Damrubriek.
«bk
is^ëip
ipp up Hp up pn.
1$
||ffl lÉIl iü
ms 1 EUW K H YJj KIL) tiHElD.
J A'W,1
Hevig stekende pijn in den rug.
VADER EN ZOON OP HET DAMBORD.
I m <m
I m,
%m/" ''tma '"''mm ''ymf
HH HL
Wfr #s. Wfc WM H
Hierna volgde herbenoeming van de heeren W.
Strooper, J. Spaans Iiz. en J. Krabman tot leden van
de Comm. tot wering van Schoolverzuim, resp. voor
Kerkbuurt, Dirkshorn en Waarland.
Tot onderwijzers voor het in den a.s. zomer aan
meisjes te geven herhalings-onderwijs werden be-
noemd de Hoofden van Scholen en de onderwijzeres
sen.
Machtiging zal worden aangevraagd om uit den
post voor onvoorziene uitgaven der begrooting voor
1912 te voldoen een bedrag van 12, zijnde 5 voor
kosten van onderzoek van putwater en 7 voor" ar
beidsloon bij eeh brandje in den Schagerwaard.
De voorzitter deelde mede dat B. en W. eene veror
dening hebben ontworpen, waarbij bepaald wordt, dat
verlof voor veldarbeid ingevolge de leerplichtwet niet
anders kan worden verleend dan in het tijdvak van
8 Juni tot en met 7 September. Zij deden dit voorstel
om weg te nemen het bezwaar d'at die verloven, zeer
ten nadeele van het onderwijs, gedurende het geheele
jaar kunnen worden verleend, zoodat de onderwijzers
bijna voortdurend met onvolledige klassen moeten j
werken.
Het door den arr. schoolopziener terzake uitgebracht
advies werd den Raad medegedeeld, waarop de veror
dening na weinig discussie met algemeene stemmen
werd vastgesteld.
Aan B. en W. werd machtiging verstrekt tot het
doen uitvoeren van diverse onderhoudswerken aan ge-
meente-eigendommen.
De voorzitter stelde nog voor bij de Dir. der H. IJ.
S. aan te dringen op het behoud van den trein, die te
ongeveer 5 uur in zuidelijke richting vertrekt. Daar- j
toe werd besloten.
Een brievenbus, thans geplaatst bij de school, zal
worden verplaatst in de nabijheid van de kaasfabriek
en zulks ter voldoening aan een verzoek namens de
Groentevereeniging door den heer Zut gedaan.
De heer Weel wees op den slechten toestand waarin
het Kalverdijker laantje zich bevindt. De voorzitter 1
zal met de onderhoudsplichtigen in overleg treden. I
Daarna sluiting.
UIT DE RIJP.
In de bovenzaal van den heer K. Heuvel werden we
door de meisjeszangvereeniging „Euphonia" vergast
op de uitvoering van „De Woudkoningin", operette in
2 bedrijven. Vooraf werden de zangnummers „De
schoonste feestdag" en „Naar Buiten" op zeer ver
dienstelijke wijze ten gehoore gebracht, getuige het
langdurig, hartelijk applaus. De operette zelf viel
eveneens uitstekend in den smaak van het buitenge
woon talrijk publiek, wat in de eerste plaats1 te dan
ken was aan de vertolking. Zoowel solisten als koor
kweten zich uitmuntend van hun taak. In het bizon
der valjen, zoo voor zang als tooneelspel te noemen de
dames Joh. Balk als „Selma", N. Kostelijk als „Kate",
terwijl ook kleinere rollen w. o. de jongejuffrouw T.
Slikker als „Hermine" en jongejuffrouw KI. Ruiter
als „August de Domme" op zeer goede manier werden
vertolkt. Van de heeren verdienen afzonderlijke ver
melding de heer B. Langereis als „Een kluizenaar",
en de heer KI. Ruiter als „Acrobaat". Zéér te loven
was de onbevangenheid, waarmede de, sommige nog
jeugdige, jongens en meisjes zich op het tooneel bewo
gen. Dat het geheel zoo uitstekend van stapel liep,
was voor een groot gedeelte mede te danken aan de
piano-begeleiding van mej. M. van Aken, terwijl ook
het mooi verzorgde decor van mej. de wed. Marees er
het hare toe bijdroeg.
