DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Alkmaarsche Huishoud en Industrieschool. De Nationale Vrouwenraad. No. 65 Honderd en veertiende Jaargang. 1912 ZATERDAG 16 MAART. Gemeentescholen! Toelating van leerlingen. Aangifte van Leerlingen Opleiding Dienstbode. Industrieschool. Kaasmarkt. Natuurstemmen! Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,— Afzondei lijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. voor de nieuwe cursussen, 1 ME11912 BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat de A rijriag- sehe kaasmarkt gedurende het zomerhalfjaar, begin nende 1 APRIL en eindigende 30 SEPTEMBER a.s., bij wijze y a n proef, een half uur vroeger, dan tot dusver het geval was, zal aanvangen, zoodat de markt in «Int tijdvak asal beginnen "s voor- middags te tH/2 ure. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR noodigen belanghebbenden, die met 1 Mei a s. kinderen op een der vUl gemeentescholen toege laten weDsehen te zien, uit, daarvan vörtr 15 April h,s. aangifte te doen bij de hoofden dier scholen, onder overlegging van het geboortebriefje of trouw boekje en het inëntingsbewijs der kinderen waarvan de toelating gevraagd wordt. De gelegenheid bestaat daartoe aan de schoollokalen op DintulHg 2 en Donderdag 4 April a.s. van des namiddags 4—5 uur en Woensdag 3 A pril a.s. van des middags 12—1 uur, behalve voor de 4e ge meenteschool, aan welke school daartoe gelegen heid ia op eiken Maandag, Dinsdag, Donderdag en Vrijdag tot 15 April a.s. van D/2—2 uur namiddags. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 18 Maart 1912. jMI 11 11 I II ——II 2-jarige cnraus, LEERGELD 20 CENTS per week; ©nvermogenden KOSTELOOS. Vakken van onderwijs: koken, huishoudelijk werk beginsel en van voedings- en gezondheidsheidsleer, strijkenwasschen verstellen en vervaardigen van ondergoed. 3i/2-Jarige cursus, leergeld f 25.— per jaar, oiivermwgrndcu kosteloos, leeftijd 12 ft 13 Jaar. Vakken van onderwijs, welke gedurende de eerste ll/2 jaar onderwezen worden handlinnennaaien, pa- troönteekenen en knippen, breien, mazen, stoppen, verstellen van gebreide, geweven en genaaide onder- kleeding van gewone "en reformweefselsmachine- naaien, hand- en lijntefkenen, vouwen, strijken, Ne derlandsche taal en practisch rekenen. Vakken van onderwijs, welke gedurende de laatste 2 jaar van den cursus onderwezen worden, costuum- naaien, patroonteekenen en knippen, vak- en lijntee- kenen, ontwerpteekenen, fraaie handwerken, toegepast op het costuumvak, Nederlandsche taal, eenvoudig boekhouden en haudelsrekenen. Inlichtingen verstrekt gaarne De Directrice, M. W. ARBEITER. Ingezonden). Het is het Comité van Ontvangst van den Nationa- lon Vrouwenraad gebleken, dat het wezen en doel van dien Raad niet algemeen bekend! is. Toch is het voor do Alkmaarsche vrouwen van actueel belang, hierom trent iets meer te weten, immers 11 en 12 April zal deze Raad in onze stad zijn 13de algemeene vergade ring houden. De Nationale Vrouwenraad is voortgekomen uit de merkwaardige Nationale Tentoonstelling van A rou- wenarbeid, die in het jaar 1898 te VGravenhage werd gehouden, toen algemeen gevoeld werd het verlangen naar een blijvend middelpunt, naar een aanleiding tot geregelde samenkomst van al de vrouwen, die door de ze tentoonstelling waren samengebracht. Nog onder den diepen indtuk en de groote bewon dering, die uitging van de toen gehouden talrijke con gressen, wilden eenige vrouwen (o. a. Marie Jungius en Martinie Kramers), een federatie in het leven roe pen van alle bonden en vereenigingen in Nederland, die arbeiden aan den' zedelijken, maatschappelijken, oconomisehen en rechtstoestand! der vrouw. In die federatie moesten zitting kunnen nemen genootschap pen, vereenigingen en bonden van den meest uiteen loopenden aard en richting, die zonder eenig prijsge ven van beginsel, zonder iets te bedekken of te ver zwijgen van eigen oyertuiging en inzicht in die fede ratie een eenige gelegenheid' tot het propageeren ha- rer beginselen zouden vinden. Op de jaarlijksche vergadering der federatie zouden de meest verschillende elementen