Stokpaardjes - Lelienmelk-Zeep ADVERT KNTIKN. Zaanlandsche - Spaar- en Voorschotbank, - een millioen gulden, - VERORDENING STADSAPOTHEEK. iHsj. W. S. SCHILLING - gevestigd te KROMMENIE. - Maatschappelijk kapitaal waarvan uitgegeven en volgestort f 300.000. DirecteurA. DE RUYTER. BENOEMING VAN EEN DIRECTEUR VAN DEN GEMEENTELIJKEN REINT GINGSDIENST. B. en W. stellen den Raad voor te besluitenden heer C. A. Grootegoed, adjunct-directeur bij den ge meentelijken reinigingsdienst alhier, ingaande 1 Ja nuari j.L, te benoemen tot directeur van dezen tak van dienst. Benoemd met algemeene stemmen de heer C. A. Grootegoed. BENOEMING VAN EEN VASTEN DEURWAAR DER DER PLAATSELIJKE BELASTINGEN. B. en W. stellen den Raad voor hen te machtigen een oproeping te doen ter aanstelling van een hierbo ven genoemd ambtenaar op een jaarwedde van 750, met drie driejaarlijksche verhoogingen elk van 50. Zij stellen, in verband met de in de zitting met ge sloten deuren van 27 December j.L plaats gehad heb bende gedachbenwisseling verder voor de verordening nopens den gemeente-controleur te wijzigen en o.a diens salaris te bepalen op 1800 en, tenzij daartegen overwegende bezwaren bestaan, verhoogingen met 200 na 3 en 6-jarigen dienst. Goedgekeurd. AMBTENAAR BURG. STAND. B. en W. stellen den raad voor tot bezoldigd amb ten&ar van den burgerlijken stand, meer in het bij zonder voor het voltrekken van huwelijken, den heer J. Francken, oud-hoofd der openbare school te Bergen te benoemen. Benoemd de heer Francken met 10 stemmen9 stemmen waren in blanco uitgebracht. MARKTGELDEN. Bij de behandeling der gemeente-begrooting werden B. en W. uitgenoodigd een onderzoek in te stellen naar in andere marktplaatsen bestaande verordenin gen betreffende den aanvoer op de markten en op de heffingen en de bedragen der marktgelden, met do uitgesproken bedoeling dat zij voorstellen zouden doen om da marktgelden te verhoogen. De onderstel ling werd geopperd, dat de marktgelden hier ter stede, vergeleken bij die in andere gemeenten, zeer laag zou den zijn. Een door B. en W. ter zake ingesteld onderzoek bij de gemeentebesturen van Purmerend, Schagen en Be verwijk heeft deze meening geenszins bevestigd. Inte gendeel is daarbij gebleken, dat de marktgelden te Alkmaar, met uitzondering voor runderen, voor welke te Purmerend 0.20 en hier 0.10 geheven wordt, over het algemeen hooger zijn dan in de genoemde gemeenten. liet komt B. en W. dan ook voor, dat er geene aan leiding bestaat om door verhooging der marktgelden verandering in do bestaande tarieven te brengen, zulks te minder waar men dezerzijds steeds op maatregelen bedacht is om het marktwezen zooveel mogelijk te be vorderen en eene verhooging van de tarieven wellicht een ongunstigen invloed op den aanvoer ter markt zou kunnen uitoefenen. Afgescheiden van het bovenstaande, bestaat tegen ▼erhooging der tarieven een wettelijk beawaar, een bezwaar ontleend nam art. 254 der Gemeentewet, vol gens hetwelk de bedoelde heffingen tot geen hooger bedrag woeden goedgekeurd dan vereischt wordt tot dekking van de ten laste der gemeente komende uit gaven ten behoeve dier markten. Zij hebben mitsdien de oer den Raad voor te stel len te besluiten de bestaande tarieven van het marktgeld in deze gemeente voorshands onveranderd te behouden. De heer Glinderman vraagt of ook te Hoorn is geinformeerd naar de marktgelden. De Voorzitter antwoordde ontkennend. Wjj moeten wat bljjven bij de omliggende