DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN
Van Houten *s
[De beste voor den prijsl
LIEFDESOFFER
No. 46
1912
23 FEBRUARI.
Stel iets goeds
niet uit.
FEUILLETON.
BINNENLAND.
Honderd en veertiende Jaargang.
V RIJ DAG
n
Koop dus nog heden]
bij Uw winkelier een
bus
1 Kg. ƒ1.50
kft -0.80
VqKg.f 0.42|
Mo - 0.18.
ttfl
:rrn -rreh tt
OV 9
COURANT.
Cacao
ALKMAAR, 23 Februari.
In de Giornale d'Italia wordt medegedeeld op welke
wijze, volgens de verklaring van den Chineeschen ge
zant te Rome de jongste revolutie in China is ont
staan. De gezant was van meening, dat de revolutie
op touw gezet is door studenten. Elk jaar gaan er,
zeide hij, tienduizenden jonge Chineezen naar de uni
versiteiten in Amerika en Europa. In hen is dan ook
het eerst de gedachte aan een revolutie ontstaan en
dat wel veeleer in den vreemde dan in het moeder
land.
Tijdens hun verblijf in het buitenland bleven zij
voortdurend) in contact met den onvermoeiden leider
dr. Soen-Yat-Sen, die hen dikwijls bezocht en met hen
de geheele wereld) bereisde.
Toen jaarlijks echter duizenden jengelingen vol
geestdrift in hun vaderland terugkwamen, is ieder
van hen een oproerling en een volkstribuun geworden
en ieder hunner werd een middelpunt van propaganda
voor de nieuwe denkbeelden. Het was een soort poli
tieke sneeuwbal, die zienderoogen grooter werd.
Langzamerhand vond het denkbeeld der revolutie,
dat het meest beschaafde gedeelte der Chineesche be
volking aanhing, ook in de verste streken aanhang.
Dit meest beschaafde gedeelte toch was in de min
derheid, want in China zoowel als in elk ander land
ter wereld' maken de onbeschaafden bet grootste ge
deelte der bevolking uit.
Maar ook de onbeschaafden opperden nieuwe denk
beelden en verklaarden zich tegen de regeerende dy
nastie, die door hen als de hoofdoorzaak der wanorde
en onrechtvaardigheid! in het regeeringssysteem be
schouwd werd.
De gezant gewaagde verder van de buitengewone
geestdrift, die er op het oogenblik in China onder alle
door
RUDOLF STRATZ.
45) o—
Van dit dolzinnig plan schrok hij zóó, dat hij zich
omkeerde en met groote stappen zich verwijderde. Bij
de fonteinen, midden op het plein, bleef hij staan. Hij
dacht: ,,'t Is toch onzin, wat je daar wil beginnen
Maar meteen gevoelde hij: „Je hebt tóch geen rustig
oogenblik meer, voor je weet, voor w i e n zij haar hu
welijk heeft afgezegd!" en hij trad aarzelend' we
der op het huis toe, liep er een eind voorbij, nam zich
voor, nu vlug het kanaal langs te gaan tot den Kur-
fiirstendamm, zonder zijn hoofdl ook maar om te wen
den, maar hij bleef toch staan en staarde verstrooit
naar het vuile water, naar de sinaasappelschillen en
stukken hout, die daarin langzaam voorbij dreven
en stond toch plotseling weer voor de deur van het
pension, met kloppend hart en trillende zenuwen.
Iets in hem beval: „Je moet, je moet!" Hij belde en
holde zoo haastig de trappen op, dat hij geheel adem
loos boven kwam.
De deur van het pension stond' open en een paar
kruiers waren bezig eenige groote koffers weg te
brengen. Op eiken koffer stond) een klein kroontje,
waaronder V. v. V. Hij herkende Yera's initialen er
vroeg, zonder verder^ inleiding aan een dame, die er
toezicht bij hield: „Gaat mevrouw von Vogt op rei3?"
De dame nam een eenigszins gereserveerde houding
aan en zeide alleen: „Ja."
„Waarheen?"
„Naar haar vader op Neetzow."