uit de vrouwenbewe ging- samenkomen. Iedere afgevaardigde moest daai aanhooren, wat elke andere afgevaardigde ovc-r haai ideaal, doel en werkwijze te zeggen had. Daar zouden vakvercenigingen verzet tegen uitbuiting kunnen pre diken en zendingsvereenigingen over bekeering- van inboorlingen juichen, daar zouden vegetariërs en anti- vivisectiebonden hun humanitaire idealen hooghouden en sportvereenigingen van lichaamskracht en staling der spieren spreken, daar moest plaats zijn voor een vereeniging voor Vrouwenkiesrecht als voor een wijk- vereeniging voor armenzorg. Daar was plaats voor ieder, die maar bewust een doel nastreefde en wat presteerde. Het schetsen van dat doel en het be schrijven van de aangewende middelen was het voor recht van elke toetredende vereeniging. Daarin zou haar propaganda en werfkracht liggen. Do toehoorders zoudeu dan een machtigen indruk krijgen van de denk- en werkkracht der vrouwen in Nederland en in de vergadering van den National»» Vrouwenraad de best bevoegde en tevens de meest uit- cenloopendé voorlichting kunnen krijgen. Do federatie kwam tot stand en was reeds in den zomer van 1899 als Nationale Vrouwenraad van Ne derland op het congres van den Vrouwenwereldbond te Londen vertegenwoordigd. In het eerste artikel der statuten wordt het doel als volgt omschreven: „De Nationale Vrouwenraad, uitgaande van de „meening dat man en vrouw elkanders werk op „ieder gebied moeten aanvullen, zullen zij in waar- „heid het werk van den volkomen mensch tot stand „brengen, wenscht de vrouwen van Nederland te or- „ganiseeren en het werk van allen te vereenigen, „ten einde aller streven met bewustzijn te richten „op het verwezenlijken van deze volledige samenwer king." De Raad tracht dit doel te bereiken door het sa menvoegen van alle Vereenigingen, die arbeiden aan de verbetering van den zedelijken, maatschappelijken, eeonomischen rechtstoestand van de Nederlandsohc vrouw in het bijzonder en van het Nederlandsche volk in het algemeen; door het houden van bijeenkomsten; door het uitgeven van geschriften; door het indienen van adressen bij plaatselijke, provinciale en nationale regeeri ngslichamen. Leden van den Vrouwenraad kunnen zijn: vereenigingen, bonden, genootschappen, en vennootschappen in wier bestuur steeds ten minste ééne vrouw zitting heeft. De contributie voor ieder lid bedraagt 3 van de over het afgeloopen jaar uit de contributiën zijner le der genoten inkomsten, tot een maximum van 25. Als voorstanders kunnen zich doen aannemen perso nen en corporaties, wanneer zij zich verbinden tot een jaarlijksche contributie van 2.50 of meer voor per sonen, en van 5 of meer voor corporaties. Ieder lid blijft volkomen vrij in haar eigen inrich ting. Geen der leden is op eenigerlei wijze aanspra kelijk voor de beginselen en handelingen van andere leden. Voorstellen worden alleen als aangenomen be schouwd1, indien geen der leden principieele bezwaren daartegen heeft. Hierdoor wordt gewaarborgd, dat geen enkele ver eeniging ooit gevaar kan loopen om, zij het zelfs indi rect, te_ worden betrokken in zaken, die zij in beginsel afkeurt. Voor het algemeen bestuur kiest ieder der aange sloten vereenigingen uit haar vrouwelijke leden een lid. Het dagelijksch bestuur bestaat uit minstens 7 leden, die uit de vrouwelijke leden der aangesloten vereenigingen gekozen worden. De 38 aangesloten vereenigingen zijn verdeeld in 5 groepen. De eerste groep omvat vereenigingen, die op het ge bied der redelijkheid) werkzaam zijn. (Bevordering der openbare zedelijkheid; bestrijding van alcoholisme, van prostitutie; stationswerk enz.). De tweede groep omvat vereenigingen voor maat schappelijk werk. (Toynbee-werk, volksbibliotheken, enz.) De derde groep omvat vereenigingen, die voor de uitbreiding van den werkkring der vrouw ia steeds meer beroepen en bedrijven werkzaam zijn. (Nationaal I Bureau voor Vrouwenarbeid. Arbeid adelt. Tessel- sckade) De vierde groep omvat vereenigingen die op sociaal en politiek gebied werken. (Vrije Vrouwen-\ ereeni- ging. Vereeniging tot verbetering van den rechtstoe stand der vrouw. Bond! en Vereeniging