gemeenten. Wil men meerdere inlichtingen van andere plaatsen, dan z$n B. en W. bereid, die te vragen. De heer G o v e r s zegt, dat het tarief te Hoorn al heel weinig met de andere verschilt Voorts zegt hjj, dat hij er zich mee kan vereenigen, de tarieven zo* te laten. Ook de heer Glinderman, ofschoon niet geheel instemmend met de tegenwoordige tarieven, zegt thans geen bezwaar te hebben tegen het voorstel van B. en W., dat daarop wordt goedgekeurd. WIJZIGING BEERPUTTENSTELSEL. Onder dak teek ening van 8 Juni LI. heeft het bestuur van de Vereeniging van patroons in het bouwvak te dezer stede zich tot. den raad gewend met het verzoek enkele nader aangegeven wijzigingen aan te brengen in de verordening op het beerputtenstekel, waardoor de kosten van aanleg en de verschuldigde belasting zoodanig zouden worden verminderd, dat ook voor eigenaars van kleinere woningen de aanleg van een beerput geen bezwaar zou opleveren. In overeenstemming met. het advies der gezondheids commissie stellen B. en W. voor aan het bestuur der Vereeniging van patroons in he.t. bouwvak alhier, naar aanleiding van zijn adres, gedagteekend 8 Juni 1.1., te berichten, dat er dezerzijds' geen aanleiding bestaat om tot wijziging der verordeningen omtrent het beer- puttenstelsel in deze gemeente (Gemeentebladen Nos. 348 en 349), in den geest als door het bedoelde bestuur is aangegeven, ovpt te gaan. De heer Ringers meent, dat het voor den raad na het rapport der gezondheidscommissie, moeilijk zal zijn te voldoen aan het verzoek der patroonsveree- niging. De Gezondheidscommissie zal dus steeds on gunstig ndViseeren. Toch meende de patroonsvereenigimg, dat het wen schelijk was, om, waar de closetbeweging van zoo groot hygiënisch belang is, dat er naar gestreefd moet worden, om het stelsel ook voor arbeiderswoningen mogelijk te maken. Voorts wijst, spreker er op, dat de belasting voor bet stelsel te hoog is, en had niet gedacht, dat de commis sie ook afwijzend op dat verzoek zou adviseeron. De voorzitter zegt dat- het. thans nog niet aangaat, gezien het dure materiaal, dat de gemeente moet aanschaffen, en het nog geringe aantal closets, de belasting te verminderen. De heer Van den Bosch acht wat de voor zitter zegt juist een argument voor verlaging der be lasting, die thans 10 bedraagt, wat nu niet voor de meer gegoeden, maar voor eigenbouwers, ambtenaren enz. een bezwaar is. Gaat men de belasting verminde ren, dan zullen de kosten voor de gemeentereiniging lager worden. Ook in amdere gemeenten, zooals bijv. in Nijmegen, is de belasting lager. Voorts vraagt, spreker, of het niet mogelijk zou zijn, om' met de waterleidingmaatschappij er eens over te spreken of voor de closets in gestichten niet een reductie voor de waterleiding mogelijk zou zijn. De heer Boelmans ter Spill zou het be ter vinden eerst het resultaat van het beerputtenstel- sel eens af te wachten. Er is gesproken over het groot hygiënisch belang. Het staat voor spreker, evenmin als voor de gezondheids-commissie bepaald vast, of het stelsel, waardoor de faecaliën in openbare wateren komen, wel bevorderlijk is aan de hygiëne. Voorts is hetgeen er gezegd is over de belasting niet juist. De. meerdere uitgaven voor de reiniging zijn niet afhankelijk van de kadastrale huurwaarde. Dit kan dus nooit een goede grondslag zijn. De heer Wanna zegt, dat de verordening des tijds is aangenomen tegen het advies der gezondheids commissie, die bodemverontreiniging