DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
LIEFDESOFFER
No. 35
Honderd en veertiende Jaargang.
1912.
ZATERDAG
SPROKKELINGEN.
FEUILLETON.
10 FEBRUARI.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzondei lijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Telefoonnummer 3.
MARTELAREN DER WETENSCHAP.
ALRMAARSG
CODRANT.
CHARLES DICKENS.
Het was den 7den Februari 100 jaar geleden, dat
Charles Dickens te Portsmouth werd geboren. In En
geland is dit1 feit natuurlijk op velerlei wijzen her
dacht, maar in de geheele beschaafde wereld heeft
men het opgemerkt een man, die in. zijn werken
zoo zeer het algemeen-menschelijke op den voorgrond
stelt behoort niet aan één natie, maar is internatio
naal eigendom. Wel, wie heeft er geen werken vau
Dickens gelezen, en in welke taal werden zijn werken
niet vertaald?
Het Britsche museum moest voor zijn catalogus
afzonderlijke letterteekens laten maken, om de titels
van de Aziatische vertalingen te kunnen weergeven.
En hoe in ons land Dickens nog altijd) gelezen
wordt, kan hieruit blijken, dat er van de Dickens-
uitgaaf der Gebrs. Cohen jaarlijks 20.000 deelen wor
den verkocht 1
Dit feit bewijst dat de personen uit dé werken even
goed1 onze vrienden zijn als ze het waren van onze
ouders. Geen ander schrijver heeft zooveel lezers ge
vonden.
Hen weet, dat Dickens een droevige jeugd gehad
heeft in David Copperfield wordt zijn leven ge
schetst. Zijn vader kon onmogelijk acht kinderen den
kost geven en kwain wegens schulden in de gevange
nis. De tienjarige jongen werd leerling in een schoen
poetsfabriek, maar kon twee jaar later weer naar de
school gaan In 1827 werd hij klerk op een advocaten
kantoor, in 1820 rechtbankverslaggever van een cou
rant, later Kamerverslaggever. In zijn vrijen tijd
schreef hij kleine schetsen onder den schuilnaam Boz
en ook zijn Picwick-club. Het laatste boek verscheen
in afleveringen, maar maakte weinig opgang. Van de
eerste 8 afleveringen werden er 100 exemplaren ver
kocht, zoodat dé uitgever reeds meende, dat zijn geld
in een slecht zaakje was: gestoken. Alleen de figuur
van Sam Wolier redde het debiet. Heel Engeland,
Ierland en Schotland' lachte over Sam en teekenend
is de volgende anecdote:
Iemand, die hevig ziek was, werd! aangezegd dat hij
zich op den dood' moest voorbereiden e» de dominéé
sprak lang en ernstig met hem over zijn naderend' ein
de. Toen deze ten slotte wegging, hoorde bij den pa
tiënt zeggen: „Gelukkig, over 3 dagen komt er weer
een aflevering van Picwick".
Sam bracht. Dickens dadelijk tot roem en rijkdom,
loen hij huwde, leende hij 390 gulden om zich in te
richten, voor de eerste 25.000 exemplaren van zijn
laatste werk, dat hij niet meer heeft voltooid, ontving
hij vail den uitgever 87.000 gulden, van een Ameri-
kaansch blad voor het afdrukken van de eerste hoofd
stukken 12.000 gulden. Hij las zijn schetsen zelf voor
en verdiende daarmede in Amerika 230.000 gulden.
Hij leefde nog al duur en heeft dus behalve een land
huis niet meer nagelaten dan 900.000 gulden. Voor
de studies voor zijn romans schuwde hij tijd noch
moeite. Als hij van het groote werk uitrustte, schreef
hij kleine verhaaltjes, zooals zijn kerstverhalen. Dic
kens heeft veel en goed sociaal werk gedaan, hij heeft
de menschen heter gemaakt en misstanden aan het
licht gebracht. Kerstverhalen hehooren tot het aan-
doenlijkste en gevoeligste dat hij geschreven had.
Toen zijn beroemd Kerstsprookje verscheen, steeg zijn
roem wel ten top. Dag aan dag ontving dé schrijver,
gedurende dien ganschen Kersttijd, brieven van vol
slagen vreemdelingen, brieven, die ik, zegt de levens
beschrijver Forster, toentertijd! met verwondering en
door
RUDOLF STRATZ.
