Stokpaardjes - Lelienmelk-Zeep
ADVERT KNTIKN.
Zaanlandsche
- Spaar- en Voorschotbank,
- een millioen gulden, -
VERORDENING STADSAPOTHEEK.
iHsj. W. S. SCHILLING
- gevestigd te KROMMENIE. -
Maatschappelijk kapitaal
waarvan uitgegeven en volgestort
f 300.000.
DirecteurA. DE RUYTER.
BENOEMING VAN EEN DIRECTEUR
VAN DEN GEMEENTELIJKEN REINT
GINGSDIENST.
B. en W. stellen den Raad voor te besluitenden
heer C. A. Grootegoed, adjunct-directeur bij den ge
meentelijken reinigingsdienst alhier, ingaande 1 Ja
nuari j.L, te benoemen tot directeur van dezen tak
van dienst.
Benoemd met algemeene stemmen de heer C. A.
Grootegoed.
BENOEMING VAN EEN VASTEN DEURWAAR
DER DER PLAATSELIJKE BELASTINGEN.
B. en W. stellen den Raad voor hen te machtigen
een oproeping te doen ter aanstelling van een hierbo
ven genoemd ambtenaar op een jaarwedde van 750,
met drie driejaarlijksche verhoogingen elk van 50.
Zij stellen, in verband met de in de zitting met ge
sloten deuren van 27 December j.L plaats gehad heb
bende gedachbenwisseling verder voor de verordening
nopens den gemeente-controleur te wijzigen en o.a
diens salaris te bepalen op 1800 en, tenzij daartegen
overwegende bezwaren bestaan, verhoogingen met
200 na 3 en 6-jarigen dienst.
Goedgekeurd.
AMBTENAAR BURG. STAND.
B. en W. stellen den raad voor tot bezoldigd amb
ten&ar van den burgerlijken stand, meer in het bij
zonder voor het voltrekken van huwelijken, den heer
J. Francken, oud-hoofd der openbare school te Bergen
te benoemen.
Benoemd de heer Francken met 10 stemmen9
stemmen waren in blanco uitgebracht.
MARKTGELDEN.
Bij de behandeling der gemeente-begrooting werden
B. en W. uitgenoodigd een onderzoek in te stellen
naar in andere marktplaatsen bestaande verordenin
gen betreffende den aanvoer op de markten en op de
heffingen en de bedragen der marktgelden, met do
uitgesproken bedoeling dat zij voorstellen zouden
doen om da marktgelden te verhoogen. De onderstel
ling werd geopperd, dat de marktgelden hier ter stede,
vergeleken bij die in andere gemeenten, zeer laag zou
den zijn.
Een door B. en W. ter zake ingesteld onderzoek bij
de gemeentebesturen van Purmerend, Schagen en Be
verwijk heeft deze meening geenszins bevestigd. Inte
gendeel is daarbij gebleken, dat de marktgelden te
Alkmaar, met uitzondering voor runderen, voor welke
te Purmerend 0.20 en hier 0.10 geheven wordt,
over het algemeen hooger zijn dan in de genoemde
gemeenten.
liet komt B. en W. dan ook voor, dat er geene aan
leiding bestaat om door verhooging der marktgelden
verandering in do bestaande tarieven te brengen, zulks
te minder waar men dezerzijds steeds op maatregelen
bedacht is om het marktwezen zooveel mogelijk te be
vorderen en eene verhooging van de tarieven wellicht
een ongunstigen invloed op den aanvoer ter markt
zou kunnen uitoefenen.
Afgescheiden van het bovenstaande, bestaat tegen
▼erhooging der tarieven een wettelijk beawaar, een
bezwaar ontleend nam art. 254 der Gemeentewet, vol
gens hetwelk de bedoelde heffingen tot geen hooger
bedrag woeden goedgekeurd dan vereischt wordt tot
dekking van de ten laste der gemeente komende uit
gaven ten behoeve dier markten.
Zij hebben mitsdien de oer den Raad voor te stel
len te besluiten
de bestaande tarieven van het marktgeld in deze
gemeente voorshands onveranderd te behouden.
De heer Glinderman vraagt of ook te Hoorn
is geinformeerd naar de marktgelden.
