DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
LIEFDESOFFER
No. 45
Honderd en veertiende jaargang
DONDERDAG
22 FEBRUARI.
Ontwerp-Zomerdienstregelin-
gen voor de Spoorwegen.
FEUILLETON.
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroete
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Telefoonnummer 3.
41)
VERKIEZING EERSTE KAMER.
HET VERDRINKEN VAN MEVROUW EWOLDT.
ALKMAARSCHE COURANT.
•M
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge
meente ALKMAAR brengen ter algemeene kennis,
dat van heden af voor een ieder ter Secretarie ter in
zage zijn nedergelegd de ontwerpen van de zomer-
dienstregeling 1912 voor de Hollandsche IJzeren
Spoorwegmaatschappij, voor de Nederl. Centraal
Spoorwegmaatschappij en voor de Maatschappij tot.
Exploitatie van Staatsspoorwegen.
Eventueele opmerkingen betreffende deze dienstre-
gelingsontwerpen moeten rechtstreeks worden inge
zonden aan het Departement van Waterstaat, vóór of
op 1 MAART a.s.
Burgemeester en Wethouders van ALKMAAR,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 19 Februari 1912.
ALKMAAR, 22 Februari.
De Italiaansch-Turksche oorlog het is al gerui-
ruen tijd geleden, dat wij op deze plaats dit onderwerp
behandelden. Er is zeker geen krijg uit den moder
nen tijd aan te wijzen, waarvoor de belangstelling
zoozeer is verslapt, als voor den Tripolitaanschen. In
het begin was de belangstelling groot. De couranten
konden bijkans geen oorlogsnieuws genoeg geven. Par
ticuliere telegrammen uit Berlijn waar de beste
berichten gepubliceerd werden vertalingen van bui-
tenlandscho oorlogscorrespondenten en van artikelen,
geschreven door gezaghebbende personen, werden in
menigte opgenomen en kaartjes werden geplaatst, om
den lezer het volgen van den oorlog te vergemakkelij
ken. Zelfs besloten de groote Hollandsche bladen
's Manndagsochtends een afzonderlijke editie uit te
geven, om den lezer toch vooral op de hoogte te hou
den, hem niet van Zondagmorgen tot Maandagavond
te laten wachten.
Maar de lezer is zich langzamerhand niet meer
om dezen oorlog gaan bekommeren, hetgeen allereerst
tc wijten was aan de strenge censuur en toen aan het
gebrek aan oorlogsdaden. De Maandagochtend-editie
bleef achterwege, de kaartjes en de dure telegrammen
bleven achterwegeen ook onder het gewone
nieuws slonk de ruimte, aan den oorlog afgestaan.
De laatste dagen er echter weer een kleine opflik
kering gekomen. Generaal Caneva is te Rome ge
weest. Niet omdat hij teruggeroepen was, maar om
met de regeering te raadplegen. Hoewel het succes
der Italiaansche wapens lang niet zoo schitterend1 is
geweest, als men in den beginne had verwacht, heeft
men den generalissimus een warme ontvangst bereid.
Hij heeft natuurlijk de regeering geraadpleegd en er
zijn vele conferenties gehouden. Natuurlijk is het
verhandelde een diep geheim gebleven. Evenwel
er wordt beweerd, dat de besprekingen van groot
gewicht zijn geweest. Men kondigt groote verande
ringen aan. Zelfs is er sprake van een nieuw optre
den, dat Italië thans voorbereidt. Dientengevolge
vraagt de rubriek oorlogsnieuws weer wat meer ruim-
door
RUDOLF STRATZ.
o
„Een briefkaart van Albert."
Gisbert's jongste broer, leerling aan de krijgsschool,
was ongeveer een week tevoren van zijn paard geval
len en had zijn been gekwetst. Als gevolg daarvan
moest, hij nog steeds zijn kamer houden. Er stonden
slechts een paar woorden op de kaart:
„Beste GeorgAls het eenigszins mogelijk is, kom
dan vandaag nog even bij mij aan! Ik heb je iets ge
wichtigs te vertellen! Gegroet! Albert."