34) o
„Laat mij toch eindelijk eens met rust, met al die
menschen I zeide Vera. Zij was tegenover hem gaan
zitten, haar parasol dwars over haar knieën; zij zag
bleek.
Hij i era aderde bereidwillig van onderwerp. „Nu
3® hoofd'zaak is ook niet, hoe de gasten zullen
zitten, maar wel, wat zij zullen eten!" hij tastte met
een verrukt gezicht in zijn borstzak. „Wil je het me
nu eens zien, mijn schat?"
Zij beet zich op de lippen en keek hem zonderling
onderzoekend aan. Hij begreep, dat dit ook al geen
gelukkig voorstel van hem was. Hij kon de laatste
acht of veertien dagen geen goed) meer bij haar doen.
Wat. hij ook zeide, heb was nooit naar haar zin. Nu
zeide zij„Zeg.luister eens.
„Ja?" Hij schikte wat naderbij. Hij was al ver
heugd, als zij uit zichzelf over iets begon. Zoo groot
als den geheelen winter haar belangstelling was ge
weest voor hun nieuwe woning, zoo groot was nu haar
onverschilligheid voor alles, wat haar toekomst betrof.
„Ik moet. je wat zeggen, Christohp!"
„En dat is, mijn schat?"
„Wij hadden een veertien dagen geleden ©en onder
houd over dien neef van je, dien baron Sybold, die het
noodig vond, mij te spionneeren.
„Ach, praat mij niet over dien vent!" zeide hij ver
stoord. „Aan hem heb ik mij meer geërgerd, dan hij
waard is. Ik heb hem er toch uitgesmeten! Gisteren
stuurde dat monster mij zijn secondant. Gelukkig
heeft zich een ergens opgedoken eereraad bereid ver
klaard, satisfactie te geven. Wat wil je nog meer. 't
Zal m© alleen wat geld kosten!"
genot gelezen heb, volstrekt niet van geletterde cor
respondenten, maar van gewone, hoogst eenvoudige
menschen, en altijd was schering en inslag dat zij
hem vertelden doorspekt met allerlei naïve bijzon
derheden hoe men zijn Sprookje had voorgelezen en
hoe men het een bijzonder hoekje op de boekenplank
gegeven, en hoe het hun allen, hoofd' voor hoofd,
„een wereld van goed" had! gedaan„God1 zegene'
uw goed hart", schreef Lord) Jeffrey (dé criticus en
staatsman). „Wel moogt gijzelf gelukkig zijn, want
,eeï? ,er zek©r van, dat gij meer goed gedaan hebt met
dit kleine boekje, meer harten verwarmd, en moer po
sitieve liefdedaden uitgelokt hebt, dan er kunnen toe
geschreven worden aan alle preekgestoelten en biecht
stoelen in de vereenigde Christenheid sedert 1842".
En Thackeray schreef hem: „Uw hoekje schijnt mij
een nationale weldaad, een persoonlijke vriendschaps
dienst, bewezen aan iederen man/vrouw of kind! die
het leest."
Aan Dickens zelf bereidde deze weerklank van zijn
boekje een gevoel van jrnvermengde vreugde, van in
nige, diep gevoelde verrukking. „Want hij was,"
zegt horstel-, „als 't ware verpersoonlijkt met Kerst
mis-gewaarwordingen; de vroolijkheid en genoeglijk-
heul' van dien tijd, de uitgelaten feestvreugde zelfs,
waren zoo geheel in zijn geest; tot zijn persoonlijkheid
behoorde do speels-chheid' evenzeer als de reine, vro-
me indrukken, de algemeene menschenliefde evenals
het voorrecht van dien dag, om ook over de donker
ste, treurigste plaatsen ten minste 'n straal van licht
te verspreiden."
DUUR SPEELGOED.
