DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. ;ONA' Cacao De beste voor den prijs. m 2. i No. 28 Honderd en veertiende Jaargang. V R IJ D A O 2 FEBRUARI. VAN HOUTEN'S 1 Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. ZOO ZIET EEN BUS ER UIT. Met volle gerustheid kan aan het publiek de beoordeeling van dit fabrikaat worden over gelaten. 1 Kg. 1.50 y9 - 0.80 ft Kg. fOA2± Ho 0.18 B 1 IS Hf E iN L A JV 1). EEN SCHIP ONDER EEN BRUG BEKNELD. s<#32S ALKMAAR, 2 Februari. Wij hebben geruimen tijd geleden melding gemaakt van de „klewangwettende krijgsgezangen," die de Ita- liaanseke dicht er Gabriele dPAnnunzio vervaardigde onder den invloed van den Italiaansch-Turkschen oorlog. Natuurlijk verheerlijkten die verzen de Itali- aansohe vaderlandsliefde en den Italiaanschen meed. Ze werden in Italië „verslonden" en in Tripolis lazen de officieren ze aan de soldaten voor, die zelf niet kunnen lezen, althans het meerendeel niet. De heer d'Annunzio was een groot man en noemde zich met bescheidenheid „Italië'»' eerste dichter." Zijn „Cau- zone's" verschenen in boekvorm, maar. de uitgave werd door de regeering verboden. De regeering kon er niet» tegen hebben, dat er op dichterlijke wijze geestdrift werd ontvonkt, doch zij kon niet toestaan, dat er ini versvorm minder gunstig werd gesproken over den bondgenoot, Oostenrijk. En dit laatste was het geval. Een der liederen heette het lied der Dar danelles en daarin werd een aanval gedaan op den keizer van Oostenrijk, van wien men overigens in Italië maar niet kan vergeven, dat hij in het destijds nog Oostenrijkseh zijnde LombaTdije is opgetreden. De heer Maurit» Wagenvoort gaf van de door de Itali- aansohe regeering gewraakte drie terzinen de volgen de vertaling: Eèn gaat dit meer dan de andren nog ter harte, Het is do Beul, als heil'ge haast geprezen, De Engel van de eeuw'ge galg en hare smarte. O, rouwend Mantua, Belfjoor verwezen, Lombardy's doodsfcuil, Triëest smart nog barend. Hebt gij van grooter wonder ooit gelezen? Afkeer en walg van deni twee-kop-gen arend, Die, als een gier, wijl onverteerbaar, uitspuwt, Het lijkaas hem, met felle kramp doorvarend. De dichter doelt o.a. op de kerkers van den Spiel berg, waar jonge mannen onbezonnen woorden of da den boetten met strenge straf en op Belfiore, waar de Oostenrijkers velen aan galgen hebben opgehangen. De regeering nu vond1 het niet gewenscht dergelijke herinneringen op te wekken en in verband daarmede den grijzen-koning een beul te noemen. Berweerd wordt, dat schrijver en uitgever de inbe slagname hebben voorzien en als gratis en goede re clame graag hebben gewenscht. Bovendien moeten er maar 100 exemplaren der krijgszangen zijn gedrukt. Deze werden voornamelijk rondgezonden aan provin ciale bladen, welke zo ten deele hebben opgenomen. In de groote Italiaansehe pers woTdt tegen het optreden van den dichter intusschen krachtig geprotesteerd. In d« Frankf. Ztg. staat bijv. bet oordeel van het blad „de Stampa" weergegeven. Deze courant vervalt ech ter in het euvel, dat dezer'dagen door Clément Vau- tel, den opvolger van den te vroeg gestorven Harduin, in de Matin werd gewraakt. Naar aanleiding van een protest van mevrouw T. Lardin-de Musset tegen de uitdrukkingen: „verschrikkelijke dronkaard, igno- bel gedrag enz. enj., welke onlangs gebezigd werden in een artikel over haar oom, den onsterfelijken dich ter der „Nachten," keurde deze schrijver het af, dat allerlei slechte eigenschappen worden nagespeurd van groote schrijvers. Laten wij, zeide hij, aannemen, dat hij vóór tafel wel eens een glaasje