van N rou- vvenkiesrecht). De vijfde groep omvat Vrouwenvakvereenigingen. (De Voorpost., de Wekker, Vereeniging van fabrieks arbeidsters, van onderwijzeressen bij het Fröbelonder wijs). De Nationale Vrouwenraad gaf verschillende ge schriften uit en namens hem werden adressen uitge zonden om gelijkstelling bij de toelating van jongens en meisjes op H. B. S. en Gymnasia, tot adhaesiebe- tuiging voor totstandkoming van een rijkswet inzake het verbod van bordeelen, aan den Gentralen Raad van Volksgezondheid' om openstelling van had- en zweminrichtingen ook voor de vrouwen op dezelfde voorwaarden als voor mannen, aan de regeering om een of meer vrouwen te benoemen in de commissie van onderzoek naar de toestanden in Deli, aan de Ko ningin om de moeder evenveel recht te geven op het spaarbankboekje van haar kind' als de vader heeft, aan den minister van landbouw, nijverheid en handel om huishoudarbeidsters optenemen in dé Ongevallen wet, aan de regeering tot wettelijke regeling van de examens van bewaarschoolhouderessen, in zake^ vrou wenkiesrecht. adjunct-inspectrices van den arbeid, re geling art. 4 van de Arbeidswet, personeele belasting weduwnaar, echtscheiding, grondwetsherziening. Aan de algemeene vergadering zijn verbonden; a. Openbare vergaderingen, waarin belangrijke on derwerpen worden behandeld, bijv. rouwenkiesrecht. De rechtspositie van het buiten-echtelijk kind. De so ciale beteekenis van het Feminisme. Internationalis me. De loonarbeid der gehuwde vrouw. In 1904 het Congres voor kinderbescherming. b. Een gemeenschappelijken maaltijd, die de zoo verschillend aangelegde leden steeds aangenaam en vreedzaam vereenigt. c. Een bidstond voor hen, die zulks noodig hebben. d. Na afloop der vergadering zal men een bezoek kunnen brengen aan de bezienswaardigheden der stad, onder deskundige leiding, of bij goed weer een tochtje naar Bergen kunnen maken. Daarna wordt een t.hoe aangeboden door mevrouw Hipping, eere-presidente van 't comité vau ontvangst. De Ned. Vrouwenraad is toegetreden tot de Inter nationalen Vrouwenraad, wier beginselverklaring al dus luidt: „Wij vrouweu van alle natiën, vast overtuigd, dat het heil der meuschheid zal worden bevorderd door meer éénheid van gedachten, streven en sympathie en dat een goed georganiseerde» vrouwenbeweging het welzijn van Huisgezin en Staat het meest zal ton goe de komen, sluiten bij dezen een Verbond, om samen te werken ten einde toepassing te verkrijgen in reden, wetten en maatschappij van den gulden regel: Doe andoren, wat gij wilt, dat wij u doen." A. AUKEfi-TlMMER Secretaresse van het Ontvangst-Comité. VOOR DAW ES. KMhjett in «1e Modewereld. Do nieuwe voorjaars-toiletten wijzen niet alleen op verwijding der rokken, maar laten zien, dat deze zelfs eenigszins hoepelrok-achtig uitstaan. Over het alge meen waren de hoepelrokken van do 18e eeuw mooi en stonden zij zeer gracieus, men zou hunne herleving, vooral ten opzichte van de tegenwoordige koker-rokjes, met vreugde kunnen begroeten, ware het niet, dat on ze eeuw zoo goed do kunst verstond zelfs do bekoor lijkste kleederdraehteu van vorige eeuwen tot een ea- rieatuur te maken door ze te moderniseeren. Zoo is het ook bij de nieuwe rokken weer het geval. Inplaats ,van de echte hoepelrokken te imiteeren, worden zij zoo gemaakt, dat het bovenste deel, dat aan het lijfje geplooid wordt, bijzonder stof rijk is en ter hoogte van de knieën wijd1 zou uitvallen, daar echter dooi oen breede zijden of fluweel en band) bij elkaar wordt gehouden, terwijl het onderste déél van den rok dan niet met een sleepje op den grond ligt, maar geheel (le voeten omhult en even wijd is als t bovengedeelte. Bij deze rokken wordt een glad Directoire-lijfje ver vaardigd, dat van lange, zeer nauwe mouwen voorzien is. liet geheel lijkt bespottelijk. Proeven, om zulke imitatie-hoepelrokken to vervaardigen zijn op de ate liers van de groote modehuizen in dé wereldsteden reeds wekenlang genomen. „Paddestoel-rok is een der nieuwe modellen genoemd, hiervan is het bovenste deel zeer lang, zoodat het den indruk geeft van een zeer wijde tunica, die van