De Voorzitter antwoordde ontkennend. Wjj
moeten wat bljjven bij de omliggende gemeenten. Wil
men meerdere inlichtingen van andere plaatsen, dan
z$n B. en W. bereid, die te vragen.
De heer G o v e r s zegt, dat het tarief te Hoorn al
heel weinig met de andere verschilt Voorts zegt
hjj, dat hij er zich mee kan vereenigen, de tarieven
zo* te laten.
Ook de heer Glinderman, ofschoon niet geheel
instemmend met de tegenwoordige tarieven, zegt thans
geen bezwaar te hebben tegen het voorstel van B. en
W., dat daarop wordt goedgekeurd.
WIJZIGING BEERPUTTENSTELSEL.
Onder dak teek ening van 8 Juni LI. heeft het bestuur
van de Vereeniging van patroons in het bouwvak te
dezer stede zich tot. den raad gewend met het verzoek
enkele nader aangegeven wijzigingen aan te brengen
in de verordening op het beerputtenstekel, waardoor
de kosten van aanleg en de verschuldigde belasting
zoodanig zouden worden verminderd, dat ook voor
eigenaars van kleinere woningen de aanleg van een
beerput geen bezwaar zou opleveren.
In overeenstemming met. het advies der gezondheids
commissie stellen B. en W. voor aan het bestuur der
Vereeniging van patroons in he.t. bouwvak alhier, naar
aanleiding van zijn adres, gedagteekend 8 Juni 1.1., te
berichten, dat er dezerzijds' geen aanleiding bestaat
om tot wijziging der verordeningen omtrent het beer-
puttenstelsel in deze gemeente (Gemeentebladen Nos.
348 en 349), in den geest als door het bedoelde bestuur
is aangegeven, ovpt te gaan.
De heer Ringers meent, dat het voor den raad
na het rapport der gezondheidscommissie, moeilijk
zal zijn te voldoen aan het verzoek der patroonsveree-
niging. De Gezondheidscommissie zal dus steeds on
gunstig ndViseeren.
Toch meende de patroonsvereenigimg, dat het wen
schelijk was, om, waar de closetbeweging van zoo
groot hygiënisch belang is, dat er naar gestreefd moet
worden, om het stelsel ook voor arbeiderswoningen
mogelijk te maken.
Voorts wijst, spreker er op, dat de belasting voor bet
stelsel te hoog is, en had niet gedacht, dat de commis
sie ook afwijzend op dat verzoek zou adviseeron.
De voorzitter zegt dat- het. thans nog niet
aangaat, gezien het dure materiaal, dat de gemeente
moet aanschaffen, en het nog geringe aantal closets,
de belasting te verminderen.
De heer Van den Bosch acht wat de voor
zitter zegt juist een argument voor verlaging der be
lasting, die thans 10 bedraagt, wat nu niet voor de
meer gegoeden, maar voor eigenbouwers, ambtenaren
enz. een bezwaar is. Gaat men de belasting verminde
ren, dan zullen de kosten voor de gemeentereiniging
lager worden. Ook in amdere gemeenten, zooals bijv.
in Nijmegen, is de belasting lager.
Voorts vraagt, spreker, of het niet mogelijk zou zijn,
om' met de waterleidingmaatschappij er eens over te
spreken of voor de closets in gestichten niet een
reductie voor de waterleiding mogelijk zou zijn.
De heer Boelmans ter Spill zou het be
ter vinden eerst het resultaat van het beerputtenstel-
sel eens af te wachten. Er is gesproken over het
groot hygiënisch belang. Het staat voor spreker,
evenmin als voor de gezondheids-commissie bepaald
vast, of het stelsel, waardoor de faecaliën in openbare
wateren komen, wel bevorderlijk is aan de hygiëne.
Voorts is hetgeen er gezegd is over de belasting
niet juist. De. meerdere uitgaven voor de reiniging
zijn niet afhankelijk van de kadastrale huurwaarde.
Dit kan dus nooit een goede grondslag zijn.
De heer Wanna zegt, dat de verordening des
tijds is aangenomen tegen het advies der gezondheids
commissie, die bodemverontreiniging vreesde.