te veel gebruikte en er dan niet verder over praten. Ik bedoel, zoo ging hij voort, dat wij den mensch dan verder met rust moeten laten en den dichter herlezen. Waar dient het toe, de gebre ken^ zwakheden, belachelijke eigenschappen van groo te schrijvers aan den kaak te stellen. Spreekt men over Verlaine? Gauw het verhaal van het armoedig bestaan van den genialen dronkaard. Qeef hier de ph15tographie en de teekeningen, die hem voorstellen op een bank, in een tapperij Een uitgever doet juist eemige aanteekeningen uit een kladboekje van Baudelaire; wij vinden er in de optelling van zijn schulden bij de waschvrouw, bij den eigenaar van een armzalig restaurantEeö onlangs verschenen werk van Lamartine is gewijd aan de afschuwelijke jaren, die hij doorworstelde, steeds trachtend zich staande te houden te midden van zijn schuldeisohers. Zelfs Jule» Lemaitre slooft zich uit, om te bewijzen, dat Chateaubriand! een bruidschatja ger, eeu leugenaar, een ridder van de droevige figuur zonder eenige moraliteit was. Mocht ge geneigd zijn, tot een van deze kritiek- schrijvers te zeggen, dat een of ander groot dichter een studie waard zou zijn, hij zou u oogenblikkelijk vragen: „Was hij een dronkaard, ha<f hij verkeerde neigingen? Niet? Dan loont het de moeite niet; het is niet interessant! Wanneer zullen wij bordjes zien verschijnen met de woorden: Behandelt onze Groote Mannen met zacht heid!? Het hierboven gewraakte standpunt wordt ook in de Stampa ingenomen ten opzichte van d'Annunzio. Het blad verhaalt, dat de dichter voor zijn schuld eisohers is gevlucht, haalt verschillende min-aangena- me dingen uit zijn leven aan. Dit is jammer. Want er zit overigens veel sympathieks ini dat artikel. Zoo wordt er met kracht tegen opgekomen, dat een grijs aard wordt beschimpt, die reeds met één voet in het graf staat. Zoo wordt terecht „het lied der Dardanel- len" een onvaderlandsche, slechte daad genoemd, wel ke in het openbaar zooveel mogelijk dient te worden afgekeurd. Zoo wordt eT op gewezen, dat juist nu Oostenrijk door de wijzigingen in den generalen staf hoeft getoond, met Itaiië's belangen rekening te wil len houden. Zoo wordt tenslotte betoogd, dat juist nu het bondgenootschap gewenscht blijft. Ook andere couranten keuren met dergelijke argu menten het optreden van den dichter af en prijzen het in de regeenng, dat zij de gezamenlijke uitgave van den bundel in beslag genomen heeft, zoodat tenslotte het doel van den eerzuciitigeu d'Annunzio, om munt te slaan uit het oorlogs-spel wel niet zal worden be reikt. EERSTE KAMER. Do minister van oorlog (de heer Colijn) beantwoordde in de vergadering van gisteren de spre kers over de Militiewet. Sprekende over het karakter van zijn ontwerp wees de minister op het behoud van het oude beginsel van 1901kadermilitieleger, waarbij dit ontwerp de fouten zoekt, weg te nemen. Hij wee» het verwijt van te weinig spoed betracht te hebben af en weerlegde dan de tegen het ontwerp zelf ingebrach te bezwaren, wat 'betreft vrijstelling van kostwinners, kaderplicht, nummerverruiling bij het blijvend gedeel te, handhaving van het tweeploegenstelsel, het blij vend! gedeelte, afschaffing van de 4-maanders, ver mindering van herhalingsoefeningen, administratie- troepen ep de 6V2 maanders. De minister ontkende dat door het laatste instituut zijn ontwerp op een volksleger aanstuurde en verdedigde de minister den eerste-oefeningstijd van 8% maand Het doordrijven van een langeren oefentijd door de huidige meerder heide ware politieke chantage geweest. Men behoeft door de woorden „ten hoogste 