemand vraagt naar mij, omdat ik geen bruidschat heb." „O, wat dat betreft, daarvoor zal ik wel zoTgen." Eeni- gen tijd daarna kreeg zij van den koning duizend daalders en de belofte van een rijk geschenk, zoodra zij een verloofde had. Teekenend voor „den ouden Fritz" is verder zijn antwoord op een brief aan de vrouw van den Kamer president te Cleve, diie voortdurend ruzie had met de vrouw van den regeerings-president over de vraag, wie de voornaamste der beide dames in rang was en die den koning vroeg uit te maken, aan wie den voor rang toekwam. De koning schreef terug: „De groot ste narrin loope vooraan." Hij zei dat in het rond-Duitsch. Overigens was dit zijn taal niet. De Fransche lettoren trokken hem veel meer aan dan de Duitsche. Hij was zeer be vriend met Voltaire, gaf dezen een jaargeld en noem de zichzelf met trots Frederik, koning van Pruisen, marktgraaf van Brandenburg, hertog van Silezië on bezitter van Voltaire. Toch is in zijn tijd en even daarna een buitenge woon schitterend tijdperk voor de Duitsche taal aan gebroken. Wij noemen slechts namen als die van Klopstock, Lessing, Herder, Kant, Goethe, Schiller enz. Ook hieruit blijkt, dat aanknooping van dien tijd aan den onzen geen slechte daad zou ziju 1 TWEEDE KAMER. Van betrouwbaren kant wordt medegedeeld, dat bij de leiders der rechterzijde het plan bestaat, de beide groote verzekeringsontwerpen in dit jaar door de Tweede Kamer te doen afhandelen, n.l. de ziekte-ver zekering in het voorjaar en de ouderdoms- en invali- diteits-verzekering in October. Zeer stellig wordt op aanneming van deze ontwerpen gerekend. Het schijnt bovendien vast te staan, dat in Maart allereerst de Armenwet zal worden behandeld. ACTIE DER VROUWEN TEGEN DE TARIEF- WET. Tienduizenden handteekeningen zijn reeds verza meld op het adres door het Vrouwencomité van Actie De koorts daalde langzaam, doch regelmatig. Zij gaven den strijd niet op en wonnen nu terrein. De nacht daarbuiten was stil en donker. Het was, alsof al het andere in haar zwarte duisternis werd opgelost en verloren ging en nu alleen dit ééne bleef, wat er steeds van het begin der menschheid af geweest is: vader, moeder en kind. Langzaam kroop de nacht voorbij, en hoe bleek hun gezichten ook waren, geen van beiden gaven overigens eenig teeken van vermoeidheid. In een oogenblik van rust ging Vera naar de keuken en zette koffie. Het dienstmeisje, dat moest blijven waken, dekte in de eetkamer en nu zaten zij daar werkelijk tegenover el kaar en vonden er niets in, samen koffie te drinken. Het sprak ook haast vanzelf in deze uren. De nood drong en was sterker dan alle mogelijke begrippen van fatsoen en gepastheid, die de menschen er op na mochten houden. Van hèn waren zij nu ook geheel gescheiden in deze eenzaamheid, in deze zwijgende stilte der slapende wereldstad. De duizenden, die daar droomden, hadden hun zor gen vergeten. De hunne lieten zich wel gelden, maar verbleekten naarmate de flauwe schemer van den aan- brekenden dag meer en meer door de vensters drong. Zij mochten weer hopen. Zij spraken luider met el kaar en lachten zelfs een paar maal, als zij elkaar met helpen in den weg liepen. De overwinning, in dezen moeilijken nacht behaald, bracht hun in een overmoedige stemming. Het gevaar was bezworen. Hel licht kwam het Leven Berlijn ontwaakte. Op het asfalt rolde een rijtuig. De tram van de Kurfürstendamm begon weer haar eentonig gesuis, de melkwagens klingelden, de bak kersjongens floten, er kwam drukte eu beweging in huis. Karla had nu heldere oogen en bleeke wangen. Zij lag tevreden in haar kussen, babbelde zoo'n beetje en vertelde, dat zij 's middags in den Tiergarten wil de gaan wandelen met papa en mama en de goud- vischjes voeren. Toen zei het kind: „Vroeger was u er alleen, papa, of u, mama! Maar nu bent u alle twee hier, dat is veel aardiger!" Beiden zwegen. Maar Karla vroeg verder: tegen de Tariefwet te richten tot de Tweede Kamer, liet adres wordt einde Februari verzonden. OPIUMCONFERENTIE. De opiumconferentie is met haar taak gereed geko men. Gister had de laatste zitting plaats, die werd bijgewoond door den minister van buitenlandsche za ken. Aan het. slot van de beraadslagingen van de confe rentie bracht de gedelegeerde van Nederland, de heer J. T. Cremer, namens de vergadering een warm woord van dank aan den voorzitter, bisschop Brent, voor do zeer verdienstelijke, onpartijdige en waardige wijze, waarop hij de vergadering bij haar moeilijken arbeid