Aan het einde van den avond werden den directeur,
den heer Joh. Kroone, verschillende bloemstukken
aangeboden, bij één waarvan de heer Romijn in wel
gekozen bewoordingen hulde bracht aan hen, die tot
het welslagen der uitvoering meegewerkt hadden.
Door de kinderen werd hunnen directeur een lied toe- i
gezongen, waarvan de leiding bij den heer Langereis
berustte. Beide heeren werden door den heer Kroone
in hartelijke woorden bedankt.
Jammer was, dat des middags het plaatsbespreken j
reden tot algemeene ontevredenheid had gegeven.
Stond op programma's enz. als tijd van aanvang daar
van 12 uur bepaald, weldra bleek, dat reeds omstreeks
11 uur vele plaatsen waren verhuurd, zóó veel zelfs,
dat zij, die „op tijd", dus om 12 uur, kwamen, tot de
min aangename ontdekking geraakten, dat reeds ruim
200 stoelen besproken waren. Gemopper en booze
hoofden waren een onvermijdelijk gevolg. Worden een
volgende maal geen waarborgen gegeven voor een eer
lijker regeling, dan zal dit zeker van invloed zijn op
het getal der bezoekers.
door BERNARD CANTER.
Dezer dagen mijn kennis Hebbele van Rantwijck,
den bekenden schrijver van gevoelige Sint Nicolaas en
Kerstvertellingen, ontmoetend, nadat ik hem in jaren
niet gesproken had, van Rantwijck is, gelijk wel alge
meen geweten wordt, te St- Petersburg gevestigd ge
weest en schrijft uitsluitend) in 't Russisch (pseudo
niem: Istonowitch) deed! het mij genoegen den man
gezond, opgeruimd en spraakzaam te vinden. Na dat
groote ongeluk met zijn vrouw (zij is verminkt bij het
spoorwegongeluk te Nisjeni-Nowgerod1 en na lang lij
den aan de gevolgen bezweken) was hij een stil, rnen-
schenschuw man geworden. Wie tegen zijn veertigste
jaar zijn beminde vrouw verliest, is een v erschoppe-
ling in de maatschappij. Hij is te oud om een jong
meisje te huwen en te jong om een vrouw van gepo-
seerden leeftijd te vragen en dus tot die groote veria-
tenheid gedoemd, welke het weduwnaarschap zonder
kinderen is. Niets is erger, dan het geluk van het
huwelijk gekend' te hebben en het dan voortaan te
moeten missen. Want van Rantwijck, die uit liefde
getrouwd was, gevoelde wel, dat men in het leven
maar één keer lief kan hebben, zooals men immers
maar één keer geboren kan worden en éénmaal ster
ven. Er komen gevallen van schijndood' voor en even
zeer gevallen van schijnliefde. En wellicht heeft men
het recht van schijngeboorten te spreken, doelend op
menschen, die dit leven doorgaan, zonder er zich ooit
van bewust te worden, zooals idioten en krankzinnig
geborenen. Zij leven schijnbaar een gewoon men-
schenleven, doch eigenlijk behoort hun bestaan van de
wieg tot het graf in een andere levensfeer dan de
Van Rantwijck zoo levenslustig en opgewekt vin
dende, noodigde ik hem uit met mij een glas suiker
water te gaan drinken. Eigenlijk zei ik niet precies
suikerwater, maar enfin er kwam toch ook suiker en
water in.
Van Rantwijck bedankte en stelde mij voor met
hem mede naar huis te gaan om daar wat te gebrui
ken.
„Heb je al weer een thuis vroeg ik.