8V2 maand" niet bang te zijn voor inkrimping van den oefentijd. Voor d vorming van een beroeps-soldaat is «elfs 12 maande: oefening onvoldoende; doch wij hebben geen staand leger en in ons kader-militieleger is 8Yz maand ge noeg om den burger te oefenen en den militairen geest over hem vaardig te maken. Daarna "beantwoordde de minister van binnen- landsche zaken (de 'heer Heemskerk) enkele sprekers en besprak o.a. de bedoeling van de woorden „ten hoogste 8V2 maand" en de houding der Regee ring ten opzichte van den duur der eerste oefening. na do publicatie van het advies van den Raad van De fensie. De minister verklaarde ook het standpunt der Regeering ten opzichte van het tijdstip der behan deling van de Militiewet. Bij de replieken zei de heer 't H o o f t (A.-R.), dat publicatie van de adviezen van den Raad van Defen sie geen regel is. Hij oefende voorts critiek o-p de wij ze, waarop do Reg. uitstel en vervorming van haar ontwerp toeliet in de andere Kamer. Hierna sprak de heer Staal (U. L.) en dupli ceerden de ministers. De Militiewet werd dan aangenomen zonder hoofde lijke stemming. Voorts werd aangenomen zonder debat en zonder hoofdelijko stemming het wetsontwerp tot verhooging van de vestingbegrooting voor 1911. Daarna vingen de beraadslagingen aan over de wets ontwerpen betreffende het toekennen van een duurte- toeslag voor rijksambtenaren en beambten. De heer Van Wassenaar betoogde dat men bij verwerping hier twee dingen in het oog heeft te houden. Aan het argument van de gewekte verwach tingen heeft men zich niet te storen, evenmin aan het feit dat men verwerping ons kwalijk zal nemen. Men heeft er echter rekening mede te houden, dat door deze ontwenpen anderen worden achtgesteld, die bo vendien vogr dezen toeslag hebben bij te dragen. Ook ontkende spr., dat er een noodstand is. Dergelijke ontwerpen schaden het verantwoordelijkheidsgevoel en scheppen een precedent. Om deze redenen zal spr. tegen stemmen. De heer Ilaffmans wenschte te motiveeTen waarom hij zal voorstemmen. Vooropstaat, dat er in derdaad duurte van levensmiddelen is. Voorts treedt de Staat hier op als iedere werkgever. Dat de duurte- toestand thans veranderd is doet niets ter zake; er heeft een feitelijke noodstand bestaan. Waar ver schillende particulieren en instellingen toeslag gaven, heeft de Staat als werkgever daar evenzeer het recht toe. Door toeslag werd het onmiddellijke doel bereikt en het is minder bezwarend dan salaris-verhoogiug. De gewekte verwachtingen vormden voor spr. geen reden om voor te stemmen. De heer Reekers verklaarde van het woord af te zien. De heer H o v y betoogde dat de loonen der arbei ders zoodanig zijn, dat zij geen buitengewone omstan digheden kunnen velen. Spr. verheugt er zich dan ook over, dat zoovele werkgevers spontaan tegemoet gekomen zijn aan den nood. De goede geest wordt hierdoor bevorderd. En van afdwingen van den toe slag was geen sprake. Dat ook de regeering toeslag wenschte te geven, acht spr. begrijpelijk. Spr. vraagt of de regeering niet zoo ver kan gaan om niet alleen den hoofden van gpzinnen, maar ook den kostwinners toeslag te geven. Hij hoopt dat deze ontwerpen aan genomen zullen worden. De heer v. Weideren Baron Rengers heeft ernstige bezwaren tegen het ontwerp en zal dUs tegenstemmen. Naar zijn meening behoort de trakte mentsregeling van alle staatsambtenaren zoodanig te zijn, dat deze in Aiillijke verhouding staat tot de ge presteerde diensten en bun maatschappelijke positie. Wordt deze verhouding verbroken, dan is 't plicht der regeering daarin te voorzien. Den