heeft geleid. De 1ste gedelegeerde van Duitschland, de lieer Von Muller, en de heer Sanches de Miranda, sprekende namens de Portugeesche delegatie, ver klaarden zich bij de aan den voorzitter gebrachte hul de van ganscher harte aan te sluiten. Bisschop Brent stelde in een welsprekende rede voor hij het scheiden van de conferentie een telegram van dank en hulde te verzenden aan II. M. de Koningin der Nederlanden, waarmede algemeene instemming werd betuigd. Ver der bracht hij dén dank van de vergadering aan ha ren eerevoorzitter, den minister van buitenlandsche zaken en aan haren eminenten raadgever mr. Asser voor den van hun zijde ondervonden grooten steun zoomed© aan liet secretariaat van de conferentie en aan de Landsdrukkerij voor de bijzonder verdienstelij ke wijze, waarop zij zich van hun zware taak hebben gekweten. Ten slotte werd bet voorzitterschap overgenomen door den eerevoorzitter, die de gedelegeerden voor hun opkomst dank betuigde en hun de verzekering gaf, dat de Nederlandsche regeering gaarne de werkzaam heden op zich neemt, die voor haar uit de conventie zullen voortvloeien. Na sluiting van de conferentie door den minister werd overgegaan tot onderteekening van het verdrag en van het slotprotocol door de ge volmachtigde gedelegeerden van de twaalf mogendhe den, die ter conferentie vertegenwoordigd waTen. Gemengd nieuws. ZOU 't HELPEN. De man met het spiegelgladde hoofd krijgt door de handigheid van een bedieneuden kellner, een scheut saus over den schedel; hij draait zich bedaard om en vraagt: „Denk je, kellner, dat 't zou helpen?" (Hbld.) MISDAAD? In de sectie-kamer van het ziekenhuis te Rotterdam heeft op last van do justitie de schouwing plaats ge had van het lijk van den kantoorlooper der firma Hu- die1 Pieters, F. Trion, die sedert 30 December ver mist werd en dezer dagen uit de Leuvenhaven, ernstig gekwetst, werd opgehaald. Do schouwing had plaats wegens het vermoeden, dat de kwetsuren aan geweld waren toe te schrijven. Na de schouwing werd last tot begraven gegeven. MISHANDELING VAN EEN ARRESTANT. De rechtbank te Middelburg heeft rechtsingang ver leend tegen een 35-jarigeu gemeenteveldwachter te Hulst, beklaagd van mishandeling van een arrestant. EEN ASSISTENT VERMOORD. Bij het telegram: „De ongehuwde assistent Holl- inan is in Bila vermoord door een Javaan," teekent de T e 1. het volgende aan „Mama?" „Ja, liefste?" „Waarom is dat niet altijd zoo?" Zwijgend wisselden zij een blik. Toen antwoordde Vera: „Karla iedereen kan in het leven niet altijd zooals hij wil. Als je ouder bent, zul je dat beter be grijpen! Maar babbel nu niet meer, maar ga slapen! Anders is de dokter boos op ons, als hij straks komt!" liet kind zuchtte en sloot de oogjes. Nog half was zij bij haar wandeling in den Tiergarten en mompelde plotseling: „Maar tante Otti gaat ook mee, niet waar papa?'' toen sluimerde zij in en bleef zoo, tot tegen halfacht de dokter kwam. Deze onderzocht het patiëntje en zei: „Nu dat is goed afgeloopen. Nu zijn wij den berg over! Ik geloof, mevrouw, dat wij dat in de eerste plaats aan uw goede zoTgen te danken hebben Vera antwoordde niet dadelijk. Zij stond voor deu spiegel en streek werktuigelijk haar kapsel glad', dat een weinig in de war was geraakt „Dan kan ik nu dus weggaan?" vroeg zij eindelijk. „Ja, het gevaar is geweken, mevrouw!" „Goeden morgen, dokter Georg Gisbert hielp haar in de andere kamer aan haar mantel. Toen vergezelde hij haar door de gang- naar de voordeur. Daar bleef zij staan. „Nu blijft ons kind in leven!" zei zij eindelijk zacht. „Goddank, ja!" Weer zwegen zij. Toen vroeg zij haastig: „Mag ik haar nog eens zien dezer dagen?" „Maar dat spreekt nu toch vanzelf!" „Wanneer dan?" „Zoo vaak je. zoo vaak u wilt!" Ilij was eenigs zins verlegen en voegde er bij: „U hoorde, wat de dokter zei! Het is uw werk! Het is een wonder: wij hebben Karla mogen behouden!" „Wij hebben Karla mogen behouden!" Beiden haalden moeilijk adem en zeiden niets meer. Plotseling stak Vera met afgewend gelaat haar gewezen echtgenoot haar hand toe. Ilij begreep haar bedoeling, nam haar hand aan en hield deze een Volgens door ons ingewonnen informatiën was de heer Ilollman, die, blijkens het hierboven afgedrukte telegram, zoo noodlottig om het leven werd gebracht, geëmployeerd bij de onderneming Bamak van de Sen- nah Rubber Company, Limited, die in Bila, op Su matra gelegen en waarvan de zetel te Londen geves tigd is. In het bestuur dier maatschappij heeft