vreesde. Ook de inspecteur, de heer Zoetmulder, voelde voor die bezwaren. D© heer Van den Bosch zegt, dat er des tijds heel wal over is gediscussieerd, maar toen ook is er gezegd dat men zich daar niet zoo erg druk over behoefde te maken, daar dagelijks heel wat bodem verontreiniging plaats heeft door afvoer van vuil in de openbare wateren. Verder zegt hij, dat, indien mem een proef neemt met het stelsel, het dan verkeerd is die proef te ne men met een beperkt, getal. Bovendien merkt spr. op, dat werkzaamheden van de reiniging bij een beerput minder zijn dan bij het tonnenstelsel. De voorzitter is 't daarmee niet geheel eens en voorts merkt hij op dat- het aantal geplaatste closets B. en W. nog al is meegevallen en meent dat de be lasting van 10 geen bezwaar is. De heer de Boestei'd heeft toeh wel onder vonden, dat de belasting een bezwaar is, daar de huur prijzen cr door worden verhoogd. Met het oog op het zich vestigen van vreemdelingen, zou het wel wensche- lijk zijn, dat de belasting werd verlaagd. De heer Ringers zegt, dat hij nu wel kan mee gaan met het voorstel van B. en W., doch hoopt, dat men toch na de proefneming eens zal weten, wat voor een stelsel dit is, en of het mogelijk is het voor de burgerij mogelijk te maken een oioset aan te schaffen. De voorzitter zegt. dat. het altijd toch moei lijk zal zijn het voor ieder bereikbaar te maken. ITet voorstel wordt daarop goedgekeurd. IIET MAKEN VAN EEN NIBUW1 SCHAPENBRUG. Bij de behandeling der gemeente-begrooting voor 1911 werd door B. en W. d« toezegging gedaan, dat een voorstel tot het maken van Mn uieuwe Sobapen- brug den Raad zou bereiken. Zij bieden den Raad thana aan aen door den Direc teur der gemeentewerken ontworpen plan tot het ma ken van eene nieuwe brug, waarvan de kqeten aijn ge raamd op f 8500.en stellen den Raad voor te ke- sluiten A. Burgemeester en Wethouders te inaehtigeu tot het doen maken van een nieuwe Schapenbrag, op dezelfde plaats waar thans de oude brug zich bevindt, met ijzeren bovenbouw, volgens het door den Directeur der gemeentewerken ontwor pen plan, waarvan de kosten zijn geraamd op 8S00. B. Genoemd college uit te noodigen te zijner tijd de noodige financieele voorstellen te doen tot vinding der sub A bedoelde gelden. Bij dit punt komen in behandeling verschillende adressen: le. van de vereeniging „Heemschut." en 2e. van de heeren P. W. Boulenois en P. Borjeson, waarin wordt aangedrongen om een brug to maken in het ver lengde van dem Voordam naar de Mient, waar ook voor 1823 een brug was en het voorstel van den heer Den Boesterd. Den heer den Boesterd licht zijn desberteffend voorstel nader toe. Ter wille van het verkeer zegt hij dat een verhoogd voetpad ter plaatse door hem nood zakelijk wordt, geacht. De Voorzitter stelt thans het voorstel van B. en W. aanj de orde. De heer v. d. Bosch zegt, dat. hij steeds er voor is geweest ter wille van het stedelijk schoon, de houten bruggen te behouden. Daarom beveelt hij thans mede aan geen ijzeren doch een houten brug te maken. Spreker heeft zich over deze kwestie gewend tot en kele deskundigen, door wie ook gezegd1 werd, dat de ijzeren bruggen al heel mooi moeten zijn als ze zullen voldoen. Mankt men nu een ijzeren brug, dan krijgt men taisschen Bokkebrug en Spekbrug een staalkaart van ijzeren bruggen. Met voldoening wijst spreker er op, dat de mooie Spekbrug door de vereeniging Heem schut wordt aangehaald al® een voorbeeld Van een mooie