„Ja."
„Nu, ik weet wel dat je niet op straat woont. Maar
ik houd niet van huurkamers. Niets stemt mij droef-
geestiger dan ergens op een huurkamer met een ge
pensioneerde te gaan drinken."
„Neen, ik heb een thuis", zei mijn kennis veelbe-
teekenend.
„Dus dan tóch weer getrouwd?"
„De wijze waarop je dat zegt, waardeer ik. Het be
wijst, dat je het niet van mij verwachtte, dat ik zou
hertrouwen. En je hebt je niet in je verwachting be
drogen. Ik ben nog altoos ongetrouwd."
„Maar dan heb je geen thuis. Een thuis zonder
vrouw is geen thuis. Dat is hoogstens het surrogaat
van een thuis. Het lijkt er precies op en toch is 't
het niet."
Hij glimlachte flauwtjes.
„Kom maar mee!" zei hij.
Zijn woning lag eenigszins aan den rand van de
stad. Het was een vrij groot huis, dat hij geheel be
woonde. Trouwens, hij beoefende de literatuur slechts
voor zijn genoegen en verdiende dus rijkelijk zijn
brood. Wij werden in de gang verwelkomd door ie
mand, dien ik op 't eerste gezicht voor een gentleman
hield en die 't ook werkelijk later bleek te zijn. Hij
was gekleed als een Weensch kellner, met een wit jas
je aan. Dadelijk nam hij met gepaste beleefdheid onze
winterjassen, hoeden en wandelstokken aan en, een
zijdeur openend, kwamen wij in een groote voorkamer,
die geheel was ingericht als een modem ongezellig
café-restaurant. Men weet, dat de bouwheeren en
binnenhuis-architecten van moderne-café-restaurants
schitterend het vraagstuk van het anonieme publieke
locaal hebben opgelost. Gij kunt, dank zij deze hee
ren, thans door de geheele wereld reizen en overal de
zelfde kille, hatelijke, onpersoonlijke inrichting tref
fend, u overal „thuis" voelen. Gaat gij b.v. van
Haarlem in den restauratie-wagen van de electrische
tram naar Amsterdam, dan zit gij allergezelligst in
draaibare comfortabele, karakterlooze stoelen aan
even zulke tafeltjes. Gij voelt u volmaakt zoo thuis
als in een café. Vandaar kunt gij b.v. naar „De
Kroon" of „Americain" gaan dejeuneeren en u even
ongezellig thuis voelen. Vervolgens met een D-trein
in een restauratiewagen naar Berlijn of Parijs of
Weenen of St. Petersburg of Frankfort a/M. of Keu
len of Marseille of Madrid.gij treft daar zeker
dezelfde soort anonieme comfortabele, nuchtere café
restaurant-ongezelligheid. Gij kunt ook ergens plaats
op oen boot naar Engeland nemen. In dé boot de
zelfde soort restauratie-zaal en te Londen zult gij ook
weer hetzelfde soort lokaal aantreffen.
Laat ons niet klagen. Allé standen en klassen in
de maatschappij hebben te lijden onder deze moderne
uniformiteit. De legers kunnen wellicht verdwijnen
en de oorlogen.... maar de kazernes zullen toene
men. De heele beschaafde wereld streeft naar den
anoniemen wensch in een anonieme omgeving. Alleen
de kerkhoven tracht men tegenwoordig gezellig te
maken. In Duitschland heeft men reeds een „Fried-
hof-kunst". Kortelings een boef sprekend, die inter
nationaal gezeten heeft, klaagde ook deze over het
'toenemend gemis aan variatie op zijn gebied. Vroe
ger had elke gevangenis, elk tuchthuis zijn eigen
sfeer, zijn eigenheid, kortom zijn afwisselingrijk ka
rakter. Tegenwoordig, klaagde hij, schijnen al die in
richtingen door de geheele wereld' naar eenzelfde sy
steem gebouwd! te worden. Hij gaf er dan ook den
brui van om opnieuw gevangenisstraf te ondergaan.