In de zestiende eeuw was in Frankrijk duur speel
goed in de mode. Clotild© de France, hertogin van
Lotharingen, liet de geheele inrichting voor een kin
derkamer uit zilver door een goudsmid vervaardigen
en kardinaal de la Valette schonk aan mademoiselle
de Bourbon een poppensdaapkamer met zilveren meu-
wölke met de poppen, naar de geldswaarde van
dien tijd, 3600 gulden kostte. Toen Lodewijk de Der
tiende nog een kind was, kreeg hij van zijn moeder o.
m; een verguld zilveren schip op raderen, dat .door de
wind voortgerold kon worden, en van den hertog Sul
ly een koets met poppen van goud en zilver. De dau
phin speelde met looden soldaten, Lodewijk de Veer
tiende daarentegen met zilveren.
Het kostbaarste speelgoed van een heerscher zal
wel de kleine keuken uit goudbrons van Lodewijk den
Zestiende geweest zijn, een kunstwerk, door Cassieri
gedreven.
Sinds eenige dagen is in do koninklijke boekerij te
Kopenhagen het dagboek wan de natuurvorscher Ha
gen, Mylius-Erichsen en Broenlund tentoongesteld.
I eze personen zijn op een ontdekkingsreis in Groen
land! omgekomen. Hagen bezweek het eerst, toen
My11us-ErichsenBroenlund1 wikkelde de beide lijken
in linnen en bedekte zo mpt sneeuw. Hierna kroop hij
zijn voeten waren bevroren drie mijlen naar het
zuiden. Toen hij bemerkte, dat zijn krachten hem be
gaven, groei hij zichzelf een graf, ging er in liggen
en wachtte kalm den dood af. Het dagboek, dat hij
tot aan zijn laatsten ademtocht bijhield, werd! naast
net lijk in een kistje gevonden, waarin ook de door
riagen en Broenlund geteekende kaarten lagen, bene
vens de verklaring, waarom het doel der reis niet werd
bereikt, de mededeeling, waar de lijken van zijn lotge-
n°,0.l;erï "'aren te vimlen en een verhaal van zijn vree-
selijk lijden.
Vera had ternauwernood geluisterd. Zij ging on
verstoorbaar voort: „Ik heb je indertijd beloofd, dat
ik met mijn eersten man alleen zaken betreffende
harla zou bespreken."
„Ja."
„Welnu: ik .heb mijn woord gebroken, Christophl"
„Hoe? Wat?"
„Ik weet ook niet, hoe het gegaan is. Hij bracht
my een bezoek, alleen om over het kind1 te spreken.
Dal- had ik bedongen. Maar daarbij kwam het van
het een op het ander en ten slotte hebben wij wel twee
uren lang samen zitten praten, over alles
on I lerici was opgestaan en liep heen en weer in
de kamer. Nu stond' hij, de handen op zijn rug, voor
het open balcon en keek in het- groen van den Tier-
garten. Hij was zeer geërgerd, maar vreesde toch
een nieuwe scène, nu, eenige dagen vóór het trouwen.
Zijn aanstaande vrouw was toch den laatsten tijd al
zoo raadselachtig en grillig. Met zijn aangeboren
gemoedelijkheid zeide hij alleen:
„Hm!.Prettig is dat nu juist niet
„I)at heb ik ook niet beweerd, Christoph
„Maar misschien hadt je, juist in dezen tijd, er be-
hoe.te aan, je eens uit te spreken. Ik kam daar niet
over oordeelen; ik heb daar geen verstand' van. Ik
was tot nu toe maar een oude vrijer! En nu je het
mij zoo eerlijk zegt laten wij er maar niet meer
over praten, kind! Hij vond zichzelf bijzonder groot
moedig in zijn rol vam vergevende. Het gaf hem ein
delijk een gevoel van overwicht over haar, tegen wie
hij hoe langer hoe minder opgewassen bleek. Hij
stond op, keek evenangstig om zich heen, of misschien
een van de werklui, die in huis waren, hef. kon bemer
ken; toem boog hij behoedzaam tot haar over en kuste
haar op het voorhoofd!. Zij was blijven zitten en liet
net rustig toe. Maar onmiddellijk daarna ging zij
hardnekkig voort: „Ja, maar den Woensdag daarop
hebben wij weder een ontmoeting gehad in den Tier-
garten.
„Hè, wat?"
„Tk voet ook weer niet, hoe het eigenlijk is geko
men. Hij was niet aan den trein, toen, ik Karla vaav-
EEN COURANTENBERICHT.