Ook de inspecteur, de heer Zoetmulder, voelde voor
die bezwaren.
D© heer Van den Bosch zegt, dat er des
tijds heel wal over is gediscussieerd, maar toen ook
is er gezegd dat men zich daar niet zoo erg druk over
behoefde te maken, daar dagelijks heel wat bodem
verontreiniging plaats heeft door afvoer van vuil in
de openbare wateren.
Verder zegt hij, dat, indien mem een proef neemt
met het stelsel, het dan verkeerd is die proef te ne
men met een beperkt, getal. Bovendien merkt spr. op,
dat werkzaamheden van de reiniging bij een beerput
minder zijn dan bij het tonnenstelsel.
De voorzitter is 't daarmee niet geheel eens en
voorts merkt hij op dat- het aantal geplaatste closets
B. en W. nog al is meegevallen en meent dat de be
lasting van 10 geen bezwaar is.
De heer de Boestei'd heeft toeh wel onder
vonden, dat de belasting een bezwaar is, daar de huur
prijzen cr door worden verhoogd. Met het oog op het
zich vestigen van vreemdelingen, zou het wel wensche-
lijk zijn, dat de belasting werd verlaagd.
De heer Ringers zegt, dat hij nu wel kan mee
gaan met het voorstel van B. en W., doch hoopt, dat
men toch na de proefneming eens zal weten, wat voor
een stelsel dit is, en of het mogelijk is het voor de
burgerij mogelijk te maken een oioset aan te schaffen.
De voorzitter zegt. dat. het altijd toch moei
lijk zal zijn het voor ieder bereikbaar te maken.
ITet voorstel wordt daarop goedgekeurd.
IIET MAKEN VAN EEN NIBUW1
SCHAPENBRUG.
Bij de behandeling der gemeente-begrooting voor
1911 werd door B. en W. d« toezegging gedaan, dat
een voorstel tot het maken van Mn uieuwe Sobapen-
brug den Raad zou bereiken.
Zij bieden den Raad thana aan aen door den Direc
teur der gemeentewerken ontworpen plan tot het ma
ken van eene nieuwe brug, waarvan de kqeten aijn ge
raamd op f 8500.en stellen den Raad voor te ke-
sluiten
A. Burgemeester en Wethouders te inaehtigeu tot
het doen maken van een nieuwe Schapenbrag,
op dezelfde plaats waar thans de oude brug zich
bevindt, met ijzeren bovenbouw, volgens het
door den Directeur der gemeentewerken ontwor
pen plan, waarvan de kosten zijn geraamd op
8S00.
B. Genoemd college uit te noodigen te zijner tijd
de noodige financieele voorstellen te doen tot
vinding der sub A bedoelde gelden.
Bij dit punt komen in behandeling verschillende
adressen: le. van de vereeniging „Heemschut." en 2e.
van de heeren P. W. Boulenois en P. Borjeson, waarin
wordt aangedrongen om een brug to maken in het ver
lengde van dem Voordam naar de Mient, waar ook
voor 1823 een brug was en het voorstel van den heer
Den Boesterd.
Den heer den Boesterd licht zijn desberteffend
voorstel nader toe. Ter wille van het verkeer zegt hij
dat een verhoogd voetpad ter plaatse door hem nood
zakelijk wordt, geacht.
De Voorzitter stelt thans het voorstel van B.
en W. aanj de orde.
De heer v. d. Bosch zegt, dat. hij steeds er voor
is geweest ter wille van het stedelijk schoon, de houten
bruggen te behouden. Daarom beveelt hij thans mede
aan geen ijzeren doch een houten brug te maken.
Spreker heeft zich over deze kwestie gewend tot en
kele deskundigen, door wie ook gezegd1 werd, dat de
ijzeren bruggen al heel mooi moeten zijn als ze zullen
voldoen. Mankt men nu een ijzeren brug, dan krijgt
men taisschen Bokkebrug en Spekbrug een staalkaart
van ijzeren bruggen. Met voldoening wijst spreker er
op, dat de mooie Spekbrug door de vereeniging Heem
schut wordt aangehaald al® een voorbeeld Van een
mooie brug. Spr. dringt er op aan, dat in de commis
sie voor publieke werken in deze alsnog tot een oplos
sing wordt gekomen.