brug. Spr. dringt er op aan, dat in de commis sie voor publieke werken in deze alsnog tot een oplos sing wordt gekomen. De Voorzitter zegt, dat dit er alleen op neer zou komen, om den heer de Groot en hem om te pra ten. Ook de Voorzitter heeft in deze advies gevraagd, niet van Heemschut, doch van ingenieurs, waarbij het bleek, dat houten bruggen tegenwoordig niet meer worden gemaakt. Beter acht spreker het om den Raad thans de zaak uit te laten maken. De heer van den Bosch wil de kwestie van hout of ijzer thans in het midden laten. Hij zou geen be slissing willen nemen, waardoor hout of ijzer zou zijn uitgesloten. De heer Glinderman zegt, dat men ook reke ning moet houden met de financiën en dat toch ook de meening van B. en W. in deze moet meespreken. De heer van den Bosch zegt, dat men hem niet goed heeft begrepen, hij wil het niet aan de commissie van bijstand overlaten, doch de zaak nog eens in de commissie bespreken, om dan "B. en W. te laten beslis sen in overleg met de commissie. Do Voorzitter acht het niet wenschelijk B. en W. zoodanige verantwoordelijkheid oop de schouders te leggen. Beter is het dan de beslissing uit te stel len tot nadat de conferentie met de commissie en B. en W. heeft plaats gehad. De heer de Groot dringt er evenwel op aan, dat er spoed gemaakt wordt, de tegenwoordige brug is slecht. De heer L eg u i t merkt op, dat een plan is ge maakt van een ijzeren brug, maar niet van een hou ten. Bovendien zegt hij, dat- het nu niet zoozeer te doen is om een houten brug dan wel om den vorm van die brug. De Voorzitter zegt, dat dan de zaak misschien in orde zou kunnen komen, maar de heer van den Bosch heeft de houten brug toch steeds op den voor grond gesteld. De heer L e g u i t is dat niet eens, het is de vorm alleen, deze is de hoofdzaak. De heer de Wit. zegt, dat door hem aan den direc teur is gevraagd of een ijzeren brug zou kunnen wor den gemaakt in den vorm van de houten. Daarop is geantwoord, dat het- mogelijk is om een ijzeren hrug te maken die heel veel overeenkomst, hee.ft met de hou ten ophaalbruggen. De Voorzitter zegt, dat het wel mogelijk zou zijn het ontwerp te wijzigen, doch spr. acht toch te genwoordig het gebruik van ijzer aan te bevelen. De heer v. d. Bosch meent, dat ook het wijzi gen van het plan tijd zal kosten, daarom kon er geen bezwaar zijn om zijn voorstel aan te nemen. Dat ijzer duurzamer is, mag niet alleen een overweging zijn, men moet rekening houden met 't eigenaardig schoon der stadl De heer Zaadnoor dijk vestigt de aandacht- op hetgeen de heer de Groot- heeft gezegd over den toe stand van de tegenwoordige brug. Bovendien heeft de heer de Wit er op gewezen, dat een ijzeren brug is te maken in den vorm van een houten. Daarom zou spreker than® voor een stemming zijn. De Voorzitter merkt op, dat men toch altijd nog het voorstel-den Boesterd heeft met de verhoogde voetpaden op de hrug. Wat spreker betreft, hij weet niet, of heit mogelijk zou zijn zoo'n brug met „cote- letten," zooals de heer Pot zou zeggen, te maken. De heer don Boesterd legt. nader uit hoe hij de inrichting bedoelt en wijst er op, dat de aansluiting van die verhoogde voetpaden met de straat geen be zwaar behoeft op te leveren. De Voorzitter vraagt, of de heer den Boesterd wel eens een ophaalbrug met verhoogde voetpaden heeft gezien. De heer den Boesterd kent ze niet, maar acht het wel mogelijk ze te maken. De Voorzitter zegt, dat dan het geheele plan omgewerkt zou