Het werd hem te vervelend1 en dan bleef hij nog maar
liever in de burgermaatschappij. Ik begreep V mans
klacht en had met hem te doen. Alle groote redactie-
bureau's lijken ook door de geheele wereld tegenwoor
dig op elkaar en alle journalisten en alle snelpersen
en helaas alle honoraria ook.
In van Rantwijck's „home", zoo noemde hij het,
stond een leestafel met kiekjesbladen in zwarte porte
feuilles, een buffet met links voor „dames" en rechts
voor „heeren". Er stonden moderne koffiehuista
feltjes met marmeren bladen op gegoten ijzeren
draagstukken. Achter het buffet zat een juffrouw,
die zich blijkbaar verveelde en stuursch van uiterlijk
wa.s (moderne buffetjuffroouwen behooren er zoo uit
te zien) en voor 't buffet was een koperen leuning
aangebracht. Tegen de wanden, met kille tegelta-
bleaux en overigens koud!-witgeel geschilderd, zoodat
men het gevoel hadl in een bad-inrichting of een mo
derne zindelijke slagerij te zijn, hingen bordjes met
verboden d'its en verboden dats, smakelooze reclames
in Hist en „Vraag's d'its" en „Vraag's' dats", kortom
men kreeg de volkomen illusie een modern koffiehuis
te zijn binnengestapt.
„Wat zal je gebruiken?" vroeg mijn vriend. „Wil
je misschien wat eten?" en hij hield mij een gehecto-
grafeerde spijsTijst voor.
Ik bestelde een glas bier en een bord erwtensoep.
De kellner kwam, liep naar 't buffet, droeg onze be
stelling over en ik keek mijn kennis ondervragend
aan.
„In één ding volg ik de gewone restaurants' hier
niet. Ik laat het eten niet te zout maken. Want ik
ben niet- verplicht mijn gasten tot bierdrinken te
brengen in 't belang van de brouwerij, die aandeelen
in mijn onderneming heeft. Want je bent hier in mijn
eigen „honxe". 'k Heb nog een biljartkamer en boven
een paar in hotelstijl gemeubelde slaapkamers."
„Maar hoe kom je tot zoo'n „thuis"?
„Dat zal ik je zeggen. Met het oogenblik dat ik
van getrouwd man met een prettig echt huiselijk le
ven en een „echt knus home" weer zoo iets als een
„celibatair" werd, begon mijn lijden. Ik was in de
buitenste duisternis van de anonimiteit geworpen, dat
is het tegenovergestelde van de „intimiteit". Daar
heb ik ontzaglijk door geleden, jaren achtereen. Ten
laatste werd (lat zoo erg, dat ik verleerde mij zelf als
iets zelfstandigs te voelen. Ik werd iemand, die zich
zelf als een ding bezag. Als ik 's middags in een res
taurant dineeren ging, zag ik mijzelf het lokaal bin-
nenloopen, den kellner mijn jas en hoed overgeven,
mijn plaats achter een der, allemaal precies eender
gedekte tafeltjes innemen, de spijskaart inzien, be
stellen en nadat ik mijn maaltijd door den kellner
voor mij gezet had gekregen, eten, met rechts een
krant of een kiekjesblad om de tussehenschotelsche
verveling af te wisselen met de verveling tijdens het
eten. Maar als ik nu andere celibatairs op leeftijd
zag, die, Det als ik, binnen kwamen, hoed' en jas af
gaven, achter een tafeltje gingen zitten en aten met
rechts een kiekjesblad, kreeg ik het gevoel alsof ik in
een spiegel keek en mijzelf zag. Zoo is het mij ge
beurd, dat ik in een restauratiezaal zittend mijzelf
verbeeldde, mij tienmaal aan andere tafeltjes weer
kaatst te zien.... Al de celibatairs op zekeren leef
tijd in eenzaamheid achter restaurantafeltjes zittend,
lijken in hun meewarige positie op elkaar. Zij allen
zijn menschen, die hun eigenheid verloren hebben en
gedoemd anoniem te leven. Toen heb ik, beste kerel,
naar een middel gezocht om van die hantise verlost
te worden. Eerst heb ik het beproefd (daar ik nu
eenmaal niet meer hertrouwen kon omdat ik niet
meer opnieuw lief kon hebben) door mij een smaakvol
home in te richten met. een behoorlijke huishoudster.