De Voorzitter zegt, dat dit er alleen op neer
zou komen, om den heer de Groot en hem om te pra
ten. Ook de Voorzitter heeft in deze advies gevraagd,
niet van Heemschut, doch van ingenieurs, waarbij het
bleek, dat houten bruggen tegenwoordig niet meer
worden gemaakt. Beter acht spreker het om den
Raad thans de zaak uit te laten maken.
De heer van den Bosch wil de kwestie van hout
of ijzer thans in het midden laten. Hij zou geen be
slissing willen nemen, waardoor hout of ijzer zou zijn
uitgesloten.
De heer Glinderman zegt, dat men ook reke
ning moet houden met de financiën en dat toch ook
de meening van B. en W. in deze moet meespreken.
De heer van den Bosch zegt, dat men hem niet
goed heeft begrepen, hij wil het niet aan de commissie
van bijstand overlaten, doch de zaak nog eens in de
commissie bespreken, om dan "B. en W. te laten beslis
sen in overleg met de commissie.
Do Voorzitter acht het niet wenschelijk B. en
W. zoodanige verantwoordelijkheid oop de schouders
te leggen. Beter is het dan de beslissing uit te stel
len tot nadat de conferentie met de commissie en B.
en W. heeft plaats gehad.
De heer de Groot dringt er evenwel op aan, dat
er spoed gemaakt wordt, de tegenwoordige brug is
slecht.
De heer L eg u i t merkt op, dat een plan is ge
maakt van een ijzeren brug, maar niet van een hou
ten. Bovendien zegt hij, dat- het nu niet zoozeer te
doen is om een houten brug dan wel om den vorm van
die brug.
De Voorzitter zegt, dat dan de zaak misschien
in orde zou kunnen komen, maar de heer van den
Bosch heeft de houten brug toch steeds op den voor
grond gesteld.
De heer L e g u i t is dat niet eens, het is de vorm
alleen, deze is de hoofdzaak.
De heer de Wit. zegt, dat door hem aan den direc
teur is gevraagd of een ijzeren brug zou kunnen wor
den gemaakt in den vorm van de houten. Daarop is
geantwoord, dat het- mogelijk is om een ijzeren hrug te
maken die heel veel overeenkomst, hee.ft met de hou
ten ophaalbruggen.
De Voorzitter zegt, dat het wel mogelijk zou
zijn het ontwerp te wijzigen, doch spr. acht toch te
genwoordig het gebruik van ijzer aan te bevelen.
De heer v. d. Bosch meent, dat ook het wijzi
gen van het plan tijd zal kosten, daarom kon er geen
bezwaar zijn om zijn voorstel aan te nemen. Dat ijzer
duurzamer is, mag niet alleen een overweging zijn,
men moet rekening houden met 't eigenaardig schoon
der stadl
De heer Zaadnoor dijk vestigt de aandacht- op
hetgeen de heer de Groot- heeft gezegd over den toe
stand van de tegenwoordige brug. Bovendien heeft
de heer de Wit er op gewezen, dat een ijzeren brug is
te maken in den vorm van een houten. Daarom zou
spreker than® voor een stemming zijn.
De Voorzitter merkt op, dat men toch altijd
nog het voorstel-den Boesterd heeft met de verhoogde
voetpaden op de hrug. Wat spreker betreft, hij weet
niet, of heit mogelijk zou zijn zoo'n brug met „cote-
letten," zooals de heer Pot zou zeggen, te maken.
De heer don Boesterd legt. nader uit hoe hij de
inrichting bedoelt en wijst er op, dat de aansluiting
van die verhoogde voetpaden met de straat geen be
zwaar behoeft op te leveren.
De Voorzitter vraagt, of de heer den Boesterd
wel eens een ophaalbrug met verhoogde voetpaden
heeft gezien.
De heer den Boesterd kent ze niet, maar acht
het wel mogelijk ze te maken.
De Voorzitter zegt, dat dan het geheele plan
omgewerkt zou moeten worden.
De heer Dorbeck meent, dat te Leiden een op
haalbrug bestaat met verhoogde voetpaden.