„Kan ik haar spreken?"
„Neen."
„Waarom niet?"
„Mevrouw von Vogt is voor niemand te spreken!"
standen der bevolking heerscht. Van de 18 provincies
van het hemelsche rijk, zeide hij, zijn er reeds 17, die
in dien korten tijd de republiek officieel erkenden.
Wat de nieuwe regeering betreft, zij bestaat, groo-
tendeels uit jonge menschen, waarvan er vele eerst
sedert weinige jaren van de universiteit gekomen wa
ren. Het ie een proefneming, zoo zeide hij, en het
buitenland zal dit zeer zeker met belangstelling gade
slaan: „Ons overoud land' politiek nog zoo jong cn
door jonge menschen geregeerd, die toch buitenge
woon dapper en geleerd zijn."
De nieuwe regeeriug zal echter heel wat te doen
krijgen. Immers hetgeen in China is geschied, komt
hierop neer, dat men eerst het dak heeft gemaakt cn
daarna nog met het bouwen van het nieuwe huis moet
beginnen.
Hoezeer de toestand) nog weinig veilig is, blijkt uit
het feit, dat de dictator nog aanslagen heeft te vree
zen. Vóór zijn rit naar het paleis stonden, overal
langs den weg politieagenten en soldaten geschaard;
echter volgde het rijtuig van Yoeansjikai een andere
oute door stille, leege straten.
Overigens heeft men tot nu toe voornamelijk zijn
kracht gezocht in afschaffing van symbolen. De Chi
neesche vlag i9 veranderd, de oude draak is er uit
verdreven en met vijf kleurige banen zal zij voortaan
wapperen. De verwijdering van den draak uit do
rijksvlag beteekent het breken met oude overleverin
gen. De drank toch was het zinnebeeld van de mystie
ke oerkracht der wereld', waaruit de hoogste aardsche
macht haar recht afleidt. Voortaan zal het draken-
principe verdwenen zijn, evenals de staart, symbool
van de onderwerping aan de Mantsjoe-heerschappij,
zijn tijd gehad! heeft.
In de edicten van Yoensjikai is verder den Chinee
zen uitdrukkelijk voorgeschreven, de Amerikaansche
burgerkleeding te dragen het moderne China wil
dus de republiek der Vereenigde Staten van Amerika
in dit opzicht volkomen nabootsen.
Dit alles zijn echter slechts uiterlijkheden. Een
goed geregelde bezoldiging der ambtenaren, een goede
belastinghervorming, een goede regeling van het on
derwijs, van het muntwezen, kortom den administra-
tieven kant van het vraagstuk, veel gewichtiger dan
den staatsvorm daar komt het veel meer op aan.
En kenners van het Chineesche rijk verzekeren, dat
het heel wat moeielijker zal blijken te zijn dan de
dynastie tot afstand te dwingen. Als het kernpunt
beschouwen zij de belastinghervorming en de salari-
eering der beambten, waarmede ten nauwste samen
hangt het afschaffen van ambtenaar9willekeur, afper
singen en omkoopingen.
Gelukt bet Yoentsjikai en do regeering der jonge
mannen, deze noodzakelijke verbeteringen tot stand
te brengen, dan eerst kan men de republiek voor ge
consolideerd houden, beweren de menschen, die het
weten kunnen.
VERKIEZING EERSTE KAMER.
In do gister gehouden buitengewone! vergadering
der Provinciale Staten van Noord-Holland, bijeenge
roepen ter verkiezing van een lid der Eerste Kamer
(vaeature-jhr. rnr. J. Roëll) is, zooals wij reeds meld
den, gekozen de heer P. B. J. Ferf, lid van Gedepu
teerde Staten van Noord-Holland, afgevaardigde ter
Tweede Kamer voor het kiesdistrict Hoorn en Staten
lid voor het district Zaandam.
Bij de verkiezing ging het aldus:
Eerste vrije stemming. Aanwezig 75 leden. Uitge-
Toornig stampte hij met zijn sabel op den grond.
„Ach, voor mij wel!" zeide hij geërgerd. „Asje
blieft hier is mijn kaartje!"