moeten worden. De heer Dorbeck meent, dat te Leiden een op haalbrug bestaat met verhoogde voetpaden. De V oorzitter toont echter aan, dat het- out werp voor de nieuwe Schapenbrug een geheel ander is en dat in dat ontwerp de verhoogde voetpaden on mogelijk zijn. De heer Dorbeck meent, dat men dan beter zal doen de zaak nog maar uit te stellen. Voorts vraagt spreker of het mogelijk zal zijn de nieuwe brug te maken zonder hulpbrug. Hij kan het zicli niet begrijpen. De Voorzitter meent, dat B. en W. dat dan nog maar eens onder de oogen moeten zien, en stelt thans voor, het voorstel-van den Bosch aan te nemen. De lieer G overs vraagt of het niet wenschelijk is, dat de Raad beslist of de brug zal worden ver plaatst of niet. De Voorzitter zou nu elke discussie maar wil len vermijden, dan kan in de volgende zitting de zaak worden, beslist. Alzoo wordt besloten. REGLEMENT VAN ORDE. B. en W. stellen den raad voor om in liet reglement van orde voor de vergaderingen van den raad te wij zigen artikel.30 regelende de stemmingen over perso nen art. 38 regelende de verdeeling van de raad in af- deelingen en het reglement daarna opnieuw vast te stellen. De lieer Dorbeck wijst in verband met dit punt er op, dat voor eenigen tijd de rondvraag is afgeschaft- Hij erkent de voordeelen van die afschaffing, maar betreurt het toch, dat absoluut de gelegenheid er niet meer is eens iets te vragen of op te merken aan het eind der vergadering. Spreker zou daarom willen be palen, dat ieder lid het recht zal hebben om een of an der, in het belang der gemeente, te vragen of op te merken. De voorzitter heeft er bezwaar tegen dit voorstel thans in behandeling te nemen en zou willen voorstellen het. in handen te stellen van B. en W. om bericht en raad. Het onderhavige voorstel heeft z. i. ook geen haast. De heer Boel mans ter Spill heeft daar bezwaar tegen; het onderhavige voorstel betreft stem mingen en die komen in elke vergadering voor. Bovendien zegt spr. haalt men volgens het voorstel Dorbeck door een achterdeurtje de rondvraag er weer in. Art. 24 is omslachtig is gezegd, doch spreker meent van niet. Dc heer Glinderman is het hiermee niet eens; de zaak is werkelijk omslachtig. Alles moet schriftelijk gevraagd worden. Hij gevoelt er wel voor, wat de heer Dorbeck wil. Spr. meent, dat er nooit misbruik is gemankt van de rondvraag, en weet dan ook eigenlijk niet, waarom ze is afgeschaft, In de Tweede Kamer heeft men toch ook het vragenrecht. De heer Boelmans ter Spill meent, dat art 24 alleen verlangt, dat de vraag duidelijk gefor muleerd moet zijn. De heer Van der Fecn de Lille heeft die opvatting niet, doch is het zoo, laat men dan een voudig zeggen, dat er een rondvraag zal worden ge houden. De voorzitter is het met den heer Boelmans ter Spill eens, doch kan niet dadelijk zeggen, dat dit hetzelfde is als de vroegere rondvraag. De heer Dorbeck meent, dat men nu debat teert over do rondvraag, en dat is zijn bedoeling niet, Hij wil eenvoudig de gelegenheid een mededeeling of een verzoek te kunnen doen aan den voorzitter van den raad. Spr. begrijpt, dat er vragen zijn, die van zooveel belang zijn, dat zij het karakter krijgen van een inter pellatie, doch behalve dat meent hij dat een raadslid iets moet kunnen opmerken of een verzoek kan doen aan B. en W. De voorzitter meent, dat de zaak eenvou dig wordt omgekeerd. Men vraagt niet meer, doch neemt het woord volgens het voorstel van den heer Dorbeck. De