In de courant „Gemengde berichten", welke te
Frankfort verscheen, stond! den 4den Februari 1774
het volgende bericht:
„De vrouw van den eersten rentmeester en de vrouw
van den eersten ontvanger te Parijs hebben onlangs
getoond hoe een hooggeplaatste dame haar rang moet
handhaven. Zij ontmoetten elkaar met rijtuigen in
een nauwe straat, waarin een van heide terug moest
gaan. Eer dat een harer dit had gedaan, bleven ze
liever van 's ochtends 9 tot 's avonds 4 uur voor el
kander staan. De bedienden voederden de paarden op
straat en brachten der vrouwen het middageten in het
rijtuig. Vermoedelijk zouden ook slaapmutsen, hoofd
kussens etc. zijn gebracht als niet de wijkmeester, om
aan de dwaasheid een einde te maken en de straat
voor het publiek weder te openen, het middel had! be
dacht, dat ze beiden achteruit konden rijden en dan
een andere straat inslaan 1"
BIOSCOOP-ONDERNEMINGEN.
De bioscoop-industrie heeft een hoogte bereikt, wel
ke zelfs de grootste optimisten niet zullen hebben ver
wacht. Reusachtige kapitalen zijn er alleen reeds ge
stoken in de film-industrie. Alleen de firma Pathé-
Frères te Parijs fabriceert per dag 80.000 meter film,
welke gemiddeld' 60 cents per meter kost. De inkom
sten van alle bioscoop-theaters per jaar wordt ge
schat op 600.000.000*gulden per jaar. Als paddestoe
len zijn bioscoop-ondernemingen, film-verhuurinrich-
tingen e. d. uit den grond verrezen. De goed begin
nende ondernemingen maakten goede winsten, maar
vele andere mislukten en kostten veel geld.
In het buitenland, in Frankrijk, in Italië, in Dene
marken en in de Vereenigde Staten ontstonden al
heel spoedig een concentratie, begon men trusten te
vormen. In Duitschland is men onder leiding van
den bekenden nationaal-liberalen afgevaardigde dr.
Padscho bezig met een, trustvorming. Het kapitaal
van deze trust, bedraagt 3.600.000 gulden. Tegelijker
tijd is men in Hamburg ook bezig een trust tot stand
te brengen met een kapitaal vanDeze
laatste trust wil vooral het Duitsche patent voor de
„Kinemakolar", de kinematografie in natuurlijke
kleuren, exploiteeren. Voor natuuropnamen moet de
ze nieuwe vinding uitnemend zijn, doch voor dramati
sche tooneelen en theaterstukken laat zij veel te wen-
schen over, daar de bewegende personen te vang wor
den. Deze onderneming werkt met 600.000 gulden en
stelt zich, behalve de exploitatie der uitvinding, ten
doel het exploiteeren van bioscoop-theaters in twintig
groote Duitsche steden en het verhuren van films.
Men stelt zich voor een jaarlijksche winst te kunnen
maken van. 70.5 procent!
VOOR I)4MEN.
Kiihj'H in de Modewereld.
Nu de koude weer voorhij is eu er in de luchts iets
lenteachtigs te bespeuren valt, zullen de winkeliers
meer succes hebben met de uitstalling van de nieuwe
voorjaarsblouses en -toiletten dan de vorige week. Be
halve deize zagen we costumes uitgestald, die zoowel
voor bal- als voor zomercostuumpje kunnen dienst
doen, ze kunnen echter nog voor een ander doel ge
bruikt worden en wel als toilet voor een bruidsmeisje.
In het voorjaar toch worden de meeste'huwelijken ge
sloten en daar deze tijd! weer spoedig aanbreekt, zal
door vele jongedames reeds worden uitgezien naar
bruids- en bruidsmeisjes^toiletten. De bruidstoiletten
komen weer meer en meer in aanzien, daar het trou
wen in een gewoon wandelcostuum niet meer zóó in
wel zei. Dat wist ik. Maar toen ik een half uur
daarna op een bank in het groen zat, stond' hij plotse
ling voor me.
„Nu en toen?"
„Toen zijn wij samen opgewandeld."