Do dame nam het niet aan, wierp er niet eens een
blik op, maar zeide koel: „Ik ben mevrouw van Bor-
chersheide, kapitein de eigenares van het pension.
Ik houd mij stipt aan mevrouw von Vogt's wenschen.
Er zijn de laatste dagen zooveel menschen geweest,
maar zij heeft niemand ontvangen. Zij verlangt vol
strekte rust!"
Toen Gisbert bemerkte, dat hij tegenover een be
schaafde dame stond, nam hij onwillekeurig een an
dere houding aan.
„Neemt u mij niet kwalijk, mevrouw!" antwoordde
hij beleefd. „Maar ik geloof dat ik een uitzonde
ring maak!.Ik weet niet.of u op de hoogte
is van verschillende zaken.
„Tamelijk wel, kapitein!"
„Goed, ik ben kapitein Gisbert mijn verhouding
tot mevrouw von Vogt zal u dan allicht bekend' zijn."
Mevrouw von Borchersheide trad verrast een stap
achteruit en nam hem nieuwsgierig op.
„U zult mij misschien niet gelooven, maar mevrouw
von Vogt is werkelijk niet thuis. Zij is naar een ju
welier gereden. Maar al was zij thuis, zou ik u toch
niet durven toelaten!"
„Nu, dan zal ik hier in de gang op haar wachten!"
Gisbert dacht, dat dit misschien wel zoo goed was.
Vera zou misschien toch geweigerd hebben, hem te
ontvangen. Nu kon zij hem niet ontgaan. Terwijl
hij naast de deur ging staan, zeide hij: „Neen, me
vrouw u kunt mij hier niet vandaan jagen! De
zaak is van te groot belang.
Daarbij had hij toch wel een beetje het land: „Wat
doe je hier eigenlijk, waar van alle kanten nieuwsgie
rige gezichten je beloeren? Waar die magere majoors
weduwe besluiteloos voor je staat en je het liefst op
straat zette? Is dat wel een jou waardige positie?"
Maar hij was willoos en bleef, waar hij was, en eer
mevrouw von Borchersheide besloten had, wat haar
te doen stond, klonken vlugge voetstappen op de trap
hij hief het hoofd op hij kende dezen flinken
bracht 73 stemmen, aldus verdeeld: P. B. J. Ferf
(U. L.) 30; mr. E. Fokker 10; prof. mr. D. P. D. Fa
bius 24 en H. H. van Kol 9 stemmen.
Tweede vrije stemming. P. B. J. Ferf, 31, prof. D.
P. D. Fabius 24; mr. E. Fokker 13; H. H. vau'Kol 6
stemmen, terwijl eenige stemmen in blanco waren
uitgebracht.
Bij de toen noodzakelijk geworden herstemming wer
den 73 stemmen uitgebracht, waarvan drie in blanco;
de heer Ferf verkreeg van de overige zeventig 4ö,
prof. Fabius 24 stemmen, zoodat die heer Ferf tot lid
der Eerste Kamer is gekozen.
De verkiezing van den heer Ferf maakt tusschen-
tijdsche verkiezingen, te Hoorn voor de Tweede Ka
mer, te Zaandam voor de Staten noodzakelijk.
KAMERZETEL VOOR HOORN.
Men schrijft uit het district Hoorn dat er ernstige
pogingen worden aangewend om den oud-Minister van
Koloniën, den heer mr. C. Fock, candidaat te stellen
voor het lidmaatschap der Tweede Kamer.
Naar de Enkli. Ct. meldt, zijn onderhandelingen
gaande om tot candidaat voor het lidmaatschap van
de Tweede Kamer in het district Hoorn te stellen
den heer F. E. Posthuma te 's-Gravenhage, directeur
van de Land- en Tuinbouw-Onderlinge. Het stellen
van deze eandidatuur is een gevolg van het streven
van vele landbouwers om het landbouwdistrict te
Hoorn te doen vertegenwoordigen door een landbouw-
specialiteit.
DE MOTIE-TROELSTRA.