heeren Dorbeck en Glinderman: „Niet zonder verlof." De voorzitter: Ik word! telkens geïnterrum peerd, waardoor ik in mijn gedachtengang gehinderd wordt en daarom zal ik er niet meer over spreken. Do heer Dorbeck wijst er nog eens uitvoerig op, dat men de zaak verkeerd opvat, en licht zijn voor stel nog weer eens toe. De voorzitter zegt, dat er werkelijk van de rondvraag vroeger een te veelvuldig gebruik is ge maakt, soms voor futiele zaken. De heer Boelmans ter Spill meent dat art. 24 toestaat wat men wil. De heer Fortuin acht den weg, daarin aange geven, veel te lastig. Na eenige discussie zegt de heer Dorbeck nog maals wat hij bedoelt. De voorzitter antwoordt daarop, dat wat de heer Dorbeck wil, misschien wel is te bereiken door een kleine wijziging van art. 24^ die later kan worden overwogen. Daarop wordt het voorstel van B. en W. aangeno men. Door B. en W. wordt den raad een nieuwe verorde ning regelende het beheer der stadsapotheek in den rang, het getal en de bezoldiging van het aan die in richting verbonden personeel aangeboden. Op voorstel van den heer de Lange wordt aan art. 3 toegevoegd, dat aan den apotheker ook de ad ministratie der apotheek is opgedragen. De heer Wanna zegt, dat door hem reeds meer malen op gewezen is dat het honorarium voor den apotheker niet hoog is. Te meer acht hij dit te laag, waar hem nu ook zonder bezoldiging het bacte riologisch onderzoek van het drinkwater wordt opge dragen. Een onderzoek om de twee maanden kan volgens spr. wel niet voldoende worden geacht, hij acht het daarom beter te zetten minstens 6 maal per jaar. De V oorzitter zegt, dat indien meer dan 6 maal per jaar dat onderzoek moet worden ingesteld, de apotheker voor die meerdere keeren kan worden beloond. Wat de salarieering betreft, de heer van den Berg heeft steeds verklaard, dat hjj voor zijn werk voldoen de werd gehonoreerd. Daar de heer W a n n a geen voorstel doet tot ver hooging, wat de Voorzitter ook nu niet wenschelijk zou vinden, wordt het desbetreffende artikel goed gekeurd. Geen der overige artikelen geeft aanleiding tot een opmerking, waarna de verordening wordt goedgekeurd BOUWTERREIN VAN DE WONINGMAAT SCHAPPIJ „ALKMAAR." B. en W. stellen den raad voor aan de Directeuren der N. „de Woningmaatschappij Alkmaar," geves tigd te Alkmaar, naar aanleiding van hun adres d.d. 18 December j.L, te berichten, dat de termijn van 10 jaren, bedoeld sub 1 der voorwaarden vastgesteld bij raadsbesluit van 5 Maart 1902, inzake de bebouwing van een terrein tusschen den Geestersingel en het plein vóór het station, met een jaar wordt verlengd en dat mitsdien aan al de voorwaarden van het bedoelde raadsbesluit moet zijn gevolg geven vóór of op 5 Maart 1913. .Goedgekeurd. GF.LDLEENTNG TEN BEHOEVE VAN DEN BOUW EENER NIEUWE AMBACHTSCHOOL EN BURGERAVONDSCHOOL, B. en W. stellen den raad voor ten behoeve van den bouw eener nieuwe Ambachtsschool en Burgeravond school onder verband van de inkomsten der gemeente met het Groot Noordhollandsch Begrafenisfonds te de Rijp eene geldltening aan te gaan, groot 250.000, en daartoe de noodige voorwaarden vast te stellen. Conform besloten. BIJSLAG VAN LOON VOOR GEMEENTE WERKLIEDEN. Bij besluit van 25 October j.L, No. 9, werd aan do werklieden dezer gemeente, die daarvoor in de termen vielen, met ingang van 1 November d.a.v., op lrun loon een bijslag verleend gedurende den tijd van 3 maanden, welk raadsbesluit den 81en October j.L, nog eenigszins word