„Wat zou dat kereltje voor gewichtigs te vertellen
kunnen hebbenzei de kapitein vroolijk en ver
scheurde meteen de kaart. Hij had als oudere broeder
en als meer ervaren, getrouwd! man een zeker over
wicht over den jongen infanterie-luitenant, dien hij
overigens erg graag mocht lijden en die in vele op
zichten op hem geleek. Otti zei: „Die arme jongen
verveelt zich dood! Toe, Georg, ga eens naar hem
toe! Groet hem van me, en als hij braaf stil blijft
liggen, krijgt hij gauw weer een potje marmelade van
me!"
„Ik kan vandaag na den dienst wel even gaan!" zei
haar man.
Het was ongeveer één uur, toen hij de kamer in de
Luisekstrasse betrad, die door luitenant Gisbert van
het 300ste Pruisische infanterie-regiment bewoond
werd. De jonge man, met brain haar en donkere oogen
net als zijn broer, lag aangekleed op de sofa, zijn ge
kwetsten voet in een verband. Om hem heen lagen al
lerlei kaarten en krijgswetenschappelijke boeken ver
spreid. Hij maakte zich deze onvrijwillige rust ten
nutte, om eens grondig het eerste gedeelte van Napo
leon's Donau-veldtocht in 1805 en de Capitulatie van
te en belangstelling, en gaan wij er hier nog eens over
schrijven. Er wordt verklaard, dat als punt één op
het ontworpen programma de Italiaansche actie staat:
bevestiging en voltooiing van de bezetting der kust
strook en geleidelijke verovering van het binnenland.
Natuurlijk, zal men zeggen, immers dit is het doel
der geheele expeditie. Doch op het woordje „geleide
lijke" zal de nadruk moeten vallen. Generaal Caneva
moet namelijk van meening zijn, dat er van een
marsch naar het binnenland' voorloopig nog niets kan
komen, maar men zich vooralsnog tevreden moet stel
len met de Turksch-Arabische troepen terug te drij
ven tot min-vruchtbare streken en de Arabieren van
de Turken te bevreemden. Niet algemeen wordt deze
tactiek voor juist gehouden zelfs noemt men met
een herinnering aan den Romeinsehen dictator gene
raai Caneva Cunetator, hetgeen talmer, draler, beteo-
kent.
Er gaan evenwel geruchten over een ander krachtig
optreden. Van verschillende zijden wordt namelijk
gemeld, dat Italië van plan is een grooten slag te
slaan door den oorlog naar het Europeesch gebied
van Turkije. Het heet, dat de internationale sfeer
zoo gunstig mogelijk is voor een dergelijk optreden.
Bovendien zou de daad van den Oostenrijk-Hongaar
schen minister van buitenlandsche zaken, zulk een op
treden mogelijk hebben gemaakt. Italië heet gebon
den door zekere verplichtingen, welke het met graaf
Aehrenthal had aangegaan. Na den dood van dezen
minister zou Italië evenwel de handen vrij gekregen
hebben hoe, dat is ons intusschen niet recht duide
lijk, immers men kan toch moeielijk aannemen dat de
verplichtingen enkel zijn aangegaan jegens den per
soon van den minister en niet jegens de door hem ver
tegenwoordigde regeering. Ook wordt gemeld, dat de
Duitsche staatssecretaris von Kiderlon Wachter Ita
lië aangeraden heeft krachtiger op te treden.
Eindelijk wordt er verzekerd, dat de heropening
van het parlement zal gepaard gaan met of worden
voorafgegaan door buitenlandsche gebeurteinissen van
de hoogste beteekenis.
Wat er van dit alles waar is, valt op het oogonblik
natuurlijk niet te beoordeelen. Maar een feit is het,
dat bovenstaande mededeelingén thans veelvuldig
worden verspreid en dat daardoor op den bijna uit het
oog verloren oorlog opnieuw de aandacht is gevestigd.