Doch dat maakte mijn verdriet nog grooter. Nu voel
de ik thuis eerst recht, w a t ik dooT den dood van
mijn vrouw verloren had. Daarom koos ik den ande
ren weg, ik ging homoeopathisch te werk, veranderde
mijn huis in een café-restaurant „naar de eischen des
tij da" ingericht, zooals je ziet. En sedert voel ik mij
vrij gelukkig, nu ja in zooverre als iemand in mijn
positie, iemand wien 't hart tegen zijn veertigste jaar
middendoor is gebroken.door een spoorwegonge
luk, het recht heeft 't woord' geluk in den mond te
nemen. Ik bedoel, sedert mijn tehuis een nuchter
café-restaurant is, gevoel ik mij door de geheele we
reld in alle nuchtere café-restaurants thuis. Ik heb
nu de illusie, dat ik in dé- geheele beschaafde wereld
„at home" ben. Als ik op reis ben, moet ik 's mor
gens na 't ontwaken altoos even nadenken of ik thuis,
hier in deze lokalen of ergens te Riga, Petersburg,
Berlijn, Arnhem of Amsterdam zit. Ik heb de kwaal
der anonimiteit door de kwaal zelve bestreden. En
wanneer je mij een genoegen wil doen, kom mij dan
dikwijls hier opzoeken of liever, kom dikwijls wat. in
mijn „home" gebruiken. De vertering is gratis en
mijn personeel1 neemt geen fooien aan. Want dat zou
de anonimiteit van mijn tehuis breken, daar het im
mers de gewoonte is geworden, bij degenen die „in
tieme homes" hebben, de intimiteit hunner gastvrij
heid met royale fooien aan 't dienstpersoneel te be
talen."
„Je bent erg vriendelijk voor mij.... gratis verte-
ring en geen fooienIk neem dadelijk ©en abon
nement.
„O", zei hij koeltjes met een afwerend gebaar,
„denk niet, dat ik je om jou zelf inviteer. Dat heb
je immers niet meer. Ik doe het alleen, omdat ik mijn
illusie steeds meer de werkelijkheid' nabij wil doen
komen. En daaroom wil ik mij nu ook hoe langer hoe
meer in mijn „home" omringen met andere middel
mootjes, met van die te-jong-te-oud, en, die net als
ik, hun leven verder slijten door, laat ik zeggen, ach
ter een balletje gehakt aan te loopen."
Toen ik den volgenden middag bij mijn kennis ging
dineeren, was een schilder bezig op het raam aan de
straatzijde letters te penseelen.
„Ik heb nu voor mijn „home" ook een naam gevon
den", zei van Rantwijck, ik geloof haast op ironischen
toon. „Het heet voortaan „De Nieuwe Gezelligheid."
Ingezou-ten Medcileelingen.
is één der verschijnselen van nierziekte. Doch er zijn
ook andere verschijnselen, die op nierziekte wijzen,
zooals: waterzuchtige zwellingen, doffe pijn in de len
denen, lendenjicht, blaasaandoeningen, brandende of
zanderige urine, graveel of steen, rheumatische pij
nen, zenuwhoofdpijn, duizeligheid, blazen onder de
oogen, onzuiver bloed, onophoudelijke dorst, haTtaan-
doeningen, zwakte en voortdurende vermoeidheid,
ontsteking der blaas.