De afdeeling „Sneek" van den Bond van Staatspen-
sionneering heeft Woensdagavond telegrafisch een
motie aan de Tweede Kamer gezonden, waarin in
stemming wordt betuigd met de pensioen-motie-
Troelstra, afkeuring er over wordt uitgesproken, dat
deze motie niet op de agenda der Dinsdag gehouden
vergadering voorkwam en dat het voorstel va.n dezen
afgevaardigde om zijn pensioen-motie vóór Paschen te
behandelen, werd verworpen, en er ten zeerste op aan
gedrongen wordt-, alsnog over te gaan tot de losma
king van art. 357 uit het wetsontwerp, waarvan de
minister van Landbouw, Handel en Nijverheid zelf de
mogelijkheid heeft erkend.
Gemengd nieuw*.
AVIATRICE-OPLICHTSTER.
De Amsterdamsche recherche is er in geslaagd, de
hand te leggen op Madlle. Annie Pascal, zich volgens
haar visitekaartje noemende „journaliste," met adres
in de Rue de Rivoli te Parijs, verblijf houdendo te St.
Job In het Goor bij Antwerpen, alwaar zij zich aan de
vliegkunst heet te wijden.
Zij wijdt zich echter blijkbaar aan een andere kunst,
n.l. die van oplichterij, aangezieu dit haar beroep is,
gegeven het lijvig dossier, dat de Amsterdamsche poli
tie over haar heeft bijgehouden.
Haar vorige explooten mogen hierna even worden
aangestipt, de aanleiding tot haar arrestatie volge
hier echter uitvoeriger.
Madlle. Pascal had! eenigen tijd geleden de gele
genheid gehad te Antwerpen zich te laten voorstellen
aan een bekend Amsterdamsch koopman, kunst- en
sportliefhebber. Zij trachtte daarna hier in Amster
dam bij hem toegelaten te wordeu, teneinde de noodi-
ge fondsen te krijgen tot aankoop van een eigen vlieg
toestel en van voldoende kapitaal, om zich als vlicgs-
ter in te richten. Doch deze financier wilde haar
slechts te woord staan, mits zij voorzien zou zijn van
oen deugdelijke introductie door een ter goeder naam
en faam bekend staand) persoon, die omtrent haar
eigenschappen als aviatrice zou kunnen getuigen.
De vliegster zette daarop een machinatie op touw,
en wist na omwegen bij een Amsterdamsch journalist,
die op vliegterrein geen onbekende is, een behoorlijke
introductie te verkrijgen, teneinde van dezen de ge-
wenschte aanbeveling te verkrijgen bij den financier.
Hier echter liep Madlle Pascal in de val. Want de
journalist meende, na de aviatrice-journaliste ver
schillende vragen gesteld te hebben, sterk te moeten
twijfelen aan elk van haar twee hoedanigheden; im
mers zij bezat noch een brevet als vliegster en even
min bezat zij een bewijs van identificatie als journa
stap het was Vera! Zij zag er net uit als altijd,
zelfs niet eens bleeker, en liep met trotsch opgeheven
hoofd. Zij bemerkte Georg niet voordat zij de deur
wilde ingaan; zij bleef staan en wierp, zonder zijn
groet te beantwoorden, een blik op mevrouw von Bor
chersheide, die duidelijk beteekende: „Waarom heb
jo hem binnengelaten?" Deze haalde haar schouders
op en trok zich zwijgend) terug.
Hij werd zenuwachtig door deze ontvangst. Hij
had zich Vera ook geheel anders voorgesteld. Nu zei
hij kort en opgewonden: „Ik moet u spreken!"
Zij keek hem aan. Toen antwoordde zij: „Ik be
grijp u niet.U heeft mij toch juist het tegen
overgestelde geschreven.... Wij zouden elkaar niet
meer spreken.