LEERPLICHT VOOR DOOFSTOMMEN.
De hoofddirectie van het instituut voor doofstom
men te Groningen heeft zich tot de Tweede Kamer ge
wend met een adres, waarin verzocht wordt bij do wij
ziging der leerplichtwet ook voor doofstommen het on
derwijs verplichtend! te stellen.
Naar gemeld! wordt is het bericht, dat de linkerzijde
der Staten van Noord-IIolland' zich vereenigd heeft
op de candidatuur van den heer P. B. J. Ferf, niet ge^
heel juist; zeker zullen ook stemmen worden uitge
bracht op den heer mr. E. Fokker (V.-D.). De kerke-
Ulm te bestudeeren; nog met een warm hoofd' van al
die marschen en gevechten, zeide hij dadelijk na de
eerste begroeting: „Zeg die Murat heeft op den
linker Donau-oever toch een leelijke flater begaan
Als dat oude, vernagelde kanon, die generaal Mack,
wat beter zijn oogen had gebruikt, dan zou hij op den
laatsten dag nog gemakkelijk uit die muizenval ont
snapt zijn!.Nu hoe maak je het, Georg?"
„Dank je! En jij?"
„Hè.... buiten schijnt de zon en tjilpen de mus-
schen en ik lig hier maarHoe ik dat in de ge
hoorzaal ooit moet inhalen!.Zeg, Georg. luis
ter goed.nu komt er iets heel geks.
Zijn broer ging zitten en de luitenant vervolgde:
„Bij mij in de gehoorzaak is er één van het 30ste Ula-
nen, waar ook de beide Vogts bij liggen. Hij was ook
voor de bruiloft je weet wel uitgenoodigd en
wat denk je, dat hij verteld heeft?.Ik hoorde het
vandaag van een kameraad!"
„Dat kan mij niets schelen!" zei kapitein Gisbert,
terwijl hij haastig opstand! en zijn stoel achteruit
schoof. Daar begon de geschiedenis weer van voren
af! Hij wilde er niets meer van hooren. „Als je mij
daarom hebt laten komen!.... Laat mij daarmee met
rust! Het huwelijk is voltrokken en daarmee is...."
„Neen het is juist niet voltrokken!" viel
zijn broer hem in de rede. Verbeeldt je, Georg, een
halfuur tevoren werd' alle® afgezegd1! de forellen
in de pan de tafel gedekt de dames gekapt en
gekleed alles kant en klaar en toen in eens
de I laan zei, ze waren in Kaiserhof als verschrikte
kippen door elkaar geloopenl. Eigenlijk was het ko
misch geweest! En de oude Vogt, je gewezen schoon
vader, had gevloekt.gevloekt, hel en duivel bij
elkaar! Eindelijk had' de predikant hem bij zijn roks-
panden getrokken en_gevraagd: Mijnheer bent u
een christen of een heiden?Nuen toen
„Maar hoe is het dan mogelijk!"
„Zij wilde plotseling niet meer en zij was onver
zettelijk!. Verder weet niemand er meer van!"
„Maar Ulerici.
De luitenant laohte.
lijken zullen vermoedelijk stemmen op den heer prof.
mr. D. P. D. Fabius.
Dr. A. KUIJPER.
De Rotterd. meldt, dat dr. A. Kuyper voor een uit-
noodiging van de theologische faculteit van de univer
siteit te Princetown (Amerika), om daar op 7 Mei
een rede te houden, bedankt heeft, wegens behande
ling alsdan van de Ziektewet in de Tweede Kamer.
VROUWEN BIJ DE POSTERIJEN EN
TELEGRAFIE.