De V oorzitter toont echter aan, dat het- out
werp voor de nieuwe Schapenbrug een geheel ander
is en dat in dat ontwerp de verhoogde voetpaden on
mogelijk zijn.
De heer Dorbeck meent, dat men dan beter zal
doen de zaak nog maar uit te stellen.
Voorts vraagt spreker of het mogelijk zal zijn de
nieuwe brug te maken zonder hulpbrug. Hij kan het
zicli niet begrijpen.
De Voorzitter meent, dat B. en W. dat dan
nog maar eens onder de oogen moeten zien, en stelt
thans voor, het voorstel-van den Bosch aan te nemen.
De lieer G overs vraagt of het niet wenschelijk
is, dat de Raad beslist of de brug zal worden ver
plaatst of niet.
De Voorzitter zou nu elke discussie maar wil
len vermijden, dan kan in de volgende zitting de zaak
worden, beslist.
Alzoo wordt besloten.
REGLEMENT VAN ORDE.
B. en W. stellen den raad voor om in liet reglement
van orde voor de vergaderingen van den raad te wij
zigen artikel.30 regelende de stemmingen over perso
nen art. 38 regelende de verdeeling van de raad in af-
deelingen en het reglement daarna opnieuw vast te
stellen.
De lieer Dorbeck wijst in verband met dit punt
er op, dat voor eenigen tijd de rondvraag is afgeschaft-
Hij erkent de voordeelen van die afschaffing, maar
betreurt het toch, dat absoluut de gelegenheid er niet
meer is eens iets te vragen of op te merken aan het
eind der vergadering. Spreker zou daarom willen be
palen, dat ieder lid het recht zal hebben om een of an
der, in het belang der gemeente, te vragen of op te
merken.
De voorzitter heeft er bezwaar tegen dit
voorstel thans in behandeling te nemen en zou willen
voorstellen het. in handen te stellen van B. en W. om
bericht en raad. Het onderhavige voorstel heeft z. i.
ook geen haast.
De heer Boel mans ter Spill heeft daar
bezwaar tegen; het onderhavige voorstel betreft stem
mingen en die komen in elke vergadering voor.
Bovendien zegt spr. haalt men volgens het voorstel
Dorbeck door een achterdeurtje de rondvraag er weer
in. Art. 24 is omslachtig is gezegd, doch spreker
meent van niet.
Dc heer Glinderman is het hiermee niet
eens; de zaak is werkelijk omslachtig. Alles moet
schriftelijk gevraagd worden. Hij gevoelt er wel voor,
wat de heer Dorbeck wil. Spr. meent, dat er nooit
misbruik is gemankt van de rondvraag, en weet dan
ook eigenlijk niet, waarom ze is afgeschaft, In de
Tweede Kamer heeft men toch ook het vragenrecht.
De heer Boelmans ter Spill meent, dat
art 24 alleen verlangt, dat de vraag duidelijk gefor
muleerd moet zijn.
De heer Van der Fecn de Lille heeft
die opvatting niet, doch is het zoo, laat men dan een
voudig zeggen, dat er een rondvraag zal worden ge
houden.
De voorzitter is het met den heer Boelmans
ter Spill eens, doch kan niet dadelijk zeggen, dat dit
hetzelfde is als de vroegere rondvraag.
De heer Dorbeck meent, dat men nu debat
teert over do rondvraag, en dat is zijn bedoeling niet,
Hij wil eenvoudig de gelegenheid een mededeeling of
een verzoek te kunnen doen aan den voorzitter van
den raad.
Spr. begrijpt, dat er vragen zijn, die van zooveel
belang zijn, dat zij het karakter krijgen van een inter
pellatie, doch behalve dat meent hij dat een raadslid
iets moet kunnen opmerken of een verzoek kan doen
aan B. en W.
De voorzitter meent, dat de zaak eenvou
dig wordt omgekeerd. Men vraagt niet meer, doch
neemt het woord volgens het voorstel van den heer
Dorbeck.
De heeren Dorbeck en Glinderman:
„Niet zonder verlof."
De voorzitter: Ik word! telkens geïnterrum
peerd, waardoor ik in mijn gedachtengang gehinderd
wordt en daarom zal ik er niet meer over spreken.