Deze verschijnselen vertoonen zich gewoonlijk niet
alle tegelijk, doch bij. eiken nierlijder treden er eenige
op. Wanneer zich kenteekenen als bovengenoemde
voordoen, kan het zijn dat uw ziekte zich Teeds verder
uitgebreid heeft dan gij vermoedt de nieren kun
nen cel na cel vernietigd worden en de blaas verliest
misschien plotseling de macht om de urine op geregel
de tijden af te scheiden.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen genezen deze kwa
len, doordat zij de urinewegen zuiveren, zij versterken
en heelen de nieren en blaas, en helpen de nieren om
het urinezuur en dé verdere schadelijke stoffen, die
de bovenstaande verschijnselen en ziekten veroorza
ken, uit het lichaam te verwijderen. Zij bereiken de
oorzaak der ziekte, daardoor zijn de genezingen duur
zaam.
Let er op, dat gij de echte Foster's Rugpijn Nie
ren Pillen krijgt, Iedere echte doos is voorzien van
de handteekening James Foster. Zij zijn te Alkmaar
verkrijgbaar bij de heeren Nierop Slothouber, Lan-
gestraat 83. Toezending geschiedt franco na ont
vangst van postwissel a 1.75 voor één, of 10,
voor zes doozen.
Aan dé Dammers.
Met dank voor de ontvangen oplossingen van pro
bleem 173.
Stand
Zwart: 11/14, 17, 18, 19, 21, 22, 25/28, 30, 35.
Wit: 29, 31, 33, 36/41, 43, 44, 46, 47, 49, 50.
Oplossing van den auteur:
1. 38—32 1. 27 38
2. 43 23 2. 19 28
3. 29—23 3. 18 38
4. 31—27 4. 22 42
5. 41—37 5. 42 31
6. 36 20 6. 25 14
7. 39—34 7. 30 39
8. 44 11 8. 35 44
9 50 39en wint.
Goede oplossingen ontvingen wij van de heeren
G. Cloeck, D. Gerling, J. Iloutkooper, A. Klinkha
mer, S. de Jong, J. K„ G. van Nieuwkuijk te Alk
maar, Jb. Bos, Oudesluis en H. E. Lantinga, Haar
lem.
Vóór 14 dagen plaatsten wij iet® van den jongen
Maarten Noome, die op zoo'n aardige manier een par
tij van zijn vader won.
Dezer dagen is hij weer zeer ondeugend tegenover
zijn vader, op het dambord, opgetreden. Ziehier hoe
de zaak zich heeft toegedragen:
Vader Noome speelde met zwart een partij tegen
zijn twaalfjarigen zoon. Toen de volgende stand be
reikt was, moest zwart spelen.
V/////A
Leclercq speelde indertijd in dezen stand als volgt:
1. 36—31 1. 27 36
2. 26—21 2. 17 26
3. 28 17 3. 12 21
4. 47—41 4. 36 47
5. 44—40 5. 47 29
6. 34 3
Ter oplossing ditmaal het volgende probleem van
I ransehen bodem, 't Is lang niet gemakkelijk en zal
daarom velen wat hoofdbreken kosten, 't Loont ech
ter de moeite wel.
Probleem 174 van J. Bourquin (Fr.)
Zwart: 7, 10/14, 16/20, 24.
Wit: 26, 27, 28, 29, 33, 34, 35, 36, .40, 43, 47.
Opl. voor of op 21 Maart.
No. 335.
H. VAN BEEK te Naaldwijk.
Tornooi „Pittsburgh Gazette Times" 1911.
mmm
En hij speelde 1116.
„Neen, neen, vader, dat gaat niet", werd hem daar
na toegeroepen. „Ik speel nu 3328, u moet 3 slaan
van 24 naar 35. Ik laat dan 2822 volgen, en sla
daarna van 32 naar 3 op dam."
„Drommels, ja", zei vader, „dat gaat niet. Maar ik
heb me ook even vergist." Hij kreeg verlof de zet te
rug te doen en een ander stuk te spelen.