Naar aanleiding van een verzoekschrift van den
Nederlandschen Bond van Rijkstelefonisten aan Z
Exc. den minister van Waterstaat, om in het vervolg
bij de verschillende examens van Posterijen en Tele
grafie niet langer een geringer aantal plaatsen open
te stellen voor vrouwen dan voor mannen, maar afge
zien van sekseverschil alleen rekening te houden met
gebloken kundigheden van den candidaat, is door het
bestuur kennisgeving ontvangen, dat de minister geen
termen vindt, om aan genoemd verzoek te voldoen.
VERSLAG MUNTWEZEN.
Blijkens het verslag, opgemaakt door de commissie
voor het muntwezen betreffeade hare werkzaamheden
over het jaar 1910, zijn er in dat jaar aangemuut:
a. 1.000.000 guldeus (voor Ned.-Indië)j
b. halve guldens, tot een bedrag van 2.000.000
(voor Ned.-Indië);
c. 25-centstukken 220.000;
d. 10-centstukken 225.000;
e. guldens N. I. 1.500.000;
f' Vio guldens N. I. 1.500.000.
Voorts werden voor particuliere rekening 421.447
stuks gouden dukaten vervaardigd en van 's rijks
munt afgeleverd.
Oenengd nieuws.
EEN GOUD- EN ZILVERWINKEL LEEGGE
PLUNDERD.
Gisternacht is in het hartje van Amsterdam een
goud- en zilverwinkel van den geheelen inventaris aan
kostbaarheden ontdaan.
Toen de heer G. W. Seegers, Utrechtsche straat al
daar, zich gistermorgen naar zijn winkel begaf, be
merkte hij, dat, hoewel de deur van het rolluik geslo
ten was, de deur van den winkel open stond. En bin
nentredende zocht hij tevergeefs naar de gouden, zil
veren en diamanten voorwerpen, die den vorigen
avond in de étalage en de kagjen waren geëxposeerd.
Ongenoode gasten hadden van zijn afwezigheid ge
bruik gemaakt, om des nachts den geheelen winkel
leeg te plunderen.
Het magazijn is gewoonlijk de® nachts niet verla
ten. Dezen nacht was dit toevallig wel het geval en
daarvan maakten de inbrekers, die dit waarschijnlijk
wisten, handig gebruik. Hoewel een ijzeren rolluik
den toegang beschermt, was dit voor de dieven geen
beletsel. Zij hebben met eon valschen sleutel het deur
tje van het rolluik geopend en braken vervolgens de
winkeldeur open. Alles wat meegenomen kon worden,
hebben zij bij zich gestoken. Zilveren en gouden hor
loges, ringen, armbanden, diamanten oorringen, rijk
versierde broches, om kort te gaan, heel de kostbare
inventaris van den goed-voorzienen winkel werd een
buit van de inbrekers. Niets werd' vergeten! Men
moet eerst nauwkeurig de inventarislijsten nagaan,
om de waarde van het gestolene, die tot ver in de dui
zenden loopt, te kunnen vaststellen. De winkel toont
op het oogenblik een troosbeloozen aanblik met de
„De dames beweerden dat, toen hij een beetje van
den schrik bekomen was ongeveer een uur daarna
hij uit den grond van zijn hart gezegd had: „Oeff!"
Hij gevoelde zich al lang niet meer op zijn gemak en
ik denk, dat hij blij is, dat hij er met goed fatsoen af
is!...."
..Maar wanneer gaan zij nu trouwen?"
Zijn broeder keek hem verbaasd aan.
„Ben je nu gek! Trouwen?. Ik zeg je toch, het
is heelemaal afgesprongen onherroepelijk! Ulerici
is op reis gegaan, naar het Zuiden. Hij moet na al
die emoties weer op zijn verhaal komen! Hij heeft
gelijk! Hier wordt hij toch uitgelachen!"
De luitenant maakt zich ook vroolijk over het geval.
„Weet je, wie hij heeft meegenomen, om hem te
troosten in zijn eenzaamheid? Zijn zuster, de oudste
stiftsdame!.... Dat is een idee van Schiller: met
haar maakt hij zijn huwelijksreis, inplaats van met
zijn vrouw!.... een vermakelijke geschiedenis....