Von ITlerici boog zijn bovenlijf voorover en legde
zijn rechterhand achter zijn oorschelp. Zijn ritmees
ters en luitenants kenden vroeger op het exercitie
veld deze beweging maar al te goed. Dan barstte er
gauw een „Donnerwetter" los.
„Neem mij niet kwalijk!" zeide hij hoffelijk, terwijl
zijn gelaat zich donker kleurde. „Ik begrijp het niet,
maar mijn gehoor is niet zoo heel scherp meer. ik
versta telkens: Kapitein Gisbert en jij, zijn om zoo
te zeggen samen uit wandelen geweest?. -
„Ja. Tweemaal den Neuen See om en verder tot
aan de Tiergartenstrasse.
„Maar ben je dan gek geworden?!" barstte hij plot
seling uit, zoo, dat zij toch een weinig schrok en op
stond. „Himmeldonnerwetter. wat bezielt je toch
tegenwoordig?.... Vergeef mij mijn vloeken....
maar daar zou men waarachtig toe komen.Neen,
werkelijk. ik ben een goede kerel.maar, wan
neer je begint, mij zoo bij den neus te nemen ik
laat mij niet belachelijk maken!. ik begrijp dat al-
lomaal niet! Ook niet, dat je mij dit maar heel rus
tig zit te vertellen.
„Juist! Dat moet ik wel!"
„En wat hebben jullie elkaar dan wel te vertellen
gehad? Voor den dag er mee, asjeblieft!...." Nu
moet je mij klaren wijn schenken.
„Ik heb van mijzelf verteld den meesten tijd
niet veel belangrijks!"
„En hij
„Hij heeft toegeluisterd! Toen zijn wij gescheiden!
Anders niets!.
Von Ulerici sloeg met zijn vlakke hand tegen zijn
voorhoofd en staarde wezenloos naar die scboone,
jonge vrouw, die rustig voor hem stond. Toen stamp
voette hij en barstte uit: „Dat laat ik mij maar zoo
riet welgevallen, Veral Je kunt maar geen hans
worst van mij maken 1 Toen ik je vroeg, heb je „ja"
den smaak der dames valt als dit eenige jaren gele
den het geval was. De meest mod'ieuse bruidsjapon
is weer die met een langen sleep, welke naar verkie
zing vierkant of puntig kan zijn. 't Blijkt du9 dat
ook het voetvrije bruidstoilet weer afgedaan heeft.
Deze mode is slechts van korten duur geweest, daar
de traditioneel© sluier geen mooi effect maakt op een
korten rok, veel en veel meer komt zij tot haar recht
op een lange soepele sleep, het voornaamste ornament
van een dergelijk toilet. Wordt deze er niet aan aan
gebracht, dan is eigenlijk het eigenaardige karakter,
het cachet van het toilet verdwenen, evenals dat het
geval is, wanneer de japon kwistig en rijk versierd is.
liet bruidstoilet moet sober en streng zijn, de lijfjes
kunnen in kimono-vorm of met ingezette mouwen ge
kozen worden; in dit laatste geval wordt een fichu
over het lijfje aangebracht. De sitoffen, die voor de
bruidstoiletten gebruikt worden, zijn zeer verschil
lend. In de eerste plaats moet hierbij de aandacht
geschonken worden aan het feit, of do bruid! vaak in
de gelegenheid zal komen het toilet maar dan
eenigszins gewijzigd' te dragen of dat zij het na
den huwelijksdag niet meer zal dragen. In dit laat
ste geval kieze men goedkoopere fabrikaten, in het
andere ivoor-kleurig liberty-satijn, dat zeer modieus
is. I
De manier waarop de sluier bevestigd) wordt op het
haar, is evenals alles wat hij het toilet behoort, aan
mode onderhevig. Nu eens hangt oen deel van de
sluier voor het gelaat, dan weer wordt zij zeer vlak
boven het voorhoofd! bevestigd, terwijl zij een ande
ren keer weer laag onder het haar wordt vastgemaakt.
Do nieuwste mode is de sluier vast te maken met een
fijne guirlande van mirten-takken oranje-bloesem
heeft afgedaan of een snoer parelen, die om het
kapsel wordt gedragen en waaronder do sluier gedra
peerd! wordt bij wijze van kapje.