aangevuld en uitgebreid tot de losse werklieden in dienst der gemeentelijke bedrijven. Waar de termijn over welken de bijslag zal worden uitgekeerd alzoo op 1 Februari a.s. zal zijn geëindigd, stellen B. en W. voor: A. den termijn van drie maanden, waarover de bij raadsbesluiten van 25 en 31 October j.l. toegekende bijslag aan do daarbij bedoelde werklieden der gemeen te wordt uitgekeerd, alsnog met drie maanden te ver lengen en alzoo te doen eindigen op 1 Mei 1912. B. Burgemeester en Wethouders uit te noodigen te zijner tijd de financiëele voorstellen te doen tot vinding der sub A bedoelde gelden. Conform besloten. VERORDENING VOOR DEN BITRGERLIJKEN STAND. B. en W. stellen den raad voor onder intrekking der verordening vastgesteld bij raadsbesluit van 20 April 1904 (Gemeenteblad No. 168) vast te stellen een nieuwe verordening, houdende bepaling van het aantal ambtenaren van den burgerlijken stand; de re geling van de werkzaamheden tusschen de verschillen de ambtenaren en van de uren waarop de bureaux van den burgerlijken stand zullen geopend zijn. Aangenomen. ALGEMEENE HERZIENING DER PLAATSE LIJKE STRAFVERORDENINGEN. Ter voldoening aan het bepaalde bij art. 178 der Gemeentewet, en in verband met de circulaire van H.H. Ged. Staten dezer provincie van 19 April 1911 No. 91, Prov. Blad No. 48, stelt de commissie voor het. ontwerpen van verordeningen, tegen welker overtre ding straf is bedreigd, voor vast te stellen eene veror dening, houdende geldigverklaring van de plaatselijke strafverordeningen. De heer Dorbeck, lid der commissie, vraagt of men voortaan niet wat meer tijd kan krijgen om de verordeningen na te gaan. Voorts dringt spreker aan op een algeheels herziening der algemeene politiever ordening. De Voorzitter zegt, dat de schuld niet bij den Voorzitter ligt, doch bij de gezondheidscommissie, die zoo lang gewacht heeft met de toezending. De heer Dorbeck spreekt de hoop uit, dat men zal krijgen een gezonde politieverordening, zoodat ver vallen kunnen de verordeningen tot wjjziging der politieverordening. De Voorzitter vereenigt zich daarmede. Het punt Werkloozenfonds" wordt van de agenda gevoerd, waarna de vergadering wordt gesloten. VERBETERING. In het raadsverslag van gisteren is abusievelijk punt n der ingekomen stukken op een verkeerde plaats gezet Dit moet worden vermeld! na do daaropvolgen de discussie, welke bij punt m behoort Damt heelt gaarne een rooskleurig, jeugdig uiterlijk, een rein lach» teint en een blanke fluweelzachte huid. Dit alle* geeft: van Bergmann Co., Radebeai-Dresden a Fabrieksmerk: .Stokpaardjes" alleen echt in rood-geele (hollandsche) verpakking k 50 cents per stuk verkrijgbaar bij: LEO BIJLOOS, Coiffeur, LangestraatJ. SCHOU TEN Co., Iluigbrouwerstraat, Alkmaar. ©FUnste delicatesse /R,PI)0ri1 op brood, beschuit en gebak. BUS 18 cent f 0.42'A f 0.80 f 1.50 Febrikanle Cacaofabriek Alcmaria J. C. BAAN C, Co., ALKMAAR. Diploma N. T. V. - GEESTERSINGEL E 32. beveelt zich aan tot het geven van PIANO ONDERWIJS. De BANK verleent erediet voor handel, land bouw en Nijverheid. Gelden worden In depot ge nomen, rente 31 pereent. VerkrUgbaar 4 depostto-obligatlën in stuk ken van f ÖOO.en f ÏOOO.voorzien van half- iaariyksclie coupon a per 2 Januari en 1 Juli, met een looptijd van minstens een jaar. Des ZATERDAGS te A L K M A A R in het koffie- huis „de Tabakshandel", aan het Waagplein van 11 tot 1 uur.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 6