voorgestelden toeslag noemde spreker een be- treurenswaardigen, demoraliseerende maatregel. Van filantropisch standpunt is zij misschien toe te juichen, maar voor do betrokken personen is zij demoralisee rend; die worden door het antecedent geprikkeld, om in komende gevallen te rekenen op regeeringssteun en niet langer hun uitgaven te regelen naar hun inkoms ten. Demoraliseerend voor opvolgende regeeringen, die van dit precedent zullen profiteeren om voor wer kelijke of vermeerdere behoeften uit Rijks schatkist te putten. Demoraliseerend vooral ook voor de Volksver tegenwoordiging, die aldus voor een hoogst moeielijk dilemma, niet nader aan te duiden, gesteld wordt. Zwakke leden kunnen er toe gebracht worden, aldus een greep te doen uit de schatkist welken zij voor hun geweten niet kunnen verantwoorden. De vergadering werd hierna verdaagd tot hedenoch tend 11 uur. DE GROENENQUAESTIE TE LEIDEN. De minister van Justitie schrijft in de memorie van antwoord! op het Voorloopig Verslag der Eerste Ka mer nopens zijn begrooting, dat hij het betreurd heeft, dat professor de Groot het bewuste libretto ini zijn „Gesloten Brief" heeft laten herdrukken en daardoor aan den inhoud van een in zoo sterke mate pornogra fisch geschrift nieuwe ruchtbaarheid heeft gegeven. Over het herdrukken en verspreiden heeft hij tot pro fessor De Groot een geheim schrijven gericht, waar van hij zich niet gerechtigd acht, den inhoud mede te deelen. Een aanzegging, als waarvan minder juist door professor De Groot in zijn schrijven aan degenen, die het geschrift van hem ontvingen, gesproken wordt, heeft de minister hem niet doen toekomen, waartoe hij dan ook de bevoegdheid mist. De minister zegt verder overtuigd te zijn, dat pro fessor De Groot, den brief verspreidende, meende uit sluitend in 's lands belang te handelen, en hij heeft zijn houding overeenkomstig die overtuiging bepaald. Doch do minister komt op togen de bewering, dat voor de toepasselijkheid van art. 240 van het Wetboek van Strafrecht een dolus, het geheele delict beheer- 6chende, vereischt is, dat noodig is de bedoeling tot kwetsing van de eerbaarheid. Wat het oogmerk was bij de verspreiding van een pornografisch geschrift, wordt door de wet niet gevraagd, evenmin door het thans vigeerende artikel, al# door hetzelfde artikel vóór de laatste wijziging. De door enkele ledeD gemaakte opmerking, dat ge noemde geleerde beter had gedaan met den gesloten brief alleen op de griffie der Kamer ter inzage voor de leden neder te leggen, acht de minister niet te zij ner beoordeeling. VLOOTDOMINéS. Aan boord van de oorlogsschepen ini de directie van marine te Willemsoord is naar „Het Volk" meldt de volgende bekendUiaking opgehangen: Bekendmaking, „dat het bestuur der Vereeniging „Geestelijke Bij stand" den predikant A. Buiskool voorloopig heeft aangesteld als voorganger, die de behartiging der geestelijke belangen onder do Marine te Helder zal ter hand nemen. Evenals aan andere predikanten is aan dezen vrijen toegang verleend tot do vloot en tot de inrichtingen van Hr. Mr. Zeemacht" Het matrozenblad „Het Anker" merkt hierbij op, dat dominee Buiskool een vrijzinnige predikant is, een concurrent dus van Ds. Warner». Gemengd Nieuw». DIEFSTAL IN EEN KERK. In de Gereformeerde kerk te Tilburg hebben onbe kende daders een offerbus opengebroken en het daarin aanwezige geld ontvreemd. Door verbreken van een ruit beeft men zich toegang verschaft. OP DE CHINEEZEN-JACHT. Gisteren meldde een bericht, diat de politie te Am sterdam druk in de weer was met het zoeken naar een 15-tal