Er klonk een nauw merkbare ironie uit haar woor
den. Zij had hem toen op die wandeling haar inner
lijke gedachten opgebiecht. Den dag daarop was zijn
brief gekomen. Dat stak haar nog. Hij fronste zijn
voorhoofd en zeide, al zijn krachten Inspannend, om
kalm te blijven: „Toen was u niet vrij in tegen
deel u stond op het punt, u voor altijd te binden.
toen beschouwde ik het als mijn plicht.maar nu
hoor ik tot mijn verbazing, dat u nog vrij is.en
dit voorloopig blijven zal.
Hij sprak gedempt. In zulk een pension hadden
de muren ooren. Op denzelfden halfluiden toon ant
woorodde zij„Nu.en wat is er aan de hand met
Karla?"
Hij keek haar verbijsterd aan. Zij ging voort: „Ik
veronderstel natuurlijk, dat u gekomen bent, om mij
iets over het kind mede te deelen. Andere dingen
hebben wij niet meer met elkander te bepraten. Daar
zijn wij het toch beiden, over eens.
Schuin tegenover hen opende zich zacht een deur,
schijnbaar toevallig. Een oogenblik kwam er een
vrouwengezicht om het hoekje kijken twee oogen
die het paar nieuwsgierig opnamen toen vloog do
deur weer in het slot, en Vera zeide nerveus: „Als ik
toch maar eerst op Neetzow was!.Het ia vreese-
lijk, hoe de menschen mij bespionneeren.in deze
dagKMLj-",'1 i-1 Lui. .Ji». OÉ
liste. Zijn argwaan was dus gewekt; en ook Vireeg hij
voldoende zekerheid met een bedriegster te doen te
hebben. Zoodat hij in de eerste plants den Amster
damsehen financier waarschuwde, en tevens de politie
van een en ander op de hoogte meende te moeten stel
len.
Madlle Pascal werd handig door onze recherche aan
gehouden en naar het hoofdbureau van politie over
gebracht, waar men reeds lont geroken had. En al
heel gauw viel do aviatrice-journaliste door de mand.
Haar naam van Madlle Annie Pascal bleek valsch
te zijn. Ze ontpopte zich als een onvervalschte Hol-
landsche, bij do politie welbekend onder haar naam
G. H.
Men verzocht haar allereerst de noodige inlichtin
gen te verstrekken over een belangrijke poging tot
oplichting, waarvan door een notaris te IJzendijke on
langs aangifte was gedaan; en toen uit dezo mede-
doelingen bleek, dat zij waarschijnlijk de gezochte was,
werd zij op verzoek van do justitie te Middelburg
daarheen gezonden, na bevel van de marechaussee to
IJzendijko tot onmiddellijke aanhouding.
Gisteren werd zij onder bewaking naar Middel
burg overgebracht eu daar iu verzekerde bewaring ge
steld, in afwachting, dat rechtsingang tegen haar ver
leend zal worden.
Uit het zich in het bezit van de Amsterdamsche po
litie bevindend dossier slechts een deel betreffend
van de gevallen van oplichting waaraan zij zich reeds
heeft schuldig gemaakt blijkt, dat zij een gevaar
lijke, slimme internationale oplichtster van beroep is,
die reeds sedert 1895 telkens met politie en justitie
in aanraking kwam, dóch meestal tusschen de mazen
van het net wist door te glippen; eenigo van haar
bekendste oplichterijen pleegde zij ondér de aangeno
men namen van Freule Van Bylaudt en Freule De la
Court, terwijl zij indertijd) in Apeldoorn een aanzien
lijk kapitaal wist los te krijgen, benoodigd! voor de
stichting van een „Christelijk Sanatorium voor Ze
nuwzieken"; dit geld maakte zij natuurlijk op, en toen
het faillissement werd uitgesproken wist zij te ver
dwijnen.
Uit de papieren, die op haar bevonden werden
bleek, dat zij een automobiel besteld had bij een Haag-
sche firma de auto was niet betaald, doch zij had den
wagon, volgens haar opgave, reeds weer verkocht aan
llenri Wijnmalen.