voor Nederland zitting de heer J. Bunge, te Amsterdam. De aanleiding tot den moord valt op 't oogenblik na tuurlijk niet vast te stellen. Het is echter niet onwaarschijnlijk, dat do Javaan zich beleedigd heeft gevoeld door een hem opgelegde straf. Mocht dit het geval zijn, dan komt van zelf de kwes tie der koelie-ordonnantie weer naar voren. Zooals men weet, wordt door den Assistentenbond sterk tegen de nieuwe koelie-reglementen geageerd. Het feit, dat het de Assistentenbond is, die ons dit telegram zendt, schijnt er op te wijzen, dat deze bond het gebeurde als een uitvloeisel van het koelie-regle ment beschouwt. BENZINELAMP GESPRONGEN. Door het uit elkaar springen van een benzinelamp is een kapper te Soest zoodanig aan beide oogen ge kwetst, dat het eene oog totaal verbrijzeld werd en do doktoren voor het behoud van het andere vreezen. Hij is per automobiel naar het Ooglijdersgesticht te Utrecht vervoerd. DE DADER ONTDEKT. Ongeveer 14 dagen geleden bevonden zich in het Bioscooptheater te Amsterdam een dame en een heer, ten wiens nadeele een week te voren een portefeuille in de badinrichting aan den Heiligenweg aldaar was ontstolen. Vóór hem zat een persoon, in wien hij den dader van dezen diefstal meende te herkennen, welk vermoeden hij zijn vrouw mededeelde. Deze riep daarop: Geef hier die portefeuille die je mijn man hebt ontstolen. De man schrok hevig, overhandigde den heer de bewuste portefeuille en nam daarop ijlings de vlucht. Naar den bestolene, die geen aangifte van het ge val heeft gedaan, wordt ijverig gezocht, ten einde hem met den aangehouden persoon te kunnen oonfrontee- UIT HET ISOLEMENT VERLOST. Men meldt uit Schiermonnikoog: Na een isolement van 9 dagen kregen we gisteren voor het eerst weer de post. Wegens voortdurenden storm uit het Oosten kon de ijavlet den tocht niet wagen. Op de Wadden is nog alles ijs. BOEVEN. Gisternacht zijn twee mannen binnengedrongen in een woning aan do Breewaterstraat te Vlissingen, tij dens de afwezigheid van den man. De booswichten mishandelden de vrouw en namen geld en kleeding- st ukken mede. De politie stelt een onderzoek in. EEN KERKELIJKE KWESTIE. Men schrijft aan de N. R. Ct. Het classikaal bestuur van Leeuwarden is plotseling ontheven van zijn taak, een oordeel uit te spreken en een beslissing te nemen over de bezwaren door een aantal lidmaten ingediend tegen de benoeming van den heer Burgy als ouderling te Roordahuizum, door dat deze, hangende de beslissing voor zijn benoeming alsnog bedankt en zijn lidmaatschap van de kerk op gezegd heeft. oogenblik in de zijne. Zij stonden daar alle twee met vochtige oogen, maar keken elkaar niet aan. Toen draaide zij zich om en ging heen. In de kamer terugkomend, vond Gisbert daar een zoo juist aangekomen telegram. Zijn schoonvader telegrafeerde hem, dat Otti zooeven in den vroegen ochtend, zonder van iets af te weten, uit Keulen naar Worms was teruggekeerd en nu met den middagtrein naar Berlijn zou vertrekken. Juist heden was het haar zusters trouwdag. Gisbert stuurde onmiddellijk een telegram aan zijn vrouw terug „Karla's crisis gelukkig overwonnen. Geen gevaar meer. Blijf maar rustig in Worms en vier vroolijk feestl" HOOFDSTUK VI. Met al het hem aangeboren flegma, was Christoph von Ulerici toch geen domme sukkel. Hij wist wel niet veel van wat er buiten de grenzen van zijn offi ciers-kringetje voorviel, maar hij bezat de menschen- kennis of beter gezegd, de menschen-verachting van een rijk man, en bovendien die van een oud vrijgezel. Hij zat in zijn bad in zijn parterrewoning in de Vosz- strasise en lachte sluw, toen hij met een natte hand een kaartje van zijn kamerdienaar aannam en daarop las: „Konstantin Freiherr von Sybold-Ellernheimb. Fiirstl. Arolsteinscher Kammerherr a. D." Een die kwam leenen! Hij zeide: „Vraag mijn neef, even te willen wachten.... Ik maak geen haast! Ik ga hier heel rustig mijn gang!" Hij had altijd eiken morgen een paar uur voor zijn toilet noodig. Maar als hij dan eindelijk flink gewas- schen en geparfumeerd te voorschijn kwam, dan zag hij er, ondanks zijn vijftig jaren, frisch en blozend uit. Nog steeds druk aan het plassen en wrijven, mompelde hij voor zich heen: „Die brave bloedverwanten! Die lieve erfgenamen!.... Ja, trouw eens op mijn leef tijd?" En hij dacht: „Goed, dat wij hier in Pruisen zit ten! Anders zou mijn familie er geen been in zien die arme Vera te vergiftigen!" Werdt rervelgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 1