Chineesche stokers en matrozen van de equipa ge van het Duitsche stoomschip „Sophie Rickmers," die sinds Zondag gedrost zijn. De Chineezen zijn niet gevonden. Het vaartuig is zonder de ontsnapte schepelingen vertrokken. Woensdagavond, omstreeks 9 uur, ondervond 't ver keer over de Koningshaven, te Rotterdam, de verbin ding tusscihen Rotterdam en Feijenoord, eene belang rijke vertraging. Toen het Rijnschip „Maria Josefi- na II," gesleept door een sleepboot, de geopende voet brug passeerde, kwam het in botsing met het draaiba re gedeelte van de brug. De brug zwaaide rond en het schip raakte er onder bekneld. De havendienst nam terstond krachtige maatrege len en liet drie stoompompen aanrukken, die het ruim van het schip vol' water pompten. Het schip kwam daardoor dieper te liggen en raakte alzoo vrij. Eerst te half elf kon het verkeer weer geregeld' plaats vinden. Het schip en de brug bekwamen beide averij. Daar het schip de spoorbrug reed» gepasseerd wa», ondervond het spoorwegverkeer geen vertraging. BEDRIEGELIJKE BANKBREUK. De rechtbank to Haarlem heeft een bevel tot gevan genneming uitgevaardigd tegen den winkelier K. die Maandag met de noorderzon verdween. Hij wordt verdacht van bedriegelijko bankbreuk. VERMIST. Sedert Maandagmorgen worden te Rithem (Wal cheren) een jongeman van 23 en een meisje van 17 jaar vermist. Zij hadden verkeering met elkaar, waar de ouders tegen waren. EEN RUIME GIFT. Naar het Vrijzinnige Godsdienstige Weekblad voor Amsterdam meldt, heeft een lid van de Vereeniging voor Vrijzinnige Hervormden daar 1000 voor de pro paganda geschonken en zich een dame, die over veel vrijen tijd beschikt, bereid verklaard! voor de vereeni ging te werken. INBRAAK. In het modelpandjeshuis aan de Rembrandtstraat t« 's-Gravenhage, waar de Maatschappij tot oprichting en exploitatie van CTedietinstellingen tegen den woe ker is gevestigd, is Woensdagavond, vermoedelijk in een onbewaakt oogenblik, even vóór half zes, inbraak gepleegd. Vermist worden uit de étalage-kast vier ringen, een goud kettinkje en een zilveren kettinkje. Uit een bovenruit van een der ramen was een stuk gesneden. Vermoedelijk heeft men nu met eeu stok of haak de genoemde voorwerpen door de in het raam gemaakte opening weten te bemachtigen. Eene bewoonster van een huis aan de overzijde van het pandjeshuis heeft verklaard, iemand 's avond» ten tijde dat de diefstal moet zijn gepleegd, ter plaatse gezien te hebben. Van een en ander i» aangifte gedaan. De inrichting van bovengemelde Maatschappij is tegen inbraak of dief stal verzekerd. DE VOS ONTSNAPT. Omtrent de ontvluchting van De Vos wordt nog het volgende gemeld: Het hoofd der veiligheidspolitie heeft Dinsdag een onderzoek gedaan in de woningen van de medeplich tigen aan do vlucht van De Vos. Bij Maurits Alexan der de Vos in de Avenue Ghoisy 61 vond men een rol staaldraad, gelijk aan die welke gediend' heeft om de ladder te maken met behulp waarvan de gevangene ontkwam. Bij den tweeden broeder, een tolk op de Avenuo d'Italie 74, werd niets verdachts gevonden. Een zekere mejuffrouw B., die door de politie ge hoord werd in verband met de ontvluchting, verklaar de, dat zij Zaterdag 27 Januari van uit de getuigen- zaal van het gerechtshof den broer van De Vos gezien heeft bezig het venster te onderzoeken, vanwaaruit hij des Maandags den vluchteling de staaldraadladder zou toewerpen. Toen de betrokken persoon voorge bracht werd, herkende mejuffrouw B. hem beslist. II *t is dezelfd# getuige, die Maandagmorgen de beide

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 1