En hij speelde 1722. „Deze zet had ik moeten
doen", werd hierbij opgemerkt. Doch de oolijke zoon
lachte erg ondeugend en zei,,'t Is al weer mis, va
der", en liet volgen:
1. 37—31 1. 26 28
1 2. 39—34 2. 28 30
3. 40—35 3. 24 33
4. 35 4 op dam.
Vader gaf toen eerlijk de partij op.
Wij gelooven stellig, dat Maarten Noome. als hij
ijverig voortgaat, een sieraad zal worden van de dam
mersfamilie Noome.
SLAGZET.
Een eenvoudige leerzame slagzet is er mogelijk in
den volgenden stand:
Mat in 2 zetten.
Oplossing van No. 332 (M. FEIGL).
1 Dc6 b5 enz.
Goede oplossingen ontvingen wij vanP. J. Boom,
F. Böttger, O. Bramer, J. II. Miihren Jr.1) en C. Vis
ser te Alkmaar; Mr. Ch. Enschedé en P. Fabriek te
Haarlem, P. Bakker, Jos. de Koning en H. Weenink
te Amsterdam, J. W. Le Comte en J. Vijzelaar te
's-Gravenhage, J. Reeser te Voorburg, Mr. A. van der
Ven te Arnhem, J. Deuzeman te Fredériksoord, G. H.
B. Hogewind te Utrecht, H. Strick van Linschoten te
Rijswijk en O. Boomsma te Kampem
No. 335 verschijnt voor de eerste maal onder den
naam van den auteur, waar het te voren in de „Pitts
burgh Gazette Times", gelijk alle wedstrijd-problemen
onder zijn motto verscheen.
Het is ongetwijfeld een goede opgave, gelijk wij
trouwens van dezen componist gewend zijn.
Bijzonder uitblinken doet zij echter niet, terwijl zij
bovendien niet van dat soort is, dat tegenwoordig iu
een wedstrijd de aandacht der prijswinners trekt.
Tweezetten met tempodwang tot grondslag, aardige
matstellingen en dito sleutelzet staan achter in waar
deering bij dreig 2-zetten1, waarin de dreiging in een
aantal varianten op verschillende wijze wordt gepa
reerd.
Daar is o. i. werkelijk dit voor te zeggen, dat men
meer kans heeft in een dreig 2-ze,t iets verrassends te
ontdekken, omdat dit in tempo-opgaven vrijwel uitge
sloten schijnt.
Ziedaar nu een onderwerp, lezer, waarover zooveel
te zeggen valt, dat het werkelijk niet- onpraktisch
schijnt, er het zwijgen toe te doen, ten minste op deze
plaats.
1) Van wien wij verzuimden de goede oplossing van
No. 331 te vermelden.
Ingezonden Stukken.
WelEd. Heer Redacteur
Naar aanleiding van het verslag der lezing van Dr.
Kromsigt in het voorlaatst nummer verzoek ik U be
leefd onderstaande regelen te plaatsen.
Ik was ook onder het gehoor van ZEw. en zou
zeer gaarne na afloop met den geachten spr. van ge
dachten hebben gewisseld.
Een rede echter waarvan het motto reeds onjuist is,
waarvan de inleiding geheel is uit de lucht gegrepen,
waarvan alle gegevens strijden, zelfs met de eerste
eischen van waarheid en oprechtheid, terwijl alle mo
tieven, waardoor scheiding en doleantie zijn ontstaan,
zorgvuldig werden verzwegen, laat zich met het stel
len van een paar vragen, terwijl het rijtuig reeds voor
de deur stond, waarmee de spr. moest vertrekken,
niet behoorlijk weerleggen.
Wil eehter Dr. Kromsigt of een der H.H. Predi
kanten hier ter stede daarvoor, zij het ten mijnen
koste gelegenheid geven, dan ben ik daartoe gaarne
bereid.
Met beleefden dank, Uw dw. dien.,
W. WOLZAK Gz.