Maar je kunt er toch mee te doen krijgen, niet?"
Georg was weer eenigszins tot kalmte gekomen. Hij
wreef met de hand over ,.zijn voorhoofd en zeide:
„Hoor eens, Albert!.je moet toch nog veel leeren.
daar hebben ze je een leelijke poets gebakken, en jij,
domme jongen van vijf en twintig, gelooft het zoo
waar!"
De luitenant draaide zich met moeite om en zocht
iet® tusschen zijn kaarten.
„Waar heb ik het nu?" mompelde hij, „aul. dui
vels.... dat vervloekte been.... zoo.... hier....
as.
Hij gaf hem een krant en wees hem op de rubriek:
Gemengd nieuws. Daar stond het zwart op wit, dat
het op het laatste oogenblik afgesprongen huwelijk
van Freiherr von Ulerici in aanzienlijke kringen het
dagelijks gesprek vormde. Kapitein Gisbert legde het
blad neer en vroeg met moeite: „En waar is zij nu.
mijn eerste vrpuw?"
„Dat weet ik niet! Ik heb mijn berichten alleen
van den kant van Ulerici."
Georg's broer kende zijn gewezen schoonzuster maar
heel weinig. Hij wadestijds in het Lichterfelder
leege, opengebroken kasten en er heerseht een schro
melijke wanorde, gelijk alleen na een grooten inbraak
gevonden wordt. Do heeren zijn met hun gewone hard
handigheid te werk gegaan.
Onmiddellijk werden door de recherche groote lijs
ten gemaakt van het gestolene en werd een nauwkeu
rig onderzoek ter plaatse ingesteld. De lijsten werden
naar alle juweliers te Amsterdam gebracht, opdat zij
op do hoogte zijn, voor het geval hun sommige gesto
len voorwerpen worden aangeboden. De gestolen goe
deren zijn echter gewoon fabrieksgoed en niet te on
derkennen van de gouden en zilveren voorwerpen, die
men bij allo winkeliers in de stad aantreft. Vermoed
wordt, dat het gestolene reeds lang in de smeltkroes
is, teneinde ontdekking te voorkomen. Do daders
moeten ongetwijfeld goed met de situatie op de hbogte
zijn geweest. Vooral het feit, dat juist den dag,
waarop de heer Seegers van huis was, de inbraak
plaats had, versterkt dit vermoeden.
De heer Seegers herinnert zich nu, dat twee indivi
duen gistermiddag geraimen tijd! voor zijn winkel op
en neerliepen en zij herhaaldelijk voor het winkelraam
bleven staan. Toen hij 's avonds van huis ging,
meende hij hen aan den overkant in de Utrechtsche-
strnat te zien. Doch hij sloeg geen acht op hen.
Thans heeft hij een zoo duidelijk mogelijke persoons
beschrijving van het tweetal aan de politie verstrekt,
die hen thans ijverig opspoort.
In de Utrechtsehestraat verwekt het geval groot
sensatie. De mogelijkheid, dat in het hartje ran d«
stad een goud- en zilverwinkel wordt leeggehaald, zon
der dat politie of particuliere nacht.veiligheid er iets
van bemerkten, doet menig winkelier den schrik om
het hart slaan.
De justitie te Heerenveen vertrok Dinsdagmiddag
naar Oosterzee. Een uitgebreid onderzoek werd inge
steld in de pastorie, die bewoond werd door het echt
paar Ewoldt. Men brengt diit in verband met geruch
ten omtrent eene vroegere poging tot vergiftiging.
Hot lijk van mevr. E. is Dinsdagmiddag begraven.
Aan ds. E„ die dezer dagen zou promoveeren, was
toegestaan daarbij tegenwoordig te zijn, mits onder
politiebewaking. In de gegeven omstandigheden
wenschte hij echter niet aan de plechtigheid deel te
nemen.