Do heer Dorbeck wijst er nog eens uitvoerig
op, dat men de zaak verkeerd opvat, en licht zijn voor
stel nog weer eens toe.
De voorzitter zegt, dat er werkelijk van de
rondvraag vroeger een te veelvuldig gebruik is ge
maakt, soms voor futiele zaken.
De heer Boelmans ter Spill meent dat
art. 24 toestaat wat men wil.
De heer Fortuin acht den weg, daarin aange
geven, veel te lastig.
Na eenige discussie zegt de heer Dorbeck nog
maals wat hij bedoelt.
De voorzitter antwoordt daarop, dat wat de
heer Dorbeck wil, misschien wel is te bereiken door
een kleine wijziging van art. 24^ die later kan worden
overwogen.
Daarop wordt het voorstel van B. en W. aangeno
men.
Door B. en W. wordt den raad een nieuwe verorde
ning regelende het beheer der stadsapotheek in den
rang, het getal en de bezoldiging van het aan die in
richting verbonden personeel aangeboden.
Op voorstel van den heer de Lange wordt aan
art. 3 toegevoegd, dat aan den apotheker ook de ad
ministratie der apotheek is opgedragen.
De heer Wanna zegt, dat door hem reeds meer
malen op gewezen is dat het honorarium voor den
apotheker niet hoog is. Te meer acht hij dit te
laag, waar hem nu ook zonder bezoldiging het bacte
riologisch onderzoek van het drinkwater wordt opge
dragen.
Een onderzoek om de twee maanden kan volgens
spr. wel niet voldoende worden geacht, hij acht het
daarom beter te zetten minstens 6 maal per jaar.
De V oorzitter zegt, dat indien meer dan 6
maal per jaar dat onderzoek moet worden ingesteld,
de apotheker voor die meerdere keeren kan worden
beloond.
Wat de salarieering betreft, de heer van den Berg
heeft steeds verklaard, dat hjj voor zijn werk voldoen
de werd gehonoreerd.
Daar de heer W a n n a geen voorstel doet tot ver
hooging, wat de Voorzitter ook nu niet wenschelijk
zou vinden, wordt het desbetreffende artikel goed
gekeurd.
Geen der overige artikelen geeft aanleiding tot een
opmerking, waarna de verordening wordt goedgekeurd
BOUWTERREIN VAN DE WONINGMAAT
SCHAPPIJ „ALKMAAR."
B. en W. stellen den raad voor aan de Directeuren
der N. „de Woningmaatschappij Alkmaar," geves
tigd te Alkmaar, naar aanleiding van hun adres d.d.
18 December j.L, te berichten, dat de termijn van 10
jaren, bedoeld sub 1 der voorwaarden vastgesteld bij
raadsbesluit van 5 Maart 1902, inzake de bebouwing
van een terrein tusschen den Geestersingel en het
plein vóór het station, met een jaar wordt verlengd en
dat mitsdien aan al de voorwaarden van het bedoelde
raadsbesluit moet zijn gevolg geven vóór of op 5
Maart 1913.
.Goedgekeurd.
GF.LDLEENTNG TEN BEHOEVE VAN DEN
BOUW EENER NIEUWE AMBACHTSCHOOL
EN BURGERAVONDSCHOOL,
B. en W. stellen den raad voor ten behoeve van den
bouw eener nieuwe Ambachtsschool en Burgeravond
school onder verband van de inkomsten der gemeente
met het Groot Noordhollandsch Begrafenisfonds te de
Rijp eene geldltening aan te gaan, groot 250.000, en
daartoe de noodige voorwaarden vast te stellen.
Conform besloten.
BIJSLAG VAN LOON VOOR GEMEENTE
WERKLIEDEN.
Bij besluit van 25 October j.L, No. 9, werd aan do
werklieden dezer gemeente, die daarvoor in de termen
vielen, met ingang van 1 November d.a.v., op lrun
loon een bijslag verleend gedurende den tijd van 3
maanden, welk raadsbesluit den 81en October j.L, nog
eenigszins word aangevuld en uitgebreid tot de losse
werklieden in dienst der gemeentelijke bedrijven.