onderen bij elkaar gehou den wordt. Voor het meerendeel bestaan de onderste nauwe rokdeelen uit materiaal, dat de zelfde kleur heeft als de andere stof van den rok. Het is evenwel de vraag of deze nieuwe modellen opgang zullen maken. Wel is het zeker, dat do rok ken wat wijder worden, daar inplaats van het losse achterbaantje, dat op de tegenwoordige modellen is aangebracht, nu een achterbaan wordt gemaakt, die in een paar plooien uitvalt. De weer in genade aangenomen costuum-jakjes worden weer veel wijder eu hebben een matig-langen, geplooiden schoot. Ook worden er korte in de mode gebracht, die niet verder reiken dan tot- de ceintuur. De rokken van de tailleur-costumes splijten hunne banen van den zoom af een halve meter hoog, zoodat de zwarte zijden voering te zien komt. Deze wordt ook gebruikt om de lauge Schotsehe fluweelen kraag te versieren. Schotsehe fluweelen knoopen worden op de jakjes aangebracht ter sluiting en dienen eveneens ter versiering van de revers, van de manchetten en langs de naden van den rok. Zeer modem zijn echter de tailleur-costuums van weerschijn-zijde, die op bij zondere wijze gegarneerd! worden. Een uit. blauw en goudbruin weerschijn-zijde bestaand! tailleur-costume wordt b.v. gegarneerd met robijn-rood. Vlechten van robij'n-roode moirée-zijde worden op verschillende af standen rondom den rok gelegd, terwijl een dergelijk ceintuurtje het jakje versiert. Voor het voorjaar zijn behalve de wollen voile-ja ponnen, toiletten van één-kleurige lichte stoffen als liberty, foulatrd, enz. zeer modieus. Ter garneering wordt gebloemde stof of zijde ge bruikt, die den rok of de tuniek niet een breeden rand versieren en waarvan het kraagje, de manchetten en de centintuur gemaakt worden. De "lange mouwen met. de wijde» manchetten van de voorjaars-blouses zijn vlak boven den manchet zoo wijd, dat zich daar een kleine, ovale poef vertoont. Bij de visite-toiletten speelt zijde-mousseline, aange bracht over zijde, nog een groote rol. Fluweel wordt bij deze stoffen als garneering gebruikt, want fluweel verheugt zich nog steeds in de gunst der mode. De korte, voetvrije costuums laten de hoog-hakkige zwarte lakschoentjes zien, waarvan het bovenste deel van peau de Suède vervaardigd is en in kleur overeen komt met die van het toilet waarbij ze gedragen wor den. Verder zij nog vermeld, dat bij de nieuwe, eenvoudi ge voorjaars-toiletten geen handschoenen zullen wor den gedragen. Daarentegen worden de vingers dan met een paar ringen versierd, waarvan er een aan de rechter- en een aan de linkerhand wordt gedragen en die hij elkander behooren. (Maart.) De leeuwerik zingt al vele dagen. Telkens, wan neer de zon maar even de reeds groenende aarde ver licht, stijgt deze lentebode op, zoo hoog dikwijls, dat men hem in het ijle blauw niet. kau ontdekken, hoewel zijn blij getierelier ons teu naastenbij doet weten, waar wo hem kunnen vinden. Nog slechts korten tijd en overal op veld en akker zal men weer do aardige, eenvoudige leeuweriknestjes kunnen vinden, waarin de grijs gemarmerde eiertjes zoo knusjes bijeen lig gen^ Dan zal de zang van het mannetje nog inniger zijn, at is het dan ook, dat het getierelier van dezen lente-heraut overstemd' zal worden door de schelle ge luiden van vele weide- eu moerasvogels. Zoo vinden we overal den veldleeuwerik, aldus ge noemd ter onderscheiding vau den kuif- en den boom leeuwerik, die meer duin- en boschstreken bewonen, en van den bergle/euwerik, die alleen in het midden van den winter in gezelschap van sneeuw- en ijsgorsen ons land bewoont, en wel hoofdzakelijk de kusten, om zich er te voeden met de zaadjes van zeekwal en an dore zoutminnende planten. Reeds nu zijn ze ^nal hun „heimath" teruggekeerd. Straks zullen meerders wiutergnsten van hier gaan en opgevolgd! word'en door andere vogels, die nu nog in het Zuiden ^toeven. De kievitten zijn reeds teruggekeerd. Zij begaven zich niet verder naar het Zuiden, dan de wintervorst het hun gebood. En nauwelijks is de grond weer zacht, of de breedgewiekte kievit met zijne witte en metaalglanz/ende vederen voert, hier weer zijn trippel- dansen