Ds. E. stond bekend als een uitstekend zwemmer;
te Oosterzee zei men: als 't moet, zwemt hij over het
Tjeukemeer.
Do drie kinderen: 7, 4 en 2 jaar oud, zijn door de
moeder van mevrouw E. in huis genomen.
Do vergadering van het classicaal bestuur der Ned.
Herv. Kerk, waarin het ontslag van ds. Ewoldt zou
worden behandeld, is voor onbepaalden tijd uitgesteld,
in afwachting van do uitspraak der justitie, in zake
de verdrinking van mevrouw Ewoldt.
DIEFSTAL IN EEN BIJ-POSTKANTOOR.
In den avond van 17 October van hert vorige jaar,
werd aan het bij-postkantoor aan het Stadhouders-
plein te 's-Gravenhage een Tijwiel gestolen, waaraan
een postzak met een belangrijken inhoud! aan aange-
teekende stukken en andere waarden.
Gisternacht nu, heeft de politie gearresteerd vier
personen, dio verdacht worden, schuldig of medeplich
tig te zijn aan dezen diefstal. In het bezit der aange
houdenen zijn nog een aantal effecten, afkomstig van
cadettencorps geweest en had slechts twee of dria
keer bij zijn vader thuis Vera ontmoet. Hij trok zich
de zaak niet erg aan, naar het scheen, en Georg zat
over hem en verwonderde er zich over, hoe kalm ook
hij zelf uiterlijk bleef. Hij was genoodzaakt, rustig
te blijven luisteren, hoe de luitenant verder vertelde,
dat de dikke Ulerici door allerlei ongeluk achtervolgd,
zich nog een schuld op den hals gehaald had van een
neef, een verloopen kamerheer, maar hij had hem met
de noodige dubbeltjes in staat gesteld, Berlijn te ver
laten. Toen zijn broeder zijn verhaal geëindigd' had,
bracht Georg nog even het gesprek op onverschillige
dingen Napoleon's Donau-veldtocht, Otti's marme
lade, het paard, waar men Albert pas dat ongeluk ge
kregen had maar eindelijk stond hij op en zeide:
„Ik dank je wel voor al je mededeelingen! Van harte
beterschap!" waarna hij met een handdruk vertrok.
Maar eenmaal op straat, met het geratel der rijtui
gen en het gewemel der menschen, pakte het gehoorde
hem geweldig aan. Als in een droom liep hij voort,
door de Knrlstrasse, het Lessingtheater voorbij, naar
don Tiergarten. Hij kon het nog steeds niet geloo-
ven. Alles was even verward in zijn hoofd, alles, wat
hij zoo zorgvuldig verbannen had stormde met ver
nieuwde kracht op hem aan de oude toestand was
weergekeerd.
Hij was zóó opgewonden, dat zijn hand beefde, als
hij haar werktuigelijk bij het groeten van officieren
aan zijn muts bracht; hij had moeite zijn gelaat
eenigszins in bedwang te houden, maar telken® drong
do gedachte zich bij hem op: „Wat is er met haar ge
beurd? Waarom heeft zij dat gedaan?" en hij liep
steeds vlugger, als wilde hij het antwoord op deze
vraag ontvluchten. Zonder er op te letten, was hij
den Tiergarten schuin door gestoken. Dit was de
naaste weg naar huis. Maar daar lag de Lützowplatz.
Aan een der voorste huizen blonk naast den ingang
een wit schild. Hij wist precies, wat daar opstond,
maar hij trad, innerlijk gedwongen, naderbij en las:
„Mevrouw von Borchersheide, pension eersten rang.
Derde étage." Hij was nooit hoven geweest. Maar
wie daar woonde, wist- hij wol. Plotseling kreeg hij
een invallende gedachte, om naar boven te gaan en
Vera gewoon te vragen, wat er eigenlijk gebeurd was.
(Werdt vervolgd).