Waar de termijn over welken de bijslag zal worden
uitgekeerd alzoo op 1 Februari a.s. zal zijn geëindigd,
stellen B. en W. voor:
A. den termijn van drie maanden, waarover de bij
raadsbesluiten van 25 en 31 October j.l. toegekende
bijslag aan do daarbij bedoelde werklieden der gemeen
te wordt uitgekeerd, alsnog met drie maanden te ver
lengen en alzoo te doen eindigen op 1 Mei 1912.
B. Burgemeester en Wethouders uit te noodigen
te zijner tijd de financiëele voorstellen te doen tot
vinding der sub A bedoelde gelden.
Conform besloten.
VERORDENING VOOR DEN BITRGERLIJKEN
STAND.
B. en W. stellen den raad voor onder intrekking
der verordening vastgesteld bij raadsbesluit van 20
April 1904 (Gemeenteblad No. 168) vast te stellen
een nieuwe verordening, houdende bepaling van het
aantal ambtenaren van den burgerlijken stand; de re
geling van de werkzaamheden tusschen de verschillen
de ambtenaren en van de uren waarop de bureaux van
den burgerlijken stand zullen geopend zijn.
Aangenomen.
ALGEMEENE HERZIENING DER PLAATSE
LIJKE STRAFVERORDENINGEN.
Ter voldoening aan het bepaalde bij art. 178 der
Gemeentewet, en in verband met de circulaire van
H.H. Ged. Staten dezer provincie van 19 April 1911
No. 91, Prov. Blad No. 48, stelt de commissie voor het.
ontwerpen van verordeningen, tegen welker overtre
ding straf is bedreigd, voor vast te stellen eene veror
dening, houdende geldigverklaring van de plaatselijke
strafverordeningen.
De heer Dorbeck, lid der commissie, vraagt of
men voortaan niet wat meer tijd kan krijgen om de
verordeningen na te gaan. Voorts dringt spreker aan
op een algeheels herziening der algemeene politiever
ordening.
De Voorzitter zegt, dat de schuld niet bij den
Voorzitter ligt, doch bij de gezondheidscommissie, die
zoo lang gewacht heeft met de toezending.
De heer Dorbeck spreekt de hoop uit, dat men
zal krijgen een gezonde politieverordening, zoodat ver
vallen kunnen de verordeningen tot wjjziging der
politieverordening.
De Voorzitter vereenigt zich daarmede.
Het punt Werkloozenfonds" wordt van de agenda
gevoerd, waarna de vergadering wordt gesloten.
VERBETERING.
In het raadsverslag van gisteren is abusievelijk
punt n der ingekomen stukken op een verkeerde plaats
gezet Dit moet worden vermeld! na do daaropvolgen
de discussie, welke bij punt m behoort
Damt
heelt gaarne een rooskleurig, jeugdig uiterlijk, een rein
lach» teint en een blanke fluweelzachte huid. Dit alle*
geeft:
van Bergmann Co., Radebeai-Dresden
a Fabrieksmerk: .Stokpaardjes"
alleen echt in rood-geele (hollandsche) verpakking
k 50 cents per stuk verkrijgbaar bij:
LEO BIJLOOS, Coiffeur, LangestraatJ. SCHOU
TEN Co., Iluigbrouwerstraat, Alkmaar.
©FUnste delicatesse /R,PI)0ri1
op brood, beschuit
en gebak.
BUS
18 cent
f 0.42'A
f 0.80
f 1.50
Febrikanle Cacaofabriek Alcmaria J. C. BAAN C, Co., ALKMAAR.
Diploma N. T. V.
- GEESTERSINGEL E 32.
beveelt zich aan tot het geven
van PIANO ONDERWIJS.
De BANK verleent erediet voor handel, land
bouw en Nijverheid. Gelden worden In depot ge
nomen, rente 31 pereent.
VerkrUgbaar 4 depostto-obligatlën in stuk
ken van f ÖOO.en f ÏOOO.voorzien van half-
iaariyksclie coupon a per 2 Januari en 1 Juli,
met een looptijd van minstens een jaar.
Des ZATERDAGS te A L K M A A R in het koffie-
huis „de Tabakshandel", aan het Waagplein van 11
tot 1 uur.