uit, om den wormen diets te maken, dat er mollen in beweging zijn. Zoo hebben ook zelfs de vo gels uitvindingen gedaan! In de kreupelboschjes en boerentuintjes is nog met veel moor beweging dan in Februari. De bonte kraai vertoont er zich nog veelvuldig en haar krassend „rah-rah" kan ons maar kwalijk doen gelooven, dat ze tot de zangvogels gerekend! moet worden. De ornitho logen evenwel willen het, en de uitspraak van die hee- ren is bindend. Hoort: „rekijkek-kekt Zijn de vro'olijke schettertonen van een eksterpaar, dat reeds bezig is in een der hoogste boomtoppen het stevige nest te maken. Mooie vogels toch! Hoe keurig ko men dikwijls de schakeerende kleuren bij zoo'n ekster uit! Zwart-groen met blauwen weerschijn op de vleu gels, donker goudgroen op de stnartpenne.il met meer staalblauw naar het einde eu wit op de vederen van borst, buik en schouders en aan de binnenvlag der groote slngpeflnen. Maar wat zoo'n vogel vooral mooi mankt, dat is zijn lange staart, die trapsgewijs verlengd is en tot een breeden waaier uitgestrekt kan worden. Jammer, dat een mooi kleed) niet steed's een edel karakter kenmerkt Eksters althans dienen te wor den gequalificeerd! als nestroovers. Vooral in den broedtijd gaat menig' jong spitsbekje als klokspijs naar binnen en talrijk zijn dte eieren van eenden en andere groote vogels, die stukgepikt en uitgezogen worden. Misschien denkt de mooie booswicht aan het spreekwoord' van den waard en de gasten, en voorziet daarom zijn eigen nest van eotn doornon kap, ondoor- dringbaar voor roofvogels! Maart geeft op ornithologisch; gebied reeds veel verscheidenheid te aanschouwen. Als men er maar oor en oog voor heeft, kan men de lente zien ontwaken. Vooral in de tweede helft van deze maand' komen tul- rijke trekvogels uit het Zuiden, terwijl vele wintergas- ten nog tot April toeven, om naar hunne Noordelijker gelegen zomerverblijven te gaan. De vogelrijkdom is I dan groot bij ons, vlinders en kevers verschijnen, egels en vleermuizen ontkomen aan de verstijving van den winterslaap. Ook de planten getuigen van ontwakend leven. En we hebben hier niet op het oog de gekweekte planten met een vervroegdeu cultuur het sneeuwklokje bun gelt reeds overal en crocus en narcis laten reedk hare kleuren zien. Maar ook de wilde flora vertoont nieuw leven. Zie in de weide de duizenden groene rozetjes van de Meizoentjes met hier en daar al -een vriende lijk bloempje, een geel hartje in een kransje van wit! „Bellis perensis" noemt de wetenschap dit bloempje, dat sedert een paar jaar ook Julia na-bloempje heet. In die wetenschappelijke benaming ligt de gedachte „het geheele jaar mooi" en dat is ons Madeliefje. Bij na steeds kan men het bloeiende vinden. En een lie- vt logende vertelt ons, hoe het aan den naam Maria- bloempje gekomen is: ,,'t Was winter. De bloemen waren schaarsch en nu mankte Maria ter eere van Jezus' verjaring een kraus van kunstbloemen. Eén dier bloempje» was het mooist: een geel hartje met witten stralenkrans om geven. Doordat ze zich bij 't maken in den vinger ge prikt had. waren de blaadjes min of meer rood aange- loopen. Jezus vond 't bloempje zoo mooi, dat Hij het leven inblies." Moge het nederige Juliana-bloempje steeds t zin nebeeld blijven van de trouwe liefde tusschen ons Vor stenkind en het Nederlandsche Volk! Er zijn reeds moer bloemen te, vinden. Aan weg en slootkanten kan men ontdekken kleine, witto bloempjes, en hier en daar ziet men stengeltjes niet kleine, platte vruchtjes, mooi groen, van kleur. De laatsten zijn. overgebleven uit het vorig jaar. Buig nu het dorre gras eens ter zijde en behalve stengelbla- deren zult ge onder aan het plantje vinden een mooi kransje van allerkeurigste blaadjes, te zamen een wor telrozet vormende. Deze blaadjes zien er heel anders uit dan de hooger geplaatste, die verspreid langs hotifd- en bijstengels staan. Dit aardige plantje heeft verscheiden namen. De meest gebruikte is herdcr- taschje, maar dikwijls hoort men ook de namen lijsel- blad, tuinlepeltje en lepeldiefje, ze zijn wel aardig au

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 9