Uit haar portefeuille kwamen tal van krantenknip
sels en photo's te voorschijn, die don indruk moesten
maken, dat het ernst, was met haar vliegkunst; doch
bij aandachtige beschouwing bleek, dat al dezo be
richten slechts spraken van „aanstaande vliegbetoo-
gingen, die zij zich „voorstelde te zullen gaan geven";
haar Pnrijsch adres bleek valsch; en ook haar jour
nalistschap diende slechts om zich meer air te kunnen
geven. Haar ietwat, opvallende kleeding, manieren en
wijze van spreken waren er eveneens op berekend, een
„aviatischen indruk te wekken.
De politie meent met deze arrestatie een goede
vangst te hebben gedaan.
En de vliegsport ook de journalistiek schijnt
voorloopig verlost van een even ongewenschto als ge
vaarlijke indringster, wier eenig doel was langs dezen
modernen aviatischen weg geld) los te krijgen.
(Hbld.)
GESCHORST EN ONTSLAGEN.
Door het bestuur van den Houtrakpolder is dezer
dagen in zijn betrekkingen geschorst en nu ontslagen
de secretaris-penningmeester van dien polder, de be
jaarde heer W. T. te Halfweg, die ruim 35 jaar die be
trekkingen vervulde! De administratie is in wanorde,
in het geldelijk beheer jsen aanzienlijk tekort. De ont
slagene is ook secretaris-penningmeester en opzichter
van den Amsterdammer polder, waar ook de zaken
niet in orde zijn.
T. is ongehuwd en leefde eenvoudig, terwijl hij
9teeds een flink inkomen had.
ER VAN DOOR.
Een wéék voor het verdwijnen van den 20-jarigen
bediende van den aannemer K„ te Wormerveer, die
er, gelijk wij gisteren gemeld) hebben, met 000 van
zijn patroon van door is, was de zoon va.n den heer K.
onverwachts naar Berlijn vertrokken. Men vermoedt,
„Ja maar.... wij kunnen hier niet blijven staan!
En weggaan doe ik niet, Vera dat verzeker ik je."
Zij bedacht zich even. Toen opende zij de deur
van haar kamer, trad binnen en zeide, aan hem over
latende haar te volgen: „In 's hemelsnaam dan maarl
Dan is ook alles ineens afgehandeld!"
Ilij trad over den drempel en sloot de deur achter
zich dicht. Zij boodl hem geen stoel aan. Zwijgend
bleef hij bij de deur staan en zag, hoe zij de naalden
uit haar hoed haalde, dezen afzette en voor den spie
gel haar blonde haar gladstreek. Al haar bewegingen
spraken van jeugd1 en leven. Zij was niet gebroken
eerder veerkrachtiger geworden.
Zij schikte nog een en ander op een tafeltje recht,
sloot zorgvuldig een klein lederen taschje, dat zij in
haar hand hadl meegebracht, weg in een schuifla
toen draaide zij zich plotseling naar hem om, terwijl
een lichte blos haar wangen kleurde.
„En?" vroeg zij, haar vingertoppen tegen elkaar
plaatsend. „Uw boodschap moet toch wel gewichtig
zijn, dat u haar persoonlijk over wilt brengen, inplaats
van haar aan het papier toe te vertrouwen, wat op
zichzelf voor ons veel beter ware geweest! Welnu?"
„Ik kom met geen boodschap, maar met een vraag."
„Aan mij
„Ja. Waarom heeft u uw verloving verbrokenV'
Daar zij verbaasd haar hoofdl ophief, kwam hij een
paar schreden naderbij e.n vervolgde: „Vera laten
wij nu geen comedie spelen! Van het eerste oogen
blik, dat je me zag, heb je geweten, dat ik je dat vra^
gen wilde.
„En met welk recht?'' Zij kruiste haar handen op
haar rug en keek hem vast aan. Zij stonden als vij
anden tegenover elkaar en bewaarden een oogenblik
het stilzwijgen. Toen begon zij weer: „Ik zou wer
kelijk wel willen weten, in hoever ik u een vorklaring
schuldig ben van mijn doen en laten!"
„Alleen in zoover hetl mij betreft.
„U?Als ik mijnheer von Ulerici?.... ik be
grijp u niet.
(Wordl vervolgd).