Het is bekend, dat men in) een klimaat als het
onze met practisch overleg zijn kleeding en voorna
melijk zijn onderkleeding moet kiezen. Een verkeerd
begrip heersclit hierbij nog altijd! en dat is, dat men
denkt in den winter zeer dikke stoffen te moeten
kiezen. Dit is echteT lang niet altijd het geval, men
moet meer letten op luchtlagen in het weefsel en op
de luchtlaag tussehen de huid' en de kleeding. De
lucht is namelijk een slechte warmtegeleider en wan
neer wij ons voor warm te-verlies willen beschutten,
dan kunnen wij niet beter doen dan ons lichaam met
een luchtlaag een luchtkleed zonden we kunnen
zeggen te bedekken en deze luchtlaag door den
aard van onze kleeding niet verloren laten gaan.
Vooral bij schoolkinderen, die iederen keer vanuit
een verwarmd lokaal naar buiten gaan, dient gelet te
worden op de factoren, die bij het kiezen van de win-
terkleeding in aanmerking komen.
Het is b.v. verkeerd hern in het koude jaargetijde
nauwsluitende handschoenen of nauwe laarzen aan te
trekken, Want dan ontbreekt de luchtlaag tussehen
kleedingstuk en huid. Ook zal een hen los omhullen
de mantel of jas hen meer warmte geven, dan een
nauwe dikke jas of mantel en 't is geenszins noodig
hen met dubbele kousen of dubbele onderkleeding
naar school te sturen. Dit moet alleen een maatregel
blijven, welke in uiterste gevallen wordt aangewend.
Wel moet in acht worden genomen, dat wol de meest
geschikte kleeding is voor schoolkinderen; dit weefsel
toch bezit alle eigenschappen, die theorie en praktijk
gezegd! Goed! Dat is dus een uitgemaakte zaak.
Wat nu je achtenswaardige eerste man tussehen ons
te stoken heeft, dat mag de duivel weten, maar ik
uiet I"
Vera zweeg, als ging haar de geheele geschiedenis,
nu zij die eenmaal verteld had, niets meer aan. Dat
wond hem nog meer op en hij ging woedend voort:
„Maar ik zal dat heer wel onderhanden nemen.I
Ik zal hem vragen, wat hij toch eigenlijk wel denkt.
Hij is toch ook officier, al is hij maar een infanterist!
Hij moet zich toch als officier gedragen...."
„Ik weet niet, in welk opzicht hij anders heeft ge
handeld!. zeide Vera koel. „Laat hem met rust!
Als je wat wilt, maak het dan met mij uitI"
••Ja jij M o e t je dan steeds doen, wat andere
menschen nooit doen? Eerst, als je de hemel en de
heele wereld op stelten zet, ben je tevreden 1 Maar als
mijn vrouw zul je dat moeten afloeren versta je
anders.
„Wat dan anders?"
Hij zag aan haar blik, dat zij tot het uiterste beslo
ten was, dat zij zelfs tegen het verbreken van hun
verloving niet zou opzien. Zij zeide: „Zeg het mij
mna/r in mijn gezicht! Ik heb wel een massa gebre
ken iedereen is het daarover eens maar laf hep
ik niet!"
„Maar als het mij te kras wordt
„Je kunt doen, wat je wilt. Overigens: het was
de laatste keer.
„Dat kun, je wel zeggen.
„Dan geloof je het maar niet!"
Er ontstond een pauze na haar norsch antwoord.
Von rierici streek werktuigelijk zijn hoogen hoed,
dien hij ondanks de hitte altijd droeg, glad. Eindelijk
vroeg hij
„En de reden?"
„Welke reden?"
„....dat je in den laatsten tijd zoo merkwaardig
veel met je eersten man moet omgaan?.... Dat is
niet alleen om het kind! Dat kind' is reeds acht jaar
op de wereld en is toch geen beletsel geweest voor je
scheiding. Vera.... het is toch opvallend.... dat
geef je toch toe. jullie kunt elkaar toch niets
meer te zeggen hebbenjij en hijOf wel?"
„Toe laat me met rust!"
(WerJk YsxYslgtl)